Doeschot-Rosenbauer b.v.
siïS
Brandweermaterieel aan de lopende band
meer
Elke
brandweerman
droomt van
een „mooie"
uitslaande brand
Een
brandweerwagen
is rood
en maakt een
hoop lawaai
maar er is
1 JUNI 1975
UITKIJKPOST
I-
maakt saelle ontwikkeliag door
i
"W-s//"
z
loals vrijwel alles in onze huidige
naatschappij een steeds snellere ont
wikkeling doormaakt, zo is het zeker
.pk met de evolutie van het totale
irandweerwezen. De wat aandoen-
ijke brandweerwagen met de water
ank en handpompbediening die te
ien is in het Nationaal Brandweer-
huseum in Ilellevoetsluis is in geen
nkel o[)zieht meer te vergelijken met
zat er momenteel aan preventie-,
jlus- en hulpverlenings-materiaal
zordt vervaardigd. Vooral do laatste
;0 a 15 jaar is de evolutie op dit ter-
jein in een razendsnel tempo gegaan;
jen tempo dat door Doeschot-Rosen-
auer in Hippolytushoef niet alleen
ardig is bijgehouden maar men heeft
j Ier zelfs kans gezien om in enkele
|aren tijds een groot marktaandeel in
lederland en ook vèr daarbuiten te
êrwerven.
Ir komen opdrachten uit Italië, Po
rn, Tsjechoslowakije, Noorwegen en
Denemarken, maar evenzeer uit alle
elen van Nederland. Zo heeft men
nlangs de vererende opdracht van
,e Beroepsbrandweer uit Amsterdam
f ekregen om 7 voertuigen te leveren,
sen opdracht die nog een levering
ffen 9 voertuigen in 1976 ten gevolge
;an hebben.
IliilpverleniiigKwagen vaar lleilaa
De gemeentelijke brandweer in Hei-
»o heeft bij Doeschot-Rosenbauer
èn zogenaamde „hulpverleningswa-
fen" in bestelling, een wagen die over
nkele dagen gereed kan zijn en waar
tien alles op en aan zal kunnen bren-
;en om in elke noodsituatie paraat
e zijn.
'ooral de hulpverlening en brand-
ireventie nemen in het brandweer-
?ezen een steeds grotere plaats in.
let toenemend aantal verkeersonge-
allen, waarbij de hulp van de brand
weer wordt ingeroepen, maar ook de
preventie in grote gebouwen en voor-
1 bij de chemische industrie neemt
teeds grotere vormen aan.
'■o heeft Doeschot-Rosenbauer b.v. bij
tkzo-Chemie in Delfzijl op een meta-
ol verladings-plateau 2 torens van 11
I' j; leter hoog gemonteerd waar 2 water-
i anonnen elk zonodig 5000 liter water
per minuut kunnen s[>uiten. Kanonnen
;.jie op een afstand van 500 meter via
j moppen bediend kunnen worden in
>lke gewenste draairichting. Metanol
is oplosbaar in water maar in dè che-
nische industrie komt men nog wel
oor andere problemen te staan.
Vater is allang niet meer het enige
i dusmiddel.
I pe verzekeringsmaatschappijen wer-
j en een goede brandbeveiliging ge-
I akkig in de hand en dat is vooral hij
I j ie chemische industrieën van levens-
I i felang
Heel moeilijker ligt de zaak bij het
I lervoer van de miljoenen tonnen ex-
j'ilosieven die over de grote wegen en
i wateren worden vervoerd. In heel
j lederland moet de brandweer ook
P dit punt altijd paraat zijn om di-
j eet in te grijpen. Hun uitrusting
moet volledig zijn aangepast om ram
pen te voorkomen en via communi
catie-middelen moeten ze „hulptroe
pen" uit de omgeving kunnen oproe
pen. Het boerderijbrandje van vroe
ger heeft hier allemaal weinig meer
mee te maken. Hier komt nog bij dat
het hele wagenpark van de brandweer
volkomen aangepast moet zijn aan
allerhande situaties die zich in Ne
derland kunnen voordoen.
We noemen alleen maar even de vaak
smalle wegen, heuvelachtige terrei
nen, gemeenten waar het water
schaars is en bovendien moet men
zich vooral in kleine gemeenten vaak
behelpen met één wagen, waarin alle
mogelijkheden geculmineerd kunnen
worden.
„In Nederland is een fabriek van
brandweermaterieel dan ook meer
een maatkleermakersbedrijf dan een
confectiebedrijf", aldus de verkooplei
der van Doeschot-Rosenbauer, de heer
G. van Eyk uit Heiloo. „Er gaat ook
heel wat aan vooraf. In dit vak ben je
beslist geen marskramer in brand
weermaterieel. Je moet allereerst
technische kennis bezitten en goed op
de hoogte zijn van alle blusmetho-
dieken, de verschillende soorten voer
tuigen en alles wat hier bij komt. Je
bent meer een vertrouwensman en ad
viseur.
