2013
kanteljaar'
voor Piet
Daalder
INTERVIEW
www.texelsecourant.nl
DINSDAG 22 JANUARI 2013
Piet Daalder was groenteboerin Oosterend en Haarlem en oprichter van de Drumband van Excelsior.
'HAARLEM HELE STAP VOOR DORPSJONGEN ZOALS IK'
'Op mijn kassa stond: "Vriendelijkheid kost geen geld".
Daar is geen opleiding voor, het zit in je aard. Sfeer moet
je zelf maken. Als je ziet hoe mensen hun klanten nu soms
tegemoet treden...' Aan het woord is Piet Daalder, voor
heen groenteboer.
half leeg. Elke ochtend was ik trots als
mijn winkeltje er weer piekfijn uit zag.
Om negen uur ging ik open. Er kwam eens
een vrouw die vroeg of dat niet wat eer
der kon. Maar dat kreeg ik echt niet voor
elkaar. Als de winkel om zes uur dicht
ging, dan was het voor mij niet afgelo
pen. De boel moest opgeruimd, de admi
nistratie moest gedaan en noem maar op.
Honderd uur per week was ik in de weer.
Ik had er plezier in, al kwam ik aan mijn
gezin amper toe en tijd voor ontspanning
was er niet. De zondag was voor het ge
zinsleven.'
Humor is een belangrijke factor voor Daal
der. 'Dat heb ik van mijn ome Jan Daalder.
Sfeer moet je zelf maken. Er kwam eens
een vrouw binnen met een hondje. "Zit!",
zei ze. Ik hoorde dat en ging meteen op de
grond zitten. "Wat doet u nou?", vroeg ze.
Ik zei: "Hier is de klant koning. U zei: Zit!,
dus doe ik dat." Een geintje, ach ze kon het
wel hebben.'
TEXEL
Daalder runde zijn winkel in Lelystad tot
1986. 'Ik was helemaal niet van plan de
zaak te verkopen. Maar er kwam iemand
langs die geïnteresseerd was. Ik vroeg
Zij is de reden dat ik hier weer ben komen
wonen. Negen jaar geleden zijn we ge
trouwd, op Texel. Het was een geweldige
happening.'
VOLKSTUIN
Nu is er volop tijd voor ontspanning. Zoals
zijn volkstuin. 'Vroeger spitte ik de tuin
van mijn vader al. Daar knapt het altijd zo
van op. Later had ik daar geen tijd meer
voor, maar op Texel heb ik het tuinieren
weer opgepakt. Samen met mijn goede
vriend Klaas Eelman houden we het ter
rein rond het dorpshuis netjes. In ruil
mogen we er elke week een uurtje voor
biljarten.' En dan zijn er zijn vijf kinderen,
drie zonen en twee dochters. 'Ze wonen
allemaal aan de overkant, twee in Lely
stad, twee in Amsterdam en één in Ros-
sum. Ik heb zes kleinkinderen en Nel heeft
er ook zes.'
KANTELJAAR
Daalder omschrijft 2013 als een 'kan-
teljaar'.'We hebben een huis gekocht in
Woonstede Nesland. Nel wilde in eerste
instantie voor geen prijs weg uit Ooster
end, maar toen ze Nesland zag, de teke
ningen en de mogelijkheden zei ze: Daar
'Mijn vader zei: Je steekt veuls
te veul tijd in die drumband'
geld en hij kocht hem. Het ging zó snel, ik
had nog geen kans gehad het mijn vrouw,
mijn jongens en mijn personeel te ver
tellen. Ik had wel wat uit te leggen. Toen
had ik eigenlijk moeten stoppen, maar ik
kocht een andere winkel, in Epe. Ik paste
echter niet tussen die mensen en na een
paar jaar ben ik naar Amsterdam gegaan
en heb daar een winkel geopend. Het ging
goed, totdat mijn rug het begaf. Al dat ge
sjouw had zijn tol geëist. Mijn vrouw had
al jaren de Ziekte van Parkinson. Ze heeft
daar 23 jaar aan geleden. Ik heb haar de
laatste tien jaar van haar leven verzorgd.
Een moeilijke tijd, ik wens het geen mens
toe.'
Na haar overlijden kwam Texel weer in
beeld. 'Mijn neef nodigde me uit voor een
weekje vakantie. Het was toen Oosterend
Present. Voor het eerst in vijftien jaar was
ik op vakantie. Toen heb ik Nel ontmoet. Gerard Timmerma
wil ik wel wonen. We hebben de hele
aanloop meegemaakt, de vergunningen,
grondperikelen en noem maar op. Als on
dernemer was ik gewend de daad meteen
bij het woord te voegen, maar bij de ge
meente werkt dat anders. Maar het komt
goed, het wordt bijzonder en erg leuk, al
les gelijkvloers, modern, energieneutraal
en alles wat we ons op woongebied kun
nen wensen. En we komen in een gezellig
hoekje.'
Is Oosterend in al die jaren veranderd?
'Ik ben 38 jaar van het eiland geweest en
was het wel wat ontgroeid. Vroeger kende
ik iedereen in het dorp. Dat is niet meer
zo. Maar ik kom wel veel mensen tegen
die zeggen: Héé Piet.'
De manier waarop Daalder zijn groente
winkel dreef was onnavolgbaar. Keihard
werken, wel honderd uur per week, maar
ook grossierde hij in kwinkslagen. Nog
steeds overigens. Nu niet meer onder het
werk, maar tijdens het pensioen waarvan
hij al jaren geniet.
