Oorlogsberichten.
personeel der agenten, dat zich dezer
dagen uitstekend van zijne plichten
heeft gekweten, is één dronken be
vonden: hij werd terstond geschorst
en den volgenden ochtend ontslagen.-
In den nacht tusschen Zaterdag en
Zondag heeft in een bordeel te Arn
hem een hevige vechtpartij tusschen
eenen burger en twee militairen plaats
gehad, waarhij deze laatsten dermate
verwond werden, dat zij, na in arrest
genomen te zijn, terstond naar de'
garnizoens-infirmerie moesten worden
overgebracht.
Zaterdagnacht ten 2 ure is in
een slop in de Koningstraat te Am
sterdam een afschuwelijke moord
door een man op zijne vrouw ge
pleegd. Laatstgenoemde was nog be
zig met strijken van kindergoed, toen
haar man beschonken te huis kwam
en twist met zijne vrouw zocht, wat
door de buren moet zijn gehoord.
Zaterdagmorgen, omstreeks 10 ure,
hebben de kinderen uit de ramen om
hulp geroepen, waarop de buren in
de woning hebben willen gaan; maar,
daar de deur gesloten was, is er een
smid bij gehaald. In huis gekomen,
zagen zij de vrouw levenloos op den
grond liggen en den man nog sla
pende. Dezewakker gemaakt en
aangesproken, zeide, dat zijne vrouw
uit 't bed was gevallen en hij een dok
ter zou gaan halen, zoo als hij wer
kelijk deed. De geneesheer zag ter
stond, dat hier een moord was ge
pleegd. De vrouw droeg sporen van
verworging aan hals en hand en
een breede wond aan het voorhoofd,
vermoedelijk met een strijkijzer toe
gebracht. Na den man daarover te
hebben onderhouden, begaf de docter
zich naar het bureau der 2 sectie,
ten einde aangifte te doen. De com
missaris Stork heeft zich onmidde-
lijk daarop met politie-agenteu naar
de plaats van de misdaad begeven
en den man in arrest genomen. Het
lijk van de verslagene een moeder
van vier, kinderen, van wie het oudste
ruim vier en het jongste nog geen
half jaar oud is, lag ten 3 ure
nog in huis en zal aan een gerech
telijke schouwing worden onderwor
pen. Bij de arrestatie van den
man naar de gevangenis heeft de
politie werk gehad hem aan de woede
van het volk te ontrekken.
Het Hbl. meldt nu daarentegen,
dat geen enkel bewijs voorhanden is,
dat een moord is gepleegd, en dat
de beweerde moordenaar niet in hech
tenis is.
Nu is het wel mogelijk, dat een
gerechtelijke lijkschouwing iets anders
aan den dag brengt, maar zeker is
bestaande uit man, vrouw en één dochter
bij den vriendelijkcn haard, om, ver van
alle nietige uitspannigen en gezelschappen,
de stichtelijke woorden te bespreken en te
herhalen, die zij heden gehoord had.
Hij was een nijvere ambachtsman, die
Poluk, en zijner vlijt was het te wijten,
dat het zijn huisgezin wel ging, -alhoewel
zijne vrouw evenmin achterbleef, om, uit
al hare macht, tot orde en zuiverheid mede
te werken, en de veertienjarige Maria zelfs
reeds het werk verrichtte, waarvoor men
vroeger een kostbare dienstmaagd had moeten
huren.
„Het moet," zeide deze laatste, „toch
wel een zebr onherbergzame stad geweest
zijn, dat Bethlehem, of hare inwoners moeten
de gastvrijheid slecht beoefend hebben, dat
er ivoor de moeder van Jezus geen andere
verblijfplaats was aan te wijzen dan een
ellendige stal. Mij dunkt, wanneer zoo iets
thans gebeurde, zou men een vrouw, die
in zoodanige omstandigheden verkeerde, wel
een beter toevluchtsoord aanwijzen."
