KLEINE COUEANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN.
No. 451.
Dinsdag 12 Juni 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
ADVERTENTIEN
Vertrekdagen der Mails.
NIE U WSTIJDIN GEN
FEUILLETON.
Een edel hart.
't Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden.
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
te HELDE R.
Yan 15 regels25 Centen, eikeregel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
Uren van vertrek en aankomst der
Spoortreinen te Helder.
ZOMERDIENST.
VERTREK
'i morgen. 6.00.
9-35.
*11.47.
namidd. 1.15.
6.30.
•Alleen Vrijd. en Zaterd.
AANKOMST
's morgens 9.27.
12.66.
namidd. *3.47.
7.39.
10.68.
•Alleen Vrijd. en Zaterd
N aar Oost-Indië
Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
HELDER, 12 Juni 1877.
Het baden heeft hier weer een
offer geeischt. Gisteren waren een
paar zeemiliciens nabij het fort Oost
Oever badende. Spoedig zonk een
van hen in de diepte weg, terwij i
de andere met moeite door een
marinier gered werd.
Het doel der reis van het
scbroefstoomscbip le kl. sCurnijao,
volgens officiëel bericht van O.-Indië
naar de Kaap vertrokken, is, om daar
het oefenings-eskader te ontmoeten
en van bemanning te verwisselen.
Men zegt, dat bet eskader in 't na
jaar te Amsterdam zou binnenvallen
en dan tot een nieuwe bestemming
zal worden gereed gemaakt.
Naar wig vernemen, blijft de
teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van wijlen H. M. de Ko
ningin bepaald op Woensdag, den
20 Juni a. s. Ten tien ure des mor
gens zal de rouwstoet het huis ten
Bosch verlaten. De trein zal, naar
Vertaling van GERUIT J.
1) I
Een Zondagmorgen op 't land! De
poëzie, die in dat denkbeeld licht, moet men
gevoelen, want ze is niet in woorden uit
te drukken.
Een van die menschen, die meer geschikt
zijn tot denken en handelen, dan tot droomen
en peinzen, was voorzeker de jongman, die
uit 't dichte en donkere eikenwoud te voor
schijn trad, en, eer hij over de sloot sprong,
die 3t wond van de velden en akkers
scheidde, onwillekeurig een oogenblik bleef
staan om een dier schilderachtige dorpen te
beschouwen, die men in 't land van West-
phalen zoo menigvuldig aantreft.
Ieder huis, zoowel de statige hofstede van
den rijken boer als de nederige van leem
men verzekert, den volgenden weg
nemenvan het Huis tea Bosch, deu
Leidschen straatweg tot aan de Ko-
ningsbrug, Korte Voorhout, Tournooi-
veld, Lange Vjjverberg, Plaats, Ge
vangenpoort, Buitenhof, Gravestraat,
Groenmarkt, Veenestraat, Wagenstra
ten, Hujjgensplein en straat, langs
den Rijswijkschen weg naar Delft.
24 kamerheeren en kamerjonkers
zullen het lxgk achter den rouwwa-
gen volgen.
Als herauten bij den aanstaanden
lijkstoet van H. M. de Koningin
worden genoemd de hh. mr. A. J.
graaf van Randwijck, kommies van
staat en jhr. mr. P. A. v. d. Velden,
secretaris bij de boogen Raad van
Adel.
De Keizer van Duitschland zal bij
de plechtigheid vertegenwoordigd
worden door Prins Albert van Prui
sen; de Koning van Wurtemburg
door Prins Peter van Oldenburg
halven broeder van de overledenede
Hertog van Nassau door baron F. v.
Bose. De overige RjjkeD zullen zich
vermoedelijk laten vertegenwoordigen
door bnn respectieve gezanten, die
een nitnoodiging zullen bekomen
tot bijwoning der plechtigheid in de
Nieuwe Kerk te Delft.
Men leest in de Haagsche kroniek
der Gron. Ct. Sedert den dood der
geliefde Vorstin heeft Z. M. de Ko
ning slechts eenmaal het paleis ver
laten om een bezoek te brengen aan
zijn jongsten zoon, omtrent wiens ge
zondheidstoestand de berichten in de
gebouwde hut des daglooners, met een be
most rieten dak gedekt, stond in 't midden
van een tuin, die omzoomd was door een
rij forsehe oude boomen. Iedere bezitting,
groot of klein, was omtuind door een groenen
heg, waaruit hier en daar rozen te voor
schijn kwamen, die eenzaam tusschen 't
donkere groen bloeiden, prijkten en ver
welkten.
De jongman, die aan den zoom der wouds
stond, keek langs de rechterzijde van 't dorp,
naar een met bosschen begroeiden heuvel
keten, die van 't hooger gelegen gebergte
vooruitstak en 't landschap omlijstte.
Daar lag een door oude lindeboomen be
schaduwde hofstede in 't midden van velden
en tuinen, die door een bloeienden haag
omgeven waren.
Ontroerd staarde de beschouwer naar 't
witte huis, dat tusschen 't donkere groen
der boomen schemerde en boven hetwelk
de rook in biauwe wolkjes omboog steeg.
Ontroerd blikte hij op de velden neer, die
door den hellen zonneglans werden bestraald.
laatste dagen gelukkig beter luiden,
ondanks de diepe smart, waarin de
prins, evenals zijn oudste broeder
de prins van Oranje, verzonken is.