De procedure die aan de verkoop
vooraf gaat kan ook zeer langdurig
zijn. Je hebt met diverse instanties
te maken voor de zaak rond zit, zoals
b.v. de gemeenteraad.i Gedeputeerde
Staten, de Distrikts-Inspektie die o.a.
ook toezicht houdt op de bouw en niet
te vergeten de plaatselijke brandweer
die alle wensen vanzelfsprekend naai'
voren kan brengen. Deze procedure
kan zeer veel tijd kosten waarbij we
meermalen niet in maanden maar in
jaren moeten rekenen. Het ligt er
veelal ook aan wat er bij een plaat
selijke gemeente bovenaan de urgen-
tielijst staat.
Bij vrijwillige brandweerkorpsen ligt
de zaak vaak eenvoudiger dan bij be
roepskorpsen omdat de personeels
lasten hier vrijwel miniem zijn. Bij de
beroepsbrandweer stijgen deze perso
neelskosten vaak vèr boven de mate-
rieelkosten uit. In Nederland hebben
we zo ongeveer 25.000 vrijwilligers
en ik heb voor deze mensen veel res
pect. Zij studeren en oefenen met een
enthousiasme alsof het hun beroep
is. Dag en nacht staan ze paraat:.
Lichamelijk moeten ze ook nog in een
opperbeste konditie zijn want de keu
ring is bijzonder zwaar.
Heiloo
In Heiloo telt het gemeentelijk brand
weerkorps 23 man. „Dit is beslist te
kort" zegt brandweercommandant P.
A. C. Nieuwpoort. Als één van de 'be
langrijkste oorzaken wijst hij het slo
pen van alle huizen in het centrum
aan. „Daar hadden we veel van onze
mensen zitten, maar die zijn nu alle
maal weg". Blij is hij zeker met de
nieuwe hulpverleningswagen die na
aankomst in Heiloo volledig wordt
uitgerust met brancards, dekens en
met al wat maar nodig is om in nood
situaties direct |iulp t.e kunnen ver
lenen In de ruime brandweerkazerne
staan al een Trekker-Mansehappen-
wagen met een groot vermogen pomp
en een Tankautospuit.
Brandmeldingen komen er ongeveer
zo'n 30 per jaar en het merendeel van
deze meldingen loopt gelukkig met
een sisser af. Toch moet zo'n korps
paraat blijven. Elke dinsdagavond
wordt er geoefend, er zijn wedstrij
den en er worden cursussen gevolgd
waardoor een aspirant-brandweerman
het via diverse diploma's tot hoofd
brandwacht kan brengen. Voor het
geld hoeven ze dit niet te doen want
de vergoeding die deze mensen krijgen
scheelt per rang een paar luttele
kwartjes volgens de uitlatingen van
de heer Nieuwpoort.
Het is gewoon het enthousiasme dat
deze mensen bijeendrijft in dit wel
heel speciale vak dat door hen naast
de gewone dagtaak wordt uitgeoe
fend. Vroeger kwam men na afloop
van oefeningen of het blussen van een
brandje nog wat gezellig bijeen in een
stamcafé waar, naarmate de binnen
brand met bier werd overgoten de
verhalen steeds sterker werden. Mo
menteel beschikken de meeste kazer
nes over een eigen kantine, eigenlijk
meer een sociëteit waar in een gezel
lige sfeer heel wat belangrijke zaken
worden doorgesproken.
Ook regionaal bekeken raakt men
steeds meer op elkaar aangewezen.
Men kan elkaar ook dringend nodig
hebben en zo wordt er uitgekeken
naar centrale posten van waaruit men
bij rampen in ijltempo kan optreden.
De heer van Eyk, in Heiloo bij velen
beter bekend als voorzitter van de af
deling voetbal van de S.V. De Fo
resters; spreekt met zoveel enthou
siasme en respect over het werk van
de vrijwillige brandweerkorpsen dat
de vraag bij me opkomt of hij soms
ook in dit korps thuishoort, een vraag
die hij lachend maar zeer beslist moet
ontkennen.
De heer J. G. Doeschot is in dit op
zicht beter bekend, een fervente
brandweerman die in Alkmaar een
grote reputatie heeft verworven als
brandweerkommandant.
Een aantal jaren terug begon de heer
Doeschot, directeur van een machine
fabriek en constructiebedrijf, in Alk
maar op bescheiden schaal met het
vervaardigen van brandweervoertui
gen. Op een gegeven moment kwam
hij in kontakt met de firma Rosen-
bauer, één van de oudste speciaal-
fabrieken op brandweergebied in
Oostenrijk, met vestigingen in Oos
tenrijk, Italië, België, Perzië en nog
legio vertegenwoordigingen in alle de
len van de wereld.
De grootste fabriek van Europa met
een enorm pompenprogramma.
