Een Texelaar die
op veel plekken
zijn sporen heeft
nagelaten
INTERVIEW
www.texelsecourant.nl
VRIJDAG 8 MAART 2013
STRATENMAKER VAN 'JAN STEERTJE' NAAR 'JAN STREETJE'
Als stratenmaker Jan 'Steert'Witte aan de Duykerdam in
Den Burg de deur uit stapt, dan loopt hij over de klinkers
die hij ooit zelf op zijn plek heeft gelegd. Ondanks de
mieren en andere bedreigingen, ligt het plaveisel er nog
net zo keurig bij als hij het een jaar of 24 geleden heeft
gemaakt. Donderdag vierde hij zijn zilveren jubileum bij
Westerlaken BV, aan het eind van deze maand gaat hij
met vervroegd pensioen.
laagje afschrapen. Drie jaar heb ik dat
gedaan. Dan gooide je de bak voor je uit
en trok hem naar je toe. Zo schraapte ik er
steeds een laagje van vijf of tien centime
ter af. Er kwamen van die cirkels te voor
schijn, restanten van oude woonvormen.
We hebben ook een graf gevonden met
de resten van een mens.'
De Graaf: 'Jan ontwikkelde zich tot een all
round medewerker.' Witte: 'Toen in janu
ari 1979 plotseling de winter inviel, waren
de wegen door de sneeuw onbegaanbaar.
Ik ben in opdracht van de gemeente met
de shovel gaan rijden en heb de wegen
schoongeveegd.' Hij liet zich ook inzet
ten voor sloopwerk. 'Ik heb geholpen bij
de sloop van de Bruinvisschool, het oude
Maartenhuis en ook het laatste huisje aan
de Groeneplaats, naast De Zwaan. Ook de
binnenkant van de Rabobank hebben we
gesloopt. Daar zat zo'n dikke muur in',
spreidt hij zijn handen. 'Daar hebben we
flink op in moeten hakken.'
Na hoogtijdagen waarin er werk in over
vloed is, is het nu in rustiger vaarwater
beland en proberen opdrachtgevers aan
nemers tegen elkaar uit te spelen ten
einde er een lage prijs uit te slepen. Maar
zo slecht als beginjaren tachtig is het nog
glimmen, Witte is niet alleen de rust zel
ve, maar ook rijkelijk bedeeld met een bij
zondere vorm van humor. Anekdotes over
geintjes die hij gedurende zijn loopbaan
maakte gaan over tafel. Niet allemaal ge
schikt voor publicatie, maar een paar mo
gen er wel naar buiten. Zoals de dag dat
hij zijn verjaardag vierde en op het werk
onaangekondigd met een doos taart
kwam aanzetten. De Graaf: 'Hij zette de
doos op een gleuf. Zijn collega's vertrouw
den het voor geen cent en dachten dat hij
er iets mee uit had gehaald. Geen van al
len durfden een gebakje te pakken. Witte:
'Maar ik had er echt niets mee uitgehaald,
ze kwamen zó bij de bakker vandaan, er
was niks mee aan de hand.' Hij kan er nog
smakelijk om lachen. Zijn 'ome' Jan van
Sambeek maakte hij eens aan het schrik
ken met de mededeling dat zijn baas hem
had ontslagen. Tegen Van Sambeek zei ik:
"Ik vroeg aan mijn baas waarom, want ik
deed toch niks..."
Op 1 april gaat hij officieel met vervroegd
pensioen. Dan is natuurlijk de vraag hoe
hij daarna zijn dagen gaat vullen. Wel
licht wat meer tijd voor zijn liefhebberij
biljarten, maar dat is zeker niet het enige.
Jan is multifunctioneel: stratenmaker,
kraanmachinist, sloper en nooit chagrijnig
lang niet. 'Op een gegeven moment was
er in het bedrijf geen werk meer voor mij.'
Hij belandde onder meer bij Drijver, waar
hij hielp met de aanleg van het kabelnet.
