Oud-Texelaars vieren diamanten bruiloft in Australië I 'Zeden en gewoonten lopen erg uit elkaar' 'Zover komt het dat je je kind niet verstaat' l TEXELSE 9 COURANT I Ze behoorden tot de grote groep Nederlanders die in de jaren vlak na de oorlog hun geluk in het buitenland zochten. Een verregaand besluit, want wie toen emi greerde, ging er vanuit dat hij zijn familie nooit meer zou zien. De contacten met thuis bleven echter, ondanks de afstand. Zondag, bij de viering van hun (diamanten) 60-jarige bruiloft in Geelong in Australië, krijgen Piet Jannes en Mina Jannes-Boon een DVD met een per soonlijke boodschap van de burgemeester van Texel. 3SÊt* VRIJDAG 15 OKTOBER 2010 Ook zestig jaar na hun emigratie naar Australië heeft Texel nog steeds een speciale plek in het hart van het diamanten bruidspaar. (Foto Frans Hopman) Beiden zijn geboren Eierlanders. Hij kwam op 19 januari 1925 ter wereld op hoeve Werklust, zij zag het levenslicht op 23 april van dat jaar in de Witte Hoek, vlakbij de vuurtoren. Toen ze vijftien waren brak de oorlog uit. Piet werd te werk gesteld en probeerde daar aan te ontsnappen door van een trein te springen. Maar hij werd opgepakt en in een kamp gevan gen gezet. Hij overleefde de ont beringen, maar beleefde een paar jaar na bevrijding een nieuw avon tuur, toen hij in verband met de politionele acties voor drie jaar naar Nederlands-lndië werd gestuurd. Het is een periode waar hij liever niet over vertelt. Bij terugkeer vreesde Piet dat er geen toekomst op Texel voor hem was weggelegd. Op 27 oktober 1950, tien dagen na zijn bruiloft, vertrok hij naar Australië. Zijn kersverse echtgenote Mina, ook wel Willy (van Wilhelmina) genoemd, was zwanger en besloot de bevalling af te wachten. Op 5 mei 1951 beviel ze in het ouderlijk huis van een zoon, Wim (in hun nieuwe vaderland Bill genoemd). Een dik jaar later vertrok ze ook zelf naar Australië. Bij het aan boord gaan van de TESO-boot in Oudeschild mocht ze van haar vader niet omkijken. Die laatste groet was te moeilijk. 'Ja, daar ga je dan met je koffertje en een zoon van veertien maanden, je schoenen had je al eerder opge stuurd naar Rotterdam, want die moesten ontsmet worden. Austra lische reglementen, want in Hol land is mond- en klauwzeer en in Australië niet, dus als je van het platteland kwam, moesten alle schoenen ontsmet worden. Eén paar mocht je houden, die werd bij de boot ontsmet', schreef ze in een reeks herinneringen, die een paar jaar geleden onder de titel Emigreren is moeilijk, emigratie is moeilijker en immigrant zijn het allermoeilijkst in dorpsblad Boven de Rugediek verschenen. De reis was geen pretje. Samen met een andere vrouw en kind, die ze niet kende, sliepen ze in een kleine hut met vier kooien, op een voormalige vrachtboot zon der patrijspoorten en die was omgebouwd voor het vervoer van migranten. De vaartocht duurde ruim vijf weken, een periode waar in Mina en haar zoontje vaak zee ziek waren. Wim miste bovendien zijn opa, die 's avonds altijd met hem op zijn arm heen en weer liep te zingen. Na aankomst in Mel bourne duurde het even voor Piet en zij werden herenigd en omdat het middenin de nacht was en ze nog een eind moesten reizen, werd onderdak gezocht - en gevonden - bij een familie die ook andere Nederlandse kostgangers had. Ze kregen er met z'n drieën een eenpersoonsbed toegewe zen. 'Alles zo rustig mogelijk gedaan om zo weinig mogelijk mensen wakker te maken. Met kleren en al te bed, ik kon niet veel zien daar in het donker, maar voelde overal ogen prikken. Ja, een kind van veertien maanden houd je ook niet zomaar stil, dus die zat recht op te kwebbelen en elke keer keek hij naar Piet en zei dan heel verwonderd: Papa?' Na een reis van 250 kilometer per trein arriveerden ze een dag later in Mooroopna, een klein plaatsje, waar Piet op een boerderij werkte en inwoonde bij de boer. Hij was inmiddels aardig ingeburgerd, maar voor Mina begon een moei lijke periode. Ze sprak nauwelijks Engels en moest erg wennen aan voor haar nieuwe gewoonten. De Australiërs vond ze 'erg gemak kelijk'. 