Bij flen aanvang van 't jaar 1877. 25jarige Echtvereenigi Aan onze Lezers! Advertentiën. en trok van daar naar Astrakan en Czaritzen aan de Wolga. Van daar per spoor naar Warschau en zoo over Berlijn en Calais naar Londen. Hij ondervond op zjjn tocht geen enkele vertraging en 'de reis over land schijnt hem zoo te hebben be vallen, dat hij van Londen over Alexaudrië en Beyreut den Libanon overtrok, de Syrische woestijn door- kraiste tot Bagdad en van daar langs den gewonen weg der karavanen in Engelsch-Indië terugkeerde. Dezer dagen bezocht een jong handelaar, te Berlijn gevestigd, voor zakeu een naburige stad. Op den weg derwaarts trad hij een aan den grooten weg gelegen herberg binnen, alwaar hij eenige oogenblikken ver toefde. Nauwelijks had hjj den drem pel van het lokaal overschreden of een arbeider, die zich aldaar bevond, rees plotseling op en scheen door een geduchte aandoening te zijn geschokt. Zoodra de vreemdeling, die zich kort daarop verwijderdewas vertrokken, verklaarde diezelfde man met bevende stem, dat hij vóór 27 jaren den vader van dien vreemde ling had vermoord in hem, den zoon, had hij zijn slachtoffer herkend. On verwijld begaf hij zich naar het hoofd der politie, wien hij een vol ledige bekentenis van het gebeurde aflegde. De jonge man was de zoon van een voormaligen opzichter der jacht en heete Oertel. Door drie stroopers, die hij op zijn weg in het bosch bij Tegel ontmoette, aange vallen, kreeg hij van een hunner een doodelijk schot. Te vergeefs werden allerlei pogingen in het werk gesteld, om den dader te ontdekken, die na 27 jaren zich zeiven over leverde. Uit Montreal in Kanada wordt 26 Dec. getelegrafeerd, dat een klooster bij Jullietten een prooi der vlammen is geworden. Dertien personen zjjn daarbij omgekomen. Een telegram uit New-York van 30 Dec. meldt! Gisterenavond stortte ten gevolge van een sneeuwjacht de exprestrein op de Pacific-lijn, bij Ashland in Ohio, van een hoogte van 75 voet in de rivier. Er werden 52 reizigers gewond en velen kwamen om." Omtrent den stand der Ooster- sche kwestie in de laatste dagen is men nagenoeg zonder berichten en met bezorgdheid voor den vrede vangt het nieuwe jaar aan. De Baron stond op en zag door het raam naar buiten. Hij had te midden der duisternis van den nacht het uitzicht op Friedkof en de kapel. Plotseling keerde hij zich om. ,/t Is verschrikkelijkzeide bij in zich zelven. ,,Wat zegt gij Tempelhof!" vraagde de dame, die zijne manieren en zijne bewe gingen met gespannen aandacht gadesloeg. „De kapel schijnt u te hinderenHet moet een verschrikkelijk gezicht geweest zijn, toen die reusachtige man, daar in zijn bloed lag te wentelen Bruno heeft er mij iets van gezegd en toch is het voor ons een zeer gelukkige gebeurtenis, dat Meijer nu juist sterven moest. Daar wij toch tot hiertoe zoo gelukkig zijn, waarom zou den wij ons dan juist heden de toekomst zoo donker afschilderenDe vrees voor het gevaar is altijd erger dan het gevaar zelf! Denk niet meer aan dien vreemden zwerver! Het zal niet veel moeite kosten om ons van hem af te maken." „Ik wensch, dat gij gelijk hebt, maar ik geloof bet niet!" Heeft men aan u, plaatsgenooten, Menig zegen wensch gericht, Ik wil dat getal vergrooten Door dit welgemeend gedicht. Weest voorspoedig in uw zaken, Neemt ons blad vaak in de hand; Moog de inhoud u vermaken Of u nut zijn in uw stand. Dankbaar voor het adverteeren, Door u, in het vorig jaar, Blijven we ons recommandeeren Onze krant staat voor u klaar. Vraagt ge een meid, gij moogt een vinden, Knap in 't werk, lief van gelaat, Die niet draait met alle winden, Of te veel met vrijers