KLEINE COURANT
HELDER, NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
No. 429.
Dinsdag 27 Maart 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
't Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
Abonnement franco p, post 50 Ct. p.3 maanden.
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
te HELDER.
ADVERTENTIËN
Yan 1—5 regels35 Centeneikeregel
meer 5 Centengrootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën móéten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure
bij de Uitgevers bezorgd zijn.
Vertrekdagen der Mails.
Naar Oost-lndië
Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 27 Maart 1877.
De laatste der volksvoordrachten
van de Maatschappij vtot N at van 't
Algemeen," in dezen winter, gisteren
avond in Tivoli gehouden, was even
als de voorafgaande, weder zeer druk
bezocht. Als sprekers traden ditmaal
op, de heeren J. F. Groen, welke
schoone novelle van Cremer, Thijs
de smid," op meesterlijke wijze aan
zijne hoorders teu beste gaf, en den
Sergeant-Majoor der Inf. Kroon, 'welke
op boeiende wijze een paar schoone
gedichten voordroeg, getiteld .Drie
Sterren" en de .Schildwacht."
Ten slotte voerde het Israëlitisch
Jongelings-Collegie .Eendracht baart
Genoegen," het blijspel .De ver
zegelde Burgemeester" ten tooneele,
en ontving daarvoor de ondubbel-
zinnigste bijvalsbetuigingen.
Zeker zijn we de tolk van velen,
als we der commissie voor de volks
voordrachten een woord van dank
brengen, voor de uitmuntende wijze
waarop ook dezen winter de volks
voordrachten zijn geleid.
Jl. Zaterdag is op de Noorder-
haaks gestrand de Hollandsche schoe
ner .Oncko," kapt. F. J. Teerling,
van Delfzijl naar Rochester bestemd.
De bemanning is door Heldeische
sloeperlieden aan wal gebracht. Men
is bezig de ladingbestaande uit
FEUILLETON.
DE EBFENIS.
a)
XXI.
VERSÏOOTEN.
Het sprak van zelf, dat zij moest ge
hoorzamen maar hoe zou zij den jonker
spreken De tijden waren voorbijtoen
zij Bruno overal op haren weg ontmoette.
Wilde zij het bevel van haren vader
volbrengen, dan bleef haar niets anders
over, dan zelve naar het kasteel te gaan,
waar zij zich sedert lang niet zonder beven
en wees vertoond had.
Zij bedacht zich, of zij geen voorwend
sel zou kunnen vinden, om iets aan de
barones te vragen, ten einde zoo in de
nabijheid van de kamer des jonkers te komen.
haver, zooveel mogelijk te berge i
er bestaat weinig hoop tot behoud
van het schip.
Maandag 2 April zal de .Bur
gerkring Harmonie," in Tivoli weder
een buitengewone vergadering houden
terwijl de vereeniging voor .Krijgs
verrichtingen" op dienzelfden dag
in het lokaal Koningskroon een
tooneelvoorstelling zal geven.
Ook de vereeniging .Ontwaakt bij
Tijds" zal op Zondag 8 April in Tivoli
weder een publieke voorstelling geven.
Men verneemt, dat alle zeemi
liciens, ten getalle van 600, in het
vervolg hunne opleiding zullen ont
vangen te Nieuwediep, waartoe het
stoomfregat .Evertsen" half Mei in
dienst zal worden gesteld.
Z. M. heeft goedgevonden ter
zake der krijgs verrichtingen in Atchin
en wel bjjzonder gedurende het tjjd-
vak 7an 26 Dec. 1875 tot 9 Maart
1876, onder meer anderen te benoemen
tot ridders der Milit. Willemsorde 4e.
kl: onze vroegere plaatsgenooteu de
adjudant-onderofficier, d.d. officier, der
artillerie T. Hellegers, en den sergeant
der infanterie E. A. Wallin, alsmede
van het korps mariniers, den kapt.
W. L. G. J. F. Cramer von Baumgar-
ten, den le luit. J. B. Verheij, den
marinier le kl. P. J. Akkermans en
den marinier 3e kl. C. A. Roelofs.
Het 3e bataillon van het Nederl.
Indische leger heeft deelgenomen aan
de le expeditie tegen het rijk van
Atjeh, in de maand April 1873; die
legerafdeeling heeft mede behoord
Zij bracht heur haar in orde en deed een
harer beste doeken om. Zij had nog altijd
een flauwe hoop, dat Bruno nog niet ge
heel zijne liefde vergeten had. Meta was nog
altijd schoon, maar welk een weemoed sprak
er niet uit hare oogen.
Meta zag rondom zich, nam een half afge
werkt breiwerk en wikkelde het in een schoon
papier. Dit werk was voor freule Kunegonde
bestemd. Zij wilde vragen of er ook in het
patroon eenige verandering moest gemaakt
worden; of zij tusschen de bouqetten ook
kleine sterren wilde gebracht hebben.
Het was geheel donker geworden. De
lichten in het kasteel schitterden hier en daar
aan de vensters der bovenverdieping.
Toen zij op den gang der eerste verdieping
kwam, sprongen Bruno's windhonden haar
vroolijk te gemoet. Bij het zwakke licht op
den trap zag zij vluchtig rond of niemand haar
gadesloeg en liep toen ijlings den tweeden
trap op.
Zij had reeds beneden licht bespeurd in de
kamer van den jonker. Zou Bruno alleen zijn
tot de troepenmacht der 2e expeditie
tegen het rijk van Atjeh; sinds de
maand December 1873 verkeerde het
onafgebroken in zijn geheel op het
oorlogsterrein.