'Ze werkten, dronken hun biertje, gingen naar huis, meest allemaal rustig aan. Waarom zou je je druk maken? Vooral in de kleine plaatsjes, zoals waar wij woonden, en waar nog niet zoveel emigranten waren.' Toen Piet extra hokken voor zijn varkens wilde bouwen, vond zijn werkge ver het niet nodig dat hij hout kocht. 'We slopen een kamer van het huis en klaar is Kees. Ik wist niet wat ik hoorde, dacht dat ze de gek met me staken. De huizen hier waren in die tijd allemaal van hout. Nou, netjes een kamer gesloopt en we hadden een var kenshok.' Mooi is het fragment in Boven de Rugediek waarin Mina vertelt over de eerste keer dat ze boodschap pen deed. Hoewel ze veel méér wilde, kreeg ze slechts een kilo aardappelen van de groenteboer mee. 'Buiten de winkel alles natel len, want dat geld daar was ook een verschrikking: ponden, 2 shil lings, 1 shilling, 10 shillingpen- nies, halve pennies. Zoek het maar uit: 20 shillings in een pond, 12 pennies in een shilling, om gek van te worden. Maar ik moest wel elke keer terug de winkel in, want ik kreeg altijd te kort terug.' Toen Mina een dag later terugging voor nieuwe aardappelen, kwam haar dat op verbaasde blikken te staan. 'De groenteboer stond me aan te gapen. Weer aardappelen? Ik had gisteren voor een week gehaald, dat maakte ik er tenminste uit op. Nou, daar ging ik dan weer naar huis met m'n twee pond piepers. Wist ik veel, als Australiërs met vier mensen zijn, schillen ze één aardappel en ieder krijgt een kwart. Voor de rest drie of vier soorten groente en een lap vlees. Ze eten, of liever gezegd aten, heel veel vlees. Dit is nu ook ver anderd hoor, ze hebben veel van emigranten overgenomen. Het vlees was erg goedkoop bij Hol land vergeleken. Voor twee shil ling had je een lap vlees die aan beide kanten buiten je bord stak. Nu is het vlees ook hier duur.' De kleine Wim speelde veel op straat, leerde daardoor snel de taal en kwam thuis met verhalen waar zijn moeder niets van begreep. 'De kleine lummel werd boos, stond te stampvoeten. Ja, zover komt het dan dat je je eigen kind niet verstaat.' Het taalprobleem deed zich ook voelen toen ze voor een 'house- warmingparty' werden gevraagd en op de uitnodiging 'ladies bring a plate' stond. In de veronderstel ling dat de gastheer- en vrouw te weinig serviesgoed hadden en hun gasten daarom vroegen zelf hun eetgerei mee te nemen, besloot Mina haar mooiste bord mee te nemen, netjes verpakt in een theedoek. Op het feest ont dekte ze de pijnlijke vergissing. 'In de hal stonden al heel wat men sen en alle dames met een bord in hun handen, maar tot mijn schrik zag ik dat ze allemaal vol waren. Ik heb me nog nooit zo geschaamd en heb de hele avond geen hap gegeten.' Stomverbaasd was Mina toen ze eens iets tegen Piet moest zeg gen, die na zijn werk nog even met een paar collega's naar het café was gegaan, en ze na een fietstocht van vijf kilometer met de kleine Wim achterop niet werd binnengelaten, omdat cafés nu eenmaal verboden gebied voor vrouwen waren. Bijzonder vond ze ook de regeling dat alle cafés om zes uur 's avonds dicht moes ten, omdat de autoriteiten bang waren dat de mannen anders dronken thuis zouden komen. Toen ze later tot tien uur open mochten blijven, bleek echter dat de meeste mannen zo niet waren en eerst naar huis gingen om te eten en pas daarna naar het café voor een biertje. Nóg moeilijker voor de emigranten te begrijpen was de regel dat je op zaterdag avond na zes uur niet meer het café in mocht, tenzij dat café op een bepaald aantal kilometer van je huis stond. Toen ze eenmaal een auto hadden, gingen Piet en Mina wel eens naar een naburig stadje. 