praat. Wenscht ge een knecht, wanneer de zaken Bij u heel voorspoedig gaan, 'k Zeg vooruit: wij zullen maken Dat ge uw wensch ras ziet voldaan. Hebt ge soms iets te verkoopen Of het een of aar te huur, Koopers komen dan bij lioopen, Of wel huurders, binnen 5t uur. Handelt gij in bier of wijnen, Of in spek en ossenvleesch, Regenmantels of rozijnen, Hebt voor uw debiet geen vrees. Wat ge ook hebt, 't zij lijnbroodkoeken, Of uitmuntenden tabak, Jassen, vesten, fraaie broeken, Of vuurmakers bij het pak, Braai behangsel of sigaren, Kachels, of wel chocolaad, Boter, dien men kan bewaren, Overhemden, naar de maat, Versche moss'len, spek en hammen, Zuurkool zonder wederga, Olie, naalden, zeep en kammen, Haarwater van Dorpema, Witte biggen, tamarinde, Of ook oesters malsck en frisch Die ge slechts bij Beis kunt vinden, Of in anderen, verschen visch, Lucifers of avondbrillen, Potlood, postpapier of lak, Turf, voor die van koude rillen, Of een fraaien almanak, Kaarten met gekleurde azen. Zoutevisch van 11 cent, Speelgoed, prenten, lampeglazen, Naaimachines met patent, Kortom, wat gij moogt verkoopen, Of, wat gij ook debiteert. Koopers komen wis bij hoopen, Als gij bij ons adverteert, Moogt gij somtijds iets verliezen, Heeren! dames! op de straat, Wilt niet lang daarover kniezen Komt maar bij ons, hier is raad. Geeft gij bals of danspartijen, Of komedie in uw zaal, Dan moog u d'ontvangst verblijen; 't Geve u voordeel elke maal. Hebt gij niet veel eloquentie, Wanneer gij een meisje vraagt, Plaatst bij ons een advertentie 'k Wed, dat gij naar wensch dan slaagt. „Bodo," riep de dame op een ton, die haar moed toonde, „gij geeft u thans over aan ij dele hersenschimmen moed gevat! Ik as zoo lang trotsck op uwe vastbe radenheid „O, daaraan ontbreekt het mij niet!" antwoordde de baron met een lach, die van een doorborenden, bliksemsnellen blik vergezeld ging. Zijn gelaat had een vreeselijke uitdruk king. „Toon, dat gij dezelfde zijt, van voor heen. Denk aan Bruno, aan onze Hilda! Wanneer wij ons moeten verdedigen, dan zullen onze aanvallers dappere lieden vin den, Tempelhof! Stop hem een rol dukaten in de hand, en de landlooper gaat meer dan te vreden zijn eigen weg." ,,'t Is mogelijk wie weet het! Hij verlangt opheldering van mij, omtrent zijne bloedverwanten „Hij weet dus niets!" „Dat is niet zoo bepaald aan te nemen. Misschien houdt hij zijn hoogste troef tot het laatst in de hand." „Denkt gij dan, dat hij zou gezwegen Strekke zoo ons ned'rig blaadje Tot bevord'ring van uw zaak; Brenge het u geld in 't laadje Of, verschaff' het u vermaak. Treedt dan, opgeruimd, tevreden, Dezen nieuwen jaarkring in. Word* door u geen scha geleden, Maar, breng* die u voordeel in. 'k Wensch „Wat drommel, roept de drukker, „Dichter! heb jij haast gedaan! ,,'k Scheur, zoowaar, het laatste stuk er „Af. Mij dunkt, het kan wel gaan. „Ging 't zoo door, o, jemineetje! „Ik kwam met mijn werk niet klaar. „Daarom, vriend, bewaar een beetje „Yoor een volgend Nieuwejaar." GERBIT J. HELDERSCHE MOPPEN. Kleermakersknecht. Maar baas, dat is toch geen recht, zooals gij onlangs met den mantel van den graaf gedaan hebtdaar hebt gij 2£ el van terug gehouden, mij dunkt daar moest gij u toch een geweten van maken. Baas. Een geweten? Ben je zot Een broek maak ik er mij uit Een snuggere boer was overleden en na zijn dood vond men in zijn tabaksdoos een testament, dat dus luidde„Mijn wil is dat mijn vrouw al mijne bezittingen erve en mijn oudste zoon de andere helft. Mocht daarna nog iets overblijven, dan kan het worden verdeeld onder de knechts en meiden. Burgerlijke Stand. Helder, van 29 Dec. 1876 tot 2 