HELDER. NIEÜWEDIEP EN OMSTREKEN.
No. 433.
Dinsdag 10 April 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
ADVERTENTIËN
Vertrekdagen der Mails.
NIEUWSTIJDINGEN
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
te HELDER.
Van 1—5 regels25 Centen, eikeregel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn
Naar Oott-lndii:
Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
HELDER, 10 April 1877.
Vrijdagavond ten 8 nre onge
veer heeft in de nabjjheid onzer kust
een treffend ongeluk plaats gehad. De
Enkhuizer vischschuit, schipper Tjjme
Eok, is door een opkomende zware
bui overvallen, met 't noodlottig ge
volg, dat 't vaartuig omsloeg en de
schipper, zjjne twee zonen en een
knecht hun dood in de golven vonden.
Zondagmiddag jl. heeft zich
alhier een knappe burgervrouw, in
een vlaag van waanzin, door ver
drinking in de gracht van het fort
>Erfprins," van het leven beroofd.
Door sohipper N. Noordzij, van
Pernis, is gisteren alhier aangebracht
een door het volk verlaten Engelsche
vischsloep, welke op de hoogte van
Vlieland., drijvende is gevonden,
Oogenschjjnlijk is hét vaartuig des
nachts in aanzeiling geweest en ver
moedt men, dat de opvarenden op een
ander vaartnig zijn overgesprongen.
Eerstdaags ziet bij Berkhout
Co. alhier 't licht een brochure, ge
titeld: »De schrijver van 't Oera
Linda Bok is niet Cornelis Over de
Linden," door Gerrit Jansen, correc
tor van C. O.'s nagelaten geschriften.
Kan iemand in deze zaak eenig
licht geven, dan is het voorzeker de
46)
XXII.
BEDELAAR EN EDELMAN.
„Uw vader, Hannes," vervolgde de baron,
was ketellapper, tinnegieter en maakte rat
tenvallen misschien bad hij nog wel erger
dingen bij de hand; maar let wel, uw vader
was een man, op wien men vertrouwen kon."
„Genadige heerhierin ben ik geheel ge
lijk aan mijn vader,"
„Ik geloof het niet, maar wil n op de proef
stellen. Ik zal n een geschenk geven, maar
gij moet mij beloven niet meer bij mij te
komen bedelen."
„Nu, dan zal het zeker een groot geschenk
zijn."
„Gij moet voor mij iets verrichten -
daarvoor zal ik n nog afzonderlijk betalen."
heer Jansen, die 't vertrouwen van
C. O. in hooge mate genoot.
Voor een welgevulde zaal trad
Zondagavond in Tivoli de vereeni-
ging Ontwaakt bjj Tjjds," voor het
laatst in dit seisoen op en voerde
het drama Mathilda of een Vrouwen
hart gevolgd door het bljjapel
»Het geheim van Mevrouw" ten too-
neele.
Gesteund door de medewerking van
den heer R.liep de voorstelling
weder vrjj goed ten einde, en moch
ten de werkende leden weder in ruime
mate den bjjval van het talrjjke pu
bliek ondervinden.
Wjj maken onze lezers nog
maals opmerkzaam op de heden avond
te houden uitvoering door de Neger
zangers, in de Nieuwe kerk.
Blykens een bjj het depart.
van marine ontvangen telegram, is
het stoomsehip Prinses Maria," onder
bevel van den kapt.-lnit. t. z. C. J.
Smitb, in den morgen van 7 dezer
te Syra aangekomen en zon de reis
deB avonds voortzetten. Aan boord
was alles wel.
De gemeenteraad van Vlissin-
gen heeft in beginsel het aanbod
der regeering, om de bestaande ton-
nenbrug over de dokhaven aldaar
door een schipbrug te vervangen,
aangenomen, doch besloten den Min
van Binnenl. Zaken de bezwaren
kenbaar te maken, die voor de
gemeente zonden voortvloeien uit de
verplichting tot onderhoud en bedie
ning dezer brng.
„Gaarne, zeer gaarne. Maar bij dag kan
ik mij niet meer laten zien, zonder gevat te
worden."
„Wegens diefstal misschien?"
„Ja."
„Zijt gij zeer vermoeid? Vraagde Tem
pelhof."
„Ik? O neen. Ik heb den geheelen dag in
het bosoh gelegen en heb goed uitgeslapen."
„Dan kunt gij nog heden nacht uwen last
volbrengen."
„Beveel, genadige heer!"
„Gij kunt u Tette nog w#voorstellen
„O, als ik Tette zie, ken ik hem dadelijk,"
zeide de bedelaar, terwijl hij den baron
nauwkeurig gadesloeg.
„Dus zoudt gij hem kerkenuen Mij is een
jong mensch voorgesteld, die zegt Tette te
zijn."
„ZoozooIs hij hier in het dorp
„Neen, hij woont op Bardenau. Hij noemt
zich Arthur Brook. Hem moet gij zien en
spreken, en daarna moet gij mij zeggen of
gij hem als uw ouden speelkameraad herkent!"
De bedelaar verviel in gedachten.
Een heer, die zich per rijtuig
van Arnhem naar Wjjk bij Duurstede
liet brengen en des ochtends ten drie
nnr Wjjk bereikte, wist even vóór
het rjjtuig stilhield, dit te verlaten,
zonder dat de koetsier het opmerkte
toen de koetsier het portier opende
voor een logement, was er geen pas
sagier meer te zien. Onderzoek door
de politie is zonder gevolg gebleven.
