KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
No. 450.
Vrijdag 8 Juni 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
ADVERTENTIES
Kalender der Week.
NIEUW STIJDIN GEN
't Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
te HELDER.
Van X5 regels25 Centen, eikeregel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
Zondag
JUNI.
10 Opgang der Zon 8 n. 40 m.
Ondergang 8 n. 18 m.
Maandag 11 Nieuwe Maan.
Dinsdag 12
Woensdag 13
Donderdag 14
Vrijdag 15
Zaterdag 16
Uren van vertrek en aankomst der
Spoortreinen te Helder.
ZOMERDIENST.
VERTREK
's morgens 6.00.
9.35.
♦11.47.
namidd. 1.15.
6.30.
♦Alleen Vrijd. en Zaterd.
AANKOMST
's morgens 9.27.
12.56.
namidd. *SA7.
n 7.39.
10.58.
♦Alleen Vrijd. en Zaterd
Vertrekdagen der Mails.
Naar Oost-lndiê:
Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
HELDER 8 Juni 1877.
De vereeniging Ontwaakt bij Tij ds
zal 't feest van haar driejarig bestaan,
hetwelk door ongesteldheid van een
der werkende leden was uitgesteld,
thans op Zondag 17 Juni a. s. in
het lokaal Tivoli op gepaste wijze
herdenken
Talrijk zijn de adressen van
rouwbeklag, die nit alle oorden deB
lands van wege de gewestelijke en de
gemeentebesturen, zoo mede van
particulieren aan Z. M. den Koning
naar aanleiding van het verscheiden
der Koningin worden aangeboden.
In strijd met het bericht, dat het
stoffelijk overschot van H. M. de Ko
ningin Maandag werd gebalsemd, is
door andere bladen, medegedeeld, dat
dit op uitdrukkelijk verlangen van
de overledene niet mocht geschieden.
Nadere inlichtingen bevestigen echter,
de de balseming Maandag heeft
plaats gehad en zulks volgens de be
palingen, door wijlen H. M. gemaakt.
Die wensch was ook uitgedrukt in
het in 1865 eigenhandig geschreven
(olografisch) testament van H. M.
Het stoffelijk overschot van H. M.
de Koningin zal tot op den dag van
de teraardebestelling op het Huis ten
Bosch blijven, bewaakt bij dag door
een hofdame en des nachts door een
dienstdoend kamerheer.
De plechtige begrafenis van H. M.
de Koningin, die aanvankelijk was
bepaald op 25 dezer, is thans defini
tief vastgesteld op 20 dezer.
De sluiting der publieke vermake
lijkheden in de residentie zal gehand
haafd blijven vóór en, eenige dagen
na de begrafenis van H. M. de Ko
ningin. Het klokgelui zal tot aan
staanden Maandag geregeld driemaal
daags voortduren.
Men zegt dat wijlen H. M. de
Koningin in haar testament heeft be
paald dat al diegenenwelke tot
Haar Huis hebben behoord, levens
lang in het genot moeten blijven van
de aan hun betrekkingen verbonden
wedden.
In het Haagsch Dbld. kwam
dezer dagen een opwekking voor, ge-
teekend H. J. Doormanom een
monument op te richten ter nage
dachtenis van de overleden Koningin.
Naar aanleiding hiervan heeft de
heer M. J. van Zanten, aldaar, aan
geboden kobteloos het fundament
voor het op te richten monument
of standbeeld te maken.
De voorgenomen feestelijke
herdenking van het feit, dat het op
1 Juli 25 jaar geleden is dat de
droogmaking van de Haarlemmer
meer voltooid werd, is wegens het
overlijden der Koningin onbepaald
verdaagd.
De kermis te Deventer, die
Zondag reeds was aangevangen, mocht
wegens den dood der Koningin geen
voortgang hebben.
Te Haarlem is heden een ruim
60-jarig opperman, werkzaam aan
een huis op het donkere Spaarne,
van een ladder op straat gevallen.
Hij was onmiddelpk dood.
J. 1. Zondag is te Assen gevan
kelijk binnengebracht R. A. Limbeek,
wonende onder Schoonebeek, niet ver
van het Amsterdamsche veld, in de
nabijheid van vriens huis op Pinkster
maandag de doodslag op P. de Jong
heeft plaats gehad. Er schijnen om
standigheden aan het licht gekomen
te zijn, die met grond doen denken,
dat hij schuldig is aan dien dood
slag.
Te Amstelveen is een driejarig
meisje onder een rijtuig geraakt, met
gevolg, dat haar hoofd bijna geheel
van het lichaam werd gescheiden.
