KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
Mo. 513.
Dinsdag 15 Januari 1878.
Zesde Jaargang
zeep.
abonnement
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
advertentiën
feuilleton.
VERSTOOTEN.
Lt, zich
jrs en
nzetten
laatste
zonder
nen,en
slechte
minste
ilenwe
n staat
n, daar
die de
irvaar-
zich
n staat
ond tè
kje te
Kunst-
it met
s van
plom-
en en
van
m den
clels,
eP-_
van
er le
ULL-
1. W.
;szout
;en en
een
't Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct.
3 franco per post 60
Uitgevers berkhout Co.,
te HELDER.
Van 15 regels 85 Centenelke regel
meer 5 Centengrootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
enng,
i echt'
esteld
a 25
i kilo
V. V.
DE
Az.;
ierin-
nstig
iven-
:en-
77.
har-
uit-
eene
i en
nrige
ir,
KS.
ver-
cons
ns a
ns a
van
ven-
npel
VIS.
iit.
rnz.
)Og-
blik
bii
ULj
Jr.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 15 Jan. 1878.
In de vergadering, Zaterdag 12
Januari jL door de Leden der Rede
rijkerskamer Olympia alhier gehouden,
is besloten, met wijziging van het
reeds vroeger bekend gemaakt plan,
de voorstelling op 23 dezer te doen
plaats hebben ten behoeve der alhier
wonende behoeftige Weduwen en
Weezen van de omgekomenen met de
Reddingbootmet het Stoomschip
Friesland en met den Loodskotter No.
8. Op den avond der voorstelling
Woensdag 23 Januari a.s., welke in
het lokaal Tivoli gehouden zal wor
den, zal gelegenheid worden gegeven
tot het nemen van kaarten voor
bovengenoemde doeleinden waartoe
de af te geven kaarten afzonderlijk
zijn gemerkt.
Nog wordt hierbij ter kennis ge
bracht, dat aan deze voorstelling ge
paard gaat de belanglooze medewer
king van het Stafmuziekkorps der
Kon. Nederlandsche Marine.
Bij deze kennisgeving aan te drin
gen op algemeene deelnemingis
onnoodig, daar het Heldersch publiek,
steeds gehoor gevende aan de roep
stem zijner ongelukkige plaatsge-
nooten, nimmer in weldoen achter
'leef. (Zie verder Advertentie.)
Het st. Prins van Oranje,'' 1
December van Batavia vertrokken, is
14 Januari alhier aangekomen.
Een Poolsche geschiedenis.
3).
„Het zal een lief leven zijn te Dubrovi
ca," zuchte graaf Dewbinsky, het lange
zwijgen eindelijk berekend.
„Sinds hoe lang is mijnheer de graaf daar
niet geweest vroeg Iwan.
„Sedert mijn twaalfde jaar heb ik het
niet gezien."
„Derhalve reeds veertien jaren," zei Iwan
nadenkend.
„Ja," bevestigde de graaf, „wijlen mijn
vader zelfs kwam daar zelden, want Dubro-
vioa is een ellendig dorp en ons kasteel
eigenlijk een woest rotsnest, bewoond door
een intendant en drie of vier bedienden.
Zooveel ik mij nit mijne kinderjaren kan
..crinneren, ziet het er erbarmelijk met de
- Het st. Celebes," van hier
naar Batavia, is den 12 Januari des
ochtends te Aden aangekomen.
Stoomschip sConrad" is 12
Januari van Batavia naar hier ver
trokken.
Door 't gezelschap Liefde tot
Kunst" werd Zondagavond Selim de
Negerslaaf" met veel succes opge
voerd. De diepe stilte en groote
aandacht van 't publiek, waren een
bewijs dat er goed gespeeld werd.
't Zou ons niet verwonderen, dat
sommigen zich geneigd gevoelden zich
bij genoemd gezelschap, dat blijkbaar
over goede krachten te beschikken
heeft, als kunstlievend lid aan te
sluiten. De uitbreiding van 't
ledental zou 't bestuur in staat stellen,
krachtig op den ingeslagen weg voort
te gaan en steeds flinke, degelijke
stukken ten toeneele te voeren.
Een bij het Departement van
Koloniën ontvangen telegram van den
Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië,
van 11 dezer, bevat het bericht dat
de ex-radja van Simpang-Olim, Toe
koe Moeda Nja Malim (van wiens
vlucht, na ,.de inneming zijner verster
king te Panteh-Siram, werd melding
gemaakt in de St. Ct. van 13 Juli
1877, no. 165), zich aan het Neder-
landsch gezag onderworpen heeft.
De gezondheidstoestand in Groot-
Atjeh wordt in hetzelfde telegram
zeer gunstig genoemd.
De Midd. Ct. bevestigt als volgt
een gerucht, dat reeds sinds enkele
dagen in omloop is, als zou 't lid der
Tweede Kamer Franssen v. d. Putte
den hoogsten zetel te Batavia gaan
innemen
*Naar wij vernemen heeft de heer
van Lansberge wegens ziekte zijn
ontslag als gouverneur-generaal van
Ned.-Indië verzocht en zal de heer
J. D. Fransen van de Pntte tot die
waardigheid benoemd worden.".
Het justiciëel onderzoek in zake
den dood van den heer Kets, op de
Brouwersgrachtte Amsterdamis
thans geheel gestaakt.
De meest duistere omstandigheden
in deze- geheimzinnige zaak hebben
zich gaandeweg opgehelderd.
Elk spoor dat, zoo er moordenaars
waren, tot de ontdekking had moeten
leiden, is ingeslagen, nagespoord en
tot in de kleinste bijzonderheden
doorzocht. Niets, zelfs geen zweem
van vermoeden dat de dood van den
heer K. aan een andere gewelddadige
oorzaak dan zelfmoord mag toege
schreven worden, is ontdekt.