Vooral de kroonprins moet ontroost
baar zijn over het verlies zijner dier
bare moeder, die bij letterlijk aanbad.
De prins wil dan ook niemand spre
ken, niemand ontvangen. Op zijn
verlangen hebben zelfs de leden der
famillie zich van de gebruikelijke
coudoleaucevisites onthouden. De
prins bezoekt nog dagelijks het Huis
ten Bosch; eiken middag tegen vijf
uur kan men hem in een dicht ge
sloten coupé daarheen zien rijden
om nog een groet aan 't lijk der ge
liefde doode te brengen.
Van de begrafenisplechtigheid zijn
nog geene bijzonderheden bekend. Ik
verneem, dat eerst Maandag het pro
gramma der plechtigheid zal worden
vastgesteld, maar dat daarbij ge
trouw de regelen zullen worden ge
volgd, die bij de teraardebestelling
van vroegere regeerende vorsten en
vorstinnen werden in acht genomen.
Met één verschil nochtans. Terwijl
vroeger in de groote Kerk te Delft
een sombere versiering werd aange
bracht alleen vanwege degenen, die
de plechtige begrafenis bestieren, is
thans aan eenige dames vergund
daaraan mede te werken, door een
rouwdecoratie zaam te stellen nit
immortellen-kransen. Verschillende
dames uit de hofstad hebben baar
krans daartoe reeds opgezonden.
Schr. deelt enkele bijzonderheden
Hoe klopte hem 't hart bij 't beschouwen
van dat witte huis, boven hetwelk een
schaar bontgevederde duiven fladderde.
Daar was bij geboren, 't was 't huis van
zijne ouders, die dierbare woning, van welke
hij drie jaren lang verwijderd was geweest.
Daar klonken de opwekkende tonen der
kleine dorpsklokken door 't luchtrnim en
maakten dat stille tooneel van vrede en
rust nog indrukwekkender, den aanblik van
't onderhuis i nog treffender. De jongman
bedekte zijne oogen eenige seconden lang
met de band. 't Was niet om beter te
kunnen zien naar de velden en akkers, die
door 't heldere zonlicht werden bestraald,
want, toen hij een oogenblik later rondkeek,
waren zijne oogen, die eerst zoo vreugdevol
hadden geblonken, vochtig geworden. Daar
lag over zijn gelaat, dat kort te voren zoo
opgeruimd was, een kalme weemoed, waar
voor men hem niet vatbaar zou geoordeeld
hebben. Wel had de jongman gelaatstrekken,
die getrouw zijne innerlijke gewaarwordingen
afspiegelden, maar toch zou men, naar 't
mede uit de laatste levensdagen
der beminde Koningin. Toen Hr.
Ms. grootmeesteres de edele vrouw
voor het laatst aau het ziekbed be
zocht, moet H. M., bij het zien der
tranen, die het eerbiedwaardig gelaat
der eerste harer vrouwen bedekten,
met schier verstikte stem haar hebben
toegefluisterdWeen nietmijn
waarde het leed van hen, die mjj
omringen, maakt mij het sterven zoo
zwaar."
Bij een der laatste consulten van
de geneesheeren vroeg de ontslapen
vorstin: Welnu, mijne heerenEn
op de verzekering, dat men nog hoop
had op herstel, schudde de Koningin
het hoofd en zeide met aandoen
lijke kalmte: »Och neen, ik gevoel
dat mijn tijd daar ismaar ik vrees
de groote reis niet. En liet
H. M. er na een kort oogenblik op
volgen mijne armen zullen mij
niet missen. De overige
Verder waren dewoorden der Koningin
niet te verstaan.
Men deelt ten slotte nog mede, dat
volgens verlangen der overleden
Koningin aan elk der dames, die
haar steeds omringden en voor wie
zij meer een leidsvrouw en vriendiD,
dan een gebiedster was, een der
kleinodiën, die zij in haar leven droeg,
als souvenir" zal worden of reeds
is ter hand gesteld.
Zaterdag werd aan de fabriek
van de firma Christie Nolet en De
Kuyper te Delfshaven met goed ge
volg te water gelaten Zr. Ms. stoom-
niteriijke oordeelende, hem geene weemoe
dige aandoeningen toegeschreven hebben. De
jongman had een karakteristieke kop, een
gelaat, dat sterke wilskracht aanduidde
en oogen, die straalden en vonkelden.
Ook nu vonkelden die oogen verdwenen
was plotseling die woemoedige trek van zijn
laat en opgeruimd blikte hij naar 't woud,
uit hetwelk een vroolijk lachen en juichen
hem tegenklonk. Een oogenblik later trad
een jeugdig paar, arm en arm uit de schaduw
van 't donkere woud te voorschijn. Beiden
droegen de Westphaalsche boerenkleeding,
en die kleeding stond hun goed ook. De
jonge hoer droeg een langen rokvan wit linnen
en een breedgeranden hoed en 3t meisje Zag er,
met haar hoofdtooisel en korte rokken en
lange linten bevallig uit. Zij kwamen regel
recht af op den jongman, die zoo even zijn
ouderlijk huis had beschouwd. Weldra be
merkten zij hem, en dat hij herkend werd
bleek uit den verschrikten uitroep van 3t
meisje„AndreasHaar medgezel ver
bleekte en herhaalde zacht: „Waarlijk, 't