t Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN. No. 382. Vrijdag 13 October 1876. Vierde Jaargang. Oplaag 4000 Exemplaren. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. DE ERFENIS. ni. VOOR DEN Abonnement franco p, post 50 Ct. p.8 maandeu. Afzonderlijke nummers 1 Cënt. Uitgevers BERKHOUT Co., te HELDER. ADVERTENTIEN Van 15 regels 25 Centenelke regel meer 5 Centengrootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10' ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. g ent, ring, rijk don dat ïhts OCTOBER. Zaterdag 14 Zondag 15 Maandag 16 Dinsdag 17 Woensdag 18 Donderdag 19 Vrijdag 20 Opgang der, Zon Zaterdag 14 Oct. 6 n. 24 m. Ondergang 5 n, 7 m. Nieuwe Maan Dinsdag 17 Octóber. NIE U WSTIJDINGEN HELDER, 13 Oct.. 1876. Wij maken onze lezers attent op de soiree litteraire et musicale te geven door de leden der Sociëteit »Mars" in Musis Sacrum. »Mars" gaf zijnen bezoekers steeds iets goeds ten beste, daarom bevelen wij deze soiree ten zeerste aan, ook omdat ze tevens ter berinnering is aan de opheffing van het onvrij terri toir in deze gemeente. (Zie verder de annonce.) 't Gezelschap Ernst en Scherts" zal op Donderdag 19 October a. s. zjjn eerste buitengewone vergadering houden in Tivoli. Bjj die gelegen heid zal worden opgevoerd het tóo- neelspel »Raoul de Roóverhoofdman," met een Voorspel, >de Wraak eens FEUILLETON. i) HET LICHT IN DE KAPEL. Het was avond geworden. De herders waren met de kudden, die in iet bosch gegraasd hadden, huiswaarts ge teerd. Op de boerderij naast het kerkhof itonden groepen van schoone koeien, die neest allen gemolken waren. De- dieren gingen er waren er omstreeks vijftig' angzaam, de een na'de andere in den stal, >m elk hare plaats aan de kribbe op te toeken: Het was een uitgestrekte hoeve, die in dies van den rijkdom en de liefde tot orde 'an den eigenaar getuigde. Rondom in den net versch atroo bedekten, stal was de vloer feplaveid. Twee zeer groote schuren, stevig febouwd en met pannen gedekt, stonden aan icide zijden van den hof. Op den achter mond stond het hoofdgebouw. Het woonhuis met zijn ongeveer zeventig neten langen deel, waarnaast de koe- en «ardenstal zich bevonden, was met stroo Dinsdag zijn alhier aangeko men de oorlogstoomschepen» Zilveren Kruis" en Leeuwarden", van Cura9ao. Te Brouwershaven kwam binnen het oorlogschip Prinses Maria." Wanneer koopvaardijschepen in partikuliere dokken geen plaats kon den vinden of door zware averij niet verder konden gaan, werden zij tot dusver in 's Rijks marine-dokken alhier en te Hellevoetsluis geduld. Onlangs echter is de oprichting van een partikulier droogdok te Nieuwe- diep afgestuit op de vrees, dat de koopvaardijschepen dan toch in de marine-dokken zouden worden toe gelaten. Op grond hiervan heeft nu de minister van Marine, o. a. aan de Rotterdamsche Kamer van Koop handel, medegedeeld, dat het onher roepelijk voornemen bestaat om de marine-dokken nog slechts in geval van nood ter beschikking van de koop vaardijvloot te stellen, in afwachting dat het tot de oprichting van een partikulier dok kome, te Nieuwediep of te Amsterdam, terwijl met 31 Dec. 1878 de marine-dokken in elk geval voor koopvaardijschepen gesloten zul len zijn. De Kamer bovengenoemd, heeft besloten, den Minister te ant woorden, dat ziftegen het voornemen gedekt. Boven op den nok wareu twee paar denkoppen aangebracht. De meiden kwamen met haar breiwerk voor de poort van den hof; de knechts, kloeke kerels, slenderden hunne dorpschoo- nen na, en spoedig waren alle zitplaatsen op de eikenstammen, die voor do boerderij lagen, ingenomen. Weldra verhief zich een vroolijk gezang in de avondlucht. Voor de deur van het woonhuis ver scheen een breedgeschouderde man van een lange gestalte, met een met zilver be slagen meerschuimen pijp in den mond. „Het was Meijer, de eigenaar der hoeve, een man van vier en vijftig jaar. Zijn ge laat was glad geschoren, door de zon ge bruind, en droeg den blos der gezondheid. Alles in dit gelaat was groot de blaauwe, heldere oogen, de gebogen neus, de mond met' stevige tanden. Hij was een man, die gevoel bezat, maar geen tegenspraak kon dulden; die, als een gestreng meester aan het werk ging en zijn hals voor geen macht der aarde boog. Meijer droeg een blauw mutsje op zijne gele haren, zijn hemdkraag was hagelwit en over zijn zwart fluweelen vest met zil veren knoopeu droeg hijjeeu korten frieschen jas. De geelachtige manchesterbroek reikte tot aan de