Grootmoeders
schoenendoos
Een gouden
zon-dag
Verhuizing
Ontwikkelingswerk
in de Filippijnen
Vaarwel
Uitkijkpost Kerstbijlage - 22 december 1993
PAGINA 11
Wat is het toch altijd spannend
in een oude schoenendoos vol
met foto's en ansichtkaarten te
neuzen. De tijd rondom je lijkt
stil te staan, zelfs terug te gaan.
Hoe zou het toen toch geweest
zijn?
De ansichtkaarten hebben op
mij een aantrekkingskracht:
Hoe zou het er daar nu uit zien?
Dus we kiezen de streek om in
de vakantie naar toe te gaan.
Tsjechië is nu bereikbaar gewor
den. En ja hoor, wel overwoe
kerd met klimop, maar het graf
van mijn overgrootouders is er
nóg.
Er volgt ook een bezoek aan
mijn neef in Oostenrijk. En nog
eens: Het verleden herleeft!
"Weet jij wie dat kan zijn? Ik
heb een hele tijd geleden een
brief van iemand gehad. Het
moet familie van onze groot
moeder zijn...."
Thuis gekomen, ik was nauwe
lijks klaar met uitpakken,
schreef ik een brief naar het be-
't Is weer voorbij, die mooie zo
mer, een zomer die zowat begon
in mei....Maar die het half juli
reeds af liet weten
Terwijl ik dit schrijf giert en
raast een woeste aanwakkeren
de zuidwesterstorm om het
huis; regenslierten geselen de
ramen, zo'n storm gaat ook ge
paard met allerlei gekraak en
gesteun in en rondom het huis.
Kortom: het is bar en boos
buiten....
U vraagt zich af: Is dit het nu
wat zo'n bijzondere indruk op je
gemaakt heeft? In dit jaargetij
de is het losbreken der elemen
ten niet iets bijzonders, toch?
Nee, natuurlijk niet. Maar wat
wèl een bijzondere indruk heeft
nagelaten is de zondag 4 juli,
toen de zomer er na een prach
tig voorjaar nog zo veelbelovend
uitzag. Een Dag-der-Dagen, zo
als je die maar zelden mee
maakt in ons grillige
zeeklimaat. Een zondag die ik
in mijn agenda voorzien heb
van de aantekening: 'Mooiste
wuste adres. Ik wachtte met
spanning op antwoord. Zal het
zal het nietEen week later
lag een brief in de busJouw
vader is een neef van mij, dus je
bent een nicht. Ze schreef over
haar zus en noemde de naam
van haar dochter.
Dat kan niet! Ik haalde de oude
schoenendoos tevoorschijn. Een
kinderfoto. Achterop staat: de
cember 1944, Hedda 4 jaar. De
zelfde naam. Zij moet het zijn.
Ik stuurde het haar. Het bleek
de enige kinderfoto te zijn, dat
zij uit die tijd nu heeft. Veertig
jaar geleden, de dag van Sinter
klaas overleed mijn grootmoe
der. Haar schoenendoos staat in
mijn kamertje. Het wordt tijd al
les een beetje te ordenen en in
een album te plakken.
Elfi Giirsch
O dierbaar plekje grond
Waar ik zo lang mocht leven
Je hebt mij onbewust
Zoveel geluk gegeven
Moet ik nu afstand doen
Van wat mij dierbaar is
Vergeten zal 'k je nooit
Je bent mijn grootst gemis
Na zestig volle jaren
Kwam toch de eenzaamheid
Maar beiden zijn wij wel geweest
Heel dankbaar voor die tijd
Wat hiervan overblijft
Het zijn herinneringen
Die nooit verloren gaan
Maar diep in 't harte dringen
De leeftijd is de schuld
Daarvoor moet alles wijken
We moeten allemaal
Een ander huis bereiken
Aan alles komt een eind
Dat moeten wij beamen
Het kost wel erg veel leed
Maar dat delen wij samen
A. Bakker-Scholten
dag van het jaar 1993'. Ga
maar na:
Reeds vroeg in de ochtend een
veelzeggende strakblauwe lucht,
nergens een wolkje te bekennen,
terwijl het minstens 300 van de
365 dagen in dit land bewolkt
is. Een zon die eruit knalt, zo
mer volop, 'n perfekte ambian
ce, overal bedrijvigheid.