'Hadden ze daar een dans avondje en konden wij ook eens uitgaan. Maar de mensen die in dat plaatsje wonden, mochten er niet in. Dus die moesten iets zoe ken in het plaatsje waar wij woon den. Wat een gekkenwerk! En je moesten aantonen, waar je woon de. Ja, zeden en gewoontes lopen erg uit elkaar.' Vooral in de begintijd stak heim wee af en toe de kop op. 'Je rea liseerde je daar pas dat je je fami lie mist. Soms was het ook wel makkelijk, want je ouders konden nooit zeggen ja maar zo moet je dat ook niet doen. Maar je kon ze ook nooit eens om raad vragen. Je kinderen (in 1956 werd dochter Margaret geboren, red.) hebben ook geen oma of opa, wat een gemis, ook hun ooms en tantes, nichtjes en neefjes kenden ze niet. Dus werden je kennissen oom en tante genoemd en voelden hun kinderen aan als hun neefjes en nichtjes. Maar een opa en oma hadden ze niet, dat waren die mensen op een foto.' In 1963 had de moeder van Mina genoeg gespaard om hen op te zoeken in Australië, later zijn ze zelfs meer dan eens terug op Texel geweest. De laatste keer, in 1991 of 1992, liep Piet in Den Burg een oude bekende tegen het lijf. 'Hij fietste me voorbij en ik zei: hé Joop. En Joop zei: hé Piet. En fietste gewoon door! Alsof het gisteren was dat we elkaar nog gesproken hadden...' Ondanks alle aanloopmoeilijkhe den slaagden de Texelaars erin een mooi bestaan in Australië op te bouwen. Piet was een groot deel van zijn arbeidzame leven werkzaam in de baggerindustrie. Hij werkte er voor een Nederlands bedrijf, dat vanuit een baai bij Melbourne opereerde. Eén keer kroop Piet door het oog van de naald, toen hij vrijaf nam en het zonder hem vertrokken schip met man en muis verging. Blijkbaar was het zijn tijd nog niet. Zoon Bill trad later in de voetsporen van zijn vader en doet hetzelfde werk. Net als zijn ouders woont hij in Geelong, vlakbij Melbourne. Dochter Margaret is verhuisd naar Torquay, een uurtje rijden verder op aan de kust. Ondanks hun hoge leeftijd leiden Piet en Mina nog steeds een druk sociaal leven. Ze kwakkelen met hun fysieke gezondheid, maar zijn geestelijk nog uitstekend. Zo kla verjassen ze nog regelmatig op de Monday Club, een club voor 65-plussers. Mina wordt door familieleden getypeerd als 'een echte levensgenieter', die erg van een sigaretje en een borreltje houdt. Piet rijdt nog steeds auto en ze wonen in hun eigen huis. Texel heeft altijd een speciale plek in hun hart gehouden. Beiden zit ten nog vol herinneringen aan het eiland van hun jeugd en thuis wemelt het van de foto's en ande re Texelse aandenkens. Naar Nederland vliegen zullen ze als gevolg van hun hoge leeftijd niet snel meer doen, maar (oud-)Texe- laars zijn altijd van harte welkom. Met familieleden op Texel hebben ze nog geregeld contact. Weke lijks belt Mina met haar zus Rina Brons-Boon uit De Koog, zodat ze goed van het Texelse nieuws op de hoogte blijft. Dat Texel ook hen zestig jaar na hun emigratie niet heeft vergeten, blijkt uit de DVD die de gemeente voor hen heeft gemaakt en die ze zondag op hun feest als cadeau krijgen aangeboden. In een per soonlijke boodschap wijst burge meester Francine Giskes op de toevallige bijkomstigheid dat niet alleen Piet en Mina dit jaar een jubileum vieren, maar ook de pol der waar ze ter wereld kwamen. (Dit artikel is gebaseerd op de persoon lijke herinneringen van Mina Jannes- Boon, die ze een paar jaar geleden optekende voor het dorpsblad Boven de Rugediek. Met dank ook aan haar zus, Rina Brons-Boon, en aan Frans Flop man.) Joop Rommets I I i Piet Jannes en Mina Jannes-Boon trouwden op 17 oktober 1950 in De Cocksdorp.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2010 | | pagina 9