„Gij spreekt als een groot mensch, lieve
het, dat de politie geen termen heeft
kunnen vinden, om nu reeds aan
moord te gelooven en den man in
preventieve hechtenis te houden, die
eenvoudig verklaart, dat hij zijn
vrouw 's morgens dood gevonden
heeft en dat van moord geen kwestie is.
Niet een der door de politie ge
hoorde getuigen kan iets ten bezware
van den man in deze zaak aan het
licht brengen, en men meent zelfs
met zekerheid te weten, dat de vrouw
aan toevallen lijdende was. Een der
gelijk toeval, door drift verergerd,
is vermoedelijk de oorzaak van haar
dood.
De N. R. Ct. wijst er op, dat
in Engeland sedert onheugelijke ja
ren van staatswege een onderzoek
wordt ingesteld naar de oorzaken der
zeerampen. In Duitschland werd ver
ledenjaar, na 't vergaan van de stoom
boot Schiller, door het publiek de
instelling van commissiën van on
derzoek verlangd, en als gevolg daar
van is onlangs een uitstekende wet
gemaakt, die met Januari in werking
treedt. Op de Duitsche kusten wor
den sSeeamter" opgericht, die ambts
halve onderzoek moeten doen naar
de oorzaak van een zeeramp waarbij
menscheulevens verloren zijn of een
schip vergaan isvoor Duitsche sche
pen waar ook de ramp gebeurt, bij
vreemde schepen voor zoo ver de ramp
op de Duitsche kust voorvalt. Yerder
kan in andere gevallen dit onderzoek
van overheidswege worden gelast.
Met zekere schaamte moet de N. R.
Ct. ook weder op dit punt onze
achterlijkheid constateeren, ofschoon
er bijna geen volk is, dat bij die
zaak meer belang heeft dan wij. Toen
in 1876 drie groote zeerampen op
onze kust voorvielen, van welke de
publieke opinie aan de loodsen en de
slechte verlichting onzer kust de
schuld gaf, verzocht de Rotterdam-
sche Kamer van Koophandel zeer
dringend aan den minister van marine,
om, in overleg met zijne ambtge-
nooten, zulke commissiën bij een wet
in te stellen. Yan de zaak kwam
echter niets. Later heeft dezelfde
Kamer nog tweemalen op dit punt
zich geadresseerd, doch alle moeite
was vergeefs, 't Is dus tijd, dat
de publieke opinie zich over deze
zaak doe hooren. Misschien dat de
Tweede Kamer den minister wil aan
sporen de zaak ter hand te nemen.
Wij hebben wel eens 't gebrek, dat
wij de zaken te goed willen doen
en daardoor niets doen. Deze kwestie
kan gemakkelijk worden afgescheiden
van een betere regeling van de exa
mens voor de scheeps-officieren of
Maria!" was het antwoord van den vader,
„en het doet uw bart eer aan, zoo zeer met
het lot van uwe naamgenoot begaan te zijn,
doch de nederige geboorte van Jezus was
niet anders dan de wil zijns vaders en de
vervulling der profetiën. Gastvrijheid, kende
men echter toen beter, dan thans."
„Ik geloof toch niet," vervolgde Maria,
„dat er menschen zouden gevonden worden,
die huisvesting zouden weigeren aan een
lijdende moeder of aan een hulpeloos wicht,
dat slechts nog eenige minuten geadend
heeft."
„Dit," zeide de moeder, „zou ik ten
minste een onvergeefelijke hardvochtigheid
vinden, en een Christinne onwaardig."