Wij zetten de stoelen klaar in de
tuin, ontbijten buiten en trekken
luchtige kleding aan. Op naar
het strand, is het parool van
daag! Spullen bijeen zoeken,
fietsen uit de schuur en de Zee
weg op, richting Egmond. Het
is er al druk, zeer zruk, maar zo
gezellig in de zon: terrasjes vol,
blije mensen, lekker sfeertje.
Windschermen zijn nauwelijks
nodig, een klein briesje noch
tans brengt de aangename ver
koeling tijdens deze uitgelezen
stranddag.
Wij lopen over het strand, langs
de vloedlijn op het harde, 'ge
ribbelde' eb-strand, vol kleur en
variatie. Badgasten die zicht
baar genieten, blote kindertjes
hebben het serieus druk. Zij
rennen af en aan met schepjes,
emmertjes en opblaas-beesten,
honden bentelen kwispelend
rond hun bazen, jongens hollen
achter ballen aan, surfers, boot
jes en boten op het water: het
hele strand verkeert in juichend
zomer plezier. En de zee, de zee
klotst niet voort in 'eindeloze
deining', maar is in vriendelijk
dansende cadans met een zilve
ren tevreden golfslag, wat een
dag!
En dan loop je, loop je zingend
voort tot paal 42000 met de za
lige zon op je bast. Er gaat
niets boven strandwandelen in
de zon. Daarna nemen we een
lekkere duik in de koele bran
ding, spreiden vervolgens het
badlaken uit op het warme zand
en genieten maar: 'n half uur
buik, 'n half uur rug, langzaam
wegsoezelen op het oorstrelende
ruisen van de golfslag op het
strand, tijd wordt een relatief
begrip, irritaties en zorgen
schrompelen ineen, wakker wor
den,'hoe laat zou het zijn? Tijd
voor een frisse dronk....
Ja, zo ongeveer was die geze
gende zondag 4 juli, voor mij
bijzonder. Op zo'n dag kan het
strand van Egmond wedijveren
met welke Costa of Rivièra dan
ook!
U ziet: geen bijzondere indruk,
maar kan ook het gewone geen
indruk maken, 't is maar hoe je
het bekijkt. Wij beseffen ons ge
luk pas goed als het voorbij is
en is uitgekristalliseerd tot blijde
herinnering, tevreden nostalgie:
4 juli dus.
W.F.A Kager
Nu ruim een jaar geleden stopte
ik met mijn werkzaamheden als
gemeentesecretaris van ons
mooie dorp Heiloo. Na ruim 40
jaar werken vond ik het genoeg.
1993 Moest dus een heel bijzon
der jaar worden. Altijd vrij. Na
eerst een uitgestelde vakantie in
Zuid-Amerika en eindelijk een
bezoek aan mijn zuster in Cana
da, alles samen met mijn
vrouw, kwam er nog een ander
perspectief. De Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG)
kwam met een programma,
waarbij (oud) gemeente
functionarissen werden uitgeno
digd in derde wereldlanden per
soonlijke hulp te geven aan
gemeentebesturen. Ik meldde
mij, want dit kwam tegemoet
aan mijn zin voor avontuur en
het gevoel ook nog nuttig werk
te kunnen doen.
Bij een keus uit Peru, Cambodja
en de Filippijnen koos ik terwille
van de taal en uit veiligheidsre
denen voor het laatstgenoemde
land. De veiligheid viel echter
tegen, maar dat merkte ik pas
ter plekke. De VNG vroeg mij
eerst 14 dagen te gaan ter ver
kenning van de gemeente en de
aldaar heersende problemen.
Het werd Cotabato City, een ge
meente op het eiland Mindanao,
het meest zuidelijke eiland van
de Filippijnen. Dit eiland is on
geveer 3 a 4 maal zo groot als
Nederland.
Cotabato City heeft naar schat
ting 150.000 inwoners en is ge
legen aan de monding van twee
grote rivieren, vlak aan zee.
Door de kap van het tropisch
regenwoud komen dagelijks gro
te stromen modder (erosie) met
de rivieren mee, die mede daar
door dichtslibben en regelmatig
overstromen. Doordat een be
langrijk deel van het grondge
bied van de gemeente beneden
de zeespiegel ligt, staan grote
delen regelmatig onder water.
