't VLIEGEND BLAADJE. Algemeen# Mens en AdvertenlieMe VOOR DEN HELDER EN OMSTREKEN. Oplaag 4000 Ex. Prijs 1 Cent. Aio. 373. Woensdag 13 September 1876. Vierde Jaargang. Advertentiën van 15 regels 25 Cent. Elke regel meer 5 Cent. Groote letters naar plaatsruimte. De Colorado-Kever. Verschijnt DINSDAG en VRIJDAG. Uitgevers BERKHOUT Co. Abonnement per drie maanden 30 Ct., buiten deze gemeente, franco per post, 50 Ct. {Vertrekdagen der Mails. Naar Oost-lndië: Eiken Donderdag, 's avonds 6.30. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 12 Sept. 1876. Z. K. H. Prins Alexander, ver gezeld van zijn gast Ali Bey, Scheik van Algiers, benevens een Fransch officier, brachten gisteren een bezoek aan deze gemeente. Na verschillende inrichtingen en merkwaardigheden te hebben bezich tigd en met een ramtorenschip een tochtje naar de reede gemaakt te hebben, zijn de hooge bezoekers, na bij den directeur en kommandant der Marine het diner gebruikt te hebben, per spoor vanhier vertrokken. Zondagavond jl. waren de niet talrijke bezoekers van den tuin van Tivoli getuigen van een prachtig vuurwerk, hetwelk één week vroeger door ongunstig weêr was uitgesteld. Ook hu beloofde de dag voor den avond niet veel goeds, wat zeer te betreuren was voor de ondernemers en voor allen die verzuimden daarvan te profiteeren. Is een vuurwerk altijd schitterendhet mocht hier inderdaad prachtig genoemd worden vele stukken verwierven dan ook door het verrassende van het gezicht een welverdiende bewondering. De fraai verlichte tuin en een muziek korps, dat zich afwisselend liet hooren, maakten het geheel recht aangenaam. Jammer dat het finaneiëel succes niet bemoedigend was het zou ons hoop geven aan een hernieuwing van dezen avonddat voorzeker door allendie met ons tegenwoordig waren, gewenscht zou zijn. De in S aanbouw zijnde ram- monitor Luipaard, op de werf der ,N ederja-pdache stoombootmaatschappij te Fijenoord, zal den 14 September a. s. te water gelaten worden. Te Breda is per telegram het treurig bericht ontvangen, dat de gep. generaal-majoor Ch. L. S. A. M. De Roy van Zuydewijn op zgn terugreis naar Nederland, aan boord van het stoomschip Holland," na een ongesteldheid van slechts weinige dagen is overleden. De Amsterdamsche kermis wordt dit jaar niet gehouden. Om voor alle eventualiteiten gereed te zgn, heeft men maatregelen van voorzorg ge nomen. De troepen van het garni zoen (dat belangrgk versterkt is ge worden) worden in de kazernen gecon signeerd aan de officieren der schut terij is aangezegd, dat zij de stad niet mogen verlatenhet personeel der brandweer is er op voorbereid, om zoo noodig als politie-korps dienst te doen. Men hoopt en verwacht, dat alles intusschen rustig zal afloopen. Bij het Gemeentebestuur van Zaandam is het officiëele bericht in gekomen, dat door den Minister het plan is goedgekeurd voor de spoorlijn PurmerendZaandamAmsterdam de aansluiting zal plaats hebben te Zaandam, waar dan ook de Zaan zal worden overbrugd, en niet te Wor- merveer, zooals men vroeger wel eens vermoed had. Men meldt uit Vreeswijk aan het Z. W. «Eergister had alhier een verkoo- ping op rechterlgk gezag plaats. Van de schuldeischers waren er die voor p. m. twee duizend gulden van den aangeslagen boedel moesten hebben. Na afloop der verkooping a contant, had die honderd een en twintig gul den, zegge f121 opgebracht, juist genoeg om den deurwaarder met getuigen en executiekosten te betalen. Te Zaandam is een kermislief hebber met een flesch jenever naar bed gegaan en 's morgens dood ge vonden; de flesch was toen bijna geledigd. Een wisselwachter aan het sta tion Elburg Epe heeft getracht zich van het leven te berooven door op de rails te gaan liggen toen hem dit belet was, heeft hij zich den hals afgesneden. Een legende. Op den Amers- foortschen berg is een plek waar zes boompjes itaan, en die toch altijd met den naam van de zeven boompjes" wordt aangeduid. F. geeft daarvan in 't >Hbl." de volgende verklaring: Volgens de legende zgn daar eens zeven mannen opgehangen en tot herinnering aan de straf der boosdoeners even zooveel boompjes geplaüt. Een der boompjes wilde ech ter niet tieren en ging doodde oorzaak werd weldra openbaar. Een der zeven mannen was onschuldig om hals ge bracht; het bleek, dat hij geen deel had genomen aan de misdaad. Het volk bleef het doode boompje meetellen, omdat in den naam »de zeven boompjes", in tegenstelling met het aanwezige getal, een herinnering aan het jammerlijke vooral en aan het geschiede wonder lag opgesloten. Als middel tegen wratten wordt in de Huisvr. het volgende aanbe volen. 