Jan Wolkers schiep op Texel 'eigen Hof van Eden'
TEXELSE 6 COURANT
Biograaf schreef boek
over liefdevolle band
kunstenaar en eiland
Stakende leerkrachten: leder kind telt
VRIJDAG 9 MAART 2012
Onno Blom had met Jan Wolkers wat hij 'een vanzelfsprekende verstandhouding'
Zevenentwintig jaar lang, van
1980 tot zijn dood in 2007,
woonde Jan Wolkers op Texel.
De liefdevolle band tussen de
kunstenaar en het eiland ont
stond al in de jaren dertig, toen
hij als kleine jongen in de ban
raakte van het Verkade-album
Texel. 'In mijn prille jeugd waren
er maar twee schrijvers. God,
die de Bijbel had geschreven, en
Jac. P. Thijsse, die de albums
van Verkade geschreven had',
schreef Wolkers er zelf over in
het essay De grazige weiden.
De ontdekking dat Wolkers en
Texel bijna een leven lang onlos
makelijk met elkaar verbonden
waren, kwam als een grote verras
sing voor zijn biograaf, Onno
Blom. 'Ik bereidde me voor op een
beschrijving van de jaren zeventig,
tachtig, negentig en het eerste
decennium van de eenentwintig
ste eeuw, maar kwam bedrogen
uit. Jans liefde voor Texel begon
met Thijsse en duurde tot aan zijn
dood', vertelt hij in de woonkamer
van huize Wolkers, aan de Rozen-
dijk in de Dennen. 'Zelfs tijdens de
laatste gesprekken die hij met zijn
vrouw en kinderen voerde, nadat
hij vanuit het Gemini Ziekenhuis
was thuisgekomen om te sterven,
gebeurde het dat hij plotseling op
een specht wees die in de tuin zat.
Hoe emotioneel de situatie ook
was, die specht kreeg voorrang.'
Spittend in het persoonlijke archief
van Wolkers, die tientallen jaren
een dagboek bijhield, kwam Blom
al snel tot de conclusie dat dit
facet in het leven van de kunste
naar zo belangrijk was, dat het,
vooruitlopend op 'de allesomvat
tende biografie', een eigen boek
verdiende. Daar lagen ook prakti
sche redenen aan ten grondslag.
'Pas als je ergens over schrijft,
weet je hoe het zit, heb ik ervaren.
Het is één van de puzzelstukjes
die straks samen de biografie
moeten vormen. Op deze manier
schrijf ik me naar dat grote boek
toe.'
Het resultaat, De Tarzan van de
schapen: Jan Wolkers Texel,
wordt morgen in Den Burg gepre
senteerd.
Texel was voor Wolkers niet min
der dan het paradijs. Een ietwat
pathetische constatering, lijkt het,
maar Blom onderbouwt haar met
argumenten. Hij maakt daarbij
aannemelijk dat het strenge, gere
formeerde milieu waarin Wolkers
opgroeide niet los te zien valt van
zijn latere liefde voor Texel. Zijn
geloof in het paradijs raakte hij
kwijt toen hij acht jaar oud was en
zijn vader hem zonder veel com
passie mededeelde dat hun pas
gestorven poes niet in de hemel
zou komen, omdat daar nu een
maal geen dieren worden toegela
ten. 'Dat was voor mij het einde.
Zonder dier geen hemels vertier.
Dan ging ik later net zo lief niet
dood of ik bleef bij de laatste
bazuinstoot liggen waar ik lag',
schreef Wolkers er later zelf over.
In de rijke natuur van Texel, in het
gelijknamige Verkade-album met
woorden beschreven door Thijsse
en met aquarellen door Wencke
bach, zag Wolkers volgens Blom
een waardige vervanger van het
verloren paradijs.
'De eerste keer dat Jan Wolkers
op Texel kwam, was in een boek',
constateert zijn biograaf poëtisch.
De eerste keer dat Wolkers er lijfe
lijk neerstreek, was zo'n dertig jaar
later, op maandag 9 mei 1966.
