'Ik rijd op techniek, op kracht red ik het niet' Piet Rodenburg voltooit Elfstedentocht vier keer TEXELSE 9 COURANT Eervolle vermelding communicatie gemeente Jeugdadviesraad spreekbuis jongeren is* Zelf vindt hij het geen prestatie om veel ophef over te maken, maar feit is dat Piet Rodenburg (62) vorige week op de Weissen- see in Oostenrijk voor de vierde keer in veertien dagen de 200 kilometer lange alternatieve Elf stedentocht heeft gereden. 'Ach, het is gewoon een dag werken. Op de boerderij maak je vaak meer uren.' Twee tochten van 200 kilometer en eventueel - als het weer het toeliet en hij er zin in had - nog een 'rond je' van 100 kilometer als extraatje. Dat was jarenlang de hoofdmoot van de vakantie die Piet Roden burg, veehouder op ijsboerderij Labora nabij De Cocksdorp, samen met zijn vrouw Anne ke sinds 1989 jaarlijks aan de oever van de Weissensee viert. Vorig jaar voltooide hij de alternatieve Elfste dentocht voor het eerst drie keer. Daar was hij eigenlijk wel tevreden mee, al was het maar omdat hij nu eindelijk eens kon meepraten met zijn oude schaatsvriend Sieb van der Zee, die dezelfde prestatie al vaker had geleverd. Maar hoewel hij het niet van plan was, liet hij zich overhalen nog een vierde keer aan de start verschijnen. 'Voor 100 kilometer. Dat was mijn bedoeling. Maar het ging zo goed, dat ik daarna besloot ook die tweede 100 kilometer nog maar te rijden.' Dat hij zou slagen, stond op dat moment eigenlijk wel vast. 'Ik rijd 100 of 200 kilometer. Niks er tus senin. Dat zijn geen afstanden. Kijk, we starten om zeven uur 's ochtends. Als ik 100 kilometer heb gereden, is het een uur of half twaalf en ben ik nog fit genoeg om samen met Anneke iets te doen. Maar als je na 150 kilometer stopt, ben je tweeëneenhalf uur verder en is je middag ook om. Dan kun je dus net zo goed 200 kilometer rij den. Als ik na 100 kilometer besluit dat ik verder ga, dan haal ik die tweede 100 kilometer ook wel. Tenzij je natuurlijk materiaalpech krijgt of hard onderuit gaat.' Dit jaar reed hij volgens hetzelfde principe opnieuw vier keer 200 kilometer. Daarmee kwam zijn totaal op 34, een alternatieve Elf stedentocht in Japan niet meege rekend. Sinds 1989 gaan de Rodenburgs elke winter naar de Weissensee, nadat hij in 1986 besmet was geraakt met het schaatsvirus. In dat jaar reed hij samen met zijn zwager voor het eerst en tot nog toe voor het laatst de 'echte' Elfstedentocht. 'In 1985 had ik 'm op televisie gezien. Ik zag had ik er natuurlijk geen recht op.' Een jaar later stond Rodenburg voor het eerst op een kunstijsbaan en besloot hij les te nemen. 'Om de techniek te leren. Ik kon nog geen bocht maken. Ik had wel eerder geschaatst, maar nooit erg fana tiek. We woonden toen in Noorden, bij Nieuwkoop. Daar heb je prach tige plassen om op te schaatsen. Maar zo vaak kan dat niet. In de jaren zeventig hebben we heel wat jaren zonder winter gehad.' Toen hij de Elfstedentocht voltooide, had hij nooit veel verder dan 75 kilometer geschaatst. 'We deden wel eens mee aan een toertocht. Dan bon den we 's ochtends na het melken de schaatsen om. Voor het melken 's avonds moest ik weer terug zijn. Dan kwam ik thuis, deed mijn schaatskleren uit en mijn overall aan en ging ik aan het werk.' mensen in spijkerbroek rijden, praktisch ongetraind. Snotverge- me, dacht ik, dat zou ik ook wel redden.' Rodenburg reed de tocht clandes tien, want hij was geen lid en slaag de er ook op een andere manier niet in een startbewijs te veroveren. 'We zijn 's ochtends gewoon tus sen de andere schaatsers het ijs op gestapt. Met een zelfgemaakte kaart, maar ik heb de tocht uitgere den en heb stempels gehad. Tegen de laatste post op de Bonkevaart in Leeuwarden heb ik gezegd dat ik geen officiële kaart had. Toch gaf hij de laatste stempel en zette mijn eindtijd erbij. Dat vond ik gewel dig.' Hij laat de kaart zien. 