Maar toen de orderportefeuille bij Wes
terlaken na verloop van jaren weer beter
gevuld raakte, keerde hij terug op het
oude nest. 'Stratenmaker vind ik nu een
maal het leukst. En ik heb hier altijd met
veel plezier gewerkt. Zoals ze hier vroeger
voor kwaliteit gingen, doen ze dat nog
steeds. Als ik in het verleden een straat
je had gelegd en Hans (Westerlaken)
vond het niet goed genoeg, dan kon het
er weer uit. Dan leer je het vanzelf goed
werk te leveren.' Nog steeds als hij straat
werk ziet, ook al heeft hij dat jaren gele
den aangelegd, kan hij ervan genieten.
De Graaf: 'Jan is nooit een dag chagrijnig
op het werk verschenen. Altijd woord
spelen, grapjes en kwinkslagen.' De ogen
'Dan heb ik meer tijd voor mijn grootste
hobby: in mijn Mercedes rijden. Daar ben
ik helemaal gek van.' De Graaf, die niets
om auto's geeft: 'Jan rijdt een betere auto
dan de baas. Maar je hebt wel pech, want
nu hebben we net een Mercedes aange
schaft', doelt hij op een nieuwe bedrijfs
wagen. 'Dat loop je net mis.' Witte zal
zeker nog eens langs komen. De Graaf:
'Zeker op vrijdagmiddag, als we na het
werk met z'n allen een biertje drinken.'
Het laatste woord is aan deze markante
Texelaar met die bijzondere bijnaam, die
door zijn collega's is verhaspeld. 'Toen ik
hier kwam werken noemden ze me Jan
Steertje, maar tegenwoordig is het Jan
Streetje.'
Gera rd Timmerman
Een straat moet natuurlijk mooi rond lo
pen. Sjoerd Veenstra deed dat met een
rij', demonstreert hij hoe je op het oog de
ronding aanbrengt in het zandbed.
De Binnenburg, de Waalderstraat, de
Parkstraat zijn allemaal het werk van
Witte en ook de bult op de Groeneplaats
heeft hij helpen aanleggen. 'Dat was in
1987. Eddie Momberg had het ontwor
pen. Maar toen we aan het werk gingen
had hij de tekeningen nog niet klaar. "Be
gin alvast maar, de tekening komt later
wel", zei hij. Zo ging dat in die tijd. Maar
dat zou nu echt niet meer kunnen. Voor
dat we de schop in de grond steken, moet
eerst het papierwerk op orde zijn.'
Witte kwam ook bij menig particulier
over de vloer, voor de aanleg van straat-
da n ook, we deden het samen.'
De Graaf: 'Jan heeft de opkomst van de
tuintjescultuur meegemaakt. Witte: 'Er
was een tijd dat overal van die gewassen
grindtegels werden gelegd. Ons bedrijf
sterrein lag er helemaal vol mee. Van die
dingen van vijftig bij vijftig centimetere
en zeven dik. Niet te tillen. Als ik daar
mee een dag had gewerkt, dan was ik 's
avond kapot. Maar de volgende dag ge
woon weer aan de slag. Na de grindte-
Verhalen over de Borstenbuurt, de bielzentijd
en de opkomst van de tuintjescultuur
Een man de op veel plekken op het eiland
zijn sporen heeft achtergelaten. Overdre
ven gesteld kun je bijna geen straat tegen
komen of Jan Witte heeft er wel aan ge
werkt. 'Jan heeft bijvoorbeeld bij alle drie
de rotondes in Den Burg gestraat', vertelt
werkgever Erik de Graaf. In een ver ver
leden, toen de gebroeders Hans en Dirk
Westerlaken de scepter zwaaiden in het
bedrijf, werkten de twee samen aan het
fietspad door de Dennen. Jan Witte: 'De
tegels lagen in lintverband, maar daar
door vormden zich brede gleuven die ge
vaarlijk waren voor fietsers. Wij hebben al
die tegels in opdracht van Staatsbosbe
heer halfsteens gelegd.'
gels kreeg je cobblestones. Van die mooie
kleine steentjes. Eerst die van elf bij elf
bij zeven centimeter en later van tien bij
tien bij zes. Die waren een stuk beter te
hanteren. Tegenwoordig heb je van alles.
