't VLIEGEND BLAADJE. Algemeen» \ifiiws- 16 en Adverlentiebode No. 261. Woensdag 18 Augustus iy;5. Derde Jaargang. VOOR DEN HELDER EN OMSTREKEN. Oplaag 4000 Ex. Prijs 1 Cent. Advcrtentiën van 1—5 regels 25 Cent. Elke regel meer 5 Cent. Groote letters naar plaatsruimte. Kennisgeving. Verschijnt DINSDAG EN VRIJDAG. Uitgevers BERKHOUT Co. Abonnement per drie maanden 30 Ct., buiten deze gemeente, franco per post, 50 Ct. Vertrekdagen der Mails. Naar Oost-lndiê Eiken Donderdag, 's avonds 6.50. De Burgemeester der gemeente Helder heriunert bij deze de inge zetenen aan de bepaling in de ver ordening op 't losloopen van Honden, van den 17 Juli 1861, houdende: »Dat geene Honden op straten of wegen binnen deze gemeente mogen aanwezig zijn, dan voorzien vau hals band, waarop de naam van den eige naar is vermeld, op verbeurte van Honden op straten of wegen aan wezig en niet voorzien van zoodanigen halsband, zullen, als onbeheerd, zoo veel mogelijk onschadelijk worden gemaakt. Bolder, den 14 Augustus 1875. De Burgemeester voornoemd, STAKMAN BOSSE. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 17 Augustus 1875. Van bevoegde zijde verzoekt men ons te melden, dat de geruchten, als zouden de voorgaande week zich in deze gemeente dolle honden op gehouden hebben, onwaar blijken te zijn- Het stafmuziekkorps der Kon. Ned. Marine zal deze week de fes tiviteiten te Schagen opluisteren. Zondag jl. gaf' de heer Basch in Tivoli zijn afscheidsvoorstelling. De verschillende werkzaamheden mochten ook nu weder de luide toe juichingen der aanwezigen verwerven. Wij maken de ingezetenen vau Texel opmerkzaam, dat de hr. Basch ook daar een voorstelling wenscht te geven. De gemeenteraad van Alkmaar heeft besloten een adres aan de Tweede Kamer te richten, om aan te drin gen op een spoorweg AlkmaarHoorn Den 2 ln dezer moet te Rotter dam overgaan aan boord van het naar Java bestemde stoomschip Gro ningen, een detachement sterk 400 militairen, onder welke 10 onder officieren. De spoorwegbrug over het Noord zeekanaal bij Zaandam is goedgekeurd, behoudens een verandering in de dwarsleggers en de daarop bevestigde rails. Men schrijft van Vlissingen. Het binnenvaren van een Franschen loodskotter met sleepstoomboot hier in de haven, heeft de algemeene aan dacht getrokken; men zegt dat de loodskotter de Hollandsche kusten komt peilen. Te Vlissingen is in ondertrouw opgenomen een gepensioneerde loods van 73 jaren met een meisje van 20 jaar. Men verwacht bij de voltrekking van 't huwelijk eenige aardigheden", waarop de politie volstrekt niet schijnt gesteld te zijn. De stoomgraanmolen van den Heer J. A. van der Schoot, te Schijn- del, is met de twee naastbij staande huizen in de asch gelegd. De ge bouwen waren verzekerd. In het Binnen-Gasthuis te Am sterdam is Vrijdagavond om acht uur een brutale misdaad gepleegd. De knecht op de snijkamer, Karei Jacob Mens, had herhaaldelijk van den huismeester, den heer Velthuijsen, berispingen ontvangen, omtrent zijn gedrag. Hij was op dronkenschap betrapt, en maakte het den huismees ter met allerlei aan- en opmerkingen dikwerf zeer lastig. Zijne funktiën als knecht op de snijkamer verrichtte hij echter naar genoegen, en het zal dan ook wel om deze oorzaak geweest zijn, dat men den man hield, van wien het bekend was, dat hij reeds tweemalen vonnissen had ondergaan. Vrijdagavond maakte hij aanmer kingen op het gehalte van het eten en de huismeester, wien het nu begon te vervelen, deelde hem daarop mede, dat hij zich dan maar ergens anders van eten moest voorzien. Mens werd dus, na herhaalde waarschuwingen, weggezonden. De huismeester en de verbandvader, die bij hem was, gingen daarop het geld halen, dat Mens als loon moest worden uitbetaald. De knecht ging naar de snijkamer en deed daar zijn jas aan. In den borstzak verborg hij twee messen, en met de pet in de hand kwam hij de plaats op, den huismeester en deu verbandvader te gemoet. Terwijl de verbandvader hem het