erd het in vroeger tijden beleefd? Over herinneringen aan een jaargetijde i3s:r— '^.endopj": "9'n9DeUitki'kPOS,een Wf^^es8or^;~m0Veriterek HEILoo - Voorjaar, je kunt er na een la ;--ruitkjjken.Pri(groen ei, kriebels ,n je buikkortom een fric we start m~% frisse nieu- wat betekent het voorjaar nn Om te be,u/steren welke he 9 er 'even bij ouderen enn"enngen /öq\ r -J en Annie Abbol et een bolienboer uit Egmond. pastorie groeiden aan het kruis beeld hangen en zo de kerk voor Pasen versieren. Annie vervolgt: „In Amsterdam gold hetzelfde gebruik, maar dan in het Roodhanenhuis op de Rozengracht. Dat was ook een soort parochiehuis. Die palmpasen- takken wisten we mooi te versieren met slingers van pinda's, rozijnen, appels, speciale broodjes van de bakker en serpentines." Schoolreisje, eieren en een vastentrommeltje Cees: „Als het mooier weer werd was het tijd voor een schoolreisje. Met de fiets naar Alkmaar en daar met de boot naar Schoorldam. Naar klimduin, het Hoge Duin, café De Rode Leeuw. Aan lange tafels geno ten we dan van onze limonade." En over eten en drinken gesproken herinnert Annie zich de lekkernijen met Pasen. „Je mocht dan zoveel eieren eten als je wilde. Normaal kreeg je die nooit. Nou, mijn broer at er wel zeven! En er was Paasbrood met gember en sukade en dan poedersuiker erop." Cees: In de vastentijd at je geen snoep, geen boterham met suiker, weinig vlees. We hadden allemaal een vas tentrommeltje, daar stopte je snoep in. Op Paaszaterdag om 12.00 uur mocht het open en dan zat je met je trommeltje op schoot." Dat er in die tijd veel meer aan dacht was voor het vieren van het Paasfeest beamen beiden. Cees: „Het was het feest van de verrijze nis. Je ging 's morgens naar de kerk, 's middags naar het lof en 's avonds naar de vespers. In de Willibrorduskerk." Nu zijn Annie en Cees op hun beurt degenen die palmpasentakken aangeboden krij gen door de kinderen van het basis onderwijs in Heiloo. Zo blijven mooie gebruiken in stand. trappen. Als kind, ik kwam uit een gezin van tien, hielpen we met kle den uitkloppen. Dan mocht je zo hard slaan als je wilde, ik zie het nog zo voor me." Groenten inmaken met zout, nieuwe kleren en Palmpasentakken Annie: „Het was ook een tijd van groenten inmaken voor de winter. Grote glazen potten met een zware kei erop. Daarin groenten inge maakt met zout. En dat werd in de kelder bewaard. Het had soms geen tijd om erin te liggen. Maar we had den ook boontjes uit eigen tuin, die aten we meteen op. Veel lekkerder dan die we kochten om in te maken. Pasen betekende ook datje nieuwe kleren kreeg. En al was het koud met de Paasdagen, je kreeg je nieu we jurk aan. Jongere broertjes en zusjes kregen de afdankertjes. Je bofte dus als je de oudste was." Cees: „En dan had je Palmpasen, dat was de zondag voor Pasen. Op school maakten alle kinderen een Palmpasentak die eerst door de kerk gedragen werd en gezegend met wijwater. Daarna gingen we die aanbieden bij de Stichting (Willibrord, red.) We mochten ook palmtakken die in de tuin van de Zeil, gordijnringen en traproeden wrijven en klappen met de karwats Cees: „Ik denk bij het voorjaar van toen meteen aan de voorjaars schoonmaak. Ik was de oudste van negen kinderen en ik weet wel dat je als kind meehielp. Je kreeg een doek in je handen en je moest. Dat helpen hoorde er gewoon bij. De vrouwen werden helemaal zenuw achtig. Alles moest schoon zijn voor Pasen. Er hingen bij ons thuis fluwe len gordijnen aan houten ringen en die ringen moesten elk jaar gewre ven. Ook de traproeden. Ik wist met 10 jaar al lekker aan te pakken, hoor. Mijn werk was het zeil inwrij ven en het toilet schoonmaken. Dat deed ik zelfs nog in mijn verkering- stijd. Mijn vader had een legerkar- wats en daar sloeg hij de kleden mee schoon. Als beloning voor al dat schoonmaakwerk kreeg de vrouw dan van de man een paasei. Het hing van het loon af hoe groot dat paasei was. Annie: Ja, en de pot kachel, die moest weg voor 5 mei. Weer of geen weer, dan had je het maar koud. Wij hadden losse vloer kleden op het zeil en op de twee

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Uitkijkpost : nieuwsblad voor Heiloo e.o. | 2007 | | pagina 42