1970: De spoorloze verdwijning van de TX26
Vissershaven gehuld
in rouw en mist'
TEXELSE S COURANT
Het is een wonderlijke troost als
smart gedeeld kan worden"
Amusant b
briljant
40 Jaar geleden werd Texel getroffen door de grootste
scheepsramp uit de lokale visserijgeschiedenis. De
TX26 De Tijd Zal Het Leren van Oudeschilder Willem
Griek, verging in de nacht van 17 op 18 november 1970
op de Noordzee. De oorzaak is tot op de dag van van
daag onbekend. Slechts één van de vijf jonge opvaren
den kon worden geborgen. De andere bemanningsle
den zijn niet teruggevonden.
1wee stampvolle kerken herdachten
slachtoffers van de TX 26
is. w aaraenöurg tijdens rouwdienst:
Meeleven
Goed werk van
Vriendenkring
Archiefstuk
Wind
- J...,an- -"*•
s r- -
J&
Ongerust
Zoekactie
Vermist
VRIJDAG 12 NOVEMBER 2010
IV.iarom zouden wij donken dat het
Texelse vloot niet overkomen zou,
schepen van elders telkens blijkt te
turen? Op welke grond hebben wij
schien elke dag dat onze mensen aan
werk gingen aangenomen dat ze na-
tlijk ook allen weer terug zouden
nen? Omdat het zestig jaar lang zo
is? Waarom zou de Almachtige
else vloot besparen, wat anderen
ist gebeuren?" Aldus ds. A, F. W.
arrienburg iri zijn predikatie tijdens
andagmiddag in Oudeschild gchou-
ro uw dienst ter nagedachtenis van
ijf slachtoffers van de TX 26, De
tst trok overweldigende belangstel-
De plaatsen in de Nederlands Hcr-
tde kerk waren geruime tijd voor
aaijvangstijdstip allen bezet. Om
uur waren er nog zoveel bijgeko-,-
dat het gebouw ongeveer 500 per
en bevatte. 1
nderen konden de dienst volgen in
kleinere Katholieke kerk, dankzij
getuidshjn, Maar ook dit gebouw
150 zitplaatsen) was spoedig over-
en het kostte de grootste moeite de
.iangekomenen nog een benauwd
nplaatsje te geven. Tot het publiek
de rouwdienst meemaakte hoorde
praktisch voltallige bemanning van
kottervloot, familie en kennissen
de omgekomenen, het college van
;n W. en vele anderen, vooral uit
child- De dienst werd geleid door
zijn voor de gezinnen die aan de beurt
zijn gekomen om dit offer voor de zee
visserij te brengen".
Ds. Waardenburg liet er echter geen
twijfel over bestaan dat hij besefte dat
op dit moment nog sprake is van ver
driet, dat niet te stelpen Es. „Dat kun
nen alle mensen van de wereld samen
niet Je zult het zelf, helemaal zelf moe
ten dragen als je het kunt. De sterksten
zullen zich het spoedigst herstellen. De
tLjd gaat door en de tijd zal het le
ren. Ds. Waardenburg deed op zijn
Dat vaak de vis duur wordt betaald
Kwam hier weer vast te staan
Vijl jonge mensen en hef schip
Zijn in de storm vergaan.
Heel Texel is in diepe rouw
Door cfif zo droef gebeuren
Wij stamelen een woord van froosf
Tof hen die om hen freuren.
Wij mensen, zijn zo machteloos
Wanneer een ramp gebeurt
Zien hulpeloos toe. als het gezin
Wordt uit elkaar gescheurd.
Wij voelen ons, ais Texelaars
Verbonden met het wee
Wees! overtuigd ,gij treurenden
Wij leven met u mee.
W. J. Boon
gehoor een beroep de achtergebleven
gezinnen tot steun te zijn al Had hij zelf
reeds geconstateerd dat het moeilijk is
die hulp te bieden die het meest nodig
is. „Omdat de betrokkenen te moe,
doodmoe zijn om nog iets te aanvaar
den".
Aan de dienst werd ook meegewerkt
door het echtpaar Brouiver-Terpstra
met een lied uit Joh. de Heer.