Jan. 1876. Ondertrouwd: S. Buys, loods en T. de Haan. Getrouwd: Geene. BevallenC. J. P. Filarski geb. Tismeer Z. T. Bot geb. Visscher Z. M. G. Molenaar geb. Prins Z. A. Grin geb. Smit Z. N. Geus geb. Molenaar Z. OverledenJ. M. Sennekes 6 j. en 10 m. J. W. Burger 24 j. S. Gaus 21 j. J. Veen 5 m. Onze geabonneerden buiten de gemeente, BP welke ons blad per post ontvangen worden verzocht het abonnementsgeld (4e kwartaal) voor den lOden dezer per postwissel of in postzegels over te maken. De onkosten van overmaking kun nen daarvan worden afgetrokken. Alle advertentiën voor dit blad, welke viermaal ter plaatsing worden aangeboden, worden slechffc DRIE- MA ATi berekend. hebben, daar hij, verdacht vau een moord, in de gevangenis geworpen is?" Zijn eerste woord zou geweest zijn Mijnheer, ik ben. Maar hij maakt zich slechts bekendGij hebt mij immer de verzekering gegeven dat de Assessor Brook van den waren toedracht niet wist „Hij wist nietsAnders zou hij mij ge noodzaakt hebben, zijne schulden te betalen en daarbij zelf niet genoodzaakt geweest zijn, zijn ontbijt met rattenkruid smakelijk te maken!" „Dieu merci! Tempelhof, gij komt we der tot uwe oude stemmingriep de barones. „Gij zult moeten erkennen, dat het ge- heeie gevaar, dat gij vreesdet, alleen in een voorbijgaande, sombere stemming zijn oorzaak vond. Hij moge de bedoelde ziju of niet wij zijn niet zoo gemakkelijk aan te tasten, Tempelhof! Hij moge de geschiedenis van dat kind weten, of nog vernemen onverschillig! bewijzen ont breken hem. De rechtmatige erfgenaam van Tempelhof wankelt niet bij den eersten aanval (Wordt vervolgd.) van JACOB de RUITER ee vb en zü ALIDA HOOGENDIJK. hc Di aa Nieuwediep, 5 Januari 1877. Algemeene kennisgeving. V, Namens Broeders en Zusters ge Getrouwd A. DAMEN m en M. WIJKHUIZEN, vi betuigen tevens hun hartelijken di jj, voor de vele blijken van belangi rc ling, zoowel van hier als van el bij de voltrekking van hun Huwi ondervonden. Nieuwediep, 28 Dec. '76. Bevallen van een Zoon H. HEERES-SCHOONEMAN. Helder, 30 Dec, 1876. Bevallen van een welgescha Dochter, E. BIENHOFF— D IE S E N. e] Nieuwediep, 30 Dec. 1876. Eenige kennisgeving. Heden beviel voorspoedig van Dochter, mijn Echtgenoote A. 1 TEUNISSEN—Sterrenburg. ii Nieuwediep, 1 Jan. 1877. Algemeene kennisgeving. Tot mijn diepe droefheid, overl p heden, na een langdurig en gedul lijden, na voorzien te zijn gewt van de H. Sacramenten c stervende, mijn geliefde Echtgenc JOHANNA HENDRIKS EVERS, den ouderdom van ruim 53 jarer Allendie mijne vrouw gek< t hebben, kunnen beseffen hoeveel 1 en de mijne in haar verliezen, was voor mij een zorgvolle gade een teedere moeder voor hare kindei Nieuwediep, 1 Jan. 1877. C. VAN DER POLL j mede uit naam van Kinde: en Behuwdkinderen. Nog was het oude jaar niet v dwenen, of ons gewerd de droev: tijding, dat ons EERELIDde H JOHANNES DIJKER, hettijdeli met het eeuwige heeft verwisseld, den ouderdom van circa 25 jar zijne echtgenoote en een kind acht latende, waarmede hij 10 maand in den echt was verbonden. Onze plaatsgenooten kunnen zi dus begrijpen, wat zijn echtgenoi en haar kind, zijne ouders en o wij in hem verliezen, daar hij, ong huwd zijndeVice-President ons Vereeniging was. In de hope d van een zalig wederzien, zoo noem wij ons In naam van het Jongelings Collegie Nut en Genoegen, HET BESTUUR. Heden overleed zacht en kalm, mi geliefde Echtgenoot JOHANNI DIJKER, in den ouderdom vi circa 25 jaren, diep betreurd doy mij en wederzijdsche familie. Helder, 31 Dec. 1876. W. J. DIJKER, Ekhard. Algemeene kennisgeving.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1877 | | pagina 2