loon wilde ter hand stellen, nam Mens het grootste mes uit den borstzak en stiet dit den huismeester in de linker-lies. Dit mes was in lang niet gebruikt en dus niet besmet met lijkengif. Velthuijsen had de tegenwoordigheid van geest de hand des misdadigers te grijpen, en die met het mes uit de wonde te trekken. Een tweede steek werd daar door belet. Het mes was op het schaambeen afgestuit. Met de andere hand wierp de huismeester den moor denaar tegen den muur, waar hij on- middelijk door de toegeschoten be dienden en den verbandvader werd gegrepen. Bij het toebrengen van den steek, zei Mens: eerst moet jij nog wat hebben." De ongelukkige huismeester kon nog tot de wachtkamer loopen. Daar zakte hij badende in zijn bloed ineen. De beste zorgen werden onmiddelijk aangewend en de wond gehecht. Maar het bloedverlies was zoo groot, dat, hoewel geen oogenblikkelijlc le vensgevaar bestaat, het nog twijfel achtig is, of de heer Velthuijsen er van zal opkomen. Mens werd dadelijk gearresteerd en bevindt zich reeds in de cellulaire gevangenis. Hij moet met een ver schrikkelijk cynisme te kennen heb ben gegeven, dat het hem speet, dat »hij niet beter heeft geraakt." De toestand van den huismeester maakt een verhoor door den officier van'justitie nog onmogelijk. Het Italiaansche brikschip Feli- cia, dezer dagen van Santos te Rot terdam aangekomen met een lading koffie, heeft gedurende de reis den kapt. en het grootste gedeelte der be manning aan de gele koorts verloren. Den 12n Juni was de stuurman An- tonius Trapani nog slechts overge bleven met 2 matrozen en een jongen. Hoewel zelf ziek en uitgeput van vermoeienis, weigerden zij het schip te verlaten, en gelukte het hun den 20n Juli Falmouth te bereiken, waar d© stuurman Engelsche matrozen aannam. Assuradeuren op de lading te Rotterdam hebben de verdiensten van stuurman Trapani en zijne man schappen erkend door een aanzienlijk geschenk in geld. Een inwoner uit Oudenbosch, die op weg naar Bruchem een eind mede reed op een boerenwagen, is op droevige wijze om 't leven gekomen. De paarden schrikten, vlogen op en gingen op hol; alle personen sprongen van den wagen, maar be doelde persoon geraakte in de stren gen verward, zoodat de wagen over hem heen reed, waardoor lig kort daarna overleed. Meu leest in de »Gron. Ct.": Een onzer bekenden ontving van bevoegde hand uit Java een schrijven over 't uiteinde van den fuselier La- german, dat wij hier laten volgen, ofschoon de Haagsche dagbladen reeds gemeend hebben de bekentenis van L. te moeten tegenspreken. Djocjocarfca, 18 Juui. Gister, op koningius verjaardag, overleed zacht en kalm" als een mau, die nooit had kwaad gedaan, een fuselier in 't hos pitaal aan uitputting na buikziekte, 't vorig jaar in Atchin opgedaan, en die voor zijn dood vrijwillig onder eede bekende, dat hij de moordenaar van mevr. v. d. Kouwen was, en dat hij geen goud of zilver, maar alleen geld daarvan had meegenomen. Van zijn medeplichtigen sprak hg als van Hij en die andere". Wie nu die» hij en die andere" waren, zou hij juist gezegd hebben, toen de kracht hem daartoe begaf en hij zacht en kalm" insliep. Ik verlang geen talmer sterf bed dan 't zijne. De man heette Johannes Henricus Lagerman en was in 1872 grenadier te 's Hage, in de laatste maanden met groot verlof en ging in Maart 1873 als zooveel andere plen schbij 't koloniaal werfdepot te Harderwijk, om onze »eer" en onze rechten" te helper» handhaven in Atchin. 