Veerhaven van TESO
deze maand vijftig jaar
Haven 't Horntje na lang en ingewikkeld proces gerealiseerd
TEXELSE 12 COURANT
Weinig zaken zullen een verge
lijkbare en even ingrijpende ver
andering voor het eiland hebben
betekend als het verplaatsen van
de veerhaven van Oudeschild
naar 't Horntje. Niet alleen had
de verplaatsing zelf grote land
schappelijke gevolgen, ook kon
door de nieuwe veerhaven het
vervoer toenemen en verander
de daarmee de rol van Oude
schild en De Koog. En, zoals
vaak met ingrijpende gebeurte
nissen, ging het verplaatsen van
de veerhaven niet zonder slag of
stoot.
Welbeschouwd lijkt het natuurlijk
onlogisch om een veerdienst te
onderhouden van Den Helder naar
Oudeschild, en daarmee gedurende
driekwart van de reis langs de kust
van het eiland te varen. En dat ter
wijl het uiterste puntje van het
eiland, 't Horntje, vanaf Den Helder
haast binnenhandbereik ligt. Maar
bij Oudeschild was een haven, met
een aanlegsteiger, dus lag het voor
de hand dat de eerste veerdiensten
daar gebruik van maakten. Ook
toen TESO in 1907 met varen
begon, kwam daar geen verande
ring in. Het is altijd verleidelijk om
de oude, ingesleten wegen te vol
gen. Bovendien kan worden gesteld
dat alle wegen op het eiland naar
Oudeschild liepen. Daar kwamen
de goederen aan en daar werden
lammeren, bieten, graan en andere
landbouwproducten verscheept. En
niet te vergeten vis, want het eiland
had in die tijd nog een eigen afslag.
Oudeschild was daarmee het brui
send economische hart van het
eiland. Voor dat doel werd in 1916
zelfs een nieuwe verbindingsweg
aangelegd, de Nieuwe Weg, later
Schilderweg genoemd, die Den
Burg met de veerdienst verbond.
Maar de grenzen van de groei waren
in zicht. Wanneer in 1908 TESO's
eerste eigen schip, De Dageraad, in
de vaart komt, blijkt de havenmond
in Oudeschild al erg nauw, maar
problemen blijven uit tot 1926, wan
neer de Marsdiep in de vaart komt.
Dit schip (het eerste met die naam)
is groter en zwaarder dan De Dage
raad en manoeuvreert minder goed.
De houten aanlegsteiger in Den
Helder heeft onder dit geweld te lij
den en ergens in de bespreking
voor de nieuwbouw hiervan ont
staat er wrevel tussen het ministerie
van Verkeer en Waterstaat, TESO
en de gemeente Texel, de drie par
tijen die tot op heden in de haven-
problematiek zijn verweven. Hoewel
het allemaal goed komt, lijken de
partijen elke keer als er over havens
en aanleginrichtingen wordt gespro
ken elkaar maar met moeite toe te
willen geven. Vaak heeft dat te
maken met geld. Alle partijen zijn
het er over eens wat het beste is
voor TESO en voor het eiland, maar
over de financiering ervan lopen de
meningen dan uiteen.
De havenkwestie blijft tot na de
oorlog slepen en steekt elke keer de
kop op als TESO een nieuwe - gro
tere - boot laat bouwen. Pas in
1946 wordt de situatie eigenlijk
onhoudbaar.
De tarieven waren al zeker tien jaar
niet veranderd, terwijl de exploita
tielasten stegen. En ook door het
toenemend (auto)verkeer is het
dringend noodzakelijk dat er iets
aan de haven gebeurt. Op dit
moment wordt voor het eerst over
een 'pontveer' gesproken, een roll
on-roll off-schip. Er wordt een com
missie ingesteld en uiteindelijk blijkt
Rijkswaterstaat voorstander van het
verplaatsen van de haven naar 't
Horntje, waar TESO per se in Oude
schild wil blijven. Ook de gemeente
wil de veerdienst in het dorp hou
den, mede uit angst voor de reactie
van de belangrijke en actieve Oude
schilder bevolking. Naarmate ver
plaatsing van de haven steeds meer
in beeld kwam, groeide het verzet in
het dorp. Kennelijk was dit zo sterk,
dat noch TESO, noch de gemeente
zelfs maar op het idee kwam hier
tegenin te gaan.
In 1950 staat TESO het water aan
de lippen en meldt president-com
missaris Mulder de aandeelhou
dersvergadering: 'Zolang Water
staat niet besluit tot verbreding van
de havenmond te Oudeschild of tot
het maken van een ponthaven aan
het Horntje, hetzij aan Oudeschild,
kan de NV TESO nog heel weinig
doen voor de verbering van de ver
binding met het vasteland.' Deze
woorden lijken de discussie over
het al dan niet verplaatsen van de
haven pas goed te doen ontbran
den. En hoewel Willem Boot in zijn
jubileumboek over TESO meldt dat
de beslissing om de haven naar 't
Horntje te verplaatsen al in 1951
werd genomen, is het 'achterhoe
degevecht' dat daarop op volgde
jarenlang het gesprek van de dag.
De bekende historicus J.A. van de
Vlis, in zijn gedaante van gezagheb
bend oud-Texelaar, voert in de
Texelse Courant polemieken met
voorstanders van het verplaatsen
van de haven. Van der Vlis voert
hierbij aan, dat het voor landbouw
en veeteelt geen voordelen, of zelfs
nadelen heeft, de haven verder naar
het zuiden te verplaatsen, en dat de
toeristen (160.000 in 1950) 'geen
bezwaar hebben tegen de lengte
van de bestaande verbinding'.