'Dat kruisje heb ik later cadeau gekre gen van iemand anders. Als niet-lid Tot de Rodenburgs in 1997 naar Texel verhuisden om hier hun melk veebedrijf voort te zetten, reed Piet 's winters twee keer per week naar de ijsbaan in Utrecht. Eén keer om aan zijn techniek te schaven, één keer om 'kilometers te maken'. Na de verhuizing vond hij al snel aan sluiting bij een groepje Texelaars, met Sieb van der Zee, Sipke Steeg- stra, Joop Moerbeek en anderen, die met enige regelmaat naar de ijsbaan gingen. Tegenwoordig komt dat er niet of nauwelijks meer van. Toch heeft hij nog steeds weinig moeite met de lange tochten op de Weissensee en moet hij zich in gezelschap van anderen zelfs als zestiger vaak inhouden om niet te hard te rijden. 'Anderen kunnen de volgende dag niet lopen van de spierpijn, maar hij heeft nergens last van', vertelt zijn echtgenote trots. 'Na zo'n tocht is hij nog fit genoeg om 's avonds met mij ergens uit eten te gaan.' Piet zelf weet waar dat aan ligt: 'Ik rijd op techniek. Ik stel me altijd voor dat ik aan een touw hang, de benen moeten het werk doen. Als ik op kracht zou moeten rijden, zou ik het niet redden. Dan gaat mijn rug eraan. Bovendien heb ik het geluk dat ik lange spieren in mijn boven benen heb. Daardoor kan ik veel dieper zitten dan een ander. Daar heb ik niks voor hoeven doen, dat is aangeboren.' Zijn prestaties oogsten altijd veel bewondering. Dat is lichtelijk over dreven, vindt hij zelf. 'Veel mensen zeggen dat ze het nooit zouden redden. Dat zit vooral tussen hun oren. Natuurlijk, 200 kilometer is een heel eind. Maar die eerste 100 kilometer zit ten er meestal op voor je het weet. Zeker op de Weissensee. Je rijdt daar op 950 meter boven zeeniveau, waar door je minder lucht- weerstand hebt. Na die 100 kilometer begint het pas. Maar ook die volgende 100 zijn goed te doen.' Geconcentreerd blijven, is misschien wel de belang rijkste voorwaarde om te slagen. 'Je moet niet bang zijn om te val len, want dan rijd je te verkrampt. Een kwestie van goed op het ijs letten, kijken waar de scheuren zit ten. Als je even omkijkt, ga je onderuit.' Dat het hun enige vakantie per jaar is, is ook voor zijn vrouw geen beletsel elk jaar naar de Weissen see te gaan. 'Het is een prachtig gebied, waar je heerlijk kunt wan delen. Als Piet schaatst, sta ik langs de kant om hem te bevoor raden. Met tubes met van die gel letjes en water. Dat duurt een hele dag, maar tussendoor is er tijd genoeg om wat te drinken en met Piet Rodenburg met de schaatsen waarop hij zijn tochten reed. Om de hals de vier medailles die hij won. (Foto Joop Rommets) vrienden te kletsen.' De vraag wat er nu zo mooi aan de alternatieve Elfstedentocht is, is niet moeilijk te beantwoorden, vindt Piet. 'Het gaat om het schaatsen natuurlijk. Maar het is ook een reü nie. Het is voor een groot deel dezelfde ploeg die meedoet en je ziet elkaar maar één keer per jaar. Het mooiste is de start. Je begint met z'n allen aan een klus. Zo voelt het. Het is de hele sfeer die het zo bijzonder maakt.' Maar ondanks zijn enthousiasme haalt de Weissensee het niet bij de 'echte' Elfstedentocht, volgens Rodenburg. 'Als ik er aan terug denk dat we Sneek binnenschaats- ten, dan krijg ik nog tranen van ontroering op mijn wangen. Het was net of al die mensen voor jou juichten. Dat heb je op de Weis sensee niet.' Joop Rommets De uitreiking van de eervolle vermelding van de NNP-Gemeenteprijs voor Overheidscommunicatie. Vlnr. Muriëlle Bergman, communnicatiemedewerker van de gemeente Texel, René de Lange, directeur van Mediabureau Langeveld de Roooy, Frits Huffnagel, voorziter van de jury van de NNP-prijs en Duncan Whyte, marketing- en salesmanager van Langeveld de Rooy. Foto Jan van der Hoeven/NNP) De gemeente Texel heeft bij de uitreiking van de NNP-Gemeen- teprijs voor Overheidscommuni catie 2011 woensdag in het stadhuis in Alkmaar een eervolle vermelding gekregen. Namens de gemeente nam communica tiemedewerker