21 Juni. Op de tijding van La- germans bekentenis heeft zich een kameraad van hem (van 't zelfde transport uit Holland, zegt men) te Ambarawa (Willem I) op wacht door 't hoofd geschoten. Misschien een der medeplichtigen. Ook beweert men hier, dat Lagerman in 's Hage oppasser is geweest van een luitenant, die neef was van mevr. v. d. KouwenDe couranten zijn nu bezig de bekentenis van L. te illustreeren en o. a. te beweren, dat hij al lang aan vlagen van krank zinnigheid leed Van die vlagen is geen enkele waar. De man is altijd zeer goed bij ziju verstand geweest en heeft nooit gedelireerd. Hij moet vroeger tuinman geweest zijn, o. a. bij de koningiu. Hij is met militaire honneurs be graven, maar zijn kameraden hebben hem niets meegegeven in zijn kist, zooals zij anders doen. Geen hoofd kussen zelfs en geen bloemen, en op de begraafplaats hebben zij hun hoof den niet ontbloot en geen aarde op de kist geworpen. A. H. Kefkens, de man die 54 jaren onafgebroken de gevaarvolle taak verrichte om bij feestelijke gele genheden de vlag op de spits van den Utrechtschen Dom te steken, is Vrijdag in 75-jarigen ouderdom op zijn bed gestorven. Volgens een bericht, door een schip te Liverpool aangebracht, ste vende dit Zondag, terwijl er een zware mist heersehte, een stoomboot voorbij. Kort daarop hoorde men een gekraak en een bevel in het Engelsch om de booten uit te zetten, waarna er niets meer van het schip vernomen werd. Vrijdagnacht is een geducht onweder met hagelslag over Pontoise en omstreken losgebarsten. Men zegt hagelsteenen gevonden te hebben, die 350 gram wogen. Menschen werden gedood. Naar luid van een der bladen zijn Donderdag niet minder dan 14 personen overleden tengevolge van zonnesteek. Kapitein Webb is Donderdag middag te vijf uren van de Pier te Dover in zee gegaan, om naar de Fransche kust te zwemmen. In 10 minuten was hij een vierde mijl ge vorderd, toen verloor men hem uit het gezicht. Sedert is bericht ontvangen, dat hg 's nachts, na meer dan de helft van den weg afgelegd te hebben, uit hoofde van de holle zee is opgeno men in de boot, welke hem verge zelde. Vrijdagmorgen is hij in den besten welstand te Calais aangekomen. Aan een particulieren brief uit Kirn (Regierungs-Bezirk Coblenz) ontleent het »A. Abl." het volgende Een verschrikkelijke ramp heeft Woensdag en Donderdagnacht ons je getroffen. Tengevolge van een wolkbreuk, rees plotseling de Hahnenbach tot een enorme hoogte. Het grootste gedeelte der stad werd door water overstelpt, dat 15 voet hoog stond. Angstkreten en gejammer om hulp klonken van alle zijden, maar niemand kon helpen. Toen men drie uren lang het razende, alles vernielende water had zien wassen, kwam het tot staan en begon het langzaam weder te vallen. De schrij ver kon toen weder zijne woning verlaten, waarin het water echter nog twee voet hoog stond. De verwoes ting, die zich nu liet waarnemen, is onbeschrijfelijk. Vijf huizen waren geheel ingestort en de bewoners zijn meest allen omgekomen. Een tiental huizen stonden op invallen. Geen enkele woning bleef ongedeerd. Reus achtige hoopen balken en puin, door het water aangespoeld, lagen overal op straat. Uit de winkels was alles weggedreven of bedorvenhet vee is verdronken. Meer dan dertig per sonen verloren in dit kleine stadje het leven. De materieele schade be loopt honderdduizenden." Onder de te Amsterdam woonach tige Duitsehers gaan lijsten rond, ten einde aan de ongelukkigen onderstand te verleenen. Een boekhouder uit Bohemen had zich te Berlijn 's nachts te sla pen gelegd op een der banken in de Thiergarten. Bij zijn ontwaken bleek hem, dat hij beter gedaan had in een logement te gaanzijn rechterbroek- pijp was met een mes opengesneden, en uit zijn zak was al het geld ver dwenen, dat hij bij zich had gehad. Onlangs stond een meisje op de Schillerplaats te Berlijn te weenen en deelde den handelaars die daar waren onder luid snikken meê, dat zij uit Bohndorf achter Köpnich was en haar ouders plotseling gestorven waren. Zij heette Emilie Johnke. Een slager nam haar uit medelijden mee en bracht het, zoo het heette, zestienjarige meisje bij zijn vrouw met het plan om eerstdaags naar haar geboorteplaats te reizen om de noo- dige papieren te halen. Vier dagen later, toen de slager niet thuis was, heeft het meisje een kleerenkast van de dochter opengebroken, daaruit kleedingstukken en geld gestolen en zich heimelijk uit de voeten ge maakt. Tot nog toe weet men niet, waar