IJSVERMAAK OP NIJENBURGH
KINDERHOEKJE
4
Een winteridylle anno 1955 in Heiloo, waarbij moraal
in de staart zit, die natuurlijk weer voor Uw
buren is bestemd en niet voor U
b
a
r
e
b
1
a
a
r
b
e
n
d
e
r
b r
a
n
d
w
e
e r
f
1
u
w
e
e
1
s
t
e
e
n
e
t
r
1 p.
1. naam van een dag van de week.
2 p.
UITKIJKPOST
14 JANUARI 1955
Zondagmiddag ben ik sterk geweest. Het
bloed kruipt waar het niet gaan kan en
ik kon het niet laten, hoewel mijn kin
deren en kleinkinderen mij bezworen heb
ben het niet te doen. Ze namen daarop
afscheid van me, hetgeen achteraf niet
nodig bleek. En zo scharrelde ik op weg
met mijn oude, handgesmede rondrijder-
tjes onder mijn arm. Ik had er altijd, best
Op gepast en ze zagen er dan ook nog
knap uit. Héél wat anders dan die mo
derne barrelen van roestvrij staal, waarop
die snotneuzen van tegenwoordig (v) rij en!
Maar over die snotneuzen straks.
Waar toog die oude kerel heen, denkt U?
Vanzelf naar de plaats waar hij vijf en
zestig jaar geleden de eerste adembene
mende krabbels op het gladde ijs waagde,
aan de hand van zijn grootvader, die het
daar ook had geleerd: de vijver vanNijen-
burgh. Ik zal maar niet beginnen met
van die tijd te vertellen, hoewel mij dat
moeite kost. Nou ja, de tijden zijn ver
anderd en in die dagen was Heiloo nog
een plaatsje van 1000 inwoners. Maar
mevr. Van Forecst van de plaats schonk
chocolademelk voor alle kinderen.
Nou, daar stond ik dan aan de vijver,
tegenover het V itte Huis, en het was een
lieve lust om dat jonge goedje te zien
krabbelen. Er gaat dan heel wat in een
oud mens om; ik vroeg me af of ik er
nog wel aan zou beginnen en niet liever
naar huis zou gaan, om thuis achter de
kachel te mijmeren over het verleden.
Wat zouden ze me thuis gehoond heb
ben! Dan merk je, dat zo'n oude kerel
nog puur stossig is en met de moed der
wanhoop bond ik onder bij het „Henge-
laartje", zoals we vroeger zeiden.
Thuis hadden ze gezegd: „Zo'n ouwe
vent kan nog wel rijden, maar niet meer
vallen", hetgeen me precies te binnen
schoot toen ik klaar was met opbinden,
waarvan ik overigens al aardig zweette.
Maar er was geen keus meer: ik moest.
Enhet ging best. Of dat vallen best
ging ben ik niet aan de weet gekomen,
maar dat rijden ging als van ouds. Niet
zo hard vanzelf, maar precies zoals ik
dat in mijn hoofd had. En het weer was
zo zacht, dat de jas er op een end bij uit
moest en daar zwierde ik in mijn col
bertje. Als oude mannen dat zo iedere
dag konden doen, was het geen kunst om
honderd jaar te worden. Hetgeen een slag
zou zijn voor Vadertje Drees!
Of het nou komt doordat ik me als groot
mens op de vijver gewaagd had, (in mijn
overmoed) en dus het slechte voorbeeld
gegeven had, weet ik niet. Misschien
kwam het ook omdat de ijsbaan, waar we
zo trots op zijn, dicht was, maar zo
lenigics an werd het drukker en drukker
op die Vijver. Er was voor de kinderen
zoveel niet meer aan en zelf ben ik maar
weer aan de kant gaan staan (met mijn
schaatsen weer onder mijn arm). Hele
horden snotneuzen, die best de polder in
konden pp de slootjes, waren aan het
rondrennen of aan het krijgertje spelen.
Dat is toch bepaald een gemis aan goede
smaak. Gelukkig werden ze er later afge
stuurd, maar het waren net vlooien: ze
kwamen steeds terug. Het ijs scheurde
op vele plaatsen, het water kwam er op
en het zag er lang niet ongevaarlijk uit,
zodat ik blij was, dat er een meneer
kwam, die de groten en de opgeschoten
lummels eraf stuurde.
Nu moet U niet denken dat ik d,it stukje
geschreven heb om U te laten weten hoe
flink ik nog ben op mijn ouwe dag. U
kent mij immers toch niet! Want ik was
heus blij toen ik de vaste wal weer onder
de voeten had. En daar ik eerlijk (en
h e e r 1 ij k) gereden had, maar fatsoens
halve nog niet naar huis kon, heb ik eens
op mijn gemak rondgekeken. Dat mocht
vast wel!