De uniform van het personeel
der stads-reiniging te Amsterdam, zal
bestaan in blauwe kiel met roode
bies, Engelsch lederen broek en helm,
van ander model dan die bij de brand
weer en politie in gebruik.
Te Nieuwe-Bildt-Zijlen zon 11.
Vrijdag, terwijl het werkvolk in de
schuur bezig was met dorschen, een
van hen een hoop stroo naar boven
dragen. Boven op de lange ladder
gekomen, wilde hij zich vasthouden
aan een hout, dat echter brak, zoo
dat de man achterover stortte; hoe
wel niet terstond dood, gaf hij na
weinige uren den geest, 't Was een
oppassend, spaarzaam arbeider, die
zich langzamerhand eenige bezitting
verworven had.
Z. H. K. Prins Hendrik heeft
voor een verloting ten behoeve van
een te Texel op te richten bewaar
school een prachtige schilderjj in
olieverf geschonken. Ook onze over
leden Koningin schonk voor die on
derneming een canapé-kussen.
Een verliefd jongeling sprong
Maandag in een vlaag van minne
nijd, door Bacchus aangewakkerd,
in den Singel te Amsterdam, met zijn
Dulcinea in de armen. Haar proza
ïsch geschreeuw belette 't plan van
den minnaar, om onopgemerkt een
romantischen dood te sterven. Zij
werden beiden gered.
Te Lekkerkerk is de slachter
De Jager overledendoordien de
smetstof van een aan het miltvuur
ljjdende koe zich bij het slachten
aan een wonde aan diens vinger had
medegedeeld.
Men schrijft van Probolingo,
dd. 27 April, aan de Soer. Ct.:
Hedenmorgen omstreeks 9 uur
kwam Z. M. stoomschip »Curaijao"
alhier ter reede; na informatie ver
nam ik, dat het volgende ongeluk
had plaats gehad. Op de hoogte van
Zwaantjes-droogte is een der twee
stoombarkassen, door den stoomer
op sleeptouw naar Singapore geno
men en met 4 man bemand, gezon
ken; een der lieden is gered, de
3 overigen zjjn in diepte verdwenen.
Hoe is het mogelijk, dat zoo'n onge
luk des middags tusschen 5 en 6 ure
kan geschieden, en dat aan boord
van Z. M. schepen? De opvarenden,
wien het ongeluk overkomen is, zou
den naar Europa terugkeeren on-
gelukig uiteinde! Volgens mijn ver
slaggever stoomde de boot te hard
en waren de barkassen te zwaar be
laden.
Aan een brief, geschreven aan
boord van het stoomschip Palem-
bang," op de kust van Atchin, van
24 April, ontleent men het volgende
Misschien hebt gij reeds gehoord
van de heldendaden, verricht door
Zr. Ms. stoomschip Palembang,"
denkelijk echter nog. niet. Ziehier
da zaak. Op de Westkust van Atchin
liggen verschillende staatjes; eenigen
zijn reeds Nederlandsch, anderen nog
niet. Onder deze laatsten was er
echter een dat zeer vijandelijk was
en zoo 't kon zelfs op de schepen
schoot. Na was besloten dit staatje
eens de les voor te lezen. Daartoe
werden drie oorlogschepen en 200
kolonialen aangewezen. Waarom wij
nn daarbij moesten wezen, weet ik
niet, wij zijn zelfs een dag stoomens
van de Westkust verwijderd; maar
enfin, de Palembang" was een van
die drie schepen. Wij stoomden er
heen en maakten het zoo, dat wij
tegen vijf ure in den morgen er vóór
lagen. Wij gooiden het ander uit
en bleven een oogenblik kalm liggen.
De les zou een aanvang nemen. In
plaats echter dat wij, de leeraars,
begonnen, kwam van den wal het
eerste vunr. Dat was a. Daar a
echter niet goed was, deed de leer
meester, de Palembang," het hun
voor, en natuurlijk zeer goed. In één
woord, wij schoten als razenden met
granaten, waar twee man hun vracht
aan hadden. Die granaten springen
natuurlijk nit elkander, en daar wij
maar 600 meters van den wal lagen,
konden wj alles goed zien. Men
zag alles vliegenhalve boomen
stukken hout, wolken zand enz. Die
lui hadden aan den wal twee groote
bentings gebouwd met een paar stuk
ken er op, die wij heel netjes aan
stukken hebben geknikkerd. Ten 10
ure gingen de 200 kolonialen met
onze matrozen in de sloepen, teneinde
aan wal te gaan, maar datmislnkte.
De kerels hadden namelijk loopgraven
langs het strand gemaakt; daar ver
scholen zij zich achter, en toen nn
de sloepen onder den wal kwamen,
vlogen die kerels derwaarts, en toen
was het pif! paf! en of wj al