zij zich ophoudt; wel is geble ken dat zij Rogge heet en nog maar 12 jaar oud is. De jeugdige dievegge had reeds meer zulke bedriegergen gepleegd. De handelaar E., te Berlijn, ontving onlangs per post een oproe ping, om voor de politie een ver klaring af te leggen. De oproeping was niet gefrankeerd, waarschijnlijk had men het vergeten; E. schreef daarom op het couvert: Wordt on- gefrankeerd niet aangenomen." De stoute daad heeft hem vrij wat on aangenaamheden berokkend. Drie dagen daarna toch komt een agent van politie bij hem met een rekening van ruim tien Pfennige voor porto en drie Silbergroschen bestelloon. E. weigert te betalen en roept de be slissing des rechters in. Nu wordt de weerspannige voor het kantonge recht gedaagd en hoort zich daar ver- oordeelen tot betaling van de tien Pfennige porto, drie Silbergroschen bestelloon en bovendien tien Silber groschen voor kosten van het geding. Daar E. nog niet betaalt, verschijnt een deurwaarder en legt beslag op een zilveren suikerlepeldie executie kost vier Silbergroschen. Nogmaals weigert E., en nu wordt de suiker lepel in veiling gebracht, hetgeen twee Silbergroschen kost. Er blijft hem niets over dan voorloopig te be talen, en wel: tien Pfennige porto, dertien Pfennige bestelloon, zestig Pfennige gerechtskostenveertien Pfennige executiekosten en twintig Pfennige suikerlepelveilingsonkosten. E. zal nu een eisch instellen tot te ruggaaf van deze kosten, ten bedrage van ruim f 2. In »The Washington Journal" komt de volgende aanlokkelijke ad vertentie voor: »Wie een glas goed, zuiver, on- vervalscht, helder, geen schadelijke bestanddeelen bevattend, gezond, aan genaam stemmend, voor Tyspepsie en krampen behoedend, diarrhee gene zend jicht en podegra verjagend, niet bedwelmend, maar sterk en krachtig, altijd frisch, koel lagerbier wil drinken, vervoege zich bij den heer Andreas Sprohs, 483 C street, tusschen 41/2 en 6 uur. De Portugeesche journalistiek schijnt over het algemeen niet op een bijzonder hoogen trap te staan. De kolommen der bladen zijn er meestal met hoogdravende artikelen gevuld, alsof men bij de Franschen in de leer geweest is. De doodbe richten spannen in dat opzicht de kroon. Als voorbeeld kan dienen de doodstijding van een sigarenhandelaar te Lissabon: »72 uren is het geleden, dat de waardige heer K. Y. ophield te leven. 72 uren is het geleden, sinds de diep ste droefheid de harten zijner ach tergebleven betrekkingen tot in de teederste vezelen deed trillen. 72 uren is het geleden, sedert hg in den zomer van zijn leven, ook in den zomer en op de volle middaghoogte zgner deug den, bezweek. 72 uren is het geleden, sedert deze groote man, groot is in zijn verstand in de beoefening aller Christelijke deugden enz. INGEZONDEN. L. klaagt over het rijdeu met door trekdieren bespannen vrachtwagens eu handkarren over het onlangs gelegen voetpad in de Koningstraat en wijst op het vrij aanzienlijk getal steenen, welke als een onvermijdelijk gevolg daarvan, reeds zijn verminkt en gebroken. Hij acht het zeer wenschelqk, dat op deze overtreding van de zijde der politie eenigszina de aandacht worde gevestigd en verzoekt mitsdien do bewoners dier straat hunne medewerking in deze, haar niet te onthouden, doch telkenmale als zulks mocht voorkomen, aan het commissariaat van politic, of zoo de loop te ver mooht zijn, aan een voorbijkomend politiedienaar den persoon aan te wijzen, die zich aan gemeente verordeningen niet schijnt te storen, opdat alsdan een welver diende straf of waarschuwing voor hem niet achterblijve. HELDERSCHE MOPPEN. Mijnheer, mag ik u een kleinigheid verzoeken voor een ongelukkig blind man? Maar, waar is dun die blinde? Och mijnheer, dio zit daarbuiten voor de deur, op den uitkijk, of er geen politieagent aankomt. «Wat is uw liefste lectuur?" vraagde iemand in een restauratie aan een dikbuik, «Spijs kaarten," antwoordde deze.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1875 | | pagina 1