Tegennatuurlijk om brandend huis in te f Geen lucht, geen zicht en alles doen op tast Vooral rustig blijven ademen 1 TEXELSE 9 COURANT Warm Oriëntatie Kubus Schip VRIJDAG 4 JUNI 2010 Geen zicht, geen lucht, temperaturen tot honderden graden Celsius en op de tast voelen waar je bent. Het betreden van brandende gebouwen is geen dagelijks werk voor de brandweer, maar het moet wel gebeuren. Om er ervaring mee op te doen, gaat de Texelse vrijwillige brandweer één keer per jaar naar de overkant voor 'rea listische oefeningen'. Verslaggever Jeroen van Hattum kreeg een brandweerpak aan en ging mee naar een oefenlocatie op de Rot terdamse Maasvlakte om het 'heetst van de strijd' een keer letterlijk mee te maken. Of ik één ding te allen tijde wil onthouden? Brandweerman Frank van der Linde kijkt me vriendelijk doch dwingend aan. Wat er straks ook gebeurt in een brandend gebouw en hoe benauwd ik me ook kan voelen: mijn ademlucht- masker mag ik onder geen beding van mijn gezicht verwijderen. Het is geen mis te verstane bood schap die Van der Linde geeft tij dens een ademluchttraining in het PHH-gebouw in Den Burg. De training, waarbij ik leer ademen met een fles ademlucht op mijn rug, is een voorwaarde om de realistische oefeningen op de Maasvlakte bij te wonen. Beheerst legt Van der Linde stap voor stap uit hoe ik, gekleed in brandweer- pak, fles en ademluchtmasker moet omdoen. Het is allemaal beduidend anders dan tijdens een brand met camera en kladblok langs de zijlijn te staan. Het masker moet strak tegen mijn gezicht en de helm zitten, zodat er geen rook binnen kan komen. Het voelt benauwd, maar alterna tieven zijn er niet. Zeer belangrijk is een manometer aan de lucht- slang waarop te lezen is hoeveel ademlucht er in de fles zit. Die zit onder een druk van 300 bar in de fles geperst, waardoor er voor ongeveer 20 minuten lucht is. Bedoeling is, tijdens een inzet buiten te zijn, vóórdat de kritische grens van 50 bar wordt bereikt. De meter is fluorescerend, zodat je ook in het donker en omgeven door rook kunt zien hoeveel bar er in de fles zit. Falk Rise is de plek waar het rea listisch oefenen gaat plaatsvin den. Een terrein van 4,5 hectare groot waar een scala aan bran den, ongelukken en calamiteiten in scène kan worden gezet. Het team van De Cocksdorp, waar mee ik op pad ga, zal er woning branden, een kelderbrand en branden aan boord van schepen bestrijden. Bij één daarvan zal het accent op stressbestendigheid liggen. 'Daar moet je, onder tijds druk, in de rook door nauwe ruim tes kruipen', vertelt brandweer commandant Dick Jongeneel die meedoet aan de trainingen. De eerste brand van dichtbij laat meteen diepe indruk achter. Samen met Jongeneel heb ik in een afgesloten container plaats genomen, een paar meter bij een stapel stevig brandende houten pallets vandaan. Het brandweer- pak beschermt goed, maar de hitte is voelbaar. Een warmte- beeldcamera geeft aan dat het boven het vuur meer dan vijfhon derd graden Celsius heet is. Het gebod om het ademluchtmasker op te houden, is voor eens en altijd duidelijk: doe ik het af, dan verbrand ik mijn mond, keel en luchtwegen. Nu is het een oefe ning, maar bij een echte brand heb je evenmin keuze. Jongeneel gebaart laag te blijven. Bij de grond is het koeler, omdat de hitte naar het dak stijgt. Hij gebaart me mijn rechterhand bij de grond te houden en even mijn handschoen uit te doen om met blote hand te voelen hoe warm het echt is. Jon geneel pakt mijn hand vast, houdt hem, tot mijn ver rassing, een seconde in de hoogte en duwt hem meteen weer naar de grond. Ja, het is warm en goed ook! Hij doet het niet zomaar: het is een test of ik daadwerkelijk tegen de hitte kan. Ik kan wel ja zeggen, maar het is de brandweer, dus ze willen het zeker weten. De brand bij Sjans en de hevige woningbrand aan de Zeekraal zijn enkele voorbeelden van branden, waarbij