Hartelijk DANK
Evangeliesatielokaal,
BoiteiewoneOptaVeriaierai
ERNST EN SCHERTS,
(men zegt, loog); de man overleed
spoedig.
Yoor eenigen tijd werd van
Sloterdijk bericht, dat eenige arbei
ders op den spoorweg tnsschen Am
sterdam en Haarlem op zekeren dag
een, misschien vreeselijk, onheil had
den voorkomen, door den machinist
tijdig attent te maken, dat de trein
zich op verkeerde rails bewoog.
Werd aan het slot van dat bericht
gezegddat de oplettendheid van
die arbeiders waardeering verdiende,
thans kannen wij mededeelen, dat
het van de zijde der directie aan.
die waardeering niet geheel heeft
ontbroken. Terwijl de wisselwachter
en de machinist er met een betrek
kelijk geringe straf zijn afgekomen,
hebben de werklieden, die het gevaar
ontdekten en waarschuwden, een
gratificatie bekomenvier van hen
ieder ten bedrage van f 8 en een die
met een rooden zakdoek onraad"
geseind had, een geschenk van f 6.
Verleden week had te Sfcralau
in Pruisen een gebeurtenis plaats,
welke de ganscbe stad iu ontroe
ring bracbt. Donderdagavond kwam
met een der Spree-stoombooten van
Berlijn een als dame gekleede vrouw
met drie kinderen aan en begaf zich
ia een der restaurants. De dame nam
onmiddellijk weer biljetten voor Ber
lijn, doch liet onderscheidene stoom-
booten vertrekken zonder er gebruik
van te maken.
Tegen tien uren in den avond
ging de eigenaar van den restaurant
zijn lokalen inspecteeren en kwam
ook in de glazen veranda aan den
oever van de Spree; daar vond hij
niemand, maar wel twee hoeden, een
mandje, twee doeken enz. Van deze
vondst gaf hij kennis aan de politie.
Men herinnerde zich toen de dame
met de drie kinderen en deed overal
onderzoek naar haar, maar niemand
wist eenige inlichting te geven. Ein
delijk begon men met haken en
dreggen de Spree af te visschen en
met dit gevolg, dat Zondagmiddag
de vier lijken dicht bij elkander ge
vonden werdende dame, van onge
veer 82-jarigen leeftijd, een meisje
van 12 a 13 jaren, een knaapje van
8 a 9 jaren en het jongste meisje,
nauwelijks 1 jaar oud.
Eerst later kwam men te weten
welk somber familie-drama achter
deze gebeurtenis schuilde. De vier
drenkelingen vormden het gezin van
een smidsknecht, werkzaam aan den
Oosterspoorweg te Berlijn. De man
verdiende ruimschoots voor zich en
de zijpen, doch het huisgezin ging
gebukt onder de spilzucht der vrouw.
terwijl hij het linkeroog gesloten houdt, als
ware hij steeds gereed om te mikken. Achter
hem loopt, met den neus bijna tegen de broek
van zijn meester, een oude patrijshond.
„Goeden avond, kameraad," zeide de jager
met zware stem.
De huzaar ziet verwonderd op.
„Ik zie wel, dat ik de kunst niet versta,"
zegt de huzaar lachende.
,,'t Is ook geen werk voor een huzaar,
dunkt mijVan waar toch zou, voor den
duivel, het geduld komen om aanhoudend op
een kurkje of penneschaeht te turen, als
men gewoon is, altijd in galop de wereld
door te rijden?"
„Heer houtvester, het hangt slechts van
u af, om mij een beter tijdverdrijf te geven,"
zeide de huzaar lagchende.
„Gij wilt met mij op de jacht gaan, niet
waar?" vroeg hem de jager, en begon te
fluiten. „Ik heb er niets tegen, maar de baron
en inzonderheid zijn zoon, verstaan geen
Was het loon van den man niet
toereikend om haar nuttelooze uit
gaven te bestrijden, dan beleende zij
in stilte allerlei huisraad en kleeding-
stukken. Wat de werkzame man ook
hiertegen deed, niets hielp. De vrouw
ontzag zich ten slotte niet een kleine
som, welke de man bij een spaar
bank had uitstaan, aan te tasten en
belangrijk te verminderen. Vrees voor
de gevolgen harer onverschoonbare
daad schijnt haar ten slotte bevan
gen en tot de hopelooze daad ge
bracht te hebben, welke thans ter
wille van de onschuldige kinderen
en den ongelukkigen vader aller deel
neming heeft opgewekt.
De Daily Telegraph" meldt
een zeer bijzonder geval van zelf
moord. Een pakjesdrager heeft na
melijk in een vlaag van dronkemans
waanzin een geheele krant opgegeten
en is daaraau gestorven. Welke krant
zoo onverteerbaar was, wordt er
niet bij gemeld.