In Nederland maakte Doeschot van
dit scala van mogelijkheden graag ge
bruik en de verkering Doeschot-Ro
senbauer werd in 1968 omgezet in een
serieuze verloving. Rosenbauer par
ticipeert nu voor een klein percentage
in de fabriek te Hippolytushoef en
omgekeerd kan men gebruik maken
van de komplete know-how in Oosten
rijk. De fabriek in Alkmaar werd al
gauw te klein en ook in Hippolytus
hoef, waar men naar toe verhuisde,
vond al tot drie keer toe een flinke
uitbreiding plaats. Sinds het vertrek
naar Hippolytushoef, nu 5 jaar gele
den, is' men ook de carosseriebouw
ter hand gaan nemen. Het totale voer
tuig wordt nu in één hand gebouwd.
„Daarmee aanvaarden we ook de
totale verantwoordelijkheid", aldus de
heel van Eyk. Een verantwoordelijk
heid die niet mis is te verstaan in een
tijd waarin chemische fabrieken als
paddestoelen uit de grond rijzen; fa
brieken die mensen met levensge
vaarlijke ladingen de weg en de vaar
wateren opsturen. Over alle gevaren
die zich zouden kunnen voordoen zo
als b.v. ontploffingen en het zich ver
spreiden van giftige gassen moet je
maar niet te veel nadenken want dan
zcu je geen rustig uur meer kunnen
slapen. Deze zorgen laten we graag
over aan mensen die hun verantwoor
delijkheid ten opzichte van deze ge
varen kennen. Een belangrijke taak
in onze gemeenschap.
Doeschot-Rosenbauer bouwt ook
veel beveiligingsinstallaties, vooral
voor de Petro-Chemische Industrie.
Zo worden er o.a. sluisbeveiligingen
gemaakt. „Sluizen zijn kunstwerken
die vaak honderden miljoenen kos
ten", aldus de heer van Eyk. „Ze wor
den bescherrpd met o.m. schuim/wa
terkanonnen die via speciale appara
tuur op afstand bedienbaar zijn.
Het aantal verschillende soorten
voertuigen, pompen, motorspuiten,
preventie en hulpverleningsmiddelen
dat door Doeschot-Rosenbauer gele
verd kan worden is zo groot en veel
omvattend dat je hier alleen al een
boek over zou kunnen schrijven.
Zo zijn er b.v. Tank- en schuimblus-
voertuigen, Crashtenders, die op
vliegvelden worden gebruikt om in
noodsituaties schuimbanen te leggen
als ei- een buiklanding moet worden
gemaakt, draagbare motorspuiten en
motorspuiten op aanhangwagens,
manschappen- materieelwagens enz.
enz.
Een klein deel van het totale pro
gramma was onlangs te zien op de
Internationale Brand wee'rten toon
stelling in de R.A.I. Ruim 17.000 be-
ei van alles te zien wat maar met
brandbestrijding, branddetectie en
hulpverlening te maken heeft.
Ook Doeschot-Rosenbauer was hier op
grote schaal vertegenwoordigd. „Wij
noemen dat etalage maken", aldus
de heer van Eyk. „Het is eigenlijk de
enige manier eens te laten zien wat
je te bieden hebt. Zo'n tentoonstel
ling vraagt een wekenlange voorbe
reiding en we zijn nu al 3 weken be
zig om de stapels post die na afloop
komen, te behandelen. Er zijn vele
vragen te beantwoorden maar ook
offertes te maken. Een directe ver
koop zit er door de langdurige proce
dure vooraf, meestal niet in. Het ge
beurt vaak dat je pas één of meerdere
jaren later respons krijgt op zo'n
tentoonstelling. Voor de bezoekers
is het vooral interessant dat ze op zo'n
tentoonstelling veel vergelijkingsma
teriaal te zien krijgen want ook van
uit het buitenland is men hier ver
tegenwoordigd. Het is de' kunst om
technisch erg goed bij te blijven".
In vergelijking met Rosenbauer in
Oostenrijk is de fabriek van Doe
schot-Rosenbauer in Hippolytushoef
nog maar een peuter. Het totale po
tentieel voertuigen dat in Nederland
per jaar wordt gebouwd komt meest
al niet boven de 120. Rosenbauer pro
duceert alleen al momenteel zo'n
kleine 600 voertuigen per jaar. In de
fabrieken in Oostenrijk werken pint.
800 man. In Hippolytushoef warken
et 40 en in de fabriek in Alkmaar!
waar ook bepaalde onderdelen worden
vervaardigd, nog eens 30.
Rosenbauer begon reeds in 1866 met
de fabrikage van brandweervoertui
gen- en materialen. Doeschot een
kleine 100 jaar later. Dank zij de
goede samenwerking met deze groot
ste fabriek in Europa die met een
staf van gespecialiseerde technici
werkt krijgt men in Hippolytushoef
steeds meer belangrijke opdrachten
te verwerken.
Een gelukkige verkering, Doeschot-
Rosenbauer, een verkering die nog
heel wat perspektieven biedt voor de
toekomst.
zoekers, voornamelijk brandweermen
sen van gemeenten en bedrijven kwa
men hiei in 5 dagen tijd de drempel
over.
Een hoogst interessante tentoonstel
ling die voor een zeer belangrijk deel
in het teken stond van de brandweer
preventie. Naast deze preventie was