de brandweer met adem lucht naar binnen moest om te inspecteren of er geen slachtof fers waren. Met name de Zeekraal maakte indruk, omdat de vrees bestond dat er nog kinderen boven waren. Chris Meijer, Richard Rijk en Petra Wuis doen ademluchtapparatuur om om een brandend gebouw te betreden. Dick Klopper van Falk Risk (rechts) praat Christiaan Rodenburg, Frank van der Linde en René Eelman bij voor een nieuwe oefening. Ik maak de beginnersfout niet consequent op te letten hoe we lopen, waardoor ik na een paar stappen niet meer weet waar we zijn binnengekomen. Weg oriënta tie en geen idee meer hoe buiten te komen. Nu kan ik gelukkig terugvallen op Jongeneel, maar hoopte rookgassen vlam vatten. Klopper en De Reus drukken de brandweer op het hart om, als ze binnen zijn, altijd alert te zijn op de ontwikkeling van onverbrande rookgassen. Hoe donkerder de rook, hoe groter het risico. De spectaculairste oefening wordt hiervoor moet je als brandweer man dus continu opletten waar je bent en onthouden hoe je geko men bent. Ik denk terug aan opmerkingen die Van der Linde en ploeggenoot Christiaan Roden burg maakten tijdens een oefe ning in het PHH-gebouw. Zij had den er een tweede natuur van gemaakt in gebouwen op de rou tes te letten. Jongeneel neemt me mee naar een plek waar tussen de rook door nog een beetje te zien is hoe twee manschappen op de boven verdieping gehurkt bij een geslo ten deur plaatsnemen om de ach- voor de avond bewaard: brand in een kelder. In het aardedonker moet gespeurd worden naar een brandhaard en gecontroleerd worden of er slachtoffers zijn. De hitte komt boven de zeshonderd graden. Voordat ze naar binnen gaan, letten de manschappen erop dat bij Petra Wuis en Karina Willerup, de twee dames in het gezelschap, de haren goed in de helm zitten. Het zou volgens de instructeurs niet de eerste keer zijn dat iemand mét staart naar binnen gaat en zonder weer naar buiten komt. De manschappen controleren overigens consequent naar binnen. Ademlucht is niet nodig. We moeten naar beneden klauteren via een kooiladder in een mangat van slechts 65 centi meter breed. 'Wees blij dat je geen fles op je rug hebt en slan gen waarmee je ergens achter kunt blijven hangen', zegt De Reus als ik beneden ben. Ik kan hem geen ongelijk geven. Ik krijg onder tussen persoon lijk steeds meer bewondering voor wat men sen van de brandweer moe ten verrichten. Het wordt nog erger als we door een smal luik de machinekamer in moeten kruipen. De Torrid is dui delijk niet door de brandweer ont worpen, want je komt er amper doorheen. 'Op schepen moet alles altijd zo compact mogelijk zijn', zegt De Reus, 'maar heeft dus zijn nadelen als er een cala miteit is.' Bij de brandweer is het schip niet de populairste oefe ning. 'Bij een huis kun je jezelf vaak een beeld vormen, maar bij een schip is dat lastiger', vertelt Kuiter. 'Maar ook dit kun je in het echt meemaken en dan is goed als je geoefend hebt. Je weet wat je te wachten staat en je weet dat je zeer goed moet nadenken voor je wat doet.' Bij een andere oefening op de Torrid ontwikkelt zich op een gegeven moment een spaghetti aan slangen op het dek. Bij de evaluatie wordt erop gewezen dat zoiets in het echt niet moet gebeu ren. Het belemmert het werkveld en de bewegingsvrijheid van de manschappen die naar binnen gaan. De wirwar gaat de boeken in als leermoment. Van der Linde: 'Daar oefen je voor. Dan mogen er dingen mis gaan.' Brandweer vrouw Karina Willerup merkt op een gegeven moment op dat het eigenlijk tegennatuurlijk is om brandende huizen in te gaan. 