KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
No. 447.
Dinsdag 29 Mei 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
ADVERTENTIËN
Vertrekdagen der Mails.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
DE HUWELIJKSADVERTENTIE.
't Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden,
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
te HELDER.
Van 15 regels25 Centen, elke regel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
Uren van vertrek en aankomst der
Spoortreinen te Helder.
ZOMERDIENST.
VERTREK
's morgens 6.00.
n H 9.35.
w *11.47.
namidd. 1.15.
6.30.
♦Alleen Vrijd. en Zaterd.
AANKOMST
'8 morgens 9.27.
12.56.
namidd. *3.47.
u 7.39.
10.58.
♦Alleen Vrijd. en Zaterd
Naar Oost-Indië
Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
HELDER, 29 Mei 1877.
Gisteren herdacht de beer
A. Leewens den dag, waarop hij vóór
een halve eeuw geleden zich alhier als
mr. smid en koperslager vestigde.
Deze niet alledaagsche gebeurtenis,
ging vergezeld van de even hoogst
zeldzame onstandigheid, dat ook zijn
knecht, Jacob Pinxter, een halve eeuw
van dienstbaarheid vierde bij zijn ge-
achten patroon, den jubilaris Leewens.
Zijn getrouwe knecht vierde, ten huize
van zijn meester, het feest mede, dat
behalve bij de uitgebreide familie, ook
de belangstelling opwekte van vele in
gezetenen, die den waardigen grijzen
hunnehuldebraohten. Menig hartelijk
woord legde getuigenis af van eerbied
voor een meester, die zijn knecht 50
jaren wist te verbinden, en hulde aan
den man, die zeker alleen door ijver
en trouw, dat jubelfeest mocht her
denken.
Pinxter ontbrak het dien dag
2) Novelle van GERRIT J.
H.
Na de lezing leunde juffrouw Geertruida
achterover in haren stoel, vouwde de handen
samen over 't nieuwsblad, dat op haren
schoot lag eu verzonk in diep nadenken.
Hare jeugd was voorbijgegaan, zonder dat
ze aanzoek had gehad. In de balzaal was
ze slechts enkele .malen gevraagd, wanneer
er gebrek aan dames was maar meestal had
ze als toeschouwster gezeten, wanneer hare
vriendinnetjes lustig in 't rond draaiden of
met hare cavaliers snappend door de zaal
wandelden. Eens ja, had een jong han
delsreiziger haar te huis gebracht en had ze
de stille hoop gekoesterd, dat deze zijn be
zoek zou hervatten. Maar ze had hem niet
niet aan stoffelijke blijken van waar
deering. Yele geschenken werden hem
gebracht, waaronder een fraaie leun
stoel. Wij vernemen ook, dat er hoop
bestaat, dat Pinxter door de Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen
een onderscheiding zal worden toe
gekend.
De heer E. A. Visser, leerling
der zeevaartkundige school van den
heer A. J. Leijer alhier, heeft te
Amsterdam met goed gevolg examen
afgelegd als derde stuurman voorde
groote vaart.
Aan den heer W. F. Kelbring,
rijks-ambtenaar alhier, is pensioen
verleend tot een bedrag van f 381.
Z. M. heeft een pensioen ver
leend aan den heer P. B. Reeringh,
ontvanger van de suikeraccijns te
Amsterdam, van f 4000.
Op het strand te Texel is ge
vonden een fleschje, waarin een stukje
papier, waarop met potlood geschre
ven stond >19 Dec. 76. Wij zijn al
verloren. Ons schip zinkt. Kapt L.
N. Ulrichs. Schip »Wampoe" Balti-
more via Hamburg."
In het dorp Zweelo heeft een'
doodslag plaats gevonden. De Asser
courant verneemt dat de verslagene
een boerenknecht uit Noord-barge
was, 21 jaar oud. De vermoedelijke
dader bevindt zich in hechtenis en
heeft reeds bekend. Bij de lijkschou
wing bleek dat aan de linkerzijde
van 't hoofd de schedel op een op
pervlakte van 6 a 7 cemtimeter in
weêr gezien. Op 't laatst had ze besloten
de balzaal niet meer te bezoeken eu was
er in haar hart iets ontstaan, dat na jaren
was aangegroeid tot mannenhaat. Na den
dood harer ouders had ze, daar deze slechts
zooveel hadden nagelaten dat hunne dochter
met de intresten daarvan ternauwernood
kon rondkomen, 't borduren ter hand ge
nomen. In dat vak was ze vrij knap en
zoo was 't haar gelukt, door vlijt zooveel
te verdienen, dat ze er redelijk van kon
leven. Hansje, een arme wees, was door
haar als dienstmeisje aangenomen en had
door haar opgeruimd humeur eu hare han
digheid de guust vau juffrouw Geertruida
verworven.
't Meisje zag er, met hare krullende
bruine lokken, allerliefst uit, had een net
postuurtje en vormde alzoo een groot cou-
trast met hare gebiedster.