Jaarlijks groeit de stad met dui
zenden inwoners. Deze komen
uit het binnenland, waar ze
voornamelijk werkzaam zijn in
de nog heel primitieve landbouw
en waar door de snel groeiende
bevolking het steeds moeilijker
is om in leven te blijven. Ook
door familie- of stammenruzies
komt men naar de stad om te
proberen daar aan de kost te
komen, door wat op straat te
verkopen, zich te verhuren als
sjouwer bij de haven of tracht
men een tricycle (fietstaxi) te
Een vriend ging heen
weg van deez' aard,
liet ons alleen
hij was bejaard.
Z'n leven lang
gaf hij z'n trouw,
en liep z'n gang
naast baas of vrouw.
Te saam op pad
langs bos en veld,
z'n vreugd was dat
nooit uitgeteld.
En de tijd verstreek
gleed ons voorbij,
tot eensklaps bleek
't eind is nabij.
Nu is 't hier stil
een lege mand,
m'n hart voelt kil
ik mis de band.
Vaarwel m'n vriend
't is fijn geweest,
doch ik heb gegriend
om jou lief beest.
M.A. Appel-Bceck
bemachtigen om mensen te ver
voeren.
In hun huisvesting voorzien deze
mensen zich door met vier pa
len en wat bamboe een hutje
van enkele vierkante meters te
bouwen aan de rivier met enkele
gaten voor het licht. De rivier is
dan de bron voor drinkwater en
wordt tevens gebruikt voor het
wassen en voor sanitaire doel
einden. De rivieren zijn echter
inmiddels ernstig vervuild, zodat
dit gebruik veel ziekten met zich
brengt.
Per auto, boot en helikopter
heeft het stadsbestuur van Cota
bato City mij de probleemgebie
den laten zien. 60% Van de
bevolking leeft op deze wijze:
een ander, deel in de city (down
town), eveneens vaak in onze
ogen onder primitieve omstan
digheden.
De stad wordt geregeerd door
een kleine bovenlaag, die rede
lijk is gehuisvest en het er - in
vergelijking met de vele armen -
behoorlijk van neemt. In deze
laatste kringen heb en moest ik
mij uiteraard bewegen. Met heel
veel gastvrijheid ben ik ontvan
gen en men heeft op allerlei
manieren geprobeerd mij het
naar de zin te maken. Met en
kele vragen ben ik begin juni jl.
naar Nederland teruggekeerd.
Kan er een politiedeskundige
komen om te helpen met de ve
le problemen. Kunnen deskundi
gen van Verkeer en Waterstaat
adviseren over de wateroverlast
en kan hulp worden verleend ter
verbetering van de gemeentelij
ke organisatie?
De VNG vond een politieman
bereid naar Cotabato City te
gaan, terwijl ik er in slaagde en
kele hoogleraar-deskundigen te
vinden die door het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat zul
len worden uitgezonden naar
Cotabato City. De VNG vroeg
mij naar Cotabato City te gaan
om te adviseren over de ge
meentelijke organisatie. Een de
zer dagen ben ik na twee
maanden uit Cotabato City te
ruggekeerd. Na een verkenning
van enkele dagen van de ge
meentelijke organisatie en de
taken, heb ik ruim 40 mensen
geïntervieuwd. De (22) afde
lingshoofden, de councilors (12),
te vergelijken met onze raadsle
den en de barangay-captains in
groepjes. (Barangays zijn in de
Filippijnen dorpsgemeenschap
pen binnen een gemeente of ci
ty. Elke barangay heeft een
dorpsraad van 6 leden,
rechtstreeks gekozen door en uit
de bevolking en daarnaast een
rechtstreeks gekozen captain, te
vergelijken met een burge
meester (van die dorpsgemeen
schap). Cotabato City is
verdeeld in 37 barangays).
