'Het zeewater bleef maar stijgen' WATERSNOODRAMP www.texelsecourant.nl DINSDAG 5 FEBRUARI 2013 De watersnoodramp van zondag 1 februari 1953 was vrijdag weer even heel dichtbij. De broers Co en Cor de Wolf, zestig jaar ge leden aanwezig in de Een- drachtpolder toen de dijk brak, brachten op indrin gende wijze in herinnering wat er die dag gebeurde. Kordaat optreden van Piet Smit uit De Waal redt zestig jaar geleden zijn leven. Smit gooit vanaf de Eierlandsche dijk een touw naar Martin Boogaard die in de vol water lopende Eendrachtpolder staat en organiseert daarna een menselijke keten. Diverse mensen, onder wie de nu 76-ja- rige Cor de Wolf, kunnen daardoor levend de polder verlaten. Afgelopen vrijdag blikte De Wolf tijdens een druk bezochtte herdenkingsbijeen komst in Kaap Skil in Oudeschild terug op de dag dat de dijk van de Eendrachtpolder breekt en zes Texelaars het leven laten. Die dag komen in Nederland in totaal 1836 mensen om het leven door de wa tersnoodramp. Grote delen van Zeeland, West-Brabant, de Zuidhollandse eilanden en de Eendrachtpolder op Texel lopen on der water. De Wolf stapt 's morgens als 14-jarige jongen in alle vroegte in De Waal in een TESO-bus om te helpen bij het behoud van de vier kilometer lange dijk van de Eendracht. Daarachter de 245 hectare grote polder met twee boerderijen (Zee burg en de Irene Hoeve) en een paar ar beiderswoningen. De mannen in de bus hebben geen idee wat ze te wachten staat. 'Er heerste een ontspannen sfeer en er werd zelfs gegrapt dat we het va derland zouden gaan redden.' In de Eendrachtpolder weten ze intus sen wel beter. Daar neemt opzichter Van Hoorn van de polders Eierland en de Eendracht zaterdagavond 31 januari om 18.00 uur al poolshoogte bij de dijk na waarschuwingen voor zware storm met een extreme stijging van het zeewater. De Wolf: 'Het verontrustte hem dat het wa ter niet zakte. Een uur na hoogwater was het water zelfs nog een meter gestegen.' Van Hoorn roept de dijkwacht bijeen en om 20.00 uur controleren dertien man nen met schoppen de dijk. Drie uur later zijn nog meer mensen in weer en wind bezig met zandzakken om de dijk te be schermen. Die is met een hoogte van 3,5 tot 4 meter boven NAP een van de laag ste stukken dijk langs de Waddenzee en hij verkeert in niet al te beste staat. In de storm wordt hard gewerkt om schade te herstellen, terwijl de zee alsmaar verder stijgt. volgens De Wolf om zodra ze de Een drachtpolder bereiken. De inzittenden, die naar Zeeburg worden gebracht, zien de aangevreten dijk en gaan meteen aan het werk. 'We vormden een groep van zes man, namen zakken mee uit de schuur en gingen naar een gat ten noorden van Zeeburg dat er lelijk uitzag. Er was totaal geen leiding, de dijk was doorweekt en achteraf bezien was het een zinloze ac- 'Stemming slaat om bij het zien van de dijk' Tussen 1.00 en 2.00 uur slaan bij Zeeburg de eerste golven over de dijk. Om 5.00 uur krijgen de bewoners van de polder het ad vies te vertrekken. Tegen die tijd zijn ze al druk bezig met de evacuatie van het vee. 'Thea van Strien, destijds vijfjaar oud en wonend op Zeeburg, kan zich herinneren hoe zij in een deken werd gewikkeld, in de cabine van een open vrachtwagen werd gezet waarachter drie koeien waren ge bonden. Zo ging men in het donker, huis en haard verlatend, naar boerderij De Halm waar familie woonde.' Tegen die tijd is op meerdere plekken op het eiland doorgedrongen dat het me nens is. De klokken luiden en bij onder meer het Wagejot en De Schans, andere bedreigde plekken, zijn tientallen mensen bezig het water tegen te houden. In Ou deschild wordt de coupure gesloten. TESO zet bussen in om helpende handen naar de Eendrachtpolder te brengen. In De Koog let een agent er volgens De Wolf op dat alleen mannen boven de 21 jaar in de bus komen, maar in De Waal is geen toe zicht waardoor ook Texelaars onder de 21 jaar meegaan. De opgewekte stemming in de bus slaat tie.' Dat het vee en de bewoners van Zee burg al in veiligheid zijn gebracht, is bij de groep niet bekend. De groep heeft het, zwoegend met zand zakken, niet direct in de gaten dat een eind verderop rond 8.15 uur de dijk het begeeft. Dat merken ze wanneer wacht meester Tromp met een rode zakdoek op het erf van Zeeburg staat te zwaaien. 'We zien paniek ontstaan. We zien de TESO- bus richting de Eierlandsche dijk rijden, gevolgd door rennende mensen. Ook wij raken in paniek, laten alles uit onze han den vallen en zetten het op een lopen. In het begin is de weg nog droog, maar na vijftig meter komen we in steeds dieper en sneller stromend water. Voor ons zien we de bus van de weg spoelen en ook wachtmeester Tromp raakt zijn motor kwijt. Worstelend tegen het watergeweld vechten we voor overleving met maar één gedachte; we moeten de Eierlandsche dijk bereiken.' Bij de gestrandde bus ziet De Wolf hoe Jan Koopman, één van zes Texelaars die om het leven komt, zijn schop naar bin nen gooit. 'Hij zei dat hij die anders ook nog kwijt zou zijn. Het waren vermoede lijk zijn laatste woorden.' De mensen die op de Eierlandsche dijk staat, moeten de gebeurtenissen volgens De Wolf als een horrorfilm beleven. 