Te Nieuwe Niedorp zijn een
51 jarige vrouw en haar volwassen
zoon gevangen genomen, verdacht van
het plegen van een aantal diefstallen,
welke daar in den laatsten tjjd voor
vielen;
Het wegvoeren van een schaap
heeft tot hunne aanhouding geleid.
Woensdagavond is op de Maas,
nabij het fort St. Andries, een met
hout geladen schip in brand geraakt
en geheel door de vlammen vernield.
Alleen het sehip was geassureerd, de
lading niet.
Te Berlijn is op klaarlichten
dag, midden in de stad, een weduwe
vermoord, waarover de geheele stad
in opschnddiDg is.
In de vorige week heeft er in
het Holsteinsche dorp Pioen een ver
schrikkelijke moord plaats gehad. In
een alleen staanden korenmolen van
dat dorp zjjn 's nachts boosdoeners
ingedrongen, hebben den molenaar
en zijne vrouw vermoord en daarna
alles wat van waarde was wegge-
roofd. De jnatitieVas de moordenaars
nog niet op het spoor.
„Schijnt de zaak u zoo moeielijk toe, of
hebt gij er geen lnst in?" vraagde Tem
pelhof.
„Ik denk er over," zeide Rattcnhannes,
„boe aangenaam mijn lot zijn zou, zoo ik thans
vrij was. Maar, hierna beter. Genadige beer
geef mij een kleinigheid tot handgeld. Men
kan niet alles vooruit weten."
„Ha, gij meent, dat het mogelijk is, dat
gij niet terugkomt."
„Dat juist niet! bromde Hannes. Ontdekt
men heden mijn spoor, dan kom ik niet op
Bardenau. Misschien moet ik een grooten
omweg maken, voor ik weder in deze streken
kom. Men is dikwijls verplicht een weg te
gaan, dien men niet gaarne gaan wil. Heb ik
echter geld in den zak, dan behoef ik mijn
tijd niet te verliezen om eten te vinden."
De baron ging naar zijne schrijftafel.
„Hier zijn tien thaler is dat genoeg."
„O zeker. Het overige krijg ik, als ik
terugkom en dan zult gij zeker niet zeer
karig zijn, want ik wil naar Amerika.
„Dat is een kostbare reis," bromde Tem
pelhof. Doch daarvan spreken wij nader. Doe
Omtrent de schipbreuk van het
Ned. schip >Anna Cecilia", kapt.
Gnödde, wórdt door dien gezagvoer
der medegedeeld, dat het schip den
14 Januari op ongeveer 19 Duitsche
mijlen van St. Domingo strandde;
de bemanning bereikte zwemmende
dén wal en sloeg er tenten op ter
beveiling tegen de hitte van den dag
en de stortregens des nachts; voort
durend moesten zij hnn weinige
goederen met de vuurwapenen tegen
de roofzuchtige inboorlingen ver
dedigen. Eërst op 31 Januari nam
de schoener »Pensacolen" de schip
breukelingen op; doch op een mpl
afstanda van de Anna Cecilia"
strandde ook dat vaartuig en het
mag als een wónder beschouwd wor
den, dat niemand daarbjj hét leven
verloor. Kapt. (Jnódde ging weder
terug naar het strand, wist van eenige
houthakkers een paard te krijgen en
reed door bosch en struik naar op 12
mijlen afstand gelegen woningen.
Daar bekwam hij een boot, waar
mede hjj en zijn tochtgenootén (12
in getal) de 20 Duitsche mjjlen af
legden, welke hen van St. Domingo
scheidden. In 6 etmalen hadden zij
bijna geen voedsel genoten.
De handel in steenkolen in
Somerset en Gloueester is zeer ge-
drnkt. De prijzen zjjn aanzienlijk
gedaald, en men is voornemens de
loonen met 10 pCt. te verlagen.
Tengevolge van verliezen, die in twee
jaar 37000 pd. st. bedroegen, zal de
»Stour Yalley Iron and Coal Com-
wat ik u bevolen heb en ik zal het wel goed
maken."
„Genadige beerzoudt gij niet een drop
pel wijn voor mij hebben
"Wel werd er op Tempelhof zelden wijn
gedronken. Na den moord echter, aan Meijer
gepleegd, had de baron getracht zijüe ont
stelde zinnen door wijn tot rust te brengén.
Hij schonk den bedelaar een glas Port in.
Deze zette zich op zijn gemak aan de tafel,
dronk een tweede glas, veegde zich den mond
af, en zeide;
„Voor ditmaal genoeg. Ik moet mijne
oogen en ooren openhouden. Daar ik echter
uit de flesch gedronken heb, is het overige
voor de keuken, nietwaar? Dan kan ik even
goed de flesch medenemen."
„Zooals gij wilt, Hannes."
„En dan ten slotte ik zou zoo gaarne dit
grauwe buis uittrekken. Gij hebt'zeker wel
het een of ander kleedingstuk voor mij?"
„Gij zijt te breed geschoudetd ik zal
zien of er nog een oude mantel is. Ga
mede
Na lang zoeken werd de mantel gevonden;