TEXELSE 13 COURANT
De hel van voortdurende mishandeling door medescholieren
'Het is een kwestie van overleven,
voor pesters is er geen weg terug'
Zandkoog in gebruik
VRIJDAG 10 APRIL 2009
'Terugkijkend kun je zeggen dat de jaren in het voormalige
Lager Beroeps Onderwijs een hel zijn geweest. Waarom ik
werd gepest, is nog altijd de vraag. Ik had geen beugel,
geen bril, geen rood haar en maat 34.' Miranda van Leer-
sum (32 jaar) beschouwt de jaren tussen 1988 en 1992 als
de moeilijkste uit haar leven. Samen met Arie, die anoniem
wil blijven en daarom onder een gefingeerde naam zijn
verhaal doet, vertelt zij over de psychische en lichamelijke
mishandeling waaraan zij een deel van haar schooltijd
blootstond.
Ze was niet verlegen, stotterde
niet, verschilde in niets van de
gemiddelde leerling. 'Op de basis
school was er niets aan de hand.
Het begon pas toen ik in de brug
klas kwam. Ik was een sociaal
kind, had aansluiting gezocht en
een nieuw vriendinnetje gekregen.
Na een paar maanden merkte ik
malige Question gesleurd en mee
naar buiten genomen. Daar ben ik
door een groep van zo'n vijftien tot
twintig man in elkaar geslagen. Ze
schopten me waar ze me raken
konden en sloegen de helm van
mijn brommer een paar keer kei
hard tegen m'n hoofd, waarbij ik
inwendige zwellingen opliep. Ik kon
nauwelijks meer spreken. De pes
ters schopten me, zonder het nog
langer voor de leraren te verber
gen. tegen de schenen en lieten
me voortdurend struikelen. Toen er
zelfs hele krukken in mijn richting
werden gegooid, werd de toestand
onhoudbaar. De directie van de
school vond het tijd om in te grij
pen. Tot mijn verbijstering kreeg ik
te horen dat ik met onmiddellijke
ingang was geschorst. Ik mocht
verder thuis gaan werken. Uitleg
over het besluit kregen m'n ouders
niet.'
'Ik voelde me aan de kant gezet. Ik
was dus blijkbaar het probleem en
dat voelde niet goed. Een heel ver
keerde beslissing, die me nog die
per in de ellende stortte. Ik zag
geen uitweg meer en heb op een
dag heel veel tabletten ingenomen.
dat ze toch meer naar de stoerdere
meiden trok. Al snel werd duidelijk
dat die groep haar er wél bij wilde
hebben, maar mij niet.'
Het groepje, bestaand uit zes mei
den, sloot Miranda aanvankelijk
buiten. Negeerde haar. 'Ik nam
afstand van hen, maar zij namen
geen afstand van mij. Na een tijdje
werd ik niet langer genegeerd,
maar kreeg ik opeens aandacht. Er
werden op subtiele wijze dingen in
mijn oor gefluisterd. Ik zou lelijk zijn
en dik. En stom. Ik moest maar
dood, vonden ze. Het waren vooral
de scholieren met minder sociale
vaardigheden. Door alle aandacht
op mij te projecteren, bleven ze zelf
buiten schot. Samen met mijn
vader en moeder probeerde ik met
de ouders van die meiden te spre
ken. Een aantal had daar geen
interesse in. Het hielp ook niets, de
weerstand in de klas nam alleen
maar toe. Het praten met de lera
ren leverde ook niets op. Waar ik
aanvankelijk nog dingen terugzei
als klasgenoten me te na kwamen,
sloeg ik nu op de vlucht.'
Letsel
'Psychische mishandeling gaal
over in het toebrengen van licha
melijk letsel. Want voor pesters is
er geen weg terug,' zegt Miranda
met stellige overtuiging. 'Ik werd
opgewacht na school, van mijn
fiets getrokken en bedreigd. De
groep pesters groeide aan. De helft
van de klas behoorde inmiddels tot
de actieve pesters, de andere helft
negeerde me. Maar omdat Texel zo
klein is, kom je elkaar ook buiten
schooltijd tegen. Op het laatst kon
ik zelfs niet meer uitgaan. Op een
avond hebben ze me uit de voor-
helemaal mets meer horen en
moest me onder doktersbehande
ling stellen. Ik heb er een vermin
derd gehoor aan overgehouden.'