's Avonds voor het naar bed gaan een week lang zich de wratten met een stukje wit krijt behoorlijk in te wrijven; na korten tijd zullen zij allen verdwenen zgn. Voor eenigen tijd is melding gemaakt van een Engelschman, die met zijn vrouw een berg beklom en spoedig terugkwam met het bericht, dat zij in een afgrond was gestort. Op kwaad vermoeden is hij in hech tenis genomen. Nu blijkt uit mede- deelingen der geheime Engelsche politiedat hg vroeger onder een anderen naam gehuwd was met een ziekelijke vrouw, die door zgn schoon moeder werd opgepast. Op zekeren dag liet hg de schoonmoeder een revolver zien, verklaarde haar het mechanisme en »toevallig" ging er een schot af, dat een einde maakte aan het leven der schoonmoeder. Door den dood der schoonmoeder viel hem, toen zijne vrouw kort daar op stierf, 40.000 pd. st. ten deel, die hij anders niet zou gehad hebben. Zijne vrouw, die door een» ongeluk" in Zwitserland stierf, had hem 70.000 pd. st. meê ten huwelijk gebracht en het ongeluk had plaats, nadat zij hem tot eenigen erfgenaam had gemaakt. In de Lövisohnsche badinrich ting, tussehen de dorpen Mariëndorf en Tempelhof, is in het bassin het lijk gevonden van een badgast. Het had een wonde aan het hoofd aan de linkerzijdeblijkbaar was daarin een kogel gedrongen, die onder het oor aan den anderen kant was uitgeko men. Men denkt hier aan moord, te meer daar de portefeuille van den overledene, waarin aanzienlijke pre- tentiën aanwezig moeten geweest zgn, nergens te vinden is. Volgens »Behms Jahrbuch," 1874, heeft ons werelddeel op iedere 1000 bewoners 300 runderen en 695 scha pen en varkens; voor Australië zgn deze cijfers respectievelijk 2623 en 28487 terwijl Uragnay in Zuid-Ame- rika optreedt met de cijfers 175000 en 50000. Pas in de laatste jaren zijn er krachtige pogingen in 't werk gesteld om Europa van dien over vloed te doen genieten. Reeds brengt Australië ruim 39 mill. pond vleesch in den handel, dat voor het grootste gedeelte door Engeland verbruikt wordt. Ook Amerika zendt jaarlijks een belangrijke hoeveelheid naar de oude wereld. Australië levert een eenig voorbeeld van ongekende snelle uitbreiding van den veestapel. In 1726 zouden daar de eerste schapen (8 merino's) ingevoerd zijn geworden, en thans voorziet datzelfde Australië de Engelsche wolfabriek voor een belangrgk deel van de benoodigde grondstof, door de jaarlgksehe toe- ending van ruim 100 centenaars wol. Een uitvinder te Brugge heeft een brevet genomen voor het ver vaardigen van een belangrgk coffre- fort (brandkast.) Met behulp van een vernuftig mechanisme, snijdt een overgroot mes het hoofd af van den dief, die aan 't slot raakt en sluit neld hoofd in een zijladedie opengaat op het oogenblik der ont hoofding. na elkander sterven, want anders is er ten slotte geen plaats meer op de wereld». Een andere lezing wil dat de eerste menschen het oneens werden. De een zeide: «Laat den dag bestaan, laat den nacht bestaan en laat de menschen sterven.» De andere zeide: «Laat alleen den dag bestaan, laat er geen nacht meer zgn, maar laat de menschen leven Na langdurigen strijd werden de din gen volgens het gevoelen van den eerste beslist. Bij de Indiërs moesten aanvanke lijk de oude menschen sterven. Toen eens Yama den ouden lieden door een paria liet verkondigen dat zij het leven verlaten moesten, geraakte de bode onderweg in benevelden toe stand hij vergat den vorm van zijne boodschap en zeide: «Yama de