KLEINE COURANT
NELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
JSIo. M5.
Dinsdag 22 Mei 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
ADVERTENTIËN
Vertrekdagen der Mails.
NIEUWSTIJDINGEN
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
1 Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 CL. p.3 m»and,en. Uitgevers BERKHOUT Co.,
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
te HELDER.
Van 15 regels35 Centeneikeregel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Adverteatiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
Uren van vertrek en aankomst der
Spoortreinen te Helder.
ZOMERDIENST.
AANKOMST:
's morgens 9.27.
12 56.
nsmidd. *3.47.
u ii 7 39.
10.58.
♦Alleen Trijd. èn -Zaterd.
VERTREK s
's morgens 6.00.
9 35.
*11.47.
namidd. 1.15.
6.30.
♦Alleen Vrijd. en Zaterd.
Naar Oost-lndië
Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
HELDER, 22 Mei 1877.
Met bet fregatschip «Voorlich
ter," Zondag jl. alhier binnengeko
men, zijn aangebracht 8 veroordeelde
militairen, welke reeds naar de straf
gevangenis te Leiden zijn overge
bracht.
Op een der visohloggers van
de Vlaardingscbe maatschappij «het
Noorden" zal een stoommachine ge
plaatst worden. Daardoor zal men
met een grooter aantal netten kan
nen vissehen, en het inhalen daar
van zal veel gemakkelijker kunnen
geschieden.
Het Ned. schip «Geertruida,"
met bestemming naar Riga, is bij
laatstgemelde plaats door het ijs
doorgesneden en gezonken. De be
manning werd gered.
De meid van den postdirec
teur te Dieren is, wegens diefstal
van f 180.aan gouden tientjes,
in hechtenis genomen.
56) XXVII.
MAATREGELEN VAN GEWELD.
(Slot.)
„Genadige heer, zoo gij dat belooft, o,
dan komt alles nog terecht. Genadige heer,
zoo waar God leeft, zoo ge mij dit uitzicht
geeft, dan knnt gij over mij beschikken
„Dat kan niet veel baten, zoo gij de pa
pieren niet bezit."
„Ik ik bezit de papieren niet; maar ik
weet wat zij bevatten
„Kunt gij ze mij bezorgen
„Als het zoo zijn moet, ja! Echter nog
niet op dit oogenblik."
Het gelaat van den baron verheiderde.
Bruuo sloeg een snellen blik op hem.
„Wij zullen dus de papieren hebben, riep
von Tempelhof. „Ik behoef niet te weten, hoe
gij er aan komt. Het is gelukkig, dat zij
In Harlingen kan men tegen
woordig goeden boter koopen voor 70
oents het kilogram. De prijzen gaan
zoo sterk achteruit door minder ver
bruikt, en gevolge van werkstakingen
in Engeland en voorts door aanvoer
van Amerikaansche boter. Voor onzen
landbouwers is de tijd slecht.
Te Nieuwe Pekela heeft een
kind een bankbiljet van f 100, zon
der de waarde er van te kennen,
in 't vuur geworden. Het geld
was door zijn vader bespaard. De
arme man had dus weinig vermaak
van zijn sparen.
Omtrent den gelukten aanval
der Turken op Suchum Kaleh, bet
sterkste Russische fort aan de kust der
Zwarte Zee, verneemt men, dat die
reeds eenige weken geleden door eeni-
ge Circassisehe Beys, in verbinding
met Ali Pacha, te Batoum was be
raamd, ten einde de Mabomedanen
in den Kaukasus tot opstand te bren
gen. De Tnrksohe admiraal, Hassan
Pacha, zeilde met 5 pantserschepen
naar Suchum Kaleh, waar hp den
3ii Mei in den nacht het anker wierp.
De Circassisehe hoofden, die aan boord
waren, landden met een aantal Turk
sche soldaten en wisten binnenkort
3000 hunner landslieden bjjeen te
brengen. Nn landde Hassan Pacha
met nog meer Turksche troepen, meest
Korden, en terwijl de Turksche pant
serschepen het fort beschoten, trok
ken de Circassiërs tegen de verschan
singen op. De eerste aanval echter
gelukte niet, doch een tweede, die
den 12n begon, wel.
onder ons bereik zijn en wij ze krijgen
kunnen
„Bruno, gij kunt U verwijderen!"
„Genadige jonkerheb ik uw woord, dat
gij mijne dochter zult huwen?" riep Söller.
„Jazeide Brnno onversohiliig.
„Geef mij de hand er op."
„Welnuals U dat gerust stelt
gaarne
Hij vertrok.
Söïier," begon de baron, „gij zijt immers
omstreeks achttien jaar in mijn dienst
„Ja!"
„Een lange tijdZulke oude bekenden
moesten zioh immer vast aaneensluiten:"
Söller wischte een traan uit hét oog.
„God weet het, dat het mijn schuld niet
geweest is, zoo het anders was!" stamelde
de houtvester.
„Wij zijn de geschiedenis met Thedo eens
te zainen begonnen, Söller
„Ja
„En wij moeten ze gemeenschappelijk ten
einde brengen
Een spoortrein met Russische
troepen is bij Pitesti in botsing ge
komen met den laatsten van daar
komenden trein. Verscheidene wag-
gons zijn verbrijzeld; vele soldaten
zijn gedood en een groot aantal ge
wond. Een generaal is aan de bij
deze ramp bekomen wonden overle
den.