Mijn bedoeling was om voorna
melijk te horen wat men zelf
van de organisatie vond, zodat
ik die verbeteringen zou kunnen
voorstellen, waar men zelf be
hoefte aan had. De klachten
waren vele en dat verbaasde mij
niet. Alle overheidsorganisaties
in de Filippijnen zijn vreselijk
bureaucratisch, tot grote erger
nis van praktisch iedereen. En
alle vergaderingen beginnen
uren te laat. Voor de eenvou
digste dingen gelden lange pro
cedures, met allerlei
voorschriften door Manila gedic
teerd. Ook de werkomstandig
heden zijn zeer slecht: overvolle
kantoren, slecht of niet-
werkende machines en te weinig
materiaal. Vaak is het laatste
geen gebrek aan geld, maar
ontbreekt het aan organisatie
talent om tijdig in een en ander
te voorzien.
Op verschillende terreinen heb
ik voorstellen tot verbetering ge
daan. Het zal moeilijk zijn om
daadwerkelijk de mentaliteit te
veranderen, maar men is van
goede wille en beseft dat, wil
men vooruitkomen in de wereld,
er ook in de Filippijnen aanpas
singen nodig zullen zijn. Dit ook
in concurrentie met andere lan
den in het Verre Oosten. Ik heb
de laatste twee weken de kans
gehad de reacties op mijn uitda
ging, om zelf met verbeteringen
te komen, te kunnen bespreken
en een deel van mijn eigen sug
gesties te implementeren. Ik
heb voornamelijk benadrukt hoe
belangrijk het is om efficiënter
te werken, zodat meer voor de
allerarmsten kan worden ge
daan. Want er zijn veel pro
gramma's gemaakt, maar het is
de effectieve uitvoering die vaak
te wensen overlaat. Enkele men
sen heb ik daar bereid gevonden
de kar verder te trekken. Wel
licht dat ik na een jaar weer
eens ga kijken wat er veranderd
is.
Wat niet moet veranderen is de
ongelooflijke gastvrijheid van de
Filippino's. Mede daardoor heb
ik veel van Mindanao gezien:
een prachtig land met hoge ber
gen, prachtige meren en stran
den. Maar met veel arme
mensen. Helaas kon mijn veilig
heid slechts worden gewaar
borgd door zwaar bewapende
politiemensen. Kidnapping is op
Mindanao aan de orde van de
dag en omdat kidnappers er van
schijnen uit te gaan dat elke
westerling (die men daar prak
tisch niet ziet) een rijkaard is,
liep ik daadwerkelijk gevaar.
Maar waar ik ook naar toe wil
de: men gaf mij altijd spontaan
bewaking om mijn bewegings
vrijheid zo weinig mogelijk te
belemmeren.
De Filippijnse samenleving is
sterk geëmancipeerd wat de
werksistuatie betreft. Veel vrou
wen werken in hoge posities.
Dat betekent wel dat al deze ge
zinnen er een "meid" of soms
twee, op na kunnen (en moeten)
houden. Dit voorziet in de werk
gelegenheid, maar doet ons
soms weer koloniaal aan. Ook
de familieband is nog heel
sterk. Hele generaties wonen
dicht bij elkaar en b.v. verjaar
dagen worden met honderden
gasten gevierd. En altijd werd ik
daarbij uitgenodigd. Zo'n feest
bestaat ook daar voornamelijk
uit lekker eten en drinken. En
praktisch altijd in de open
lucht. Van het klimaat heb ik
enorm genoten. Elke dag aan
genaam warm weer en elke
avond heerlijk buiten zitten.
Met enig gevoel van weemoed
heb ik dan ook afscheid geno
men van dit land en van vele
vrienden.
Voor vertrek kreeg ik eerst nog
een uitvoerige lunch, want ik
kon niet (om 12 uur) met een
lege maag in het vliegtuig naar
Manila stappen, vond men. Mijn
koffers waren al weggebracht en
mijn plaats geregeld, zodat ik
maar 10 minuten van tevoren
op het vliegveld behoefde te
zijn. En met 12 personen bracht
men mij naar het vliegveld,
hoewel er de avond tevoren ook
al een afscheidsparty met 60
mensen had plaats gehad. Ik
had in mijn rapport gesugge
reerd het aantal mensen bij al
lerlei gelegenheden wat te
beperken, omdat dit uiteraard in
diensttijd veel tijd kost. Dat
werd bij mijn vertrek dus nog
niet geëffectueerd: gastvrijheid
boven efficiency is nog steeds
het motto in de Filippijnen.
Ed de Boer