Te Berlijn wordt tegenwoordig
een nieuwe wijze van adverteeren
toegepast. In verscheidene groote
koffiehuizen vindt men tafels, waarvan
de bladen met glazen platen bedekt
zijn. Onder het glas worden de
advertentiën en reclames geschoven.
Op naar 't Zuiën.
Op naar 't Zuiën, op naar 't Zuiën!
Lieve zwaluw, trek toch heen!
Hoort gij niet de stormen loeien
En de regen de aard besproeien,
Nu onlangs de herfat verscheen?
Op naar 't Zuiën, op naar 't Zuiën 1
Waar nu rozen en jasmijn
Lieflijk bloeien, lieflijk geuren,
Sohitt'ren met haar frissche kleuren
In deu zoeten zonneschijn.
Op naar 't Zuicn, op naar 't Zuiën!
't Is daar heerlijk, 't is daar blij
Zwaluw, wil niet langer dralen,
Volg de lieve nachtegalen,
Want de zomer is voorbij.
Op naar 't Znicn, op naar 't Zniën,
Waar de lieve nachtegaal
Naar U uitziet met verlangen,
U straks hart'lijk zal ontvangen
In zijn zoete vriendentaai.
Op naar 't Zniën, op naar 't Zniën!
Talm niet langer aan dit strand;
Maar keer met de lente weder
En strijk dan ook hier weer neder
In het gastvrij Nederland.
HELDERSCHE MOPPEN.
„Tn een bouvrrekening vond de revisor een
post van een halven gulden voor een pond spijkers,
zonder dat hij zag nangeteekend, waartoe zij ge
bezigd waren. Hij schreef derhalve, onder zijne
overige aanmerkingen, ook deze „Waar zijn
deze spijkers geslagen P" De steller der rekening,
dien het ergerde dat op ?ulk een kleinigheid aan
merking werd gemaakt, antwoordo kortaf: „Op
den kop-"
schertsen, wat de jacht betreft. Maar wat
niet weet, deert niet wij zullen eer
daags zaraen een nachtelijk tochtje maken op
de reeën. Kunt gij mij vuur geven hoe
heet gij toch?
„Mijn naam is Otto Recke, antwoordde de
huzaar, terwijl hij een lucifer aanstak.
De houtvester blies dikke rookwolken uit
zijn kort pijpje, waarvan het roer van een
hertehoorn was vervaardigd, en zette zijn
geweer tegen een wilg. Daarop ging hij in
het korte gras zitten en strekte zijne lange
beenen ver van elkaar uit.
„Ik ben toch een weinig moede geworden,
en mijn hond ook," bromde de houtvester.
„Sedert dezen morgen drie uren ben ik reeds
op de heen. Acht en veertig jaar, dan is
de beste tijd voorhij. Ik wil u een paar minu
ten gezelschap houden. Rookt ge niet?
„Neen
„Voor den duivel, een huzaar zonder pijp
is haast niet denkbaar. Gij zijt echter nog
„Gelooft u, Docter 1 dat het sterke rijgen,
slechts voor de teering is P"
„Integendeel Mej. I" het is zelfs zeer voordeelig
voor de teering. „Die haar niet heeft, kan haar
door het rijgeu krijgen."
Burgerlijke Stand Helder.
Van 29 Sept. tot 3 Oct. 1876.
ONDERTROUWD P. Brnin, melkventer, wc-
duwnaar van A. Bood en O Mnd, wonende te
Frnneker.
GEHUWDGeene.
BEVALLEN: P. P. Richter geb. Manheim
D. C. Mesman geb. van der Wiele Z.
M. M. Schoonbergen geb. Kruk D. R. Willems
geb, Visser D. M. N. A. Grimme geb. Klin
ker!; D. G. Engelenberg geb. Molenaar D.
M. Kraan geb. Keesman Z. A. Knnst geb.
Bruin D. J. Roemer geb. van der Meer D.
G. Kikkert geb. Timmerman Z.
OVERLEDEN: P. van 't Hert, 7 j. S.
Bruisschaart, bijna 5 m. S. Smit, 20 m.
B. Schorsij geb, Lastdrager 43 j.
In het volgend nommer zal voor
de geabonneerden weder een Prijs-
Raadsel worden opgenomen.
Alle advertentiën voor dit blad,
welke viermaal ter plaatsing worden
aangeboden, worden slechts DRIE
MAAL berekend.
Advertentiën.
