Alpmsene Yerpflerinii
ARTILLERIE-VRIJKORPS.
293ste Staals-Loterij.
Advertentièn.
zich volkomen vrij op zijne zitplaats
bewegen kan.
Te Saint-Léger-Vaubau, in het
dep. Yonne, heeft een barbaarsche
schoolonderwjjzeres een meisje op de
school gelast boven op de gestookt
wordende kachel te gaan zitten. Het
kind deed znlks maar brandde zich,
schreide en bad de strafplaats te
mogen verlaten. Het kind moest
echter big ven zitten, en deed dat,
tot het eindelijk in een beklagens-
waardigen toestand naar hnis moest
worden gebracht. De schoolmatres is
door den prefect ontslagen.
In de gemeente Potka, Hon
garije, zijn een daglooner en zijn
vrouw plotseling van hun gezin,
bestaande uit vier kinderen, beroofd.
De man deed petroleum in de nog
brandende lamp; eensklaps vatte de
petroleum in de peer vlam, waardoor
de man zoo verschrikte, dat hg de
lamp omver wierp. Het brandende
vocht liep langs de tafel op de kleede
ren der vier kinderen, die er omheen
zaten. In een oogwenk stonden de
kinderen geheel in de vlammen. Zoo
verschrikt waren de ouders, dat zij
niet in staat waren hulp te bieden.
De oudste der kinderen, een knaap
van elf jaren, liep naar den tuin,
waar hg zich op den grond wierp;
zgn zesjarig zusje volgde hem, een
driejarige knaap en een kindje dat
nog niet loopen kon en op den
schoot van het meisje had gezeten,
bleven in het vertrek achter. Toen
zij eindelgk bijstand ontvingen, was
het reeds te laat; zjj bezweken kort
daarna aan de bekomen wonden.
Het lijden der twee in den tuin was
van langeren duur, maar eindigde
mede met den dood.
Aan de te Emden gevestigde
maatschappij voor haringvisscherg
zal vanwege het Pruisisch gouverne
ment een voorschot van 300,000
mark worden verstrekt, althans de
groote meerderheid in den Landdag
heeft zich daarvoor in de bres gesteld
en den Minister van Financiën, die
er tegen was, verzocht aan 't ver
langen der Maatschappij te voldoen.
De kantonrechter Duffy van
New-York had onlangs een zeer
moeielijke quaestie op te lossen. John
Koler en Paul Eanitz waren voor den
rechter verschenen, en met hen een
groote New-Foundlandsche hond, die
door een politie-agent aan een koord
vastgehouden werd. Beide mannen
maakten aanspraak op het eigendoms
recht van den hond en beider bewijs
gronden waren zoo overtuigend, dat
hem niet te hulp.
„Kauz!" riep de huzaar.
In een ©ogenblik was de slaper op de
been, zag met woeste oogen om zich heen
en begon te loopen, zonder zich om zijn
hoed en zijn kleinen, morsigen bundel te
bekommeren.
„Kauz! blijf toch hier!"
Hij zag om, stond stil en krabde zich
het hoofd.
„Zoo, zijt gij het?" zeide hij, naderbij
komende. „Is het niet even alsof gij een
wolf hadt opgejaagd? Geen enkel oogen-
blik gerusten slaap. Gij ziet, dat gij een
goed werk verricht, wanneer gij voor mij
tot den baron von Tempelhof gaat."
„Het komt er alleen op aan, wat gij
daar voor mij te doen hebt, Kauz!"
„Slechts een paar woorden. Maar ik heb
u meer gezien. Ten slotte zijn wij nog
oude bekenden! Is het u niet, als hadt gij
mij vroeger gezien?"
„Ja, maar waar, weet ik niet!"
„Uwe stem kwam mij reeds gisteren
een uitspraak onmogelijk scheen.
Alle aanwezigen zouden gezworen
hebben, nu eens dat het beest aan
Kanitz, dan weker dat aan Koler toe
behoorde, naar gelang de een of de
andere het laatste sprak. De rechter
moest bekennen, dat hij zelf geen
oordeel durfde uitspreken, en nu
werd de hond als getuige opgeroe
pen.
Op bevel van den overheidsper
soon werd Koler rechts, Kanit links
van de gerechtszaal geplaatst, en de
hond juist in het midden. De rech
ter beval dat de hond op het komman-
do van drie zou losgelaten worden,
terwgl de beide aanklagers beur
telings het dier tot zich moesten
roepen. Hem, aan wien de hond
gehoorzaamde, zou het dier toebe-
hooren, daar het klaarblijkelijk alleen
aan zgn meester zou gehoorzamen.
Toen de noodige schikkingen ge
nomen waren, riep de rechter met
luider stem: »Een, twee drie." Op
het woord drie liet de politie-agent
het dier los, terwijl de gerechtszaal
van het gefluit der beide mededin
gers weergalmde.
