BIJVOEGSEL behoorende bij het VLIEGEND BLAADJE van Woensdag 14 April 1875. BERICHT. De Uitgevers, herhaaldelijk geïn formeerd wordende naar Advertentiën welke onder letters of motto's ter plaatsing zijn aangeboden, berichten, dat in geen geval door hen monde linge inlichtingen op dusdanige ad vertentiën gegeven worden. Men gelieve dit s. v. p. in herin nering te houden. Vertrekdag-en der Mails. Naar Oost-Indiê: Eiken Donderdag, 's avonds 6.50. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 13 April 1875. De stoomschepen Leeuwarden, Prinses Marie en Cornelis.Dirks wor den in de volgende maand alhier terug verwacht en zullen daarna voor verdere diensten worden gereed ge maakt. In het laatst dezer maand zal weder een detachement supletie-troe- pen vertrekken, dat waarschijnlijk in gescheept zal worden aan boord van het stoomschip Prinses Arnalia," van de stoomvaartmaatschappij Nederland. Van de op 's Rijks werf te Hellevoetsluis in conservatie^zijnde zes monitors, zal waarschijnlijk in den loop der volgende maand een tweetal in dienst worden Een korporaal van het Indische leger, zekere v. B., vroeger dienst doende bij het 2e reg. inf.had het ongeluk uit een raam der kazerne te Harderwijk, 20 voet hoog, op de binnenplaats te vallen. Zwaar ge kneusd is hij naar de infirmerie ver voerd geworden. Men vreest voor zijn leven. Z. M. de koning heeft dezer dagen aan den wegens moord ver oordeelden P. Misset, gedetineerd in de strafgevangenis te Leeuwarden gratie verleend. Op het eiland Urk wil men een gesticht voor ouden van dagen op richten. De openbare liefdadigheid wordt daarvoor ingeroepen. Eenige dagen geleden werd in een dorpsgemeente des avonds laat een beschonken persoon in arrest ge nomen en voor dien nacht zijn ver blijf onder den toren aangewezen. Des morgens door den veldwachter losgelaten wordende, vroeg hij heel beleefd: »Wat ben ik u schuldig voor het logies?" In de Venelaan te 's Hage was een schamel gekleede vrouw aan 't giften ophalen. Een voorbijganger wilde haar een paar centen toesteken, maar het antwoord luidde: »als je niets anders te geven hebt dan centen, houdt ze dan maar. Ongelooflijk en toch historischVaderl. Te Rotterdam was een bank biljet van drie honderd gulden ver loren. Naar aan de Nieuwe Rott. Ct. medegedeeld wordt, is het bankbiljet aan het politiebureau terug bezorgd. Het was gevonden dooreen man, die een zeer schraal inkomen heeft en bovendien met Mei a. s. tengevolge van sterfgeval buiten betrekking zal zijn. Hij ontving van den eigenaar van het biljet een belooning van f 10. Onlangs werd tegen iemand onder Epe, na herhaalde aanmaning, een dwangbevel uitgevaardigd en hem eindelijk een soldaat als kostganger tehuis gestuurd, wegens het niet tijdig betalen van grondbelasting, in hoofd som en rijks-opcenten beloopende de som van vijf en een halve cent. Den 7 April is te Gemert het huis, bewoond door van Berlo, met den geheelen inboedel door de vlam men vernield. 5 stuks hoornvee, 2 schapen, 1 hond en 5 kippen kwamen in den brand om het leven. De oor zaak is onbekend. Huis en inboedel waren alleen verzekerd. Bij sommige landbouwers onder Hornhuizen heerscht thans eene be smettelijke schurftziekte onder de schapen. Yelen, die gedeeltelijk uit de wol geropt zijn, zien er zeer ha veloos en kwijnende uit. Ook moe ten aan die ziekte reeds eenige lam meren der aangetaste schapen lijdende zijn. De ook hier te lande bekende Iersche reus James Murphy is in de vorige maand te Baltimore aan de tering overleden. Mevrouw Pleyelde vermaarde pianiste, die dezer dagen te Brussel is overleden, heeft 10,000 francs ver maakt aan de vereeniging van toon kunstenaren in die stad. Te Berlijn is in 1874 854 maal brand geweest. 155 branden werden door onvoorzichtigheid veroorzaakt; 63 malen waren kinderen, die met lucifers speelden, de brandstichters. Van de 762 personen, waaruit de brandweer bestaat, waren 127 man gedurende korter of langer tijd buiten staat geweest dienst te doen. Te Helsingfors stierf de zee kapitein Bar, een paar weken nadat zijne vrouw overleden was. De acht kinderen stonden hulpbehoevendjdaar, want de vader had meer schulden dan geld nagelatende oudste zoon was vaandrig, en dus nog niet in staat zijne zusters en broeders te onderhouden en de daarop volgende zoon volgde nog de lessen aan de polytechnische school. Deze, van zwaarmoedigen aard, werd door de rampen die hen troffen, razend en schoot zijne broers en zusters dood of worgde hen slechts de oudste, die dienst had, bleef gespaard. Twee van de jongste kinderen leven nog, maar er is weinig hoop op hun behoud. Het oosten van Frankrijk wordt tegenwoordig plat geloopen door groote troepen Ziegeunersdie de brutaalste diefstallen plegen en den bewoners zeer veel overlast aandoen. Zij ontzien zich zelfs niet in de dor pen de lieden aan te vallen en van hun geld te berooven. Allengs heb ben hunne wandaden zulk een schrik op het platteland doen verspreiden, dat reeds, zoodra men hoort, dat een troep in aantocht is, de dorpelingen gezamenlijk maatregelen nemen, om hen verwijderd te houden of te ver drijven, indien zij reeds hun tenten hebben opgeslagen. Dat zij niet zoo arm zijn als zij zich voordoen in hun havelooze kleederen en met hunne armoedige gewoonten, bewijst onder meer een huwelijk, dat te Bourgneuf- en-Retz gesloten werd. De bruid was een veertienjarig meisje, dat als lijfsieraad drie halsketenen droeg, een bestaande uit gouden twintigfranc- stukken en een uit gouden veertig- francstukken. De haak van den gor del was een gouden honderdfrancstuk, terwijl een kroon van gouden veertig- francstukken haar hoofd tooide. In het vorstendommetje Lich- tenstein deed zich het ongewone ge val voor, dat men een dief gepakt had. De man had zilveren lepels ge stolen, en als een gerechte straf werd hem een jaar gevangenisstraf opge legd. Een gevangene is daar echter iets zoo ongewoons, dat een gevan genis ontbreekt, waarom dan ook de dief in het paleis werd opgesloten. Hij werd zeer fatsoenlijk gehuisvest en goed gevoed, zoodat hij uiterst tevreden was over zijne gevangenis. De prinses echte*, die reeds eens uit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1875 | | pagina 3