god des doods en heer van de onder wereld, gelast dat de vruchten der boomen, zoo groen als rijp, dat de bladeren, zoo groot als klein, zonder onderscheid moeten vallenSedert sterven menschen op alle leeftijden. HOE DE DOOD ONTSTOND. Daar was in den beginne geen dood; eerst later, grootendeels door eigen of anderer schuld, door ongehoor zaamheid en ongeloof, kwam de dood hier op aarde. Zoo luidt de sage bij alle oude volken. In het warme Zuiden en het koude Noorden, in het Oosten zoowel als het Westen, klinkt het lied van het verloren Paradijs, van de verloren onsterfelg kheid Afwijkend van de gewone schep pingsverhalen der Oostersche en Wes- tersche volken, zijn echter de over leveringen der inboorlingen van Afrika en Amerika. De mythe der negers van Oud- Calabar zegt, dat de menschen on sterfelijk waren, maar ongelukkig werden ze ongehoorzaam aan de hemelsche geboden, en daarom zond de godin Atai den dood. Atai liet strijd onder de menschen ontstaan en dood en alle verdere kwalen, omdat zij kwaad gedaan hadden. Toen de Groote Geest, na een lang verblijf onder den Caraïbischen stam der Tamanachiërs, deze verliet, keerde hij zich in de boot nog eenmaal om en zeide«Gij zult echter van huid veranderen." Zoo zouden zg, zonder te sterven, alleen van huid verwis seld hebben, als niet een oude vrouw zich ongeloovig betoond had, waarop de Groote Geest zijn woord terugnam en tot straf voor dat ongeloof zeide «Gij zult sterven Bij de Yneararen, in Brazilië, had Tiri aan Caru de medeopstanding van zgn zoog verkondigddoch de men schen strafte hg met sterfelijkheid, toen zg aten van de vruchten, op de graven groeiende, hetgeen hun verboden was. Onder de Hottentotten gaat deze sageDe man in de maan droeg den haas op, den menschen de tijding te brengen dat zg, evenals hg zelf, in het leven zouden terugkeeren. Toch stierven zij echter, en wel doordat de bode zich vergiste en zeide dat de menschen zouden sterven evenals de maan. Aan de Kaffers zou door een kame leon de tijding van het eeuwige leven verkondigd worden, doch daar hij inge haald werd door den hagedis, den bode des doods, zijn de menschen sterfelijk. De Groenlanders schrijven de oor zaak van den dood toe aan een vrouw; deze zon gezegd hebben«Laat hen Het onderstaand stut is met oon cLoarhij gevoegde .teekeiiing door het departement van Binnenlandsche Zaken uitgegeven, en hier ter plaatse in alle Bureaux van Politie ter lezing opgehangen. Om de belangrijk heid van het onderwerp, nemen wij 't geheel over, en kunnen niet genoeg de lezing en het gaan zien van de teekening aanbevelen. DE COLORADO-KEVER die in Amerika zulke vrecselijke verwoestingen in de aard appelvelden heeft te weeg gebracht, heeft, op den rug gezien, de gedaante van onzen inlandschen groenen goudhaan, maar hij is een weinig grooter (ongeveer 11 tot 12 millim. lang.) Zijne kleur is vleesch kleurig rood of rosachtig isabelle, met zwarte oogen, 18 kleine zwarte vlekjes en stipjes op liet borststuk en vijf gebogen langstrepen op ieder dekschild. Aan de pooten zijn de knieën en tarsen zwart. De streep langs den naad der dekschilden is zeer smal, de overigen zijn tamelijk breed; de zijranden dier strepen zijn niet scherp afgebakend en tussehen haar ziet men op de isabelle-grond- kleur nog zeer vele fijne zwarte of bruine stippeltjes. De eieren worden door den moederkever bij hoopjes van 30 of iets meer of minder, op de onderzijde der bladeren vastgelijmd. Zij zijn iets meer dan 2 millim. lang en 0.7 millim. breed, glad, hooggeel of oranje van kleur en hebben een rolronde aan beide einden toegeronde gedaante. Binnen vijf of zes dagen komen uit deze eieren de jonge larven te voorschijn. Deze zijn aanvankelijk bloedrood, later gaat deze kleur in vlecsch- kleur over. De volwassen larven zijn tussehen 8 en 9 millim. lang, na den tweeden ring van het lichaam dik en gezwollen, bultig uitgezet op den rug, aan het einde toegespitst, over het geheel kaal en zonder knobbeltjes of wratten. De kaasvormige, van voreneenigs- zins