De hond wendde zijn kop naar
de zijde van Koler en deed een woe
dend gebrom hoorentoen naar den
kant van Kanitz en liet de tanden
zien. Eindelgk keerde hij zich snel
om, vloog door de menigte heen en
was weldra op de straat in vrijheid.
»Ik dacht wel dat het een gestolen
hond was," sprak de rechter op een
vergenoegden toon, griffier roep een
andere zaak op."
HELDERSCHE MOPPEN.
Er is onlangs in Engeland een boek uit
gekomen, dat den titel voert van„De man
nen zijn wat de vrouwen van hen maken."
Indien dat waar is, dan is de arbeid der
vrouwen dikwijls al zeer onvruchtbaar en
slecht zelfs, tenzij zij zulk slecht materiaal
te verwerken krijgen, dat er met geen mo
gelijkheid een fatsoenlijk artikel van te maken
is. Er zijn toch allertreurigste exemplaren
van het mannelijk geslacht in de wandeling.
Te New-York is verleden maand een
economisch blad opgericht, waarvan de hoofd
redacteur in een leading-artikel met groote
oprechtheid verzekert, dat hij zich met de
uitgave van het blad geen politiek, men-
schen-verbeterend of beschavend, noch eenig
ander hoogdravend doel voorstelt, maar een
voudig zijn lezers hoopt te vertellen, waar
en hoe zij het beste brood, den yetsten en
zuiversten boter en de duurzaamste kleêren
het goedkoopst kunnen koopen.
Twee jaren geleden nam een liefdadig
man te Parijs een arme, zieke vrouw, die
hij op straat vond, in zijn huis op en gaf
haar voedsel, dak en de noodige verpleging.
bekend voor. Gij hebt toch niet ergens
in de
„Wat?"
„Men kan het niet weten er zijn er
zooveel onschuldig in de gevangenis ge
raakt."
Den huzaar voer een rilling door de
leden.
„Maar neen," vervolgde Kauz, „van ons
volkje neemt men niemand in dienst.
„En uwe boodschap?"
„Gij vraagt den baron alleen te spreken,"
zeidè Kauz met vurigen blik. „Dan zegt
gijik heb een armen, voorvluchtigen man
gevondendie een naamonverschillig
welken, en fijne kleederen eischtver
staat gij mij, dat is het juiste woordIk
wil voor een machinist, een ijzergieter,
of een reiziger in ijzer doorgaan. Op deze
kunst versta ik mij."
„Is dat alles," vraagde Recke.
„Neen! Zoudt gij denken, dat de baron
zich zou laten drijven, zonder dat men den
waren hefboom in handen heeft. Hier is
Kort geleden nu is die vrouw gestorven en
heeft haar weldoener een kapitaal van vijf
tig duizend francs, dat zij in bankbiljetten
in een zakje op haar lijf droeg, nagelaten.
Men ziet hieruit hoe voordeelig het soms
voor de liefdadigheid zijn kan, om zich het
lot der armen aan te trekken, maar men
zij niettemin nooit liefdadig uit berekening,
ook omdat deze berekening negen honderd
negen en negentig duizend negen honderd
negen en negentig maal van het millioen
een misrekening zijn zou. De vondst toch
van een bedelaarster, die een kwart ton rijk
is, staat gelijk met die van een witte raaf.
Een statisticus van belang heeft den
graanoogst over de geheele wereld nagegaan
en berekend, dat hij voldoende is om meel
te leveren voor een pannekoek van twee
voet breed en het achtste van een duim dik,
welke om de geheele aarde zou kunnen
gelegd worden, indien men slechts een kok
kon vinden, die den bewusten koek zou
kunnen bakken.
Prijzen van f 100 en daarboven.
3e Klasse. Ie I.ijit.
No. 7826 f1500. Nos. 5117,
8210 elk f 1000. Nos. 14057 18080
elk f 400. Nos. 5828 15888 19939
elk f200. Nos. 119416210 16385
20374 elk f 100.
Burgerlijke Stand Helder.
Van 2 6 Maart 1877.
ONDERTROUWDW. Goedkoop, schip
per en J. E. Zwart.
GEHUWDGeene.
BEVALLEN: C. J. Ekkers geb. Kloeg,
Z. B. Bron geb. de Jonge, D. A.
C. Nannings geb. Platvoet, Z. D. S.
Kraak geb. Willems, Z. W. J. Ukker-
man geb. Goes, D. T. Roem geb. Dekker,
Z. C. Visser geb. Kikkert, Z. D.
Oldenburg geb. v. d. Plas. D. A. vau
Straaten geb. v. Twuijver, Z. D. J. de
Graaf geb. Giltjes, Z. T. Tiel geb. Bier,
D. K. J. Booij geb. Molenaar, Z.
N. Hoek geb. Akkerman, D. M. J. v.
Halen geb. Langhorst, Z. G. R. Kooger
geb. Eortuin, Z. A. Weijens geb. Lied-
meijer, D. C. W. H. Edcius geb. Lafon,
Z. A. de Beurs geb. Ran, D. C.
Koopman geb. Smit, D.