Toen haar ouders aangifte wilden
doen bij de politie, kwamen ze van
een koude kermis thuis. Er werd
afwijzend gereageerd, de politie
weigerde het verhaal op te nemen.
'Ze vonden dat het in de relationele
sfeer lag. Onbegrijpelijk. Ze ken
den de ouders van de pesters.
Zagen het waarschijnlijk niet zitten
om er op af te stappen. Dat is het
beklemmende van Texel, ledereen
kent elkaar. Intussen was ik bezig
met overleven. Ik hield mezelf voor
dat er niets mis met me was. Maar
geestelijk was ik aan het kapot
gaan. Op school begon het steeds
meer uit de hand te lopen. De lera
ren vonden dat ik mijn problemen
zelf maar moest oplossen. Eentje
zei zelfs dat ik ze opzocht.'
M'n oudste zus vond me op de
badkamervloer. Opname bleek niet
nodig, want ik moest zo verschrik
kelijk overgeven, dat de hele boel
er weer uitkwam. Een paar dagen
later ben ik naar familie in Limburg
gevlucht. Daar ben ik drie weken
aan het bijkomen geweest. Weken
waarin ik gewoon - zonder begelei
ding - de straat op kon. Even leven
zonder angst. Als ik dat niet had
gedaan, was ik er nu misschien
niet meer geweest. Het is heel aan
lokkelijk om er een eind aan te
maken als je er geestelijk zo diep in
zit.'
'Het was akelig dat mijn ouders en
zusjes ook bij de pesterijen werden
betrokken. Ze zullen wat telefoon
tjes gehad hebben thuis. Scheld
partijen, aankondigingen dat ik
helemaal in elkaar zou worden
geslagen, doodsbedreigingen aan
mijn adres. Het hele gezin leed er
De aandacht voor het 'pesten' is op scholen flink toegenomen. Op de
basisscholen draaien projecten als 'De Vreedzame School', op de
OSG is een pest-protocol van kracht en is er een coördinator sociaal-
emotionele begeleiding aangesteld. Toch wordt er nog steeds gepest
op scholen. Hoe komt het dat scholieren min of meer gezamenlijk een
zondebok kiezen om die het leven in en buiten school zo goed als
onmogelijk te maken? Als pesters uit het verleden willen laten weten
hoe zij nu tegen hun gedrag aankijken, worden ze uitgenodigd te
reageren: e-mail tberndsen@hetnet.nl of tel. 314896.
'Vier maanden voor mijn eindexa
men liep de situatie zo uit de hand,
dat het lichamelijk geweld niet
alleen buiten de klas, maar ook tij
dens de lessen plaatsvond. Pal
onder de neus van de leraren. Die
vonden mij, omdat ik zo openlijk
werd gepest, maar een lastig geval.
In feite waren zij ook aan het over
leven. Van orde in de klas kon je
De Zandkoog, het medisch
gedeelte van het PHH-gebouw in
Den Burg, is zaterdag officieel in
gebruik genomen.
De gebruikers lieten genodigden
zien hoe zij sinds een paar weken
gezamenlijk onder één dak zitten.
Ze lieten weten dat dat de samen
werking ten goede is gekomen. De
medische diensten weten elkaar
makkelijker te vinden. Minpunt blijft
de bereikbaarheid. Veel bezoekers
vinden het lastig bij de Zandkoog
te komen. Zij moeten, zolang er
geen parallelwegen zijn, vanaf de
Pontweg een stukje over het fiets
pad en daarna langs het politiebu
reau naar de achterzijde rijden
waar een parkeerterrein is en de
ingang van de Zandkoog zich
bevindt. Het gebouw, dat eigen
dom is van Woontij, wordt gehuurd
door huisartsen, verloskundigen,
een kindertandarts, een depen
dance van de Texelse Apotheek,
een steunpunt van de Brijder Stich
ting en het maatschappelijk werk.
Het gebouw is de Zandkoog
genoemd omdat de plek waar het
staat vroeger zo heette.
Zanggroep a'Capabel zingt in de centrale hal van de Zandkoog. Een officiële
openingshandeling was er niet, maar er waren wel muzikale optredens.
onder. Ondanks het missen van
ruim drie maanden les, ik kon
gelukkig goed alleen werken,
slaagde ik met glans voor m'n
eindexamen.'