ingedeukte kop is glanzig zwart met witachtige bovenlip, 4 zwarte oogjes ter weder zijde, beschermd door gele borstelhaartjes; de bovenkaken hebben .vijf tandjes. Het borststuk is wit aan den voorrand, dan zwart, terwijl het overige langste gedeelte vleesch- kleurig is met vele olijfbruine vlekjes, die ieder afzonderlijk uit twee stipjes bestaan. Het overig gedeelte van het lichaam is vleeschkleurig of geelachtig, in dc zijden voorzien van twee rijen ronde zwarte vlekkeu, boven elkander. De zes pooten, waarvan de achtersten vrij lang zijn, hebben zwarte heu pen en witte dijen, met scheenen en tarsen, die aan bovenzijde zwart, en aan de onder zijde wit zijn. Na 19 dagen of bijna drie weken de planten verwoest te hebben, kruipt de larve, vol wassen zijnde, in den grond, waar zij in een pop verandert, uit welke in den zomer na 10 of 12 dagen de kever te voorschijn komt. Er zijn jaarlijks drie geslachten, waarvan het laatste den geheelen winter in den pop toestand onder den bodem doorbrengt. Indiengij dezen geduchten vij and van den aardappeloogst, in welke gedaante ook, ontmoet, dood hem o n mi d d c lij k. FLIK. Weet je wat ik heb vernomen? FLOK. Neen, nog niet. FLIK. Nu dan, men vreest Dat de Koning hier zal komen In October, op ons feest. FLOK. Vreezen? 'k Zou 't recht prettig vinden, Als de Koning hier dan was. FLIK. Ja, maar met d' onstuim'ge winden Komt hij wel niet op den plas. FLOK. Hoe is 't Flik, ben jo aangeschoten, Wat kletst gij van plas en wind? Znlke hooge feestgenooten Zijn daarvoor niet bang, mijn vrind. FLIK. Hoor eenB man, je schijnt te meenen, Dat ik Neêrlnnd's vorst bedoel; Als die ons zoo'n gunst wou leenen, Ja, dan was 't een goede boel. *k Meen dien oorlogsbodem, weet Je, Die in alle pracht en praal Reeds te wachten ligt een beetje In het nieuw Noordzee-Kanaal. FLOK. Ha, zoo I dns die zon hier komen Ben je simpel of niet wijs? Eer die zal naar binnen stoomen Zijn wij zeker beiden grijs. FLIK. Maar dat noem ik overdrijven; Doch zoo zijt ge altijd geweet. FLOK. Hoor eens, laat ons nu niet kijven, Maar kijk maar eens schuin -met 't feest, En dan zult ge wol ontwaren Dat geen boot hier is te zien. Nn nog vijf-eD-twintig jaren Is de „Koning" hier misschien. HELDERSCHE MOPPEN. Ziehier een advertentie, die we in een Ame- rikannsch blad vinden. „De heer Davison, die drie maanden heeft ge rouwd om zijn laatst overleden vrouw, heeft na achtereenvolgens met drie zusters, die hij allen ten grave heeft zien dalen, getrouwd te zijn geweest, besloten, tot een andere familie over te gaan en vraagt daarom langs dezen meer en meer gebruikeüjken weg een vierde vrouw. Gegadigden behoeven slechts een gezond gestel te hebben en niet absoluut te zijn. Geld is geen vcreischte, maar bederft niets." Een allerliefst vrouwtje kwam stil achter haar brommerigen man sluipen, viel hem om den hals en gaf hem een kus. De man deed alsof hij verontwaardigd, ja zelfs boos was, en zeide uit de hoogte: Mevrouw, ik vind zulk een daad onge past. Verschoon me wel, antwoordde het schalk- sche vrouwje ik wist niet, dat gij het waart. Het gelaat van den man vertrok op dat ge zegde tot een schier onmetelijke lengte. Iemand, die over spiritualisme sprak, had onder zijn gehoor een dame in zoo diepen rouw, als waarin men alleen over zijn echtgenoot pleegt te rouwen, opgemerkt en zeide tot haar, toen zij opstond om de zaal te verlaten: Ik verzoek u, mevrouw, nog eenige ©ogen blikken te blijven, dewijl de geest van nw man met n wenscht te spreken. Dat weel ik, antwoordde de dame want hy wacht me aan de deur, om mij naar huis te geleiden. De geestenziener keek op zijn neus en werd braaf uitgelachen. Burgerlijke Stand Helder. van 8 tot 12 September 1876. ONDERTROUWD ch GEHUWD: Geene. BEVALLENA. Dekker geb. van Hoven D. F. Desplanque geb. Deijker D. G. Mas- seus geb. Peterse Z. J. Tromp geb. KleijnD. J. M. Dyber geb. Drïessen Z. OVERLEDENA. van Pelt geb. Grin, 29 j. Ambtshalve ingeschreven 1.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1876 | | pagina 1