Fabrice en Orsine de Boer
zijn succesvolle karatekids
f
Genieten
van een tuin
vol vogels
MG 10
HEILOO - Karate is geen Olympische sport dus zo goed worden dat je er
een medaille mee behaalt, zit er niet in. Ook sponsors staan niet in de rij
om je financieel te ondersteunen, dus van een glansrijke sportcarrière
waar je een dikke boterham mee verdient,, is evenmin sprake. Toch was
voor karatetalenten Fabrice (15 jaar) en Orsine (11 jaar) de Boer de
keuze voor deze sport niet moeilijk.
Fabrice: „Ik mocht van mijn ouders zelf
een sport uitkiezen toen ik zeven jaar'
oud was. Daarvoor ben ik naar verschil
lende sporten gaan kijken en karate
leek mij het leukste om te gaan doen.
Het is een mix van stoer (in het schijn
gevecht), zelfverdediging en respect." Zij
beoefenen de sport al een aantal jaar
en hebben beiden inmiddels een brui
ne band; Fabrice met een eerste kyu
(of gradatie) en de jongere Orsine met
een derde kyu. Fabrice begon op zijn
zevende met karate, bij de
Heiloose afdeling van karatever-
eniging Funakoshi op de
Kerkakkers. De stijl die hier
geleerd wordt is Shotokan, die
zijn oorsprong vindt op het
Japanse eiland Okinawa. Zijn trai
ner merkte al snel op dat hij aan
leg heeft. Bovendien werken zijn
kleine postuur en soepele lichaams
bouw in zijn voordeel. Hij -en later
ook Orsine- werd gevraagd om
met de selectie in Alkmaar te trai
nen. Deze trainingen zijn wed-
strijdgericht. Net als ieder ander
doorliep hij de verschillende
kleuren van banden; van wit
naar geel, oranje, groen, blauw
en bruin (de laatstgenoemde
band heeft drie gradaties of
kyu's). Hierboven rest alleen
nog de zwarte band, weliswaar
met vijf verschillende gradaties.
Om één gradatie hoger te
komen staat minimaal één
jaar volop oefenen en
trainen, voordat een
karateka examen
kan doen. Orsine
ging op zeer jonge
leeftijd al vaak mee
om naar haar broer
te kijken en toen zij
zes jaaf oud was
wilde ook zij graag op
karate. Met elf jaar, zij
zit nu in groep 8
van de basis
school, is zij nog
jong, maar heeft inmiddels een bruine
band. „In wedstrijden wordt je inge
deeld op leeftijd, wat inhoudt dat ik
regelmatig tegen meisjes met een blau
we band uitkom."
Karate is één van de oudst beoefende
krijgskunsten en haar geschiedenis
loopt via India en China naar het
Japanse eiland Okinawa en Japan. Tot
het begin van de twintigste eeuw werd
de zelfverdediging- en gevechtsport
hier eeuwenlang in het geheim beoe
fend, omdat voor de bewoners van
Okinawa een wapenverbod gold. Karate
is allesbehalve een agressieve spbrt. Er
zijn drie onderdelen; kihon, kata en
kumité. Kihon omvat de basistechnie
ken van karate, zoals blokkeer-, stoot-,
slag-, en schoptechnieken. Bij kata gaat
het om beheersing en perfectionering
van 26 stijloefeningen, die in moeilijk
heidsgraad oplopen. Het vergt conditie,
kracht, coördinatie en zelfbeheersing.
Kata is geen gevecht tegen iemand,
maar een schijngevecht zonder tegen
stander. Drie "scheidsrechters jureren op
de beheersing van de technieken, de
kracht (kimé) en snelheid van de uit
voering ervan.
Daarnaast is
uitstraling bij deze
jurysport van
invloed.
Fabrice en
Orsine zijn alle
twee echte kataspecialisten. Fabrice:
„Kata kan ook als team (drie personen)
worden beoefend. Hierbij gaat het
erom, dat de stijloefeningen synchroon
worden uitgevoerd en dat is zeker niet
gemakkelijk." Het derde onderdeel heet
kumité, waarbij gevechtshandelingen
met een 'tegenstander' worden verricht,
zowel aanvallend als verdedigend.
Inmiddels trainen Fabrice en Orsine
zo'n driemaal per week, waarbij twee
keer met de selectie en één keer in
Heiloo. Tijdens de training wordt conti
nu gewerkt aan beheersing en perfecti
onering van de technieken. Maar ook
thuis wordt ér geoefend. Fabrice geeft
daarnaast op zaterdag nog les en traint
extra voor de zwarte band. Beiden
doen regelmatig mee aan wedstrijden
elders in het land en af en toe in het
buitenland, vaak met zeer goed resul
taat. „Karate is niet zo'n brede sport en
wordt veelal recreatief beoefend. Het
aantal karateka's, voornamelijk jonge
ren, dat in Europa deelneemt aan wed
strijden is vrij klein. Het is geen sport,
waarbij je gericht naar een bepaald
einddoel toewerkt; je blijft continu wer
ken naar perfectie. Wannéér ik een kata
loop, bijvoorbeeld in een buitenland
se wedstrijd, zijn we uren onder
weg in de hoop één a twee
minuten iets te laten zien, waar
de scheidsrechters niet omheen
kunnen. Hoe goed je een kata
ook loopt, net zo belangrijk is je
uitstraling op dat moment,
juist omdat
het een
jury-
sport is.