Ik denk dat we hier wel honderd verschil
lende soorten stenen hebben liggen. De
mode verandert snel, dus je laat het wel
om grote voorraden in te kopen.
Het beroep van stratenmaker heeft de
naam slopend te zijn voor het lichaam.
'Het is zwaar, zeker vroeger toen er nog
weinig machinaal ging. Belangrijk is wel
hoe je tilt en dat je goeie, warme kleren
aan hebt. Ik deed in november de lange
onderbroek aan en pas in april ging hij
weer uit. Maar ik zie wel collega's op hun
knieën met zo'n blote rand op hun rug.
Dat is slecht voor je donder.' Witte oogt
niet als een versleten zwoeger die aan
het eind van zijn Latijn is. 'Machines heb
ben het werk een stuk lichter gemaakt.
Voorheen gebruiken we de JCB, zo'n trek
ker met een kraan er achter. Maar die had
veel ruimte nodig. In 1987 kochten we als
eerste een minikraan. Die kan praktisch
overal komen. Die zware banden hoefje
niet meer te tillen, al moetje als straten
maker natuurlijk nog steeds op je knieën.'
Net zo makkelijk stapt Witte zelf op de
kraan. Al tijdens de aanleg van de Krake
ling in Den Burg, de wijk die in de jaren
tachtig in Noordwest werd gebouwd. In
de bodem bleken allerlei resten uit de
prehistorie te zitten. De Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB)
waster plekke om deopgravingen in kaart
te brengen. 'Ik zat op een draadkraan en
moest van de ROB de grond laagje voor
Witte kwam in 1975 in dienst van de
firma Westerlaken Zonen, toen op
richter Gerrit Westerlaken aan het hoofd
stond. 'Ik ben begonnen als opperman.
Mijn eerste klus was de aanleg van de
Boogerd. Het was in de bielzentijd. Die
houten balken werden gebruikt voor af
bakening van perken en plantsoenen. Ik
hielp om die gevaartes op hun plekte leg
gen, maar ook bij het banden zetten en
andere werkzaamheden. Ben Witte, mijn
neef, was toen de stratenmaker. Van hem
heb ik veel geleerd. Later hebben we de
Noordwester aangelegd. Aan de Duinreep
moesten we zoals dat heet omhoog stra
ten, want je had daar rond de bomen van
die 'pukkels'. Stratenmaker Jaap Schrama
bedacht toen de naam Borstenbuurt.
Sommige mensen wisten niet waar het
vandaan kwam en hadden er heel andere
gedachten bij.
De Graaf: 'Jan heeft het zich allemaal
zelf aangeleerd.' Witte: 'Ach, van het een
kwam het ander. Het belangrijkste is een
goeie ondergrond. Een stevig, dik zand
bed. Goed aantrillen en goed vlak maken.
jes, terrasjes en pleintjes en ander plavei
sel. 'Tegenwoordig hebben ze allemaal
van die tuingidsen waar allerlei kant-en-
klare ontwerpen in staan. Maar die had
je voorheen niet. Toen keken ze ons aan
of wij iets wisten. Ik vond het leuk om
patroontjes bedenken voor de mensen
en Hans en Dirk Westerlaken hadden ook
veel ideeën. Mensen kwamen ook zelf
met suggesties. Dat ze bijvoorbeeld een
rondje onder de tafel wilden. Ik wees ze
er dan op datje dat niet ziet, maar wel als
je aan weerskanten van de tafel van die
bolletjes maakt. Ik vond het ook leuk om
hier op zaterdag te zijn. Dan kwamen er
allemaal mensen langs, met vragen of die
stenen wilden kopen. Daar zat dan weer
werk aan vast. Atty Westerlaken was er