En wat ik toen gezien heb, heeft zo mijn
verontwaardiging opgewekt, dat ik het U
moet schrijven. Die ijspret moet voor de
mensen, die in het Witte Huis wonen, een
ramp zijn. Niet als de kinderen daar rij
den, maar die groten en die opgeschoten
jongelui.
Overal voor en achter het huis stonden en
lagen allerlei fietsen. Zou U dat prettig
vinden in Uw tuin? Bèstelauto's en andere
auto's stonden tot vlak bij het huis. Alles
vloog met of zonder schaatsen aan door
de rozenbedden, om van de voorvijver in
de achtervijver te komen en omgekeerd.
Alle jongens schenen met een stok in hun
handen te moeten rijden en als ze er een
wilden hebben, braken ze die eenvoudig
uit de beplanting. En overal liepen men
sen: vaders en moeders en jonge paartjes,
die voor en achter het huis met welge
meende belangstelling door de glazen
loerden. Tot slot kwam er nog een be
kende ijscoman uit het dorp, die zijn wa
gen met heerlijkheden ongevraagd vlak
voor het Witte Huis aan de Vijver plaat
ste en daar zijn uitverkoop begon. De
kroonkurken en de papiertjes van de cho
coladerepen kwamen (tot dank voor het
aangenaam verpozen) op de grond te
recht. Ook deze man zag ik wegsturen.
Terecht.
Er werd verteld, dat de Rijkspolitie opge
beld was met het verzoek om orde te ko
men scheppen. Jammer dat zo iets nodig
is. Maar hoe dan ook, die politie kwam
niet. Dat heb je als er geen gemeente
politie meer is!
Neen, dat was anders in mijn tijd. Wij
waren geen snars braver en deden ook
zelden wat ons thuis geleerd was. De tij
den heb ik zien veranderen. De mensen
hebben het allemaal beter gekregen, daar
kon ik U óók nog wat van vertellen.
Maar diezelfde mensen lijken wel nergens
eerbied meer voor te hebben, niet voor
andere mensen, niet voor liet erf van an
dere mensen, niet voor de natuur.
Wat dat betreft, zijn we armer geworden
en ik hoop nog te mogen beleven, dat
onze vakverenigingen, die zoveel zegen
rijk werk voor ons hebben gedaan, ons
ook die rijkdom nog geven, waarop niet
alleen iedereen recht heeft, maar waar
van we allemaal gelukkiger mensen wor
den.
Het zal wel niet voor U gelden of voor
uw kinderen, maar wijs er uw buren eens
voorzichtig op Als iedereen het tegen zijn
buren zegt, hoort iedereen het.
Ik heb me een beetje geschaamd toen ik
weer naar huis gescharreld ben. Toen ik
de noordelijke oprijlaan afliep en nog
eens omkeek (wat een prachtlaan!) zag
ik een bordje: Verboden Toegang. En
toen ik, naar Heiloo gaande, voorbij de
zuidelijke oprijlaan kwam, was daar een
bordje met hetzelfde opschrift. Ik kreeg,
zo oud ik ben, een kleur en dacht: „Voor
mijn goede naam als oude Heilooër hoop
ik niet dat ze me gezien hebben." Maar
ik dacht toch, dat zo'n ijscoman het wel
had kunnen lezen, want die was toch niet
op de schaatsen op de plaats bedaard!
Een héél oude Heilooër
(van goede naam en faam).
SCHAKEN.
„OPPOSITIE"
Hier volgt de partij LigthartBreeuwer,
gespeeld in de onderlinge competitie.
Wit L,. Zw. Br. Schots.
1 e4 e5, 2 P13 Pc6, 3 d4 ed4: 4 Lc4
(ontwikkeling voor alles, d4 loopt niet
weg) h6. (Dit hoekjessehuiven is niet aan
te bevelen als het niet noodzakelijk is.