Muriëlle Berg man de prijs in ontvangst van juryvoorzitter Frits Huffnagel. De Gemeenteprijs wordt uitgereikt door de Nederlandse Nieuwsblad Pers (NNP) om gemeenten, stads delen en deelgemeenten te stimu leren bij hun communicatie met de inwoners optimaal gebruik te maken van onafhankelijke lokale nieuwsbladen. De gemeente Texel is voorgedragen door Mediabu reau Langeveld de Rooy, uitge ver van de Texelse Courant, van wege de wijze waarop de gemeente het nieuws via de lokale journalistiek naar buiten brengt. Dit is voor Texel de normaalste zaak van de wereld, maar wordt steeds unieker in Nederland. In veel gemeenten besteedt de journalistiek wegens gebrek aan tijd en middelen geen of nauwe lijks aandacht aan de lokale poli tiek en wordt het 'nieuws' gepubli ceerd op advertentiepagina's. Dit resulteert in eenzijdige berichtge ving. Op Texel gaat dit anders, oordeelde ook de jury. 'De gemeente Texel publiceert in de vorm van advertenties de bekend makingen. Het gemeentelijk nieuws wordt geschreven door een onafhankelijke redactie. Die bezoekt de raads- en commissie vergaderingen en heeft wekelijks overleg met de persvoorlichter. Het nieuws dat hieruit voortkomt, wordt door de redactie uitgewerkt en gecontroleerd. Zo nodig wordt hoor en wederhoor toegepast en waarnodig wordt contact gelegd met belanghebbenden. Hoewel deze opzet voor de uitgever finan cieel minder interessant is, zal duidelijk zijn dat de inwoners op een onafhankelijke manier objec tieve informatie krijgen over het handelen van de gemeente Texel.' In een kort maar krachtige reactie zegt Muriëlle Bergman van de gemeente: 'We zijn blij met deze erkenning.' De jury vergeleek publicaties van 112 gemeenten in Nederland. Hieruit werden 12 gemeenten, waaronder Texel, genomineerd. De vakjury bestond uit Marianne van Kalmthout (brancheorganisa tie overheidscommunicatie Logei- on), Monique Hendriks (directeur van Bex'communicatie), Marije van de Berg (redactieadviseur en redactietrainer), Jeroen Ranzijn (communicatiestrateeg Overheid en partner bij Alfabeeld). De jury werd voorgezeten door Frits Huff nagel, ex-wethouder Amsterdam en Den Haag en momenteel raads lid en politiek analist bij radio en TV. Radio De eervolle vermelding trok lan delijke aandacht. Radio-inter views met NNP-voorzitter Paul Bos en René de Lange, direc teur van Mediabureau Lange veld de Rooy, zijn te beluiste ren via www.radio1.nl. (klik op de knop 'Terugluisteren' mid den boven aan de pagina. Klik rechts op de datum 9 februari en kies dan fragment 2 'Lokale kranten van Nederland'.) De gemeente Emmen werd tot winnaar gekozen. 'De winnende gemeente heeft een heldere en herkenbare redactieformule en begrijpt dat niet iedere inwoner HBO+ is opgeleid.' Daar waar nodig verwijst de gemeente door naar digitale informatie of tele foonnummers, waardoor inwoners worden gestimuleerd om te parti ciperen. Kortom de winnende gemeente slaagt er daadwerkelijk in haar bewoners het gevoel te geven dat zij ertoe doen.' Vervolgverhaal Door Jaap Klinkers Compass Aflevering 8 'Strandjutter, strandjutter.' Maarten denkt dat hij wel begrepen wordt als hij maar hard genoeg praat en het woord herhaalt. Maar, hij weet het al weer: 'Strandrauber', zegt hij, 'Strandrauber, dat ben ik. 'Aha', Vassilis begrijpt het, 'beach comber.' 'Ja, dat zal wel.' Van Engels heeft Maarten geen kaas gegeten. Duits gaat redelijk, 's Zomers zijn er heel veel Duitse toe risten op Texel en hij verhuurt z'n zomerhuisje ook vaak aan hen. Ze koeterwalen verder in het Duits en begrijpen elkaar prima. 'Moet je een bakkie thee?' Maarten vindt het bar interessant dat die kapitein van dat gestrande schip op zijn erf is. Texelse jongeren hebben een offi ciële spreekbuis in de hoedanig heid van de Jeugdadviesraad (JAR). Burgemeester Giskes instal leerde in de raadszaal vijftien Texelse jongeren die de gemeente gevraagd en ongevraagd van advies dienen 'vanuit het perspec tief van de jeugd'. De jongeren reageerden op een oproep vorig jaar vanuit de gemeente. De Jeugdadviesraad is een initiatief van de PvdA, om jon geren een stem te geven in de politiek en te interesseren voor het raadswerk. 