„Mensehenliefde en weldadigheid," viel
nu weder den vader in, „moeten op den
voorgrond staan bij
Deze rede kon niet uitgesproken worden
doordien er met zooveel hevigheid op de
huisdeur geklopt werd, dat het gansche
gezin schier van schrik opsprong. Zij waren
het niet gewoonnog zoo laat in den
avond gestoord te worden, en vooral niet
van de tucht op de koopvaardijsche
pen. Met die twee laatste zaken kan
later door een kleine wijziging in
verband gebracht worden de wet op
het onderzoek naar zeerampen, die
belanghebbenden bij de zeevaart zoo
gaarne spoedig van onze ministers
zouden ontvangen, een wet, die toch
zoo ingewikkeld niet is, nu wij zulke
uitstekende modellen bij onze nabu
ren hebben.
In het Oostenrijksche arsenaal
zijn drie personen gevangen genomen,
die de samenstelling van het Ucha-
tins-kanon nauwkeurig nagingen, ten
einde het geheim aan een vreemde
mogendheid te verkoopen. De diplo
maat, tot wien men zich wendde, gaf
er kennis van aan de Oostenrijksche
Regeering en daardoor kwam de zaak
aan het licht.
In de Noorweegsche stad Tons-
berg verkeert men in groote onrust,
daar belangrijke verzakkingen plaats
hebben, Een groote kolenschuur is
reeds twee derde van haar hoogte in
den grond gezonken en,verscheidene
huizen en schuren in den omtrek
toonen een begin van verzakking.
Het verschijnsel is vooral ontrustend,
omdat een groot deel van de noorde
lijke stad weinige jaren geleden plot
seling in zee verdween.
Te Parijs is aangekomen een
Engelschman, Edwards Philip ge
naamd, die vijf jaar onschuldig in
de gevangenis van Clerkenwell heeft
gezeten. Op verdenking van bedrog
was hij in hechtenis genomen en
voorloopig achter slot gezet. De in
structie zijner zaak duurde negen
maanden. Om zich de verveling te
verdrijven, at hij zesmaal per dag,
zonder eenige uitspanning te nemen.
Wel bemerkte hij, dat zijn lichaam
geweldig begon uit te zetten, en dat
hij, zoo voortgaande, een fameusen
dikzak zou worden, maar dacht hij
dat zal wel weer overgaan als ik vrij
ben. Daar verscheen plotseling zijne
invrijheidstelling. Verheugd wilde
hij zich uit zijn gevangenis begeven,
maar tot zijn grooten schrik weigerde
de nauwe steenen poort hem den
doorgang. In zijn wanhoop besloot
hij te vastendoch hij kon zijn ra-
zenden eetlust niet bedwingen na
acht dagen was hij nog dikker.
Daaop zond hij een rekest naar de
koningin met verzoek, om een bres
in den muur der gevangenis te ma
ken. Het verzoekschrift bleef vier
jaar onderweg en eerst een maand
geleden werd de verlangde bres ge
maakt. In zijn gramschap besloot
mr. Philip Engeland te verlaten en
heden, nu er aan geene beslommeringen
van den werkdag te denken viel. Er moest
dus wel een onheil of de een of ahdere
belangrijke gebeurtenis hebben plaats gehad,
dat men zoo driftig verzocht binnengelaten
te worden. Met zooveel haast dus, als de
schrik hem toeliet, spoedde Poluk zich naar
de huisdeur, welke hij nauwelijks geopend
had, toen hem een welgekleede vreemde
ling in het oog viel, die een langwerpige
mand droeg. Zonder de vraag van den
huisheer af te wachten, wat er van zijne
dienst mocht zijn, overhandigde de vreem
deling dezen de genoemde mand, er snel,
maar duidelijk bijvoegende
„Ziedaar, mijnheer Poluk een geschenk
voor u, door een onbekende toegezonden.
Bewaar het zorgvuldig en toon u het bezit
er van waardig, opdat gij u nimmer zult
behoeven te schamen, wanneer de zender,
na jaar en dag, zich zal komen overtuigen,
of gij het geschenk op den rechten prijs
zult geschat hebben."
Wordt veroolgd.J
er nooit weer terug te keeren. Hij
wordt nog boe langer hoe dikker.