Op die gronden is het vaandel van
het 3e veldbataillon van het NeJer-
lansch-Indische leger bij kon. besluit
versierd met de Atjeh-medaille.
Hetzelfde 3e veldbataillon heeft een
buitengewoon roemrijk aandeel geno
men aan vele gevechten op Atjebschen
bodem geleverd;
Met name blonk het bijzonder uit
bij de vermeestering van kampong
Lemboeh, den 25 Dec. 1873; ook
na dien datum was het in zijn geheel
of wel gedeeltelijktegenwoordig
bij schier alle belangrijke ontmoe
tingen met den vijand; en gedurende
de operatiën tegen de IV, IX en XXII
Moekim, van 16 Jan. tot 7 Maart
1876, blonk het op nieuw uit.
Daarom heeft Z. M. de koning,
willende aan het voormelde 3e veld
bataillon een bewijs geven van Hd.
zeer bijzondere tevredenheid
Op voordracht van den min. van
koloniën, gegrond op het door den
gouv.-generaal van Ned. Indië onder
steunde voorstel van den komman-
dant van het leger in die gewesten
Goedgevonden en verstaan
Het vaandel van het 3e veldbataillon
van het Ned. Indische leger wordt
versierd met het teeken der Militaire
Willemsorde.
Aan het 9e veldbataillon van het
Nederlandsch-Indische leger, dat ook
aan de eerste expeditie tegen het
Luisterend bleef zij voor de deur staan. Haar
hart dreigde te bersten.
Haar bleef echter geene kenze over. Zij
strekte de hand uit en opende de deur.
Bruno lag op de sofa met zijne voeten op
de tafel en was in een rookwolk gehuld.
Toen Meta binnenkwam, sprong hij met een
vloek op en plaatste zich voor haar.
„Wat beteekent dat?" vraagde hij op een
toon, die tegelijk toorn en ontsteltenis uit
drukte. „Waarom sluipt gij hier binnen?
Niemand heeft u immers gezien?"
Het meisje begon te weenen. Zij snikte.
„Geen komedie, als het n belieft! Welk
een onbeschaamdheid Heb ik u niet gezegd,
dat ik u volstrekt niet meer op het kasteel
wilde zien en spreken! En toch durft gij
komen 1"
Een zachte toespraak zou het meisje mis
schien zeer zacht gestemd hebben. Deze
woorden echter ontstaken haar in toorn.
„Ik ben waarschijnlijk voor mijn vermaak
hier gekomen antwoordde Meta, terwijl zij
haren tranen afdroogde en den jonker fier
rijk van Atjehin de maand
April 1873 heeft deelgenomen en
mede behoord heeft tot de troepen
macht der 2e expeditie tegen het rijk
Atjehen dat ook sinds de maand
December 1873 onafgebroken in
zijn geheel op het oorlogsterrein
verkeerde, is bij een ander kon. besluit
mede de onderscheiding toegekend dat
het vaandel wordt versierd met de
Atjeh-medaille.
Tegen een frabrikant te 's Bosch
is proces-verbaal opgemaakt wegens
het in zijne fabriek werkzaam hebben
van kinderen, beneden de 12 jaren
oud.
Naar aanleiding van des Duit-
schen Keizers tachtigsten verjaardag,
vestigt de Pall Mali Gazette de aan
dacht op 't feit, dat Europa tegen
woordig geregeerd wordt door grijs
aards. Zoo niet de gekroonde hoof
den, dan toch de meest invloedrijke
staatslieden in onzen tijd zijn mannen
op hoogen leeftijd. Prins Gortschakoff
bij voorbeeld, is in zjjn 79ste, lord
Beaconsfield in zijn 72ste, de heer
Gladstone in zijn 68ste, prins Bis-
mark in zijn 62ste, maarschalk Mac
Mahon in zijn 69ste, de heer Thiers
in zijn 80 ste levensjaar. Iets derge
lijks ziet men op letterkundig en
kerkelijk gebied. Victor Hugo telt
75 jaren, Carlyle 81 Tennyson 67,
LoDgfellow 71, Emerson 75 jaren,
de Paus straks 85, bisschop Dupan-
loup 75, Louis Veuillot 64, de aarts
bisschop van Canterbnry 66, dr.
Puscy 77 jaren. Om nog eenige namen
aanzag.
„Nu de tijden veranderen," zeide Brunomet
een honend gelach. „Maar gij zijt nu een
maal hier, dat duldt geen tegenspraak.
„Ik heb een heilig recht om met u te
spreken
„Hoor eens, zoo gij met uwe treurliederen
hier gekomen zijt en mij de ooren wilt vol-
huilen, dan gebied ik u, onmiddelijkdekamer
te verlaten.
„Ik ben gekomen om voor mij zelve recht
te vragen."
„Zeer goed! Ik heb er nog nooit aan
gedacht u eenig onrecht aan te doen. Laat
hoorenIk doe alles wat gij billijkerwijze
van mij verlangen kunt."
„Ik heb slechts éénen eisch, jonker von
Tempelhof ik eiseh van u, mij te huwen,
mij mijne eer weder te geven
„Dat is louter krankzinnigheid!" riep de
jonker.
„Gij verbreekt dus uwe heiligste beloften,
uwe eeden?"
„Meta, eens en voor altijd daarop ant-