Verzwakt de koningsvleugel). 5 00 d6,
6 Pd4: Pe5, 7 Lb3. (De sterke loper
blijft op 7 gericht). Pf6, 8 f4 Pg6, 9
Pf3 Le7 (Pe4: zou Zw. niet goed be*
komen). 10 f5 Pe5, 11 Pe3 0—0
12 Lf4 Pc6, 13 a3 (verhindert
Zw. Lb3 af te ruilen). Kh8 (het is niet
duidelijk wat Z. met deze zet beoogt). 14
Dd2 Pg8 (het zwakke punt h6 behoeft al
bescherming. Zie opm. bij Zw. 4e zet). 15
Pd5 Lf6, 16 c4 Pc5, 17 Tadl Pf3:, 18
Tf3: Le5, 19 Th3 Lf4:, 20 Df4: c6, 21
Pe3 Db6 (pent Wits paard en valt zijn
loper aan. Maar Zwart heeft te weinig
bewegingsvrijheid voor een aanval). 22
Td3 Ld7, 23 Kfl Tad8, 24 Pg4 f6 ('t
wordt menens), 25 Ph6: g5 (gh6:, 26
Th6:f Ph627 Dh6:f Kg8, 28 c5f),
26 Dd6: Ph6:, 27 Th6:f Kg7, 28 De7f
geeft op (mat in enige zetten!)
Er wordt vlot gespeeld in de wintercom
petitie. Ongetwijfeld is dit voor "n groot
deel te danken aan de voortreffelijke
leiding. Enige uitslagen:
BastiaanseTer Maat 01
BreeuwerMeijer 01
LaasAlleman 01
SwartKoelemij 01
KeppelDe Groot 1/2Vs
WoutersenLigthart en AllemanBur
gert afgebroken.
Volgende maal enige commentaren.
„Schaak lust" neemt geen vrede met de
Eerst de oplossingen der puzzles van 24
December.
1. Zig-zag.
De gevraagde letters van 6 woorden wa
ren: vlegel, klaver, kansel, nieuws, Zwol
le, zwijger, renner, oorlog, Zondag, wel
kom, kapper, ladder, kerker, duiker,
schaap, schoof, sigaar, tomaat, piloot,
kroost.
Op de zigzag-lijn: gaan we nog op de
schaats?
2. De som met Romeinse getallen:
22 maal 36 maal 54 gedeeld door 18
maal 72 maal 33 is 1.
3. Het kruisraadsel:
0
P
7. hij bakt niet alleen brood 3.
8. duel 3.
9. mooibruine noot 3.
10. hij denkt alleen om zichzelf 3.
11. knorrepot 3 (i).
12. 6 Januari 4.
13. naam van een onzer prinsessen 3.
14. menu 2 (s).
15. heide, plaats in Z.O. Drente 3.
16. knaagdier met dikke staart 2.
17. tijd van de herfst 2.
18. bloem 2.
Onder elkaar geplaatst, geven de le en 4e
rij der letters een zin. Welke?
Volledig oplossen! 18 woorden en de zin.
3 p.
II. Als iemand pter week f63 verdient,
hoeveel verdient hij dan in 9 maanden?
III. Blokraadsel.
En nu de nieuwe opgaven:
I. Lettergrepenraadsel.
Hier zijn 51 lettergrepen, waarvan 18
woorden gemaakt moeten worden met de
aangegeven betekenis; de cijfers achter de
verklaringen geven het te gebruiken aan
tal lettergrepen aan: bak, ca, den, dent,
der, drie, e, e, eb, eek, en, ge, ge, gen,
gic, go, grim, ha, hoorn, i, i, ist, jaar,,
kaart, kei, ker, klap, ko, koek, lijk, mo,
na, ne, nin, noot, on, pre, re, ri, roos!,
rij, se, si, spijs, ter, twee, tij, vecht,
voud, wiel, zei.
1. het is niet te doen 4.
2. hoofd van een republiek 3.
3. tuingereedschap 2.
4. tegenover meervoud 3.
5. fietser 3.
6. tijden van laag water 3 (e).
Horizontaal: Naam van een weg in Hei
loo.
Verticaal:
2. roofvis.
3. Noach woonde er in.
4. lang en dun.
5. weer een dag van de week.
Oplossingen komen in de krant van 28
Januari en worden uiterlijk 25 Januari
ingewacht.
Correspondentie. Annie P. Welkom als
oplosster.
Annemarie. Je hebt gelijk, aan alles komt
een eind. Blij dat je tevreden was met
je prijzen. Maar we zullen je wel mis
sen!
arbitrage van de 3 afgebroken partijen
U/2 1 VA Maar „Oppositie" behoeft niet
in te stemmen met het remise-verklaren
der partij aan het 2e bord. Termaat staat
hierin op winst!
Meijer mist zijn das! Kan een der club
leden ook enige opheldering geven?
DAMCLUB „HEILOO"
Beide koplopers verloren
Hieronder volgen de uitslagen van de
onderlinge wedstrijd, gehouden op Don
derdag 6 Januari. Ditmaal zijn de uitsla
gen van de koplopers (van het le tiental)
wel zeer verrassend. A. Dekker en J.
