Kerstfeest bij de dieren Naam: Adres: Postcode woonplaats: 'Leeftijd: 'UU Wie kleurt mee? Hieronder zie je een leuke kerstkleurplaat. Alle kinderen tot en met 10 jaar mogen mee dingen naar een paar leuke prijsjes, die de redactie van de Uitkijkpost beschikbaar stelt voor de leukste en mooist inge kleurde platen. Er zijn drie ca tegorieën: tot en met 5 jaar, 6 en 7 jaar en 8 tot en met 10 jaar. In elke categorie zijn er verschillende prijzen. Kleur de plaat, vul je naam, adres en leeftijd in en stuur dit alles naar de Redactie Uitkijk post, Rechte Hondsbossche- laan 22 in Heiloo. De kleur plaat moet uiterlijk donderdag 28 december in ons bezit zijn. UITKIJKPOST 20 DECEMBER 1989 DE BOSMUIZEN hadden een lange bladerslinger gemaakt. Fantastisch! Habbo ging alle dieren langs, behalve Zwartbek de kraai.Zwartbek had altijd zo'n grote mond. Hij krijste en kraste steeds overal doorheen. De bosdie- ren mochten Zwartbek niet zo graag. - Ea of Zwartbek nu zei-dat bij»$r nkjts /aanlcön doen dat hij zo kraste, omdat* e 4 s 4 v c 'ijj-V-'aitiy|- het nu eenmaal het gewone kraaiege- luid was, het hielp hem niets. De bos- dieren vonden het lelijk en Habbo ook. Habbo's kar lag bijna helemaal vol. Nog even z'n eigen versiering opha len en hij was klaar. Hij had een heel grote denneappel gezocht en die ver sierd met glimmende berkeblaadjes. Die moest boven in de boom komen; wat zou dat mooi zijn. Habbo bracht z'n kar naar de open plek, waar de grote kerstboom stond. De andere dieren kwamen ook al aan gelopen, Habbo en een paar bosmui zen zouden de boom optuigen. Éen voor één werd alles in de boom ge hangen. Wat werd dat mooi! Sommige dieren klapten in hun pootjes van ple zier. Wat fijn, zo'n versierde boom, waar je allemaal aan meegewerkt had. Aan de rand van de open plek stond Zwartbek, de kraai. Hij was helemaal niet blij. Hij mocht niet meedoen, hij mocht alleen vanuit de verte toekij ken. Zwartbek kreeg bijna tranen in z'n kraaloogjes. Hij wilde ook graag meedoen. En dat gebeurde. ALLES HING in de kerstboom, alleen de versierde denneappel van Habbo nog. Habbo ging op z'n achterste po ten staan. Nee, hij kon er niet bij. Hoe moest dat nu? De eekhoorns durfden niet, ze waren bang dat ze de den neappel zouden laten vallen. Alle bosdieren keken verdrietig. Zon der die versierde denneappel boven in de boom zou het geen echte kerst boom zijn. Éen van de dieren keek niet verdrietig: Zwartbek, de kraai. Hij zag een kans, om toch mee te mogen doen. Het was nu of nooit! Zwartbek liep naar Habbo. Habbo merkte niets, hij was te verdrietig. Stil letjes pakte Zwartbek de denneappel en trok hem van de kar. "Oei". Hij was wel erg zwaar. Maar Zwartbek wilde doorzetten. Hij deed z'n grote snavel wijd open en greep de denneappel. Hij sprong op, viel op de grond, sprong weer en ja, daar vloog Zwartbek heel langzaam met de den neappel op de punt van de kerst boom. Zo, die zat. Foei wat een werk. Maar het was gelukt! Zou hij.... zou hij....! 