'Op korte afstand zien zij hoe mensen worstelen voor lijfs behoud in het woest kolkende water. Een aanvaring met een grote graszode van de dijk of een drinkbak van het vee kon al fa taal zijn.' Piet Smit, staand op de dijk, ziet intussen een stuk touw op een wagen van Zeeburg liggen, waarna het tot red dingvan onder andere De Wolf komt. 'We werden daarna korte tijd opgevangen in een huis naast hoeve Bern, waarna we met een open vrachtwagen naar De Waal werden gebracht. Daar kwam ik danig overstuur aan.' Er heerst grote onduidelijkheid over de vraag wie het niet gered hebben. 'Ik kan me herinneren dat 's middags dominee Jansen asgrauw bij ons binnen kwam en hakkelde dat ze IJska hadden gevonden.' Hij was toen hoofd van de school in De Waal. De Wolf besluit zijn verhaal met de opmerking dat het herdenken van de ramp recht doet aan de slachtoffers. 'En je toont begrip voor de nabestaanden die van de ene op de andere dag hun man, va der en kostwinner moesten verliezen.' Co de Wolf, de broer van Cor de Wolf, brengt het drama van zestig jaar geleden tijdens de herdenking voelbaar dichtbij met een algemene schets van de Neder landse samenleving in die tijd. De waters noodramp is niet alleen het gevolg van de noord westerstorm in combinatie met springtij, maar ook allerlei andere zaken spelen een belangrijke rol. De Wolf schetst hoe het land begin jaren vijftig bezig is met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, een laag voor zieningenniveau kent, verzuild is (waar door bevolkingsgroepen langs elkaar heen leven) en hoe de dijken elk nog hun eigen kleine besturen hebben en daar door vaak niet goed onderhouden zijn. 'Vloedbalken om coupures mee te dich ten bleken bijvoorbeeld vermolmd te zijn of waren tijdens de Tweede Wereldoorlog opgestookt en daarna nooit meer vervan gen.' De constructie van huizen laat even eens te wensen over, waardoor woningen instorten als het zeewater voorbij spoelt. Bij het KNMI in De Bilt hebben ze vol- om negen uur dicht gingen. De televisie stelde nog weinig voor en de radio zond uit tot twaalf uur 's nachts. Daarna klonk het volkslied en dan was het stil. Een me dewerkervan het KNMI heeft zaterdag 31 januari gesmeekt bij de radio om de uit zending na twaalf uur door te laten gaan, maar dat is niet gebeurd.' Al dan niet kordaat optreden van be stuurders vlak voor het breken van de dij ken speelt volgens De Wolf eveneens een belangrijke rol. 'In Brabant is een burge meester geweest die de ramp zag aanko men en zelf actie heeft ondernomen. Hij heeft de politie opdracht gegeven men sen 's nachts uit hun huizen te halen. Hij zei dat ze stenen door de ruiten moesten gooien om de bewoners te wekken en daarna moesten ze de bewoners zeggen dat ze weg moesten. Niet waarschuwen dat het water eraan kwam, maar wegwe zen. Dat was duidelijke taal om erger te voorkomen. Maar er waren ook bestuur ders die hun plicht verzaakten.' Loco-dijkgraaf Cees Mantel van hoog heemraadschap Hollands Noorder kwartier, verantwoordelijk voor de wa terkeringen op Texel, schetst tijdens de herdenking dat de zaken na de ramp in 1953 echt niet meteen in orde waren. Eind december 1954 moet de Eendracht polder bijvoorbeeld opnieuw worden ge- evacueerd, omdat het water weer over de dijk komt. Op 1 januari 1970 komt met de oprichting van Waterschap Texel 'Worstelen in kolkend water voor lijfsbehoud' gens De Wolf ondanks beperkte midde len ('satellieten voor waarnemingen van het weer zijn er dan nog niet') bijtijds in de gaten dat de zware storm en springtij een grote bedreiging vormen. Met name in verband met een zware depressie die al een paar dagen boven zee hangt. Daar door is ten noorden van Nederland een grote hoeveelheid zeewater opgestuwd en dat komt er in combinatie met de storm en het springtij allemaal tegelijk aan. Het zou in de nacht van 31 januari op 1 februari ook nog rond half vijf hoogwa ter zijn, dus veel ongelukkiger kunnen de combinaties niet zijn. Rampenplannen zijn er in die tijd niet en veel mensen in korte tijd waarschuwen voor de dreigende ramp is er evenmin bij. 'Mobieltjes had je nog lang niet. Je had telefoons en de verbindingen verliepen via handbediende centrales die 's avonds definitief een eind aan de verdeelde ver antwoordelijkheid over de dijken. Na het hoge water van 3 januari 1976 en het Texelse protest in Den Haag komt het tot aanleg van de huidige Waddendijk die de komende jaren over een lengte van 17 kilometer wordt versterkt. Dan moet de dijk in theorie sterk genoeg zijn voor een zeer zware storm of zeer hoge waterstand die statistisch gezien ééns in de vierdui zend jaar kan voorkomen. De bestuurder van Hollands Noorder kwartier legt een direct verband tussen de huidige bescherming van de dijken en de inzet die Willem Dijker, Redmer IJska, Jan Koopman, Dirk Kuip, Wieger Bernar- dus en Siebren Walsweer zestig jaar ge leden in de Eendrachtpolder met hun le ven moesten bekopen. 'Zij zorgen er nog steeds voor dat de dijken tegenwoordig goed worden beschermd.' kwamen bij de overstroming van de Eendrachtpolder. (Foto's Jer Herdenking van de zes Texelaar >ndagochtend 1 februar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2013 | | pagina 5