JAREN ZESTIG
Het is niet makkelijk om anno 2013 in
een buitendorp als Oosterend een winkel
in de benen te houden. In de jaren zestig
was het niet anders. Piet Daalder kwam
in 1966 tot het inzicht dat hij van zijn
groentezaak op de hoek Verlorenkost-Pe-
perstraat zijn gezin niet meer kon onder
houden. Hij had de winkel van zijn vader
Simon Daalder overgenomen. Het was
de tijd dat het dorp een stuk of vijf krui
deniers had, meerdere bakkers, twee sla
gers en twee groenteboeren. 'Mijn vrouw
deed de winkel, ik zat met de ventwagen
alle dagen langs de weg. Van De Waal tot
Oudeschild en een stuk van de polder Ei-
erland. Zes dagen in de week. Ik heb dat
tot mijn 28ste volgehouden. Toen zei ik
tegen mijn vader: 'Hier kan ik de kost niet
verdienen, ik ga op zoek naar een andere
winkel." Ik kocht een zaak in Haarlem.'
LUST EN LEVEN
Met Daalder raakte het dorp niet alleen
een groenteboer kwijt, de plaatselijke
drumband verloor ook een enthousiast
tambour maïtre, instructeur en animator.
Daalder: 'Trommelen was mijn lust en
mijn leven. Na een jubileum van Excelsior
gaf de voorzitter me 500 gulden en zei:
"Richt daar een drumband van op." Eén
trommel kostte toen 375 gulden. Ik ben
er toch mee aan de slag gegaan. We be
gonnen met twaalf jongens. Ze trommel
den op hout van oude sinaasappelkisten
'Op mijn kassa stond: Vriendelijkheid kost
geen geld. Daar is geen opleiding voor'
dat ik met rubber hadden bespannen. We
hielden acties en na een jaar konden we
echte trommels, bouwpakketten, kopen.
Op ons eerste concours sloegen we op de
maat van tekens, niet van noten.'
VOOROP
'Na afloop kwam een jurylid naar me toe.
"Dit is zeker jullie eerste concours?" Hij
deed voor wat ik geslagen had. "Maar dit
staat er", wees hij me op accenten die ik
had overgeslagen. Ach, die kleine dakjes,
dat zal wel niets te betekenen hebben,
dacht ik. De man bleek tambour maitre
bij de Johan Willem Friso Kapel. Als ik echt
trommelen wilde leren, mocht ik hem bel
len. Zo heb ik het via de telefoon geleerd.
Uiteindelijk hadden we dertig tamboerlo-
éénrichtingverkeer. Dat was even moei
lijk, want klanten parkeren het liefst in
je winkel. Maar het kwam goed. In Haar
lem woonde best deftig, stijf volk, niet
geheel zonder kapsones. Dan kwam er
zo'n mevrouw uit Aardenhout en vroeg:
Heeft u voor mij 250 gram spinaage (uit
gesproken met een zachte g)Memorabel
is de anekdote over die klant bij wie zijn
voorganger hem na de overname introdu
ceerde. 'Ze stelde zich voor als 'Mevrouw
pers, allemaal in uniform. Op concoursen
speelden we in de hoogste afdeling. Mijn
vader zei wel eens: "Je bent veul te veul
met de drumband bezig." Maar als we
door het dorp gingen en hij stond aan de
kant, dan zei hij tegen omstanders: "Die
daar voorop loopt, dat is mijn zoon."
DEFTIG, STIJF VOLK
Daalder begon met zijn gezin aan een
nieuw bestaan in Haarlem. 'Het was een
gigantische stap voor zo'n dorpsjongen
als ik. In drie maanden tijd viel ik vijftien
pond af. Door het harde werken, maar
ook door de spanning. Het was een veel
drukkere winkel dan hier. Ik ging ook mijn
eigen handel inkopen. Op de dag dat ik de
winkel overnam veranderde de straat in
Rijks'. 'Daalder' zei ik. Ze dacht dat ze voor
de gek werd gehouden.'
LELYSTAD
'De zaak in Haarlem liep goed, maar hij
stond in een oude buurt en toen jonge ge
zinnen naar de nieuwbouwwijk trokken,
werd het minder. Toen heb ik de winkel
verkocht aan een tandarts. In 1978 ben
ik naar Lelystad gegaan. Daar woonden
toen 32.000 mensen en er zat één groen
teboer. Daar was de lijn opgaand en er
viel een goede boterham te verdienen. Er
kwam een leuk publiek. Veel Amsterdam
mers. Zij hebben een bepaalde humor en
dat paste me wel. Ik had daar een mooie
winkel, elke ochtend maakte ik er weer
een schilderij van.'
Foto's uit het plakboek tonen een fraai
verzorgde winkel met allerlei soorten
groenten en fruit. Het verraadt de per
fectionistische trekjes van deze werklus
tige ondernemer, "s Morgens om kwart
voor vier stapte ik uit bed en reed naar
Amsterdam om handel te kopen. Naar
de gross ie rsmarkt aan de Jan van Galen
straat. De één was gespecialiseerd in ci
trusvruchten, de ander in Hollandse verse
groenten en ga zo maar door. Ik had een
drukke winkel en kocht zomaar vijftig kis
ten sinaasappelen en soms wel honderd
kisten aardbeien. Ik had een verlengde
Mercedes met een laadbak waar drieën
eenhalve ton handel op kon.'
HONDERD UUR PER WEEK
'Rond half acht s' morgens was ik weer
terug in Lelystad en als het personeel om
acht uur kwam, dan had ik de wagen al