'Kras, kras", schreeuwde Zwartbek, boven in de boom. Verschrikt keken de bosdieren omhoog. Daar zat die vervelende Zwartbek, wat deed die daar? "Oooooh", riepen ze plotseling alle maal toen ze de versierde denneap pel zagen. "Wat mooi!" De kerstboom was klaar! Zwartbek had het voor elkaar gekregen. "Kom Zwartbek, kom", riepen de bos dieren. "Je mag met ons meedoen. We zijn zo blij!" Zwartbek kwam naar beneden. Hij werd er verlegen van. Op z'n zwarte wangen kwamen heel kleine roze blosjes. De bosdieren waren niet boos. Het werd een fijn kerstfeest. De dieren deden spelletjes en zeiden versjes op. Zwartbek was er natuurlijk ook bij: hij schonk warme beuke- nGotjesthee uit een heel grote pot. Hij hield met zijn sterke snavel de deksel tegen, zodat die niet in de kopjes viel. en met een deksel in z'n snavel kon hij niet krassen! Zo kwam alles voor alle dieren goed. Ze hadden elkaar toch allemaal no dig, óók nu! EEN DUN laagje sneeuw lag op de bospaden. Hier en daar was de don kere grond nog te zien, maar dat zou niet lang meer duren: grote grijze wol ken dreven boven het bos. De eerste vlokken van een nieuwe sneeuwbui dwarrelen al naar beneden. Het dun ne laagje sneeuw veranderde snel in een flink pak. De takken van de bo men bogen een beetje door onder hun sneeuwjas en de kleinste strui ken waren bijna niet meer te zien. Het was erg stil in het bos. Alle dieren zaten lekker in hun warme holletjes of schuilden voor de sneeuwbui. Alleen het zachte ruisen van de vallende sneeuwvlokken was te horen. Habbo, het damhert, stond onder een paar overhangende takken. "Mmm", mompelde hij. "Ik wou, dat het ophield met sneeuwen. Ik heb nog zoveel te doen. Ik schiet helemaal niet op als ik steeds moet schuilen, 'k Moet m'n kar retje nog ophalen en daarna langs al le dieren. Als ik dat vandaag niet klaar krijg, is onze kerstboom nooit op tijd versierd. Alle bosdieren hebben be loofd om voor iets moois voor de kerstboom te zorgen, maar ik moet het ophalen. Habbo stak z'n neus onder de takken uit. "Pats!" zei een grote sneeuwvlok en viel uit elkaar op Habbo's-neus. "Brr", zei Habbo. "Het sneeuwt nog steeds. Of was het misschien de laat ste vlok, die op mijn neus viel?" Ja, daar leek het wel op. Habbo wachtte nog heel even, maar het bleef droog. Nou, hij moest het er maar op wagen. Stapje voor stapje kwam hij onder de takken vandaan. Koud was het. Ge lukkig probeerde het winterzonnetje z'n stralen om de wolken heen en tus sen de takken door op de bosgrond te laten vallen. Habbo begon te rennen. Daar werd je warm van. Zo, nog één paadje en hij was bij de plaats waar het karretje stond. Habbo was er. "Hé", riep hij, "waar is m'n kar? Van morgen stond hij er nog. Oh, ha, ha, ik zie het al. Daar, die bult sneeuw. Daar staat hij vast onder." Dat had Habbo goed gezien. Natuur lijk was alles ondergesneeuwd,de kar ook. Habbo trapte met z'n hoeven te gen de bult en alle sneeuw vloog in het rond. De kar kwam tevoorschijn. Habbo stapte tussen de trekbomen en trok zo de kar voort. Het ging wel wat zwaar door dat dikke pak sneeuw, maar Habbo was groot en sterk. Hij kreeg het wel voor elkaar. Nu eerst maar naar de eekhoornfamilie, die woonde vlakbij. Prachtig zeg! Ze had den een zak vol opgepoetste kastan jes voor in de kerstboom. Hup, op de kar. De volgende was Ruud de vos; hij had vier kippeveren bewaard. Hij wil de niet zeggen hoe hij er aan kwam en Habbo vond het wel een beetje raar, maar goed, ze zouden er wel een plaatsje voor vinden. Je moet het Ruud nooit lastig maken, dan werd hij vervelend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Uitkijkpost : nieuwsblad voor Heiloo e.o. | 1989 | | pagina 31