Samen met Karina, sinds 1962 zijn
onafscheidelijke levenspartner,
bracht hij de dertienjarige Jeroen,
een zoon uit een eerder huwelijk,
naar een schoolkamp op camping
De Bremakker. 'Hij kreeg een
schok der herkenning, hoewel hij
nog nooit op het eiland was
geweest', concludeert Blom. Een
bezoek aan de Slufter maakte die
pe indruk: 'Verbijsterd staarden zij
over de uitgestrekte lege vlakte,
over het maanlandschap met de
meanderende geulen waarin het
zeewater door het ontbreken van
duinen diep het land binnendringt,
en de duizenden verschillende tin
ten roze van het Engelse gras.'
Twee jaar later keerde Wolkers
met Karina en zoons Eric en
Jeroen terug naar Texel, waar ze
opnieuw de Slufter bezochten en
naderhand patat en worstjes aten
bij 'het houten tentje vlak achter
de duinen'. Het was eigenlijk de
bedoeling dezelfde dag weer naar
huis te gaan. Maar gezien de lan
ge wachttijd voor de boot beslo
ten ze te blijven en overnachtten
ze in Havenzicht in Oudeschild. In
de schemering maakten ze een
tocht naar de Eierlandse vuurto
ren. De volgende dag deden ze
boodschappen in De Koog, gin
gen ze garnalen vissen in de Sluf
ter en bezochten ze de Georgi
sche begraafplaats.
Nadat Wolkers in 1969 een lezing
in hotel De Lindeboom had gege
ven en hij en Karina opnieuw door
de schoonheid van Texel werden
getroffen, besloten ze op zoek te
gaan naar 'een mooie plek op het
eiland om rustig te kunnen wer
ken'. In hun 'gloednieuwe licht
blauwe Citroën DS Pallas' reden
ze 'op de bonnefooi' steeds ver
der naar het noorden. 'Vlak voor
de bocht die de Vuurtorenweg bij
de duinen naar links maakt, viel
zijn oog op een bord HUISJES TE
HUUR. Wolkers draaide zijn auto
het terrein op en zag vijf kleine
bakstenen huisjes liggen, half ver
scholen tussen hagen van wilgen
en elzen. De deur van een van de
huisjes stond open. Binnen was
een oudere dame in een schort
aan het schoonmaken. Dat bleek
mevrouw Boon te zijn, de eigena
res, met wie ze afspraken dat ze
de woensdag erop zouden terug
komen om een van de huisjes
gedurende een aantal weken te
betrekken. Karina had het gevoel
dat zij de vrouw ergens van kende.
Achteraf kon dat wel eens klop
pen. Cornelia Boon-Verberg was
een "heldin van de Sovjet-Unie",
een staliniste die op een gegeven
moment zelfs met de CPN had
gebroken. Karina, zelf afkomstig
uit een communistisch nest, had
daarover bij haar ouders thuis
kunnen lezen in De Waarheid.'
Blom laat het niet bij deze opmer
king en schetst vervolgens in gro
ve trekken maar met allerlei sap
pige details de levensloop van
Boon-Verberg, inclusief een
beschrijving van het verloop van
de Georgische opstand. Het zijn
deze en andere uitweidingen die
het boek nog interessanter maken,
zeker voor Texelaars en fervente
Texelgangers.
Wolkers en zijn partner besloten
een huisje van Boon-Verberg te
huren, De Krukel, en dat zou het
begin van een lange traditie wor
den. Totdat ze zich er elf jaar later
definitief zouden vestigen, keer
den ze er jaarlijks terug, soms
zelfs vaker dan eens. Ze kwamen
naar Texel om vakantie te vieren,
waarbij ze veel wandelden, zwom
men en op zoek gingen naar bij
zondere planten en dieren. Het zal
de Wolkers-kenner niet verbazen
dat het stel de Texelse natuur ook
gebruikte om er de liefde in te
bedrijven en dat Jan daar zonder
omhaal van woorden ook in zijn
dagboek over schreef.