'Normaal ben je geneigd dan naar buiten te gaan, maar als brand weer doe je precies het tegen overgestelde.' Hoe belangrijk oriëntatie in een brandend huis is, leer ik meteen bij een volgende oefening. In een woning is brand op de eerste ver dieping uitgebroken. De brand weer moet naar binnen voor inspectie en om de brand te bestrijden. Zodra ik achter Jonge neel aan naar binnen ben gestapt, zie ik door de rook, het ontbreken van licht en het beperkende zicht van het ademluchtmasker weinig meer. Jongeneel geeft de tip zo nu en dan met de achterkant van mijn handschoen over het venster te wrijven. Verder moet ik vooral rustig blijven ademen. terliggende ruimte te controleren. Brandweermensen gaan bij een brand altijd met z'n tweeën naar binnen, vertelt Jongeneel. Ze hou den elkaar continu vast en roepen stap voor stap hardop tegen elkaar wat ze doen of voelen op de tast. Een misverstand is snel gemaakt en kan tijdens een brand grote consequenties hebben. Het gaat niet helemaal goed op de bovenverdieping (een verkeer de houding bij het openen van een deur), maar dat geeft niet. Doel van de realistische oefening is te leren van fouten. Het is in de woning minder warm dan in de container, maar niettemin is het beklemmend door een brandend huis te lopen. Het dragen van helm en masker leert mij iets waar ik als verslaggever ook niet eerder bij stil had gestaan: je moet luid praten om elkaar kunnen te ver staan en om jezelf verstaanbaar te maken. De realistische oefeningen wor den afgewisseld met theorie. Instructeurs Kees de Reus en Dick Klopper van Falk Rise gaan in op de kubustheorie. De brand weer moet een brand denkbeeldig zien als een kubus die van alle kanten wordt bekeken en bena derd om verrassingen te voorko men en een calamiteit klein te houden. Veel aandacht is er voor het gevaar van onverbrande rookgas sen, rook die vrijkomt bij brand en onverwacht zelf vlam kan vatten. Directe aanleiding is de brand in een scheepsloods in De Punt die in 2008 drie brandweermensen het leven kostte. Zij werden ver rast toen een klein begonnen brandje in een meterkast in een oogwenk de hele loods in brand zette, omdat de in de nok opge- bij elkaar of alle kleding veilig zit. Instructeur De Reus neemt me mee naar beneden om te ervaren hoe heet het is. Alles gaat op de tast. Als ik in de kelder op mijn knieën op de grond zit, voel ik de hitte door het pak heen. Van de grond heb ik geen last, maar de stof van het brandweerpak trekt zich strak boven mijn knieën en dat voelt heet tegen de huid. Goed heet. De Reus doet ter demonstratie even een hand schoen uit en houdt zijn blote hand vlak boven de grond. Hoger gaat hij niet en aan zijn bewegin gen te zien, zit hij op het randje. De mensen van de brandweer zien er na afloop doorleefd uit. Het zweet staat op de gezichten als de maskers afgaan en onder de ogen zitten zwarte vegen. 'Het was ontzettend heet', aldus Van der Linde. 'Maar je moet er door heen. Je eerste prioriteit is toch te kijken of er geen slachtoffers zijn en om de warmte eruit te krijgen door te ventileren of te blussen.' Tussen de oefeningen door wordt veel gedronken. Geregeld gaan muntjes voor de frisdrankautoma ten rond, zodat iedereen van vol doende vocht voorzien blijft. De volgende dag staat in het teken van scheepsbranden. Er is zogenaamd brand in de machine kamer van de Torrid, een voorma lige mijnenzoeker die een tweede leven op de Maasvlakte heeft gekregen. De manschappen moe ten snel twee slachtoffers tussen de machines zoeken. Deze oefening gaat aan mij voor bij, daar is een paar avonden training niet toereikend voor. Na afloop, als de rook deels is opge trokken, kan ik onder begeleiding van instructeur De Reus alsnog Inspectie van de machinekamer van de Torrid. Brandweerman Armand van Minnen na afloop van een oefening met veel hitte. De brandweer bestrijdt een stapel brandende pallets in een container. De hitte loopt, als de container is afgesloten, op tot een paar honderd graden Celsius. Brandweerman Ed Kuiter na een oefening in een brandende kelder. De brandweer betreedt op de Torrid een scheepsruim vol rook.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2010 | | pagina 9