HELDER, NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
EEN SPOORWEGREIS
No. 466.
Vrijdag 3 Augustus 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
ADVERTENTIËN
Kalender der Week;
•VI EU WSTIJDINGEN.
FEUILLETON
BIJ NACHT,
Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden,
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
te HELDER.
Van 15 regels 35 Centenelke regel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
AUGOSTUS.
Zondag 5, Opgang der Zon, 4 ,o.' 2S[ m
Ondergang 7 u, 40 m
Maandag 6
Dinsdag 7
WtWnsd&t 8
Donderdag 9 Nieuwe Maan. Gedeeltelijke,
bij ons onzichtbare Zonsver
duistering.
Vrijdag 10
Zaterdag 11
HELDER, 3 Aug. 1877.,
Een zeldzame gebeurtenis had
Woensdagmorgen op 's Rijks Werf
alhier plaats. De heer L. van Berk,
opzichter bij de magazijnen, her
dacht namelijk zijn 60-jarigeu dienst
tijd. In een der magazijnen was een
eenvoudige, doch nette en doelmatige
versiering aangebracht. Alle mindere
geëhiploiëerden en werklieden der
magazijnen waren daar vergaderd
de Nederlandsche driekleur wapperde
uit genoemd magazijn. Genoemde
opzichter werd daarop uitgenoodigd
in dat magazijn. Bij zijn eerste intrede
werd door 't gezamenlijk personeel
het eerste couplet van het volkslied
aangeheven, en werd hij door de oudste
der minder geëmploieerden toegespro
ken en hartelijk geluk gewenscht met
dézen heugelijken eu zeldzamen feest
dag, waarbij hem tevens uit naam
van het daar tegenwoordige personeel
een cadeau werd akngéböden, bestaande
in een prachtigen mahonyhouten ge-
- - l J
naar het Engelsch.
6). (Slot.)
Ik herinner mij uit dit ontzettende oogen-
blik nog slechts dat ik met geweld, voort-
gestooten werd en dat ik zwaar nedèrviel
toen geraakte ik op nieuw buiten kennis.
Hoe lang dat geduurd heeft, weet ik natuur
lijk niet, doch toen ik langzamerhand tot
mijn bewustzijn terugkeerde, was de eerste
indruk, dipif ik ontving, de gedachte dat
ik eendeel uitmaakte van een snel, zich in
de koude lucht voortbewegend,., wapkelend
en stootebd lichaam. Zachtjes aan kon ik
mij echter' bezinnen wat er met mij was
geschied en waar ik mij bevond. Toen de
moordenaars mij uit den wagen wierpen,
was ik op de houten plank gevallendie
makstoel, met den wensch, dat hem
nog menig jaar van rust mocht ge
schonken worden. Een hartelijk
woord van dank, met diep geroerd en
aangedaan harte, was het antwoord
van den ouden, doch nog ijverigen
opzichter. Met een driewerf hoerah
werd de jubilaris daarna het maga-
zjjn uitgeleid.
De uitslag der herstemming van
5 leden voor den gemeenteraad (reeds
Woensdag door ons bij gedrukte bil-
j effen hekend gemaakt) is als vplgt:
Gekozen zijn de heeren A. J. van
Kelckhoven, C. J. van Spall, J. W.
Hattinga Raven, P. J. Duinker en
J. T. Tinkelenberg, respectivelijk met
229, 216, 310, 290 en 294 stemmen.
Ds. G. A. v. d. Brugghen, te
Eist, heeft bedankt voor 't beroep naai
de Herv. Gemeente te Huisduinen.
Benoemd tot pred. bij de prot.
gem. in Ned. Indië M. Bys, pred. te
Noord-Scharwoude.
Het st. .Prins van Oranje", van
Batavia naar Nieuwediep, is 1 Aug.,
van Port Said vertrokken.
De commissarissen van politie
en de waterschouten in de verschil
lende zeehavens hebben van den Mi
nister van Justitie dezer dagen de
noodige instruetiën ontvangen, om
trent het toezicht op de schepen van
oorlogvoerende mogendheden,, en zulks
naar aanleiding der aanwezigheid van
de Russische oorlogskorvet sBogatyr"
te Vlissingen.
zich als een loopplank onder aan den wpgen
bevindt en mijne hand. had instinctmatig,
evenals verdrinkenden gewoonlijk doen, hef
eerste uitstekende voorwerp gevat, dat zich
maar grijpen liet en 't welk mij voorkwam
een der ijzeren stangen te zijn, die de tot
het instijgen der passagiers dienende treden
ondersteunen. Hieraan nu had ik mij kramp
achtig vastgeklemd, terwijl de trein klappe
rend en stootend door den pikdonkeren
nacht voortbruischte. Ik bevond mij in een
vreeselijkeu toestand. Den dood was ik
voor het oogenblik wel ontkomen, doch mijn
eind-noodlot scheen slechts verschoven te
zijn. De trein hield niet op voor hij te C.
aankwam en ik twijfelde er hard aan, dat
ik mij zoolang zou kunnen vasthouden,
want reeds vingen mijne krampachtig ge
spannen spieren aan te verstijven en al
mijne ledematen waren hoogst pijnlijk. Omdat
het nacht was kon ik ook geen hoop koes
teren dat mijn gevaarlijke toestand ontdekt
zou worden. Ondanks de duizeligheid vau
mijn hoofd scheen ik toch een juist begrip
mijner positie te hebben. Zoo ik nu viel,
dan bleef ik terng als een verminkt lijk,
Op den 200n gedenkdag van
het sneuvelen van Michiel Adriaansz.
de Ruiter is door een commissie uit
het Vlissingsche Departement tot Nut
van 't Algemeeu op een der zijden
van het voetstuk vau zijn standbeeld
te Vlissingen een wit marmeren plaat
met een ijzeren krans er om aange
bracht, met het opschrift in gouden
letters: 20 April 16761876.