DEN HOORN - Op waarlijk briljan
te wijze heeft de Hoornder toneelver
eniging „De Vriendenkring" vrijdag- en
zaterdagavond in het dorpshuis „O
die sexie Josephine" opgevoerd. Dit
amusante blijspel is een gelukkige
greep want dé vereniging bleek voor
bijna alk» (8) rollen de juiste spelers te
hebben. Voor de toeschouwers was het
makkelijk om te vergeten dat zij naar
amateurswerk keken want de Hoorn de r
tonelisten hadden hun taak serieus op
gevat en leefden zich de situatie van
het stuk zo sterk in dat zij tot zeldzaam
spontaan en natuurlijk spel kwamen.
•De regisseur had niet geaarzeld het
Hoofdartikel uit de Texelse Courant van 1 december 1970.
In 1970 bestond de Texelse vis
sersvloot uit zo'n 39 kotters. Van
visquota en pk- stops was toen
nog geen sprake. Wel waren er
dat jaar vergevorderde uitbrei
dingsplannen voor de (huidige)
grote werkhaven. De TX26
behoorde met zijn ruim 18 meter
tot de kleinere schepen van de
vloot. 'Maar we visten ermee
langs de hele Nederlandse kust.
Tot Borkum en Helgoland aan
toe. In die jaren had je besom
mingen van zo'n 2.500 tot 4.000
gulden in de week', aldus Doede
de Vries uit Oudeschild, oud-
opvarende en (latere) schipper
van de kotter. De Vries voer van
1964 tot 1969 op de TX26 en
noemt de verbouwing van de kot
ter in 1967 een hele verbetering.
'De waterverplaatsing en de dich
te kont kwamen de kracht van het
schip behoorlijk ten goede', aldus
de Vries.
Het weekeinde vóór het fatale
ongeval was de bemanning van
de TX26 nog met de familie Griek
naar de jaarlijkse Visserijbeurs in
Amsterdam geweest. Na afloop
werd een bezoek gebracht aan
het bekende café van Bolle Jan.
'Louis Eelman, één van onze
bemanningsleden, ging regelma
tig naar Bolle Jan, die er zelf op
de harmonica speelde. Met, hoe
wrang ook, de vraag om het lied
'Op een zeemansgraf staan nooit
geen rode rozen' te spelen... Dat
lied en die nacht vergeet ik nooit
meer,' vertelde oud-eigenaar Wil
lem Griek in maart 1995. Praten
over het gebeurde ging hem toen
nog steeds niet gemakkelijk af.
Door slechte weersomstandighe
den vertrok de TX26 - een dag
later dan gepland - op dinsdag
morgen 17 november 1970 rond
8.30 uur uit de thuishaven Oude
schild. Met als bestemming de
visgronden in de buurt van het
Ketelgat. 'Dat is vanuit het Molen
gat zo'n 40 a 45 mijl bewesten
Texel. Vanuit de thuishaven, in die
tijd, een uur of vijf, zes stomen.
Aan het begin van de week lag er
in dat smalle gat (slechts zo'n 2
mijl breed) soms een vlootje van
100 kotters voor het eerste trek-
kie daar te vissen. Daarna zocht
ieder weer zijn eigen bestek op',
aldus Doede de Vries. 'Het was
die dinsdag prachtig weer, wind
stil en een beetje heiig. Om 17.30
uur heb ik het schip voor het
laatst over de (visserij)radio
gehoord. De vrouw van beman
ningslid Gerard van der Star
hoorde ze nogmaals om 21.30
uur. Alles was toen normaal. Om
21.30 uur kwam er wel wat wind
opzetten', verklaarde eigenaar
Willem Griek aan de Raad van
Scheepvaart.
Piet Eelman, een zwager van
Griek en schipper van de TX24 uit
Den Burg, bevond zich op dat
tijdstip zuidelijker op de Noord
zee. 'Wij visten de hele dag tus
sen Egmond en Camperduin. Om
ongeveer 22.00 uur begon het
wat te waaien uit het zuiden, een
windkracht zes a zeven. Dit duur
de tot een uur of 3.00 de volgen
de ochtend. Wij hadden de opper
(beschutting) van de kust.' De
TX94 Avontuur van schipper Cees
Boersen uit Oudeschild, die wel
in de nabijheid van het Ketelgat
viste, nam rond 2.45 uur via de
grote zender contact op met de
TX26. 'Het gesprek voerde ik met
Louis Eelman, die de wacht had.