35-J ARIGE ECHTVEREENIGINGp
i van
I WILLEM SCHENDELAAR g
1 EN ff
3 AAGJE HÜBBELING. 8
1 helder, 30 Sept. 1876. M
Hunne dankbare Dochter. ff
"cisosEisieisasoisosoooseMsossy
Getrouwd
J. W. BOESAART
en'
A. B. VETTEN.
Nieuwediep, 28 Sept. 1876.
Algemeene kennisgeving.
Bevallen van een welschapen Zoon,
M. KEESMAN, geliefde Echtgenoote
van L. C. KRAAN.
Nieuwediep, 2 Oct. 1876.
Bevallen van een Dochter, M.
GRIMME geb. Klinkert.
Helder, 1 October 1876.
Bevallen van een welgeschapen
Dochter, A. KUNST, geb. Bruin.
Helder, 30 September 1876.
Algemeene kennisgeving.
Heden overleed, na een smartelijk
lijden van 9 maanden, BERENDINA
LASTDRAGER, Echtgenoote van
A. C. SCHORSIJ.
Helder 1 October 1876.
Algemeene Kennisgeving.
jong genoeg, en kunt nog menigen centenaar
tabak verblazen. Toch niet ouder dan twiu-
tig jaar?"
„Twee en twintig!"
„Dan telt gij reeds eenige jaren dienst?"
„Twee jaren."
„Gij zijt reeds onderofficier?"
„Neen."
„Of zijt gij kadet?"
„Neen."
„Gij ziet er toch niet uit als een ge
woon huzaar."
De soldaat lachte.
„Waarachtig, gij zoudt een knap officier
zijn!" riep de houtvester driftig. „Zoo slank
en ferm opgegroeid, met fijne handen en
voeten, en voor den duivel, met een gezicht
als een jonker. De erf heer van Tempelhof is,
met u geleken, geen cent waard! Wan
neer het uw doel is, officier te worden, ge
loof ik, dat het u niet veel moeite zal kosten."
„Heer houtvester," zeide de huzaar op
Heden overleed zacht en kalm, na
een langdurig en smartelijk lijden
van 7 jaren, onze lieveling PIETER
VAN 'T HERT, in den ouderdom
van 7 jaar en 2 maanden, diep be
treurd door zijne ouders, doch wij
hopen in Gods wijzen wil te berusten.
Helder, 30 Sept. 1876.
J. VAN 'T HERT
en Echtgenoote.
brengen wij door deze toe aan M
M Vrienden en Bekenden in de II
Vischstraat, voor hunne hulde en |f
belangstellingbetoond bij ons
40-jarig Huwelijksfeest, in 't bij- 8
zonder aan hen, die behulpzaam Is
geweest zijn iu het daarstellen M
der fraaie eereboogen.
De familie STAM.
lste VROONSTRAAT.
der Jongelings-Vereeniging D. V.
aanstaanden DONDERDAGAVOND,
ten 7l/o uur.
Spreker de Heer
SIJE J. DE HAAN,
Agent der Ned. Geréform. Zending-
Vereeniging van 's Graveland.
HET BESTUUR.
Burgerkring Harmonie.
Eerste GEWONE WINTERVEB-
GADERING op Heden Dinsdagavond,
7ya uur en verder eiken Dinsdag, iu
het gewone lokaal.
HÉT BESTUUR.
Eerste WINTERVERGADERING
op Vrijdag 6 October a. s.en vervol
gens iederen Vrijdagavondten 8
uurin het gewone lokaal.
HET BESTUUR.
De ondergeteekende bekent schuldig
te zij u aan JELLE POST, de somma
van f 1.50, die zij door zijn onbe
schaamd manen op straat, niet heeft
willen betalen, terwijl zij hem drie
dagen uitstelde, daarmede niet te
vreden was, daar hij al reeds 50 Centen
ontvangen had.
BETJE DE VRIES,
Wachtssr^at, B 73.
vroolijken toon, „wanneer gij generaal waart,
dan zou ik er eens overdenken, maar altijd
op voorwaarde, dat gij mij eenige duizenden
daalders iu de hand stoptct. Zoo echter
„Nu, Recke, aan geld kan het u niet ont
breken. Uwe ouders zijn voorzeker rijk."
„Ik heb geen ouders meer."
„O, dat is erger. Was uw vader ook
soldaat
„Ronduit gezegd, dat weet ik niet. Ik heb
hem nooit gekend."
„Maar wat hij geweest is, zult gij toch
wel gehoord hebben."
„Neen, heer houtvester." zeide de huzaar
blijkbaar met weerzin.
„Neem het mij niet kwalijk," merkte de
houtvester aan, „dat ik maar zoo in 't wilde
rond vraag maar gij hebt het in dc drie
weken, die gij iu ons dorp met verlof rond
slentert, zeker reeds ondervonden, hoe ver
schrikkelijk vervelend het hier is."
(Wordt vervolgd.)