Klacht van een Huisvader. nieuwsgierigheid door het sleutelgat had gekeken, verklaarde dat het haar niet beviel met dien booswicht onder èen dak te wonen. Men trad in onderhandeling met den dief en bood hem zijne vrijheid aan, op voorwaarde dat hij zich zou beteren, Deze wilde er niet van hooren en hield vol dat hij recht had, zijne straf tot het einde te ondergaanHet geval werd moeie- lijk, maar eindelijk besloot men den dief zekere som aan te bieden, wan neer hij naar Amerika wilde vertrek ken. Dit voorstel nam hij aan, nadat hij eerst de som had doen verdub belen, met het oog op de gevaren der reis en als schadeloosstelling voor zijn vrijwillig besluit. De dief is nu vertrokken, maar in plaats van naar Amerika naar Engeland. De bevolking der Londensche metropolis werd in 't midden van 1874 op 8.400.701 personen geschat. 'Verleden jaar hebben er 121.894 geboorten en 70.000 sterfgevallen plaats gehad. In de onmiddelijke nabijheid van Rome zijn vier Engelsehe dames van al haar geld en juweelen beroofd. Even later werden zij op nieuw door dezelfde dieven aangehoudendezen hadden begrepen, dat zij nog ver gaten de oorringen van een der da mes meê te nemen. De koetsier zag dit alles zeer kalm aan. Ongeveer dertig jaar geleden bevond zich te Iatroschin, een kleine stad in de provincie Posen, een rei zend tooneelgezelschap, dat onder zijne leden een juffrouw M. telde, die moeder was van een 2jarigen knaap. De juffer woonde bij kin- derlooze niet onbemiddelde lieden, die tijdens de repetitiën en voor stellingen de zorg voor den kleinen jongen op zich namen. De echte lieden kregen den kleine lief, en daar de moeder op hare tochten maar last van hem had, nam zij hun voor stel aan om hun het kind te verkoo- pen. Daarbij werd bepaald, dat de kleine Oskar al de rechten van een eigen kind zou verkrijgen, terwijl de moeder er geheel en al afstand van deed. Kort daarop verliet Mejuffrouw M. zonder het kind maar met 100 thaler het stedeke.. Het echtpaar verhuisde later naar Berlijn, wijl de zaken van den man, die vleesehhouwer was geweest maar zich op den veehandel was gaan toe leggen, een grooteren omvang ver kregen. Het geluk begunstigde het gezin, dat zeer welgesteld werd, zoo dat, toen de man zijne vrouw in het graf gevolgd had, de aangenomen zoon erfgenaam was van een groot vermogen. De tooneelspeelster had in al die jaren gansch Duitschland doorgereisd, was inmiddels getrouwd, doch had haar man door den dood verloren. De nood deed haar voor korten tijd zich haar verlaten kind herinneren. Zij deed in Iatroschin onderzoek naar het slagersgezin en spoorde het daarna in Berliju op. Op den tweeden P. nschdag kwam zij daar aau, en den dag daarna ontving de zoon een dikken brief, waarin op sentimenteelen toon van zijne moeder gesproken werd. Het echtpaar had hem er nooit over gesproken, maar de zoon gevoelde dat de brief waar- .heid behelsde. Hij heeft terstond zijne moeder een onbezorgden ouden dag verzekerd. Een belasting op vrijgezellen is door een onlangs in de Wetgevende Vergadering van den Staat Tenessee ingevoerde bill gelegd, welke aldus luidt: Dewijl het de Algemeene Vergadering voorkomt, dat vrijgezel len geschikte belastbare voorwerpen zijn, wordt bepaald: le Afdeeling. Dat de staat van vrijgezel als een privilege moet beschouwd worden en dat derhalve elke mannelijke inwoner boven de dertig jaar, die lichamelijk en geestelijk gezond is en na den eersten Mei 1875 ongehuwd blijft, jaarlijks een belasting van tien dol lars moet betalen. 2e Afdeeling. De ontvangers der belastingen zijn verplicht om de werking dezer be lasting te verzekeren, uitvoerige lijs ten aan te leggen, waarin ouderdom, kleur des gelaats, groote en kleur dei- haren en oogen van eiken vrijgezel zijn aangegeven. 