Hij zei mij dat hij toen 20 minuten
op de brug stond. Hij gaf mij ook
zijn positie door. Zijn koers heeft
hij mij niet gezegd. Hij zei wel dat
hij het scheepsweerbericht van
3.40 uur zou afwachten, en aan
de hand daarvan zou worden
besloten wat te doen, doorvissen
of naar huis stomen. Toen ik met
hem sprak, heb ik nog wel naar
hem uitgekeken, maar ik heb hem
ondanks redelijk zicht niet gezien.
Waarschijnlijk zat ik toen nog te
ver van hem af', aldus de verkla
ring van schipper C. Boersen voor
de Raad van Scheepvaart.
n
De TX26 De Tijd Zal Het Leren, met vijf jonge bemanningsleden, verging in de nacht van 17 op 18 november 1970 op de
Noordzee.
Toen de TX24 over de zender
hoorde dat de TX94 was uitge
sproken, nam schipper P. Eelman
het over. 'Ongeveer even voor
3.00 uur op de 18e november heb
ik de TX26 opgeroepen op de
grote zender, nadat hij zijn praatje
met de TX94 had beëindigd. Ons
gesprek had niets om het lijf: het
was een gewoon visserijpraatje.
Hij sprak over een dikke bries en
dat de visserij er zuinig was. Ze
moesten nog een uur trekken
voor zijn wacht was afgelopen en
de netten binnengehaald zouden
worden. Ik voerde dit gesprek
met Louis Eelman, maar ik weet
niet of de andere bemanningsle
den lagen te slapen of zich ergens
anders bevonden. Het werd druk
ker op de lijn en omdat er eigen
lijk niets belangrijks meer te zeg
gen viel, beëindigden we het
gesprek. Dit is het laatste contact
met de TX26 geweest. Op het
moment van het (laatste) gesprek
was het weer voor ons nog wel
sS-'*üaw
Het monument op de haven van Oudeschild, getiteld 'Voor de vissers die het leven op zee lieten'.
van dien aard dat wij konden
doorvissen, hierbij gebruik
makend van de beschutting van
de kust. Om ongeveer 3.30 uur
lagen wij te halen, toen de wind
ineens uitschoot naar het zuid
westen en nog in kracht toenam.
Wij hebben snel onze vistuigen
binnenboord gehaald en gesjord
en zijn daarop naar de haven van
IJmuiden opgestoomd, waar we
om 7.30 uur arriveerden. Ik heb
later gehoord dat het weer van 18
op 19 november zo slecht was
geworden, dat het onverstandig
was om toen naar binnen te varen.
Ik kende schipper Witte als een
goed en voorzichtig schipper en
de TX26 als een goed schip',
merkt P. Eelman voor de Raad
van Scheepvaart op.
Doede de Vries, die zelf tijdens
die novembernacht zuidelijker in
Het Kanaal op haring viste met de
TX40 Geeske, weet zich nog goed
te herinneren dat het ook voor
hen ineens stormweer werd. 'Wij
visten daar samen op met Wim
Pronk van de TX42 Jacoba
Andrea. 'Het werd die nacht vrij
onverwacht bar en boos op zee.'
Fup Krijnen, de schipper van de
TX 19, Drie Gebroeders uit Oude
schild, bevestigt het slechte weer.
Krijnen: 'Op 17 november was
het tot 24.00 uur goed visweer,
daarna werd het echter steeds
slechter en op 18 november tus
sen 4.00 en 8.00 uur was het voor
ons eigenlijk al te slecht om te
vissen, laat staan voor zo'n klein
schip als de TX26. De wind was
toen zuid, kracht 7 tot 9. De Tijd
Zal Het Leren heb ik toen niet
gezien of over de radio gespro
ken', aldus zijn verklaring voor De
Raad van Scheepvaart.