'Zodat jullie ons na verloop van tijd kunnen vervan gen', verwelkomde Nils Lely (PvdA) de jongeren. 'Het is belang rijk dat de jongeren een stem krij gen', zei JAR-lid Marcel Gieles. 'De raad is gemiddeld een stuk ouder en daardoor zou je kunnen vergeten wat er onder de jeugd speelt. Wij zijn een goed instru ment om ze daaraan te herinne ren.' Giskes memoreerde de erva ring die ze in de jeugdadviesraad kunnen opdoen, maar wees ze ook op de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt. 'Jullie vertegenwoordigen de achterban, zorg dat je er voeling mee houdt.' Ze wees er op dat ze als jeugdraadslid een voorbeeldfunc tie vervullen. 'Er zal op jullie worden gelet.' De JAR werkt zelfstandig, wordt ondersteund door de raadsgriffier en vergadert eens in de maand. Geslaagd Lizet Platte (26) is aan het Tio in Amsterdam geslaagd voor de opleiding Commercieel Toeristisch Management, kwalificatie MBO-4. Ze is werkzaam bij in De Koog. Marsdiep. Mij zien ze niet aan de overkant. Ach, en je weet maar nooit, misschien tref ik wel eens iemand die belangstelling voor die rommel heeft.' 'Eh Maarten, eh, heb je nog meer van die plakken?' De jutter zegt niets en kijkt de zeeman indringend aan. Hij is niet gek. Zondagochtend spoelt een coaster aan en zondag avond liggen er bijna vierhonderd plakken hasj op het strand. Heel toevallig. 'Waarom moet je dat weten? Heb je het spul misschien zelf overboord gegooid toen het misging met je schip?' Maarten weet hoe het werkt op zee met dit soort riskante smok kelwaar. Vassilis zwijgt. Hij verkeert in twee strijd. Moet hij open kaart spelen? Is die jutter te vertrouwen? Wordt vervolgd. 'Kom maar binnen in mijn stuur hut.' In de houten blokhut is het een nog grotere zooi dan op het erf. Maar lekker warm. Er staat een grote houtkachel, gestookt met juthout, die de halve hut in beslag neemt. Aan de wand hangt ook van alles. Injectiespuiten van het strand, plas tic flessen, schoenen, emmers, slip pers. En foto's van de 'beachcom ber' met z'n tractortje op het strand, foto's samen met dames in bikini, foto's waarop hij allerlei gevonden spullen omhoog houdt. Vassilis kijkt z'n ogen uit. Maarten pakt de ketel thee die op de kachel staat en schenkt twee grote mokken vol. 'Een stuk koek?' De koek en de thee gaan er goed in. Maarten vertelt allerlei verhalen over zijn belevenissen op het strand en Vassilis kan het aardig volgen. Na een half uurtje buigt Maarten zich een beetje voorover en begint te fluisteren. 'Zal ik je eens iets aparts laten zien? Kom maar eens mee.' Hij opent een deur die naar een achtergelegen ruimte leidt. Hij grab belt wat in een berg brandhout en tovert iets tevoorschijn. 'Kijk', zegt hij, 'weet je wat dit is?' Vassilis weet heel goed wat dat is. Hij heeft er zondag een week geleden nog dui zend van overboord laten gooien. De adem stokt hem in de keel. Zijn hasj. Hier bij die rare strandjutter. Zou hij er nog meer gevonden heb ben? En wat zou hij ermee gaan doen? Oei, oei. Hoe pakt hij dit aan. 'Dat is hasj', zegt hij. 'Stuff, verbo den spul!' De ander begint te grijnzen. 'Ja, heel goed, hasj. Verboden spul. Maar ik meld het niet bij de strand vonder. Ik meld nooit iets bij de strandvonder. Alleen als er eens een dooie aanspoelt. Die hoef ik niet te jutten, dat mag de strandvonder doen.' 'Wat doe je er dan mee?' Vassilis is stiknieuwsgierig en er brandt hem nog een vraag op de lippen. 'Niks, ik bewaar het gewoon. Ik bewaar alles.Dat is te zien. 'In Amsterdam zijn ze gek op dit spul. Maar ik kom nooit in Amster dam. Ik kom niet verder dan het hotel Greenside

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2011 | | pagina 9