3e Afdeeling. Wordt verder bepaald, dat de gelden, door deze belasting verkregen, zul len bestemd worden tot aanvulling, van het openbare schoolfonds van die counties, waar deze belasting ge heven wordt. Te Rijsel wordt ijverig gewerkt aan de voltooiing van een blikken luchtballon, die door een van Godards reisgenooten is uitgevonden. Het blik is met de uiterste zorg geplet en men is er in geslaagd het zoo dun te maken als een blad papier. De toestel kan 2000 meter gas bevatten. De voordeelen van dezen nieuwen toestel, waarmede eerstdaags een proef zal worden genomen, zijn vooreerst ondoordringbaarheid, geen gasverlies en eindelijk buitengewone soliditeit. HELDERSCHE MOPPEN. „Tante, blijft bier toch eten," zeide een klein meisje onder vele liefkozingen, „moeder heeft "gezegd, dat zij, als zij u niet kwijt kon worden, versch vleesch moest braden en anders eten wij het vleesch, dat gisteren is overgebleven." MIDDEL TEGEN LASTIGE BEZOEKEN. Iemand vroeg een ouden man, hoe hij het maken moest, om van de vele bezoeken ontslagen te worden, die hem zooveel kostbaien tijd roofden. Do grijsaard antwoordde„Leen den armen geld, opdat zij u schuldig worden, en verzoek van de rijken iets, dan zullen armen en rijken u uit den weg gaan." HOE HEBT'GIJ HET GEDAAN? Een man van aanzien nam een jongen een- voudigen knaap ah bediende. Na hem cenige dagen in dienst gehad te hebben, zond hij een vriend op een fijn porceleinen bord ecnige scboone vruchten en bedekte die met een dergelijk bord. Bij het overreiken liet de bediende het eene bord vallen zoodat het brak. Hij kwam dus met het andere terug en vertelde zijnen heer het ongeluk. Deze voer hevig tegen hem uit over zijne onhandigheid en voegde daarbij„Maar hoe hebt gij dat toch kunnen doen?" „Zoo," zeide de ounoozde hals, en wierp het bord, dat hij nog in handen had, ook op den grond. Toen de geestige professor Taubmann eens een hoveling bij de hand vatte, zeide deze tot hem: „Gij hebt toch zeer grove handen, die zeer goed tot dorschen zonden dienen." „Ja! dat is wnar," antwoordde Taubmann, „ik heb den vlegel al in de hand." Helaas 1 do plaag der plagen, De grootste plaag van 't jaar, Waarom wij mannen klagen, Do schoonmaaktijd is daar. Zegt mij toch, lieve vrouwen I Bevalt u dat lawaai, Van schrobben, boenen, sjouwen? Abahik vind het saai. Men gunt ons nauw een hoekje, Jaagt ons nu hier, dan daar, En 't baat geen lor al vloekje, Al maak je veel misbaar. Ik zou wel kunnen huilen, 'k Bedwing nauw mijn gevoel; Maar neen'k zal maar niet pruilen, 't Werd dan nog natter boel. Maar vrouwen, wat mankeert je 't Is water waar ik staar, Mijn kamer schijnt een meertje, 'k Zit met de hand in 't haar. 'k Moet naar mijn boeken visschen, Papier en pen 't is zoek; Dra zal ik alles missen: Die schoonmaak, 't is een vloek Wat wordt mijn boel gesmeten, 't Ligt alles door elkaar, En 's middags krijg ik eten, Verbrand of lang niet gaar. Van boven tot beneden ,Is 't razen en gedruis, Ik beef aan al mijn leden, Die schoonmaak, 't is een kruis! Heeft men gedaan met spoelen, Is straks het nat er uit. Dan zal 'k nog anders voelen Wat 't schoonmaakfeest beduidt. Die nare schoonmaakwoede, 't Is waarlijk ongehoord; Men wordt schier 't leven moede: Die schoonmaak, 't is een moord! Om 't huis op stel te makeu, Stelt vrouwlief zich te weer. En 'k weet het met die zaken, 't Draait op betalen neer. Ik moet behangsel koopen. Gordijnen voor het raam, Zelfs naar den schilder loopen, 'k Ben nu reeds buiten aam. Dan vraagt zij om tapijten, Karpetten en zoo meer; En ik och, 'k moet wel bijten, Of vrouwlief trekt van leer! Dat is maar nieuwe matten En heel veel nieuwigheen; Die schoonmaak kost mij schatten, En 'k ben zoo hard als steen! Die uitvlucht zal niets baten. Daar vrouwlief niet licht gekt, Zij kan als Brugman praten, Dat heb 'k al lang ontdekt. 'k Moet willig 't leed maar dragen, Een zelfmoord waar' te laf; Maar altijd wil ik klagen: Die schoonmaak is een straf! O, hooglijfee8t der vrouwen! Gij maakt mij disperaat; Uw feest zal ik beschouwen Als een noodzaak'lijk kwaad. Snelpersdruk van C. de BOER Jk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1875 | | pagina 4