Volgens de officiële weersgege-
vens van het KNMI had het weer
bericht op 17 november 1970 om
16.00 uur melding gemaakt van
zuidoostelijke tot zuidelijke wind,
kracht 7. Verder werd ruimende
wind naar west tot kracht 6-8
verwacht.
Woensdagmorgen 18 november
zat eigenaar Willem Griek in
Oudeschild gewoontegetrouw
voor de visserijradio, in afwach
ting van het gebruikelijke 'roepje'
(een kort bericht via de visserij
band voor het thuisfront). 'Die
dag hoorden we echter niets. Ik
was nog niet in het minst onge
rust, omdat ik dacht dat ze wel in
Den Helder zouden liggen. Toen
ik echter het roepje tussen 12.30
en 13.00 uur nog niet hoorde,
werd ik ongerust. Ik heb de afslag
in Den Helder opgebeld, waar de
kotter niet bleek te liggen. Hij lag
ook niet op Terschelling of in
IJmuiden.' 'Omstreeks 16.00 uur
is vanuit de haven hier naar de
TX19 en de TX94 geroepen. In de
hoop dat deze schepen contact
zouden kunnen krijgen met de
V.H.F., omdat ze in de buurt van
de TX26 hebben gevist. We dach
ten dat de grote zender van de
kotter misschien wel defect was
geraakt. Ook dit leverde geen
resultaat op. Hierna heeft Sche-
veningen Radio tussen 17.00 en
18.00 uur een noodbericht uitge
zonden,' aldus de verontruste
Willem Griek. Oud-havenmeester
Cees de Graaf herinnert zich nog
goed dat de TX18 'Noorderkroon'
als eerste op Texel binnenkwam,
met de mededeling dat De Tijd
Zal Het Leren was vermist.
De TX19 en de TX94 hadden die
woensdagmiddag rond 16.00 uur
van de vermissing gehoord. 'Maar
wij zaten toen al te ver van zijn
(mogelijke) locatie af om meteen
te gaan zoeken. Ook werd het
weer steeds slechter', verklaarde
Oudeschilder Cees Boersen van
de TX94. Sam van der Slikke uit
Den Burg, die toen op de TX17
Adriana voer- met zijn 31 meter
lengte en 660 pk één van de
grootste van de vloot - van de
familie J. van der Vis Azn (Jan van
Toon) kwam na de vermissing
voor korte tijd terug in de haven.
Van der Slikke: 'Voor zover ik me
herinner, was het stormachtig
toen we weer op Texel binnen
kwamen. Een aantal schippers
van de grootste kotters, waaron
der Jan van Toon, kwam in spoed
vergadering bijeen in de CIV. Daar
werd besloten om direct weer
met enkele kotters uit te varen
voor een zoekactie. Op de TX17
hadden wij de portaalmast vlak
voor de brug en konden we de
gieken naar voren 'op de bak'
laten vieren. Dat maakte de kot
ter stabieler bij zeer slecht weer.
Dat hebben wij dus eerst gedaan,
voor we gezamenlijk in konvooi
uitstoomden richting het Ketel
gat.'
Naast de zoekactie door de Texel
se kottervloot, waren er inmiddels
ook vliegtuigen van de Marine
Luchtvaartdienst die het betref
fende gebied vanuit de lucht aan
het afspeuren waren. Bovendien
was de Koninklijke Marine uitge
varen met de onderzeebootjagers
Hr. Ms. Groningen en de Van
Speijk, die de zeebodem afspeur
den met een destijds bijzondere
sonar (onderwater radar).
De ongerustheid over een slechte
afloop was op Texel inmiddels
groot. Ondanks de enorme inzet
moest de Texelse Courant van
vrijdag 20 november openen met
de droevige koptekst 'Zoekende
vissers hebben geen hoop meer.
Sinds woensdagochtend wordt
de kotter De Tijd Zal Het Leren
(eigenaar W. Griek, Oudeschild)
vermist. Aangenomen moet wor
den dat het vaartuig met man en
muis is vergaan.' De jonge ver
miste bemanningsleden waren
Gerard van der Star (26), Louis
Eelman (25) en Bauke Visser (16)
uit Oudeschild, alsmede Kees
Witte (22) en Klaas van der Star