Daarnaast werd er hard gewerkt.
'Grote delen van De walgvogel. De
kus. De doodshoofdvlinder en De
perzik van onsterfelijkheid zou hij
in De Krukel op papier zetten. In
de lente van 1969 begon hij daar
aan wat zijn beroemdste en meest
succesvolle roman zou worden.
Op 16 mei staat er in zijn dag
boek: "'s Avonds begin ik het
eerste stuk van Turks Fruit te
schrijven. Karina is erg enthousi-
des aardbodems: 'Er zijn niet
zoveel manieren om gelukkig te
zijn. Dit is er één van.' Blom con
cludeert dan ook: 'Daar, op die
plek in zijn achtertuin op Texel,
had Jan Wolkers - om in de taal
van zijn vader te blijven - zijn
eigen Hof van Eden geschapen.'
Hoewel de rijke natuur de meeste
aantrekkingskracht op hem uitoe
fende en hij op Texel een betrek
kelijk teruggetrokken bestaan
leidde, was Wolkers wel degelijk in
de andere eilandbewoners geïnte
resseerd. 'Hij spelde de Texelse
Courant. Bovendien gaf Wolkers
altijd hoog op van de Texelaars.
Hij schatte ze hoger in dan stads
bewoners en vond dat ze van
oudsher goed op de hoogte waren
van nieuwe ontwikkelingen. "Sche
pen meerden op weg naar Amster
dam altijd eerst af op de rede van
Texel. Om water in te nemen. Daar
hoorde je dan meteen wat er loos
was elders in de wereld." Wolkers
vond de Texelaars intelligenter
dan de mensen op de vaste wal
en beriep zich daarbij op Jac. P.
Thijsse, die had geschreven: "Ze
hadden heldere koppen, die Texel
se jongens".'
Dat de liefde niet van één kant
kwam, bleek op 24 maart 2006,
iets meer dan vijfentwintig jaar
nadat hij er was komen wonen,
toen Wolkers werd benoemd tot
ereburger van Texel. 'Hij was daar
door verrast en vereerd, maar ver
anderde niets aan zijn terugge
trokken levensstijl. Hij bleef liever
verkeren in het gezelschap van de
wulpen en lepelaars in zijn eigen
tuin, dan tussen de mensen in het
dorp. Laat staan tussen de toeris
ten. Hij zei altijd lachend: "De
toeristen gaan toch alleen maar
naar het strand om in de stank van
ast." Aan het tafeltje onder het
raam, met een spinnende Voske
naast de Olivetti, tikte hij in de
dagen erna ten minste één pagina
per dag.'
Het Texelse landschap inspireerde
Wolkers ook voor zijn beeldend
werk. Of het nou om de vormen in
het zand, kwallen of vogellijkjes
op het strand ging, bijna alles kon
de basis vormen van nieuw werk.
'Hij keek gulzig om zich heen naar
de beelden die het eiland voor zijn
ogen toverde. Op 22 mei 1972
legde hij met impressionistisch
plezier een van hun vele tochten
door de Eierlandse duinen vast:
"De zon gaat bloedrood in een
orgie van kitschwolkjes onder. De
zee is groen en geel en roze. We
kijken er, vanaf een hoog duin,
met de kijker naar. Voorwereldlijk
angsttafereel.'"
In 1980 verruilde Wolkers de vaste
wal definitief voor het eiland en
eikaars zonnebrandolie te liggen
bakken." Het kwam slechts zelden
voor dat onbekenden zomaar voor
de deur stonden. "En als er toch
eens iemand het lef heeft om aan
te bellen, wordt hij vriendelijk doch
dringend verzocht om op te kras
sen.'"
met De Tarzan van de schapen
laten zien een kundig onderzoeker
en een vaardig auteur te zijn, aan
wie het schrijven van de biografie
van Wolkers wel is toevertrouwd.
