Archivaris
beschreef
geschiedenis
katholiek
Texel
INTERVIEW
jpjpBfipBBc]
SIs=Ïk5Ï
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 11 JANUARI 2013
'IN 1794 STORTTE DE KERK VAN DE KOOG IN'
Iedere keer als hij vroeger in het gemeentearchief moest
zijn, viel het hem op met hoeveel plezier Cor Reij, Jaap
Zijm, Theo van Heerwaarden en andere liefhebbers er
over eeuwenoude stukken zaten gebogen. 'Dat leek mij
ook wel wat. Maar ja, ik was ervoor mijn werk.' Inmiddels
is Sjaak Schraag 71 en heeft hij zijn achterstand aardig
ingehaald. Morgen verschijnt opnieuw een boek van zijn
hand: Geschiedenis van de Rooms-Katholieken op Texel.
'Ik heb archiefwerk altijd leuk gevonden.
Die interesse voor de geschiedenis heb
ik van huis uit meegekregen. Mijn vader
en moeder hadden geen boeken, maar ze
vertelden wel altijd verhalen over vroe
ger. Dat vond ik erg interessant.' Dat zijn
vader ook een andere kant had, ontdekte
Schraag junior op pijnlijke wijze. 'Ik had
een hele verzameling boekjes die je van
de schoolradio kreeg. Ze gingen over al
lerlei onderwerpen. Bijvoorbeeld hoe een
orkest was opgebouwd en wie met welk
instrument waar zat. Het was mijn eerste
archief, ik was er apetrots op. Op een dag
had mijn vader alles weggegooid. Hij was
aan het opruimen geweest. Ik was dol!'
OUDE VELDNAMEN
Schraag groeide op in een rooms-katho-
liek gezin, dat volgens de gewoonte toen
flink aan de maat was. 'We waren met
acht kinderen thuis. We woonden op
de Blauwe Tocht, een boerderij bij Har-
kebuurt bij Oosterend. Mijn vader was
boerenknecht. Hij kende veel oude veld
namen. Die gebruikte hij altijd om aan
te duiden waar hij aan het werk was. De
kennis die ik toen meekreeg, heeft de ba
sis gevormd voor het boek dat ik jaren la
ter over veldnamen schreef.'
Aan dat boek, Veldnamen van Texel, dat
in 1990 verscheen en maar liefst 466
pagina's telde, werkte Schraag zo'n tien
jaar. 'Er zat enorm veel typewerk in. Alles
moest met de hand worden ingevoerd, ik
had nog geen computer. Het was een hei
dense klus, maar wel leuk. Ik had het ge
luk dat ik het samen met Ria (zijn vrouw,
red.) kon doen en dat ik vrij gemakkelijk
aan de benodigde informatie kon komen.
Ik werkte bij gemeentewerken en later bij
financiën. Daardoor wist ik precies waar
ik moest zijn. Ik kende de kadastrale kaar
ten en ook de kaarten van de ruilverkave
ling al.'
Het boek over de veldnamen zou het eer
ste blijken van een reeks die vooral na
zijn VUT in 2000 in rap tempo groeide
en die inmiddels van professionele al
lure is. Schraag verdiepte zich de afgelo
pen jaren in de geschiedenis van de kerk
en het armenbestuur in Oosterend en de
avonturen van de Texelse Zouaven in het
door. 'Een ander gaat biljarten', glimlacht
zijn vrouw. 'Of naar boogschieten', vult
Schraag aan. 'Ik ben één keer geweest.
Maar het duurde mij te lang. Daar heb ik
het geduld niet voor.'
'Begonnen met af en toe
een doos naar huis te nemen'
leger van de paus. Daarnaast leverde hij
een stevige bijdrage aan het boek over de
jubilerende Jozefschool en aan Verande
rend Texel, een uitgave van de Historische
Vereniging. Onvermoeibaar nam hij in
die jaren vele duizenden archiefstukken
NIEUW PROJECT
In 2006 werd hij archivaris van de RK-
parochie Texel en dat bleek het begin van
een nieuw project. 'Jaap Zijm en Theo van
Heerwaarden hadden er altijd op gepast.