Bij den Shipka-pas isvolgens
overeenstemmende Russische en Turk -
sche berichten, in de laatste dagen
niets bijzonders voorgevallen. Beide
partijen versterken zich in hare stel
lingen en 't schijnt zeker te zijn, dat
de Turken de positiën der Russen
trachten om te trekken en te isoleeren.
Ook bij Loftcha en Plewna moet
het rustig, of liever wëêr rustig wezen,
want in deze streken heeft een bloedig 1
gevecht plaats gehad.
Op een half uur afstands van die
plaats stieten de Turken op den
vijand, die, na een gevecht van twee
uren, op de vlucht werd geslagen.
Daarop liepen de Turken storm op
de Russische verschansingen, waarvan
ze er drie veroverden. Ook maakten
ze zich meester van een kanon en
eenige paarden en wapenen. De
Turken beweren dat de Russen die
30.000 man sterk waren, veel grootere
verliezen geleden hebben dan zij
zei ven.
Volgens Russische berichten werd
Osman-pacha tot wijken gebracht en
heeft hij ontzachlijkeverliezen geleden.
Erzeroem, 31 Aug. Berichten uit
Kars melden, dat de Russen Palde-
rivan hebben ontruimd en naar de
grenzen zijn teruggetrokken. Naar
men verzekert, bedragen hunne ver
liezen op 25 Aug. 3000 man.
HELDERSCHE MOPPEN.
Zekere juffrouw, die zich had aangewend
om, of het te pas kwam of niet, telkens
zich van de woorden „a propos" te bedienen,
kreeg' een jong meisje van het platte land
in haar dienst en voegde, volgens gewoonte,
bij elke bezigheid of boodschap die zij haar
liet verrichten, altijd haar gewone „a propos."
De meid verstond dit niet, doch was te
schroomvallig om de beteekenis daarvan aan
de juffrouw te vragen en deed zulks aan
een harer landgenooten. Deze, een spotvogel
zijnde, antwoordde: „Wel zoo, dat mocht
uwe juffrouw wel latenhet is een leelijk
scheldwoord." Barstende van spijt ging zij
naar huis, alwaar zij ras wederom het gewone
woord hoorde. Nu barstte zij los„Wat
a propos! zeg dat tegen dieven en sletten,
maar niet tegen eerlijke meidenenz. Niet
weinig stond de juffrouw verlegen, daar ook
zij zelve die woorden niet verstond, en liet
was gelukkig dat de man des huizes, door
derzelver verklaring, een vechtpartij voor
kwam.
„Hoe komt het toch," vroeg eens een
advocaat in een vroolijke luim aan een
boer, die drie paarden voor zijn wagen bad,
„dat uw voorpaard zoo vet is en de andere
zoo mager zijn
„Dat komt," hernam de boer, „omdat
het voorpaard een advocaat is en de twee
andere zijn cliënten zijn."
Zekeren misdadiger, veroordeeld om ge-
geeseld, gebrandmerkt en voorts gebannen
te worden, werd dit vonnis voorgelezen,
en hem vervolgens gevraagd of hij daarop
ook eenige aanmerking had.
„O neen," was het antwoord, „ik heb
deze straf verdiend; alleen zou ik in be
denking geven, of men ook met het laatste
beginnen zou."
Burgerlijke Stand Helder.
Yan 31 Aug. 4 Sept. 1877.
ONDERTROUWDJ. J. Thiel, marinier
en E. B. Jansen.
GEHUWD: J. P. van Reijn en C.
Driessen.
BEVALLENJ: J. van Breevoort Z.
D. Waterman geb. Pot Z. E. J. Koorn
geb. Zoetelief Z. A. Leijding geb. Go-
mes Z. M. C. Blansert geb. Brusse D.
D. C. Groen geb. Heeres D. L. de
Haan geb. Klaassn D. S. Luters geb.
Caljouw D.