Sprenkeling verloren namelijk van resp.
C. v. Lieshout en A. Sprenkeling Jr.
J. de GeusJ. Slijkerman 11
C. de GraafC. Adrichem 20
A. Sprcnkeling Jr J. Sprenkeling 20
A. DekkerC. v. Lieshout D2
Afgebroken partij C. v. LieshoutC. de
Graaf 0—2.
De stand is thans als volgt:
J. Sprenkeling
12
7
3
2
17
A. Dekker
12
5
6
1
16
C. de Graaf
8
6
2
0
14
J. de Geus
11
4
6
1
14
C. v. Lieshout
11
3
4
4
10
A. Sprenkeling Jr.
9
3
3
3
9
J. Slijkerman
10
2
2
6
6
C. Adrichem
6
1
1
4
3
H. Verver
9
1
1
7
3
C. Bijwaard
4
0
0
4
0
De uitslagen bij het
2e tiental
waren
OudSpaans
KroonSnel
v. d. WerfGroenenboom
HelderSluisman
3e tiental:
v. d. BlbmHofman
SmitG. Bruin
KrooneSwart
KrelageKeuning
"AllemanUrsem
0—2
0—2
1—1
1—1
1—1
0—2
2—0
2—0
afgebroken
EEN KIJKJE IN EN OM HET
KRANTENBEDRIJF
Interessante lezing, die meer belang
stelling verdiende
De causerie over het krantenbedrijf, welke
onze plaatsgenoot de heer G. M. A. Die-
mont j.I. Maandag in „De Rustende Ja
ger" alhier hield, had een aandachtig ge
hoor. Spreker begon met een historisch
overzicht te geven van de drukkunst en
ging daartoe terug tot de 14e eeuw, toen
men enkel het z.g. blokboek vervaardigde.
De vaste blokletter leidde ten slotte tot
de losse letter, die het onberekenbaar
voordeel zou verschaffen om dezelfde let
ter telkens opnieuw te kunnen gebruiken.
Het duurde meer dan een eeuw voordat
deze letters in dienst van de krant konden
worden gesteld. Hoge financiële lasten
stonden de ontwikkeling van het kranten-
bedrijf aanvankelijk in de weg. Eerst na
de opheffing van het dagblad- en adver
tentiezegel (1 Juli 1869) konden da bla
den zich in elk opzicht ontwikkelen.
Na deze inleiding werd het gesprokene
toegelicht met een groot aantal foto's en
kreeg men o.a. een indruk van het zetten,
opmaken, corrigeren en verschillende an
dere werkzaamheden, die in de drukkerij
van een krant worden verricht en werd
tot slot een duidelijke voorstelling gege
ven van de wijze waarop ons papier uit
hout wordt vervaardigd.
Na de pauze vertoonde spreker een film
strook van de gang van zaken op het Al
gemeen Handelsblad. Wat wij hoorden
en zagen was imponerend en gaf een hel
dere kijk in genoemd bedrijf. Ten slotte
werd nog enige tijd stil gestaan bij het tot
stand komen van de letters, waarbij er
op werd gewezen, dat het ontwerpen van
nieuwe lettervormen niet zo maar een gril
is van de een of andere ontwerper, doch
moet gezien worden als een cultuurdaad,
even spontaan en noodzakelijk als het
componeren van muziek, het maken van
een schilderij of het schrijven van een
roman.
Nadat ook de inkt- en letterrollen de re
vue waren gepasseerd, werd nog een uit
eenzetting gegeven van het werk op het
redactiekantoor en de afdeling der ad-
ministeratie, waarbij duidelijk naar voren
kwam, dat het krantenbedrijf veelomvat
tend is. doch daarnaast ook een grote le
vensvreugde biedt aan hen, die blijken
hier op hun plaats te zijn. „Het eist de
volle mens enliefde voor het werk
Waardoor een band ontstaat, die hecht
en sterk is Opdat men kan voldoen aan
de eis van onze tijd Een vak, dat naast
veel zorg ook dagelijks weer verblijdt"
aldus eindigde spreker.
De aanwezigen, helaas een gering aantal,
hebben te zien gekregen hoe hun dage
lijkse of wekelijkse courant pot stand
komt. Voor de leek was deze lezing zeer
interessant en zeer overzichtelijk en de
manier waarop de spreker het onderwerp
besprak, zeer prettig. Mogelijk, dat op
ander terrein de heer Diemont nog eens
in eigen omgeving een soortgelijke avond
verzorgt.