OVERLEDEN: L. E. Deiss, 2 m.
W. Nedermouwen, 3 d. L. Verbiest, 34 j.
De sluiting der mail naar Batavia
en Padang, te verzenden per Stoom
schip MAD URAgeschiedt voor
drukwerken den 16n Maart na aan
komst van trein III (Noord-Hol-
landsche Spoorweg) ten 10.58 des
avonds, voor brieven den 17n Maart
na aankomst van trein I, ten 9.47
des morgens.
AHe advertentièn voor dit blad
welke viermaal ter plaatsing worden
aangeboden, worden slechts DBIE-
MA ATi berekend.
de hefboom! Zeg bem: de man kent het
geheim vau de kapel!"
De blik Van den huzaar nam een vree-
selijke uitdrukking aan.
„Kent gij het geheim? Weet gij, wie
de moordenaar van Meijer is?"
„Meijer, Meijer vraagde Kauz verbaasd.
„Ja, Christóphel Meijer!"
„Maar, wanneer is dat geschied Gis-
tëren wist nog niemand er iets van."
„Terwijl gij met mij onderweg waart,"
zeide de huzaar, die Kauz goed gadesloeg,
daar hij plotseling in diepe gedachten scheen
verzonken. „Gij weet, wie den moord heeft
gepleegd
„Luister!" zeide Kauz, den huzaar aan
ziende. „Gij wilt toch niet zeggen, dat
Meijer in de kapel vermoord werd!"
„Ja, dat wil ik zeggen."
„Als dat waar is, weet ik ook, wie
Meijer vermoord heeft! Zeg dus den baron
dat ik het geheim der kapel ken.
„Dat zult gij zelf hem moeten zeggen,"
zeide de huzaar binnensmonds en legde zijn
Heden mogen wij door Gods
goedheid de 50-Jarige Echtver-
eeniging herdenken van onze
geliefde oudera
J. A. DONZEN en A. E. DONZEN
geb. Blinkhoff.
Vlissingen. 7 Maart 1877.
Hit naam der kinderen en
kleinkinderen,
J. F. JACQUES.
R. JACQUES, geb. Donzen.
^seasasQeasaessaessjeoeoeu
Bevallen van een Zoon
DIDERIKA JOHANNA GILTJES,
geliefde Echtgenoot van
P. DE GRAAF.
Helder 4 Maart 1877.
Algemeene kennisgeving.
Voorspoedig bevallen van een wel
geschapen Dochter, CORNELIA
SMIT, geliefde Echtgenoote van
MEIJERT KOOPMAN.
Helder, 4 Maart 1877.
Algemeene kennisgeving.
Bevallen van een welgeschapen
Dochter, A. WEIJENS, geb. Lied-
meier.
Helder, 4 Maart 1877.
PIETER BRUIN,
WinkelierBrouwer-
SmU straat alhier, ia op ei-
gon aangifte, bij vonnis der Recht
bank te Alkmaar, dd. 1 Maart jl.
verklaard in staat van faillissement.
De Curator,
W. APPEL Jr.
Heden overleed ona dochtertje
LOUISA FERDINANDA, in den
jeugdigen leeftijd van twee maanden.
Helder, 2 Maart 1877.
C. P. DEISS.
E. DEISS-De Wijn.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Voor de vele blijken van belang
stelling, bij onze 25-Jarige Echtver-
eeniging, zoo van hier als van elders
ontvangen, betuigen wij onzen har-
telijken dank.
Nieuwediep, 3 Maart 1877.
H. J. RUSMAN.
J. W. R. v. d. SCHAFT.
op DONDERDAG den 8n MAART
1877, des avonds ten 8 uur precies,
in Musiê SacrumHerziening van
het Reglement.
HET BESTUUR.
hengel ter zijde, terwijl hij Kanz van het
hoofd tot de voeten opnam, als wilde hij
diens kracht met de zijne vergelijken.
Kauz had de laatste woorden niet gehoord.
„En wanneer de baron n vraagt, wie u
zendt zoo antwoordt gijHet is een man,
die weet, wat er met Tette gebeurd en wat
er van Tette geworden is!"
De huzaar deedsprakeloos en doods
bleek van schrik, een schrede achterwaarts.
„Gij zijt het dus J" riep hij uit, terwijl zijn
gelaat begon te gloeien. „Gij zijt het düs?"
„Wat is ér?" vraagde Kauz, den knup
pel zwaaiende. „Zijt, gij iemand van onze
kleur!"
„Ik ben Tetteriep de huzaar* „En gij
zijt Jöhannes Nebel Rattenhanües
„Gij Tette Jongen, dat had ik niet ver
moed, u zoo onverwacht te ontmoeten. De
bajazzo zeide, dat gij dood waart!"
Wordt vervolgd.)