Toen Hansje terugkwam, vond ze hare
meesteres nog in diep nadenken verzonken
voor de tafel zitten. Bij de groet van 't
meisje sprong juffrouw Geertruida overeind
't vierkant gescheurd en ongeveer
1 centimeter ingedrukt is. Minnenijd
schijnt de oorzaak van de misdaad
te zijn, of naijver, dat iemand uit
een andere plaats met een meisje uit
het dorp ging vrijen. De verslagene
was namelijk op Pinksterzondag bij
zijn meisje op bezoek geweest. Den
geheelen avond was er een verzame
ling van jongelieden om het huis,
waarvan hem eenigen, toen hij te
rugkeerde, achtervolgden en op 700
a 800 passen afstands van 't huis,
dat hij verliet, aanvielen.
De schouw over dit lijk was nau
welijks afgeloopen in het paleis van
Justitie te Assen, toen er weder een
wagen stilhield met het lijk van ie
mand, die op pinkstermaandag onder
Nieuw-Sehoonebeek om het leven
was gebracht. Sterke drank was de
oorzaak van deze misdaad. De ver
slagene was Pier de Jonge, veenar
beider in het Amsterdamsche veld.
Hij was des avonds van Pinkster
maandag o. a. met zijn vader in de
kroeg van Limbeek, waar een pape-
gaaischieterij was gehouden. Om
streeks negen uur kreeg de verslagene,
die dronken was, oneenigheid met
den kastelein, misschien was hij lastig;
het gevolg daarvan was, dat hij door
den kastelein en diens zwager buitens
huis gezet werd. Pier de Jonge
heeft daarop uit wraak de glazen
van Limbeek ingeslagen, die daarop
met zijn zwager naar buiten is ge
gaan. Wat toen is gebeurd, kan uit
de verschillende opgaven niet met
en begon te blozen, alsof ze op iets kwaads
was betrapt. He boodschappen werden door
Hansje verantwoord, 't geld werd nagekeken
en daarna werd 't meisje uit de kamer ge
zonden.
Juffrouw Geertruida vatte 't nieuwsblad
weder op, las de auouce nog eens over, die
hare aandacht had geboeid, en plaatste zich
daarna voor haren lessenaar.
„Ja, zei ze," waarom zou ik hier niet
eens beproeven, wat reeds door zoovelen ge
daan iswant ais er nooit op geantwoord
werd, zou men niet zoo zot wezen dergelijke
advertentiën te plaatsen.
De man schijnt 't wel te meenen en,
och, er steekt toch ook geen kwaad in.
Wie weet, hoeveel huwelijken er niet op die
manier gesloten zijn. Wanneer we elkander
niet bevallen, dan verbindt 't ons immers
tot niets. 't Is toch nog beter een eigen
huishouden te hebbeu, dan altijd op zich
zeif te wonen. Daarbij schijnt de man een
goed bestaan te hebben. Ik ben ook niet
geheel van middelen ontbloot, en ik zie dus
juistheid opgemaakt worden. Zeker
is het, dat niet lang daarna de ver
slagene dood is gevonden, liggende
half in een veengrup, half in een
roggeakker, en hij hem een mes en
twee knuppels, waar aan nog haar
zat. De verslagene had nog rogge-
halmen in de hand geklemd.
De haringvisscherij heeft in
1876 voor Scheveningen zeer gunstige
resultaten opgeleverd. Volgens het
verslag van de Kamer van Koophandel
overtreffen de Scheveninger bomsche-
pen alle andere visschersvaartnigen
in doelmatigheid en zeewaardigheid.
173 bomschepen, bemand met 1475
koppen, namen aan de haringvisscherij
deel. De bekende aanvoeren van
deze visscherij waren32.500.000
stuks steurharing en 35.650 ton
pekelharing, waarmede besomd werd
f 1.379.000.
Zondagochtend ontstond er brand
in de stoomhoutzagerij van den
heer Rymenan aan den Overtoom-
schen weg te Amsterdam. Door den
vrij hevigen wind nam de brand
spoedig ontzaggelijk toe. De brandweer
was onmiddeiijk met 2 stoomspuiten
en verscheidene handspuiten aanwe
zig. Hare vlugge en uitstekende ma
noeuvres troffen doel. De belendende
perceelen bleven gespaard en de
brand bepaalde zich tot de stoom
houtzagerij en de bergplaats van
hout, die totaal verloren zijn. Het
is thans voor de derde maal, dat
in dit gebouw brand ontstond.
niet in, waarom zulk een huwelijk bespottelijk
zou zijn." De ijdelheid dreef de goede juffrouw
aan zich voor den spiegel te plaatsen, die
haar geheel wat anders vertelde dan de
meeste mannen zouden gedaan hebben, wan
neer zij naar waarheid hun oordeel hadden
uitgesproken.
„Ik zie er nog zoo kwaad niet uit, ben
rijzig en vlug, wel niet heel gezet, maar
daar zijn sommige mannen ook niet eens
op gesteld, 't Staat lomp, die gezetheid.
Ik begrijp zelf niet, waarom ik niet meer
aanzoek heb gehad. Er zijn wel vriendinnen
van me getrouwd, die er destijds vrij wat'
minder goed uitzagen dan ik. 't Heeft
zeker zoo moeten wezenMaar, 't is nu
dan ook wellicht 't toeval, dat een ver
andering in mijn' levensloop zal brengen,
en van dat toeval zal ik gebruik maken.
Juffrouw Geertruida ging weder zitten,
doopte hare pen in den inktkoker en begon
met vrij vlugge hand 't volgende biljet te
schrijven.