Dat hij een warme band met de
overleden kunstenaar had, is daar
bij natuurlijk geen handicap. Wol
kers stelde hem zelf voor de bio
grafie te schrijven en bood hem
volledige inzage in zijn persoonlijk
archief, zonder hem de vrijheid
over alles te schrijven wat hij
belangrijk vindt te betwisten. De
Elf jaar achteraen huurden Jan en Karina Wolkers het zomerhuisje De Krukel aan
de Vuurtorenweg nabij De Cocksdorp. (Foto uit 'Oe Tarzan van de schapen')
twee kenden elkaar al uit de tijd
dat Blom nog adjunct-directeur
was van uitgeverij De Bezige Bij.
'Wolkers was één van mijn jeugd
helden. Ik was een jaar of twaalf
toen ik Terug naar Oegstgeest las.
Dat deed ik met extra nieuwsgie
righeid, aangezien ik zelf afkom
stig ben uit buurgemeente Leiden.
Daarna heb ik al zijn boeken gele
zen.'
Nadat de twee elkaar voor het
eerst 'in het echt' hadden ont
moet, ontstond al snel wat Blom
een 'vanzelfsprekende verstand
houding' noemt. Vanaf het moment
dat ze overeenkwamen dat Blom
de biografie zou schrijven, was er
een jaar lang vrijwel dagelijks tele
fonisch contact. Afspraak was dat
Blom ordner voor ordner, doos
voor doos, het archief zou openen
en dat ze naar aanleiding daarvan
gesprekken zouden voeren die als
basis voor verder onderzoek zou
den dienen. Het zou er niet van
komen. 'In de herfst van 2006
belde Jan me met de mededeling
dat onze geplande ontmoeting
niet door kon gaan. Hij had een
afspraak met de lijkkistenmaker,
want door de windsels om zijn
voeten was hij langer geworden
en paste hij niet meer in zijn kist,
zei hij er met zijn typerende gevoel
voor humor bij. Een paar dagen
later heb ik hem nog opgezocht in
het Gemini Ziekenhuis. Karina was
er ook en had koffie en broodjes
meegenomen. We hebben twee-
eneenhalf uur gesproken en het
was erg gezellig. Maar achteraf
gezien ging het alleen maar over
de dood. Dat viel me toen niet zo
op, want daar ging het veel vaker
over. De dood was nu eenmaal het
grote thema in zijn werk.'
Het zou hun laatste gesprek zijn.
Net terug van een korte vakantie
naar Rome werd Blom door Karina
gebeld en vertelde ze dat Wolkers
thuis was gekomen om te sterven.
Ze verraste hem daarbij met de
vraag of hij na Jans dood als hun
vertegenwoordiger wilde optre
den. Blom zei 'ja', zonder te besef
fen wat er precies van hem werd
verwacht.
En zo vond hij zichzelf enkele uren
na het overlijden terug in huize
Wolkers om het treurige nieuws
wereldkundig te maken. Hij regel
de de uitvaart, stond journalisten
te woord, sprak met de NOS over
het in beeld brengen van het
afscheid en zorgde ervoor dat de
nabestaanden zoveel mogelijk
werden afgeschermd en de ruimte
kregen om ongestoord te rouwen.
Na zijn optreden in het televisie
programma De Wereld Draait Door
was Blom definitief een bekende
Nederlander. 'Een rol die ik nooit
gezocht had, maar die me werd
toebedeeld. En ik stond meteen
op de kaart als de Wolkers-bio-
graaf. Terwijl ik eigenlijk nog met
mijn werk moest beginnen. Ik
voelde me er wel eens wat onge
makkelijk bij. Aan de andere kant
is het een enorme eer. Ik beschouw
het als een fantastische opdracht,
waaraan ik me niet kan en niet wil
onttrekken.'
Joop Rommets
De Tarzan van de schapen: Jan
Wolkers Texel telt 160 - rijk geïl
lustreerde - bladzijden, kost
€17,50 en is een uigave van uitge
verij Het Tillenbeest, in samenwer
king met WV Texel en boekhandel
Het Open Boek. De distributie
wordt verzorgd door Het Open
Boek.