De slotsom van het onderzoek luidt,
dat niets anders dan zelfmoord ge
pleegd is onder buitengewone om
standigheden.
Een fatsoenlijk gekleed persoon
wist van een magazijn in manufac
turen te Amsterdam waar hij niet
bekend was, 120 dozijn zakdoeken te
krijgen, zonder dat hij ooit betaalde.
In de kunstwolfabriek te Ginne-
ken is Vrijdagnacht brand uitgebar
sten, die echter spoedig gebluscht
vertrekken uit, en ik geloof niet dat er
vier bewoonbare kamers in het slot zrjn.
Welk een vervelend leven verbeidt ons
En daarbij deze dertien Russische kerels
tot inkwartiering! Ik schrik voor de
toekomst
Iwan trok den graaf bij diens pelsdeze
wenk was noodzakelijk, want de aan
voerder der kozakken reed dicht naast de
slede en luisterde naar ieder woord. Dade
lijk ontstond weder een volkomen stilte, die
slechts door het kraken van de sneeuw
onder de voorwaarts vliegende slede onder
broken werd. Eindelijk was de weg
over de vlakte afgelegd. De zon had haar
gelaat achter grijze wolken verborgen. Nu
liep de weg door een woud. Weldra viel
de sneeuw zoo dicht en zwaar, dat de
twijgen der boomen en struiken onder haar
last bogen. Het witte winterkleed lag hoog
op de aarde en begon heuvelen en diepten
gelijk te makende paarden zonken tot
aan de kniegewrichten in de sneeuw en
slechts met veel moeite kwam de karavaan
verder. Eindelijk werd bij eeu eenzaam
staande herberg halt gehouden, om de ver.
moeide dieren eenige rust te geven. Na
een korte rust werd de eentonige reis voort
gezet, steeds verder in de sneeuwwoestijn.
Eindelijk, op den derden dag na het vertrek
nit Warschau, glinsterden des avonds laat
hun de lichten van het dorp Dubrovica
tegen, en inderdaad, met geheel verschil
lende gewaarwordingmaar toch ruimer
ademend, riepen de mannen in de slede
zoomede het escorte elkander den naam
van de plaats hunner bestemming toe.
„Ha," riep de graaf, „ziedaar mijne toe
komstige residentie, daar ligt Dubrovica!'
De eerste hut van het dorp, die er zoo
somber, koel en armoedig uitzag, dat zij
onbewoond scheen, was eindelijk bereikt.
Iwan sprong uit de slede en klopte aan de
naaste deur; een oogenblik later werd zij
geopend, een boer trad er uit en nam
zoodra hij de ruiters zag, zijn pelsmuts af.
„Welke is de naaste weg naar het
kasteel? vroeg de graaf.
„Zoo mijnheer rechtuit voortrijdt en bij
de kerk rechts houdt, dan zult ge in de
werd. Een bejaarde vrouw, die meende
dat de brand bij hare dochter was,
is van schrik plotseling overleden.
Zekere A. C. was in den Haag
zooveel als directeur van een ouder
lingen kolenhandel." Hij verbond zich
b. v. aan de deelnemers in dien han
del op 1 Jan. 1878 6 hectoliter
puike Ruhrkolen te leveren, als zij
elke week in 1877 tien cent bij hem
stortten, hetgeen dps tot f5.20 klom.
Nog aanlokkender was 's mans zaakje,
omdat hij het schitterend vooruitzicht
opende op bons voor levensmiddelen
en brandstoffen. Natuurlijk waren
velen dom genoeg hun dubbeltjes
heel geregeld aan hem af te dragen
en staan zij er thans zeer verbaasd
over, dat de vriendelijke A. C. is
verdwenen, zonder de minste vergoe
ding te geven voor hetgeen hij a'hn
geld ontving.
De vermoedelijke dader van den
onlangs te Rotterdam gepleegden
diefstal van horloges is door de politie
aldaar aangehouden, doch de horloges
zijn nog niet ontdekt.
- Te Ruinen (Drente) heeft, in
't begin dezes jaars, een ongehoorde
misdaad plaats gehad. Een jongeling,
zekere K., aldaar, is door een paar
personen op verregaande wijze mis
handeld en daarna, toen de levens
geesten schenen geweken te zijn, in
een put, dien men daar veelal buitens
huis aantreft, geworpen. K. is echter,
misschien door 't koude bad, tot be
wustzijn gekomen, heeft zich in de
verte het kasteel zien."
„Dan voorwaarts, riep de graaf en de
slede met het escorte vloog verder. Het
dorp was tamelijk grootbestond echter
slechts uit hutten, en een enkel één ver
dieping hoog huis was tot nu zichtbaaar
geworden; bet was een brandewijn-stokerij,
daarop kwam eeu kleiue dorpskerk!, zoo
eenvoudig en arm, als men ze zich in een
Poolsch dorp kan voorstellen. De slede ging
rechts, en inderdaad zag men in de verte
het kasteel, een twee verdiepingen hoog
gebouw, dat veel had van een op een rots
staande burgt; drie vensters waren verlicht.
Men hield voor de gesloten ingangspoort
stil. De kozakken stegen af, Iwan sprong
uit de slede, de graaf bleef zitten.
„Welk „Psia krei" (hondenbloed, een ge
bruikelijke Poolsche scheldnaam) klopt zoo
onbeschaamd? Het is hier geen kroeg
maakt dat ge weg komt!" riep dreigend
uit het venster een mannelijke ruwe stem
den half bevroven Iwan toe, die duchtig
met beide vuisten op de gegrendelde, ka
steelpoort beukte.