Een 17-jarig jongeling van het
Engelsche schoenersehip .Athalaska"
is te Dordt, terwijl hij zich langs een
ladder naar den wal begaf, met den
ladder naar beneden gestort en in de
diepte verdwenen. Na geruimen tijd
met een dreg opgevischt, bleek hij
reeds overleden te zijn.
Aan den Haarlemschen weg on
der Sloten heeft een landbouwer zijn
kalveren deu staart tot op de helft
afgesneden, zoodat de arme heesten
de vliegen niet kunnen verjagen. Dit
is door hem gedaan, omdat hij van
de een of andere koe wel eens een
tik met den staart in het aangezicht
gekregen heeft.
Tot ons leedwezen (zegt de Amst.
Ct.) moeten wij berichtendat de
onaangenapie uitingen van niet de
besten onder onze bevolking tegen
den Burgemeester en de openbare
macht in het algemeen in de laatste
dagen weer zeer toenemen. Zoo be
vatten de urinoirs allerleelijkste
scheldnamen tegen het hoofd der ge
meente, en hebben de agenten reeds
dat onder de ijzeren raderen verpletterd was
en er bleef mij dus niets overig, dan met
inspanning van de weinige krachten die mij
waren overgebleven, te trachten om mij vast
geklemd te houden tot wij C. zouden bereikt
hebben. Een paar maal beproefde ik om
hulp te roepen, doch mijne zwakke stem
verloor zich in het geratel der wielen. En
ik mocht God nog wel danken dat mijn
geroep niet luider was, want ik zag uit
het venster boven mij een hoofd te voor
schijn komen, dat in den donkeren naeht
uitkeek en bewoog mij, om mjj nog vaster
tegen het het houtwerk aan te klemmen;
bij het matte lamplicht, dat uit den wagen
scheen, had ik het platte, gele gelaat, den
rooden baard en de tijgerachtige uitdrukking
van den Rus herkend. Hij zag mij niet.en
scheen zich weltevreden weder op zijno
plaats neder te zetten.
Voort ging het maar immer, door hqt
stille landschap, ratelende, snuivende voort,
hier door een tunnel, daar langs hellingeH,
of voorbij boomen en hekken, wat alles nu
iu duisternis gehuld lag; dan weder voorbij
helder verlichte statious, waar het signaal
vele processen-verbaal moeten op
maken tengevolge van ruwe bejege
ningen, welke zij van het publiek te
verduren hebben.
- Aan de kinderen te Amster
dam wordt weder vergund zich op
de groote koopmansbeurs met trom
melen en andere spelen te vermaken,
en wel van Maandag 6den tot en
met Zaterdag den 11 Augustus e. k.,
des voormiddags van 8 tot 11 uur
en des namiddags van 31/,, tot 7
uur.
Maandag in den vroegen mor
gen is te Breda huiten de voorma
lige Bosschepoort een welvarend kind
van het mannelijk geslacht, hoogtens
4 dagen oud, gevonden, dat aldaar
te vondeling was gelegd. Het is
voorloopig door de politie besteed.
Omtrent de opsporing der moeder,
daarvan deelt de Bred. Ct. het vol
gende medeMen vernam dat
sommigen in den avond van Zondag
te voren, een meisje in het station
van den spoorweg hadden gezien, dat
één oog miste, 't welk, naar de
kleedjes te oordeelen, een dergelijk
kind bij zich had. Zoodanig meisje
was, verhaalde men verder, vroeger
hier in de stad dienstbaar geweest,
en was afkomstig van Vuglit. Deze
niet zeer juiste gegevens deden den
heer C- M. H. Claesen, comm. van
politie alhier, besluiten den inspecteur
vau politie F. A. Gaemers Woensdag
morgen naar Vught te zenden, ten
voldoende was om te weten, dat de weg
veilig kou worden bereden, voorbij de zich
daar bevindende politiedienaren en sjouwers,
voorbij de reislustigen, die ons nakeken en
op eenen minder snellen trein wachtten om
ook te vertrekken. Niemand bemerkte mij
echter, terwijl ik mij met steeds verminde
rende krachten aan de voortsnellende massa
van hout en ijzer bleef vastklemmen. Gedu
rende dezen vreeselijken tocht, hoorde ik
tweemaal den schellen toon, dien de stoompijp
van eenen ons ontmoetende» treiu uitstiet
en zag ik de roode lampen en de vonken
der locomotief, geljjk vallende sterren in den
nacht schitteren; maar stampend en klappe
rend, rolde de lange rij wagens mij voorbij.
Voorwaarts, altijd voorwaarts, snelden wij,
als door een eenen boozen geest voortge
jaagd; al zwakker en zwakker werden mijne
armen, en ik voelde met vertwijfeling, hoe
het door mijne verstijvende leden begon te
tintelen, even alsof er een miereunestin om
woelde. Meer dan eenmaal was ik geneigd
om los te laten en mij onder de draaiende
raderen te laten verbrijzelen. Zouden wij
dat C. dan nimmer bereiken f Hoe lang zou