werkzaam in de Stads Rietlanden, te Amsterdam, ontstond de vorige week Donderdag twist, welke zoo koog liep, dat de een den ander den top van zijn duim beet, en deze in zijn drift doorslikte. Te Steenwijk heeft iemand, die pas gehuwd was en wat men noemt, nog in de wittebroodsweken leefde, zijn jong vrouwtje zulke gevaarlijke wonden aan den hals, natuurlijk niet uit liefde, toegebracht, dat men voor het leven van de vrouw vreest. De woestaard was na het plegen van de daad naar zijn werk gegaan even kalm en bedaard, alsof hij zijn vrouw bij het verlaten der woning eens har telijk omhelsd had, doch werd spoedig in hechtenis genomen. Het N. v. d. D. trekt tegen den bij ons gebruikelijken briefstijl te velde. Het ziet in onze vervelende titulaturen van weledel, weledelge boren, hoogedelgestreng, hoogedel achtbaar alsmede in ons omslachtig »deeer hebben'1 de vrijheid nemen" enz., zooveel kenmerken van onop rechtheid en onwaarheiddat de afschaffing slechts tot voordeel van ons volkskarakter zou strekken. De Mid. Ct. neemt die zaak zoo erg niet op. Een brief, waarvan de inhoud oprecht en waarachtig is, zal door de bijvoeging van de zinledige titu latuur en deu omslachtigen omhaal van woorden niet leugenachtig of valsch worden, en ook het omgekeerde zal niet 't geval zijn. Dit neemt echter niet weg, dat ook de M. Ct. een brief, naarmate hij minder van dien ouderwetschen onzin bevat, hooger stelt. Wij, Nederlanders, die voor eenvoudig doorgaan, zijn echter op titels en waardigheden geweldig ver zot. Men neme het eerste 't beste jaarboekje, almanak of welke namen lijst ook ter hand. Wie op de eerste bladzijde als raadslid met den Nederl. leeuw paradeert, sleept dat koninklijk dier met zich als regent in 't wees huis, als lid van 't schooltoezicht in de school, als brandspuitmeester bij brand, als kerkvoogd in de verzame ling der geloovigen, ja misschien, als hij lid eener commissie voor 4e ge" meente-reiniging istot in de gemeente mestput. Dit is belachelijk en kleingeestig, maar heel erg vindt op de met sneeuw bedekte kruinen onzer bergen vervolgd, gejaagd, vermoeid en hon gerig verstijven, rusten vele onzer broeders in weelderig genot aan de zijde onzer beu len, vaderland, volk en dengd voor den titel van excellentie, een officiersrang of ambtsbetrekking wegwerpend. Veler vaders zijn Russisch keizerlijk kolonelhofraad, directeur, terwijl zijn zoon met de wapens in de hand voor zijn vaderland hier staat!" Nu trad uit den kring een eerbiedwaardig grijsaard met streng, ernstig gezicht, nam den dictator ter zijde en sprak: „Deel mij uwe plannen voor de toekomst mede ik ben de oudste van al uw officieren en mij beangstigt de aanstaande dag. Men zegt, de Russen spannen om ons heen een wijd uitgebreid ijzeren netom ons te vangen, ons te verstikken. Laat het zoo ver niet komen, Langiewicz, storm voor waarts met onze benden en werp u op den met afzonderlijke afdeelingen aanrukkenden vijand." „Wees gerust, trouwe Petrowsky," zei de dictator. „Ik moet wachten tot de ge heime bond de beloofde versterkingen hier heen zendt. Wij staan in een voortreffelijke, goed verschanste positie, en kunnen hier de overmacht het hoofd bieden, terwijl zij in het open veld ons licht kan vernietigen. Nog slechts eenige dagen geduld, oude vriend, dan zal de wereld van ons hooren De oude man schudde het hoofd en wilde iets antwoorden; doch een aanrennend or donnans, die een boodschap voor den dio de M. Ct. het niet, en zij ziet niet in, dat men, door er over te schrijven, veel aan dit uitvloeisel van onzen volksaard veranderen kan. Hoe ver de vervalsching onzer voedingsmiddelen gaat, blijkt weder om uit eenige feiten, in de laatste dagen openbaar gemaakt. Men verkoopt ge- zondheidskoffie, uit koffiedik gefabri ceerd, koffieboonen, kunstig uit meel- deeg nagebootst, en fijngemalen siga renkistenhout onder den naam van kaneel. Deze feiten zijn in Duitscbland ontdekt, omdat daar thans scherp toezicht wordt gehouden van