knie. Hoewel het reeds laat geen bezwaar heeft, in het vertrou wen dat de termijn, zoo noodig, wel zal worden verlengd, wanneer intus- schen door pörtikulieren de hand aan het werk is geslagen. De N. Arnh. Ct. verhaalt onder reserveEen paar jaar geleden ver dween een ingezetene van Arnhem, die zich naar Bennekom begeven had om handel te drijven, spoorloos. Alle onderzoek dat familie en politie in het werk stelden, bleef vruchteloos. Hg was en bleef, weg, en nergens vond men eenig spoor, waaraan een onderzoek met vrucht kon vast- knoopen. Nu is die duistere zaak zoo verhaalt men opgehelderd. De man is nabij Bennekom door twee beerenleiders beroofd, vermoord en zijn lijk door de beeren verslonden. De beide beerenleiders kregen onlangs twist en bij die gelegenheid zouden zij elkander verwijten hebben toege voegd, waardoor deze gruwelgke ge schiedenis aan het licht kwam. Men schrijft nit Vel zen van den 9 Oct. »Een treurig ongeluk had heden avond alhier aan de zeehoofden van 't Noordzee-Kanaal plaats. Drie stoomzandpompen waren nog buiten was, had hij zijne laarzen nog aan. De reuzengestalte stond aan den ingang der deur. Als men hem naderde, dan be merkte men, dat hij in diepe gedachten verzonken was. Hij zag naar den weste lijken hemel, waar de wolken zich samen pakten, terwijl nu en dan een bliksem straal den hemel als in vlammen zette; echter scheen de boer nu niet naar het weder te zien. Zijn gelaat drukte den mees ten ernst nit. Een meisje van een ranke gestalte, met zwarte oogen cn krullend haar, was hem genaderd en zag hem van ter zijde vor- schend aan. Naar hare kleedïng te oor- deelen, was zij de dochter des huizes. Zij waagde het niet den boer aan te spreken maar wachtte, tot hij zelf op hare tegen woordigheid acht zou slaan. „Zoo is hot," mompelde Meijer, „en daar moet het heen. De tijd is gekomen om het schaudelijkst bedrog, dat ooit gepleegd werd, aan den dag te brengen. Tot Iiiertoe is de baron de bovendrijvende partij geweest, en de boer heeft zijn tijd afgewacht nu komt de beurt aan den boer, om de hand omhoog te heffen!" „Zegt gij iets tot mij, vader?" vraagde het meisje zacht. „Watriep Meijer, zich schielijk omkee- de hoofden in zee. Om den hevigen storm wilde men ze naar binnen slepen, waartoe sleepbooten naar bui ten waren gegaan door de hooge zeeën mislukten echter die pogingen, daar de trossen als glas afknapten en de ankers der vaartuigen, waarop de pompen zich bevonden, niet hielden Een dier vaartuigen werd op 't strand geworpen en door de hevige branding spoedig uit elkaar geslagen. Met veel moeite gelukte het de opvarenden te redden. De tweede zandpomp dreef tegen 't Noorderhoofd aan en bekwam daardoor veel averij, maar de man schappen konden zich op 't hoofd bergen. De reddingboot met 12 man ging op de derde af, om een lijn aan te brengen, waarmede de stoompomp naar binnen gesleept kon worden, maar had het ongeluk onder de boeg van het stampende vaartuig te komen en daardoor omgeworpen te worden. Drie der opvarenden verdwenen in de diepte en vonden hun graf in de golvenaan de negen anderen gelukte het de boot weder overeind te krijgen en zich te redden, evenals aan de opvarenden van de zandpomp, die op het strand werd geworpen en ook wel verloren zal zijn. Groote bewij zen van moed en opoffering werden rende. „Zoo, zoo zijt gij het, Trina! Waarom sluipt gij naar mij toe, gelijk een kat Dat moet gij niet meer doen." „Ik hen niet gekomen voor mijn ver maak, antwoordde het meisje snel, cn sloeg op haren vader een scherpe, vijandige blik. „Moeder laat u zeggen, dat de ge- heele kamer in orde is, juist zoo als gij bevolen hebt." „Goed!" Meijer klopte zijne pijp uit, ging naar den deel en naderde den haard, waarin het, heldere turfvuur brandde. De boer trad in een ruime kamer, waarin een lange, witte tafel stond, en ging daarna op het licht af, door een half geopende zijdeur. De kamer, die hij nu binnentrad, zag er zeer zindelijk uit. Iu het midden stond een tafel met twee koperen kandelaars, blin - kende als zilver. De twee waskaarsen door de vrouw zelve gegoten en auder- halven duim dik, verspreidden een honig- geur in het vertrek. Naast de waskaarsen waren twee flesschen wijn geplaatst, met overoude etiquetten en twee glazen. Een versch brood, een netjes gevormd, reus achtig stuk boter en een onaangesneden ham stonden op een hagelwit servet. (Wordt ver vol'g d.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1876 | | pagina 1