Nog een 10e Russisch legerkorps
wordt gemobiliseerd, om het leger in
Europa te versterken. De sterkte van
dat leger bedraagt dus thans 360,000
man. 5 korpsen (het 7e, 8e, 9e, 11e
en 12e) vormen het zoogenaamde
operatie-leger, 2 andere (het 10e en
15e) het leger van de Zwarte Zee,
terwijl de overige korpsen vooreerst
in Bessarabië blijven.
Ten gevolge van een misgewas,
door gebrek van regenval, wordt een
nieuwe hongersnood in Britsch-Indië
te gemoet gezien, waaromtrent een
aantal bijzonderheden, bij een inspec
tiereis van den lnitenant-gouverneur
van Bengalen, aan den dag gebracht,
in officieele verslagen zijn openbaar
gemaakt. De nood strekt zich uit
over de provinciën Madras en Bom-
bay, welke echter gelukkig niet zoo
sterk bevolkt zijn als de noordelijke
provinciën van Briteeh-Indië, en voor
een gedeelte ook over de half onaf
hankelijke staten Haiderabad en
Mysore. Niettemin strekt zich de
ramp over een bevolking van twaalf
millioen in zielen rechtstreeks onder
worpen streken uit.
Een jonge handelsreiziger maakte,
„Ja, genadige heer! die vreemdeling is ge
makkelijk onschadelijk te maken."
„Gij bedriegt u. De papieren zijn alleen
niet voldoende. Hij heeft een getuige en zoo
men dien gelooft, dan is de kleine Tette,
dien gij in de herberg „de Roos" hebt ge
roofd, inderdaad weder opgestaan.
„Een getuige."
„Rattenhannes."
„De zoon van NebelO, die is gemakke
lijk door geld tot zwijgen te brengen
„Neen, volstrekt niet! Hij is bijzonder met
Arthur Brook, dien gij mede gearresteerd
hebt, ingenomen. Ik heb hem duizenden ge
boden, hij is onverbiddelijkWat zegt gij
daarvan?"
Söller zag den baron met groote oogen
aan.
„Die kerel moet onschadelijk gemaakt
worden. Rattenhannes is uit de gevangenis
ontsnapt; wij kunnen hem van Bardenau
laten oplichten, maar dan juist zou hij tegen
mij, tegen u en voor Arthur Brook getuigen."
„Bedoelt gij," vraagde de houtvester, „of
aldus verhaalt de Figaro, in den trein,
waarmee hij naar Parijs terugkeerde,
kennis met een jong meisje van aan
genaam uiterlijk, die in de hoofdstad
een betrekking ging zoeken. Weldra
waren beiden in een levendig ge
sprek gewikkeld; de jonge man was
een aangename causeur, zijne gezel
lin toonde niet van verstand ont
bloot te zjjn. Op reis maakt men
zeer gemakkelijk kennis, en de ken
nismaking scheen beiden zoozeer te
bevallen, dat, daar het toeval wilde,
dat hun bestemmingsplaats in de
zelfde wijk lag, zij afspraken een
huurrijtuig te nemen. Aan die af
spraak werd dan ook gevolg gegeven,
maar toen de jonge dame aan het
doel van hare reis was gekomen,
ontdekte zij tot haren schrik, dat zij
hare portemonnaie kwjjt was. Ter
stond vatte zij argwaan, dat zij met een
listigen bedrieger te doen had gehad,
die den teederen minnaar had ge
speeld om haar gemakkelijker te
kunnen bestelen, en aan een politie
agent, die voorbij kwam, deelde zij
haar vermoeden mede. De arme jon
geling werd, ofsehoon hij bij hoog
en bij laag zijn onschuld betuigde,
zonder pardon naar het nabij gelegen
politie-bureau gevoerd. Hij kon ech
ter bewijzen geheel aan het geval
onschuldig te zijn en bevond zich
dan ook weldra op vrije voeten. Na
tuurlijk heeft hij zich plechtig voor
genomen, later een weinig voorzich
tiger te zijn in 't aanknoopen van ken
nis met jonge dames van zoo achter-
dochtigen aard. Wat de jonge dame
ik voor mijn kind alles doen wil Maar wee,
zoo gij uw woord niet houdt. Rattenhannes
zal sterven, of Arthur Brook, en dit
laatste is misschien wel het beste."
„Neen, deze niet! In geen geval! zeide de
baron. „Wij hebben elkander begrepen. Zorg
nu eerst, dat ik de papieren in handen krijg!"
„Zeer goed! Hebt gij nog andere be
velen
„Geen andere, dan dat gij zwijgt."
Toen de houtvester te huis kwam, was zijn
eerste werk naar de kast te gaan. De
papieren waren verdwenen."
De houtvester was, als het ware, verlamd
van schrik. Hij zette zijn dochter den loop
van het geweer voor het hoofd en perste
haar de bekentenis af, dat zij om de papieren
in veiligheid te brengen, en haar vader, bij
een mogelijke huiszoeking, te redden, zich
tot freule Carola had gewend, en ze haar ter
bewaring gegeven had.
Söller wilde naar het slot gaan. Hij waag
de het niet den baron zijn ongeluk mede te
deelen hij trachtte zioh zeiven wijs te