Op zich hadden ze dat prima gedaan.
oefenden op 10 mei 1936 voor de Jozefschool voor het binnenhalen van de bisschop. (Foto uit Geschiedenis
Maar volgens de bisschoppelijke syste
matiek zaten de stukken van alle dorpen
bij elkaar in dozen, waardoor het tamelijk
onoverzichtelijk was. Het leek mij handi
ger dat te scheiden. Ik begon met af en
toe een doos mee naar huis te nemen.
Samen met Ria haalde ik eerst de nietjes
eruit en legde ik alles op chronologische
volgorde. Daarna heb ik het hele archief
in de computer gestopt.'
Nadat Schraag in 2008 op verzoek van het
kerkbestuur een praatje over het archief
had gehouden, viel het besluit een boek
te schrijven, dat in 2013 ter gelegenheid
van het 150-jarig bestaan van de kerk in
Den Burg moest verschijnen. Het zou een
bredere opzet krijgen dan aanvankelijk
gepland. 'De bijkerken van De Koog, Den
Hoorn en Oosterend hoorden ook bij de
parochie. En na 1 januari 1970 ook die
van alle andere dorpen. Toen hebben we
gezegd: dan doen we alles maar.'
STAD EN LAND
Om informatie te verzamelen, reisde
Schraag stad en land af. Zo werd hij kind
aan huis bij kerkelijke, provinciale en
rijksarchieven, opgeslagen in Haarlem,
Utrecht, Den Haag en andere steden.
'Dat ging prima. Alles zit tegenwoordig
in de computer. Daardoor kun je thuis al
uitzoeken wat je nodig hebt. Je meldt je
bij het archief en tien minuten later ligt
alles klaar. Dat heb ik niet heel intensief
gedaan, hoor. Maar toch wel eens per
maand.' Zijn echtgenote vult aan: 'Dat
was best gezellig. Bij het archief in Haar
lem hebben ze heerlijke broodjes. En na
afloop gingen we samen vaak nog even
naar IKEA.'
Dat de archieven goed toegankelijk zijn,
wil niet zeggen dat het altijd even een
voudig was te vinden waarnaar hij op
zoek was.'Ik heb me vooral beperkt tot de
geschiedenis na de reformatie. Van de tijd
ervóór is weinig bekend. Voor mij is ook
lastig dat ik geen Latijn ken. Verder was
het een kwestie van sprokkelen. Soms
kwa m je bij toeva I iets tegen dat je ergens
anders ook ai had gelezen, waardoor je
een bepaalde conclusie kon trekken.'
Zo ging het ook bij identificeren van de
personen op oude foto's. 'Ik had een
prachtige foto van rond 1920 van een
groep pastoors, maar ik had geen idee
wie er op stonden. Ik heb de hulp inge
roepen van de archivaris van het bisdom
en die heeft een oproep in het kerkenblad
geplaatst. Met succes, want ik weet nu
precies wie het allemaal zijn.'
LIJVIG BOEKWERK
Geschiedenis van de Rooms-Katholieken
op Texel is een lijvig boekwerk geworden,
van net geen 200 pagina's. Het kwam
mede dankzij de hulp van Frans Hop
man en Theo Zijm tot stand. Hopman
stond Schraag stilistisch bij en verzorgde
de eindredactie. Schraags zwager Zijm
bewerkte en retoucheerde de tientallen
foto's in het boek. Het resultaat stemt
de auteur zelf tevreden. 'Het is mooi dat
we nu de stichtingsstadia van alle ker
ken op Texel kennen. Daar was tot nog
toe vrij weinig van bekend. Het leukste
was natuurlijk dat ik er bij toeval achter
kwam dat de kerk van Oudeschild in 1712
is gebouwd en dat die vorig jaar dus drie
honderd jaar bestond. Zonder dit boek
hadden we dat niet geweten. Een mooie
vondst was ook de vermelding uit 1794
dat de kerk in De Koog was ingestort. Die
stond waar nu bowling De Branding is.
En in Oosterend moest in 1770 de kerk
worden gestut. Het gebouw was zo gam
mel dat de pastoor er geen dienst meer
durfde te houden. Dankzij Bultman, een
gefortuneerde figuur in het dorp, kon
toen een nieuwe kerk worden gebouwd.
Dat was de voorloper van de huidige kerk.
Doordat ik dat heb teruggevonden, is nu
de historie van drie kerken in Oosterend
bekend. Dat zijn de krenten in de pap.'