Het boek wordt zaterdag 10 maart
gepresenteerd in kerkgebouw De
Burght in Den Burg. Het eerste
exemplaar wordt uitgereikt aan
historicus Maarten van Rossem,
een vriend van Wolkers, die ook
het woord voert. De bijeenkomst
begint om 15.00 uur.
begon een nieuwe fase in zijn
leven en dat van Karina, die een
jaar later een tweeling op de
wereld zou zetten. Het echtpaar
(ze trouwden in 1981) verloor op
Texel de ongebondenheid die ze
als jonge geliefden hadden gehad.
Want zonder dat ze al te zeer een
burgerlijk leven leidden, vroeg de
opvoeding van Bob en Tom logi
scherwijs orde en regelmaat. Maar
ze kregen er ook veel vrijheid voor
terug. Wolkers genoot van het
weidse uizicht (het torentje van de
kerk van Den Hoorn aan de hori
zon werd 'de naald van Wolkers'
kompas', schrijft Blom). Hij hoefde
de deur van hun woning in de
Dennen (in het boek 'de Staats
bossen' genoemd) maar uit te
stappen of hij bevond zich in de
vrije natuur. Het inspireerde hem
tot zijn vijf laatste romans, een
grote stapel essays en gedichten
en later vooral veel beeldende
kunst. De grote tuin bij het huis
werd 'zijn allerlaatste kunstwerk'.
'Hij plantte er bomen, plaatste een
aantal van zijn houten sculpturen
in de vrije ruimte en liet een twee
de poel graven, waarin kikkers en
salamanders vrij spel hadden.
"Een paar keer per dag loop ik van
mijn werk er even naartoe om te
zien hoe ze krioelen in het zonbe
schenen water", noteerde hij in
het essay Het kruipend gedierte
een kaalslag in het onderwijs
teweeg brengen, op het gebied
van kwaliteit en personeel. Hun
betogen werden kracht bij gezet
door spandoeken op het veld.
Onder meer twee Texelse met de
opschriften Shell 24 miljard winst,
kunnen jullie er niet op zijn minst
eentje van missen, zodat jullie je
ook in de toekomst van goed per
soneel kunnen vergewissen en Ook
voor Texel geldt, ieder kind telt.
Maar hoe gaan we dat doen zon
der poen. De uitspraak Wees zui
nig op ons onderwijs in plaats van
te bezuinigen op onderwijs, werd
ook door de Texelse leerkrachten
met applaus ontvangen. Aan het
eind van de manifestatie keerden
ze tevreden en met een goed
gevoel over het verloop van de
demonstratie huiswaarts.
Groot waren de teleurstelling, woe
de en frustratie toen tijdens de
boottocht het nieuws doorkwam
dat de voorgenomen bezuinigin
gen op een meerderheid in de
Tweede Kamer konden rekenen.
Direct werd strijdvaardig gesteld
dat het onderwijs het hier niet bij
mag laten, maar dat de onderwijs
bonden met vervolgacties moeten
komen.
Vijftig leerkrachten van Stichting
Schooltij, Jozefschool, Fontein,
Kompasschool en OSG De Hoge-
berg namen dinsdag deel aan de
landelijke onderwijsdemonstra-
tie in de volgepakte ArenA.
Ze vonden dat een daad moest
worden gesteld en een protest uit
gesproken tegen de voorgenomen
bezuinigingsplannen van de minis
ter van Onderwijs. Ze vinden dat
de voorgenomen bezuinigingen ten
koste gaan van de kwaliteit van het
onderwijs. Onder het motto leder
kind telt! brachten vertegenwoordi
gers van vakbonden, leerkrachten,
schoolleiders, ouders en leerlingen
voor het voetlicht dat de bezuini
gingen op verschillende plekken
Beeld van de staking in de ArenA