Leuke meid
'Rond die tijd ontmoette ik Harald.
Hij deed vakantiewerk op 't Hom-
tje, waar ik toen woonde. Die gaf
me - tot mijn grote verbazing - het
gevoel dat ik een leuke meid was.
Hij zei dat ook tegen anderen. De
ironie wilde dat hij bevriend was
met een aantal van mijn grootste
pesters. Hij nam het voor me op,
zei tegen zijn vrienden dat hij niet
begreep waarom ze zo tegen me
deden en bleef gewoon met me
omgaan. Hij trok zich er geen lor
van aan dat dat not done was en ik
ben hem er nog altijd dankbaar
voor. Zijn houding gaf me psy
chisch een enorme opkikker.'
'Ik wilde na mijn examen naar de
Modevakschool in Amsterdam,
maar was te jong om te worden
toegelaten. Er was maar één oplos
sing. In de tussentijd naar de
MAVO. Met trillende benen ben ik
weer naar de OSG gegaan. De
pestgroep heeft geprobeerd me
het leven opnieuw onmogelijk te
maken, maar ditmaal lukte het ze
niet. Ze kregen niet genoeg leerlin
gen achter zich. Jongens kregen
belangstelling voor me en lieten
dat blijken. Het pesten doofde
geleidelijk, kun je zeggen. Maar het
heeft zeker twee jaar geduurd
voordat ik weer op een min of meer
normale manier met leeftijdsgeno
ten kon omgaan. De eerste jaren
durfde ik nog steeds niet zonder
begeleiding de straat op. Het heeft
me de nodige moeite gekost om
mezelf terug te vinden. Het zelfver
trouwen herstelde maar langzaam.
Ik heb zelfs de HAVO nog doorlo
pen op de OSG. Het enige dat ik er
aan over gehouden heb, is angst
voor grote groepen mensen. En het
rottige gevoel dat niet één leraar
begrip had voor de moeilijke situ
atie waar ik vier jaar lang in zat.'
'Ik vertel mijn ervaringen in de
hoop dat scholieren die nu worden
gepest zich herkennen in mijn ver-
haai. Er iets mee kunnen. Zich
tenminste gesterkt voelen. Daar
naast wil ik ook dat de betrokke
nen van toen zich mijn situatie
opnieuw voor de geest halen. Dat
ze zich de problemen herinneren
en weten wat ze hebben nagela
ten: hulp bieden.'
'Ik ben inmiddels getrouwd en heb
drie kinderen. Ik werk in het Gemini
Ziekenhuis en heb daarnaast nog
een winkel in kinderkleding. Ik leid
een druk en sociaal bestaan, waar
in geen mens vermoedt dat mijn
persoonlijkheid ooit tot aan de
grond toe is afgebrokkeld door het
pesten.'
Geen aansluiting
Bij Arie (45 jaar) begon het pesten
op de basisschool. Hij vertelt een
heel nare lagereschooltijd achter
de rug te hebben. 'Ik kwam na een
verhuizing naar een ander deel van
het land in een streng katholiek
dorp terecht. Mijn ouders waren
Nederlands Hervormd. We hadden
dus niet het goede geloof. Ik ging
niet naar de mis, vierde geen car
naval en kon geen aansluiting met
vriendjes krijgen. De verschillen
waren te groot. Mijn ouders kon
den er ook niet aarden, dus na vijf
jaar verhuisden we weer naar het
westen van het land. Ook op de
LTS verliep de aansluiting moei
zaam. Ik hield niet van voetbal en
popmuziek, zat niet achter de mei
den aan en de discotheek boeide
me niet. Ik zette graag een model
vliegtuig in elkaar. Had meer inte
resse in technische dingen. Was
een buitenbeentje, een eenling
zoals ze me noemden.'
'Ik was enig kind. Het alleen zijn
ervoer ik niet als erg. Het pesten
wel. Als we op kamp waren, pisten
ze m'n schoenen vol, staken m'n
kleren in brand of sneden m'n
broek aan repen. De leiding wist er
niet mee om te gaan. Staken er
geen hand naar uit. Zelf ben je
machteloos. Van m'n moeder
mocht ik niet terugslaan - ik moest
het met m'n mond zien te redden,
vond ze - maar m'n vader advi
seerde me er flink op los te timme
ren als me iets misdaan werd. Dat
heb ik één keer gedaan. Ik heb een
jongen met z'n kop tegen een
betonnen bloembak geramd. Ik
ging helemaal door het lint. Het
pesten hield er met door op, boven
dien strookten zulke acties niet
met mijn karakter.'