'Want', schrijft hij, 'de hoeveelheid
goederen die per auto van of naar
Texel gaat, is volkomen van onder
geschikt belang in vergelijking met
de grote hoeveelheden materialen,
die het eiland per schip bereiken of
verlaten. Het zou daarom onjuist
zijn het belang van enkele instellin
gen, die zich toeleggen op het snel-
vervoer, en van een klein aantal
particulieren boven de oneindig
grotere belangen van het overgrote
deel der Texelse bevolking te laten
gaan.'
Zijn argumenten worden weerlegd
door J. Kikkert, die uitlegt dat het
helemaal niet de bedoeling is de
haven naar 't Horntje te verplaat
sen. 'Het plan voorziet in de aanleg
plaats voor de pontverbinding aan
't Horntje. Eindelijk zal er dus in de
haven te Oudeschild wat ruimte
komen, waaraan sinds 1902 al, en
thans zeer dringend, behoefte
bestaat. Denk aan kaas- en
botervervoer, groente en fruit naar
Texel en bv eieren van Texel, het
houtvervoer naar Texel en alles
stukgoederen, waarvan dagelijks
vrachtauto's vol naar Texel komen.'
En de toerist? Dat ligt volgens Kik
kert sterk aan de vraagstelling.
'Maar men moet de vragen eens
anders gaan stellen, bv. of ze geen
lager tarieven wilden of minder
gedrang tussen auto's en fietsen,
zelfs over viskisten en bagage.
Ik ben ervan overtuigd, dat vooral
vele autobezitters Texel mijden om
deze toch hopeloze toestand. En
dat zullen toch niet de gasten zijn
die men op Texel wil weren. Het zou
interessant zijn te weten hoeveel er
al van hebben afgezien een zomer
huis op Texel te bouwen enkel
omdat met er niet zeker van is dat
de auto elk weekend over kan. En
meen nu niet dat dit alles met nieu
we boten die op Oudeschild varen
opgelost zou zijn, want de afstand
blijft 11 km en de vaartijd daardoor
te lang.'
Nee, pleit Kikkert, er moet geluis
terd worden naar de voorstanders,
'omdat die een groter perspectief
zien. Groter welvaart. Lager vracht
kosten en onkosten, groter onkos
ten en kleiner voorraden omdat
men die gemakkelijker en vlugger
kan aanvullen. Vooral in de winter.
Texel zal uit z'n isolement verlost
zijn, ook tijdens ijsgang.
Maar, zegt Van der Vlis, dan zullen
er wat meer dagjesmensen naar het
eiland komen, wat meer autobus
sen met gezelschappen, die Texel
in één dag 'doen'. 'Gelooft men dat
dit een voordeel is? Ook dit zal op
den duur blijken eerder een groot
nadeel te zijn. Want de blijvende
vakantiegangers komen naar Texel
om hun rust en zij verafschuwen de
drukte van plaatsen als Zandvoort
en Scheveningen. Duidelijk is dit
gebleken toen een der grote hotels
van Den Burg het probeerde met
amusementsmuziek voor zijn gas
ten. Na enkele dagen kwam men de
goedwillende hotelier verzoeken
om het strijkje in hemelsnaam op te
doeken.'
En het natuurschoon? 'Er zal een
kostbare weg moeten komen van
het Horntje naar Den Burg de
nieuwe weg zal wel over Noord- of
Zuid-Haffel geprojecteerd worden.
Bedenkt men dat aan het Horntje
bovendien verschillende bedrijfsge
bouwen en woningen zullen verrij
zen, dan vraagt men zich af welk
zinnig denkend mens in deze tijd
met een dergelijk ondoordacht
voorstel durft te komen.'
Ook hierop heeft Kikkert zijn weer
woord klaar. 'Waarom zou Texel aan
natuurschoon of wat ook inboeten
door een pontverbinding via 't Horn
tje? Of is men bang dat er vogelver
schrikkers en spoken daarlangs
komen? Waarom zou men niet
evengoed de tuinwallen en folklore
kunnen beschermen? Waar men
ook is in de dennen of duinen van
Texel, op bv. 200 meter van een
verkeersweg heeft men daar geen
hinder meer van. Zou een grote
verkeersweg midden over Texel dan
zo storend zijn? Hier wordt dus
feitelijk de provincie op haar plicht
gewezen dat Texel niet langer ach
tergesteld mag worden. Het is toch
dwaas dit tegen te werken. Doet
men dit toch, dan zou men kunnen
bereiken dat het gehele plan van de
begroting wordt afgevoerd en deze
(wan)toestand nog lange jaren zal
voortduren. Met het toenemen van
het wegverkeer zal het nog al
ondraaglijker worden.'
Tijdens de discussie, die zich steeds
meer toespitste op het toenemend
autoverkeer en vrachtvervoer per
as, kwam een zekere H. op het idee
het fietsverkeer in ogenschouw te
nemen. Want, zo was zijn gedachte,
voor automobilisten maakt het met
storm en regen niet veel uit, maar 't
Horntje was, en dan vooral den
kend aan de schoolkinderen, wel
een stuk verder dan Oudeschild.
'TESO vervoerde 90.000 fietsen en
nog een zeer groot aantal fietsers
stalt zijn rijwiel op de haven, dus we
mogen het aantal passagiers dat de
boot per fiets bereikt, zeker op
130.000 tot 140.000 schatten
Voor een groot percentage dezer
fietsers ligt 't Horntje toch wel zeer
ongelukkig en is Oudeschild als
centrale haven verre te verkiezen.'
En zo ging de gemeenteraad de
discussie in, met een meerderheid
in het college als voorstander van
Oudeschild. Alleen wethouder De
Waard was voor verplaatsing naar 't
i TESO is, bevond zich eerder een duinvallei met hoge duinen. Dit zand is afgegraven e