Als er
meerdere
rondes zijn,
moet je
dus ook
meerdere
kata's per
fect beheersen.
Je verliest als je kata ver
keerd loopt." In hun
relatief korte sportcar
rière hebben Fabrice
en Orsine al verschil
lende hoogtepunten
mogen meemaken.
Orsine: „Afgelopen
oktober deed ik
mee aan een wed
strijd in'Apeldoorn. Hier
werkten ze voor het
eerst met punten, in
plaats van met een vlag-
gensysteem. Het hoogst
haalbare was een 7,5. Wat
heel mooi was, was dat ik
het hoogste cijfer haalde en.
hiermee eerste werd."
Fabrice denkt terug aan een
wedstrijd in Frankrijk in 2007. „Ik
had in 2005 en 2006 ook
meegedaan aan dit toernooi,
maar helaas niet gewonnen.
Frankrijk is een sterk karateland
met zeer goede karateka's. Die keer
liep ik alle kata's goed en werd eerste
in mijn klasse!" Broer en zus De Boer
houden voor de toekomst alle opties
open. Fabrice wil zijn vwo afmaken en
daarna gaan studeren. Hij zou natuurlijk
graag in aanmerking komen voor deel
name aan een Europees- of
Wereldkampioenschap. En mocht kara
te ooit een Olympische sport worden,
zal. hij zeker, voor zijn kans gaan. En
voor Orsine geldt hetzelfde: „Ik zit in
groep 8 van de basisschool en ga hier
na naar de middelbare school. Karate
blijft gewoon leuk om te doen en we
zijn nog lang niet uitgeleerd. Het kan
altijd beter."
Zo lang het niet vriest, lukt het
vogels nog best hun kostje bij
elkaar te scharrelen. Maar als
koning winter zijn intrede doet
en vorst en sneeuw ons landje
gaan teisteren, "hebben de bui
tenvogels het. slecht. Gelukkig
kunt u ze een helpende hand
toesteken. Als u ervoor zorgt dat
de vogels'in üw tuin of op uw
balkon wat te eten vinden, snijdt
het mes aan twee kanten. U
kunt de hele winter genieten yan
de vogels, en natuurlijk varen de
vogels er wel bij.
Als het buiten koud is, is het
voor de 'buitenvogels zaak om
hun lichaamstemperatuur op peil
te houden. En om dat te doen
hebben ze extra voedsel nodig.
Het vinden van voedsel is een
héle opgave als het vriest.
Insect|g| hebben het veld
geruiffSfen veel zaden en granen
zijn verdwenen. Daarom téhet
voor veel vogels een-enorme uit
komst als mensen vetbollen, pin
daslingers of broodkruimels en
zaden in hun tuin of op het bal
kon ophangen en rondstrooien.
Bij de dierenspeciaalzaak kunt u
terecht voor voer voor vogels in
alle soorten en maten.
Als u in oktober en november
begint met voeren, wetén
vogels al snel dat het in uw tuin
ook hartje winter goed toeven is.
Vogelvriendelijk tuinieren bete
kent dat u zichzelf niet aj te
moe hoeft te maken; het wil
namelijk vooral zeggen dat u niet
teveel moet opruimen in de tuin.
Gooi broodkruimels 'ns op het
gazon in plaats van in de'prul
lenbak' en doe snoeiafval niet in
de groencontainer, maar laat het
in de tuin liggen. Takkenhopen
en wilde struiken bieden name
lijk een prima schuilplaats aan
vogels/Rottende bladeren zor
gen ervoor dat er ook in het
najaar nog bodemdiertjes te
eten zijn en uitgebloeide bloe
men en planten leveren tot laat
in het jaar zaden.
Eigenlijk hebben vogels alleen
echt behoefte aan bijvoeding als
hét vriest. Daarom kunt m met
het aanbinden van winterkost
als (zoutloze en ongebrande)
pinda's, vetbollen en ander calo
rierijk voedsel beter wachten tot
koning winter echt toeslaat.
Ook is het noodzakelijk de 'pin
da's en vetbollenvoorraad in de
tuin af te bouwen als. sneeuw ep
vorst verdwenen zijn. In-het voor-
jaar is zware kost niet goed,
omdat jonge vogels dit calorierij-,
ke voedsel niet kunnen verteren.
Door in het voorjaar nog typisch
wintervoer aan te bieden, doet
dus eigenlijk meer kwaad dan
goed.
0