'Ze duwden me regelmatig tegen
een lantaarnpaal en bonden dan
met een sjaal m'n handen achter
m'n rug. zodat ik geen kant op kon.
En dan maar schoppen en trappen
met z'n allen. Je laat het, als het
allemaal maar lang genoeg voort
duurt. op het laatst gewoon over je
heen komen. Tegen de overmacht
van een groep doe je in je eentje
toch niets. Mijn ouders, moesten
meerdere malen met me naar de
dokter. Die deed in z'n vrije tijd aan
boksen. Hij probeerde me weer
baarder te maken door me op dat
gebied het een en ander bij te
brengen, maar het was al te laat. Ik
was helemaal murw. Niet meer in
staat om van me af te slaan.'
'Toen ik begin twintig was, heb ik
me in het jeugdwerk gestort. Ik
wilde andere jongeren behoeden
voor datgene wat mezelf was over
komen. Ze mochten in geen geval
in probleemsituaties terecht komen.
Het pesten verdween naar de ach
tergrond, deed zich gedurende een
jaar of vijftien helemaal niet voor.
Maar toen ik van baan veranderde
en naar Texel verhuisde, stak het
de kop weer op. Bij het bedrijf
waar ik nu werk, zitten volwassen
pesters. Dat gaat verbaal, pesten
op de werkvloer. Ik probeer het te
negeren. Maar ik sta wel iedere
maandagochtend te kotsen boven
de wasbak. Dan heb ik weer een
week voor de boeg.'
Alertheid
'Ik hoop maar dat kinderen zich
tegenwoordig niet meer door de
school in de steek gelaten voelen
als ze worden gepest.' meent
Anneke ter Borg, coördinator soci
aal-emotionele begeleiding van
Scholengemeenschap De Hoge
Berg. 'De alertheid van leerkrach
ten is veel groter dan vroeger. Ze
zijn bereid in actie te komen als dat
nodig is. Het probleem is wel dat
lichamelijk pesten vooral onder
meisjes vervangen is door geniepig
pesten. Dat maakt het constateren
en ingrijpen lastiger. Het is nóg
beter om preventief te werken. Bij
voorbeeld door middel van klas-
sencontracten die mentoren met
hun leerlingen afsluiten. Daarin
worden gezamenlijk regels gesteld
voor een veilige werksfeer. Het is
vooral zaak daar regelmatig op
terug te komen, anders werkt het
niet.'
Margreet Berndsen
Oosterend
Doordat in de media vooral bench-
ten verschijnen van mensen die
tegen de plannen in Oosterend
zijn, lijkt het erop dat alle Oosteren-
ders tegen zijn. Dat betwijfel ik.
Willen wij een slaapdorp zijn, laat
dan alles zoals het is. dan hoeft er
ook geen nieuwe school te komen,
want wanneer er geen jonge gezin
nen bijkomen, is die school met
meer nodig. Voor jonge gezinnen
zijn betaalbare huizen nodig. Waar
moeten die gebouwd worden?
Zoveel 'gaten' zijn er nu ook weer
niet in het dorp, of die plaatsen zijn
niet te verkrijgen. En moeten alle
open plekken dichlgebouwd wor
den? De afgelopen honderd(en)
jaren is er steeds om de bebou
wing heen gebouwd en zo is het
Wat ik zeggen wou
dorp gegroeid. Mag dat nu niet
meer? Het aanzien is altijd aan
verandering onderhevig geweest.
Moeten we nu stil blijven staan?
Het bedrijventerrein is verouderd,
maar de huidige bezitters zijn wel
tevreden met hun schuren en staan
echt niet te popelen om 'te verko
pen. Beginnende ondernemers
weten dat er in Oosterend niks
voorhanden is en wijken dus uit
naar andere locaties. Ik persoonlijk
ben blij met de kansen die gebo
den worden en zie Oosterend niet
zomaar in een bouwput verande
ren. Ik wens de raad veel wijsheid
bij de besluitvorming toe.
Marijke Stark,
Oosterend.
Miranda van Leersum
de schooldeur van het LBO,
zij vier jaar lang slachtoffer
pestende scholieren.
(Foto Margraat Bamdsen)