over heidswege. Hier te lande echter blijft dat toezicht ontbreken. Zou men denken, dat het hier niet noodig is? De keizer van Duitscbland neemt steeds in beterschap toe. Alleen de eetlust laat te wenschen over, schoon ook dit langzaam begint te beteren. Nobiling is weder bij kennis ge weest en begint te eten. Daar hij gepoogd heeft zijn verband af te rukken, is het toezigt verscherpt. Uit Halle wordt gemeld, dat Nobiling's jongste broeder, landhuis houdkundige te Schockwitz, bij Salz- miinde, den 4 dezer in hechtenis is genomen. Voorts zijn er te Berlijn eenige studenten in hechtenis geno men, onder verdenking van met No biling in geheime relatiën te hebben gestaan. Ook hebben er nog meer arrestatiën en huiszoekingen plaats gehad. Een aantal hooggeplaatste personen hebben brieven ontvangen, waarin zij met een moordaanslag be dreigd worden. Een later bericht meldtdat Nobiling,s jongste broeder, landhuis houdkundige te Schowwitz, den 4 dezer gearresteerd is, heeft zich be vestigd. Ten zijnen huize zijn een aantal papieren in beslag genomen, onder anderen brieven, waaruit blijkt, dat hij aan zijn broeder te Berlijn herhaaldelijk gelden beeft verzonden. Wat inzonderheid aandacht had ge trokken, was het feitdat hij op den dag van den aanslag op den Keizer zeer onrustig was en tegen den na middag als een waanzinnige rondliep en aan de buisgenooten herhaaldelijk had gevraagd of er dan nogal geen telegram was gekomen." tator bracht, onderbrak het gesprek. De ruiter berichtte de onzen lezer reeds bekende overrompeling van het kasteel Ja- blonowski door da Russen en voegde er bij, dat in hoogstens een uur graaf Dewbinksky met de geredde opstandelingen zou aan komen. In een wijden kring, bij de berghellingen, brandden wachtvuren, die met hunne vlam men de omstreken beschenen. Ongeveer een uur verstreek en de maan begon reeds voor het licht der opgaande zon te ver- bleeken, toen een ruiterbende langs het dal kwam en het legerkamp naderde. Langiewicz zat op een boomstam en staarde strak in de knetterende vlam van het uitgaande vnnr, terwijl de blikken zijner gezellen met innige deelneming op hem rustten. Daar klonk de kreet: „Leve Dewbinsky en zijne manschappen komenAllen spron gen overeind, om hunne nieuwe naderende krijgsmakkers te begroeten. Een zonderlinge aanblik bood zich aan hun oogen; de oude Baruch, diep gebogen, op een stok leunend, ging als gids aan de spits der opstande lingen. De trommen roffeldenLangiewicz en zijn staf haastsen zich om de vrienden te begroeten. Seniawitsch wist zich inmiddels wijselijk ter zijde te honden, zoodat hij noch door Baruch Levi noch door Dewbinsky gezien werd. Deze had ook gewichtiger zaken te doen dan naar Seniawitsch om te zien, De beide andere broeders van No biling, officieren bij het 59e en 72. regiment, hadden tengevolge van het gebeurde het voornemen te kennen gegeven om hun ontslag te vragen. Paarom hebben de gezamenlijke offi cieren dezer regimenten hun verzocht van dat plan af te zien. Volgens een bericht uit Berlijn heeft ook de Keizer nadrukkelijk dien wensch te kennen gegeven, terwijl een der Berlijnsche correspondenten ons meldt, dat de Kroonprins aan de familie Nobiling zijn leedwezen heeft doen betuigen wegens de ramp, die haar getroffen heeft. Het voornaamste nieuws van den dag is, dat namens Prnissen bij den Duitschen Bondsraad een voorstel is ingediend tot ontbinding van den Rijksdag. In de memorie van toelichting, die het voorstel vergezelt, wordt er aan herinnerd, dat de Regeering reeds na den eersten aanslag op het leven des Keizers, met het oog op de gevaren, waardoor staat en maatschappij be dreigd wordenmaatregelen heeft voorgesteld tegen de sociaal demo craten, een partij die alle geboden van zedelijkheid en recht met voeten treedt. De Rijksdag evenwel heeft gewei gerd dien maatregel goed te keuren. Inmiddels dus heet het verder is thans op het leven des Keizers «en tweede misdadige aanslag ge pleegd en daardoor het bewijs gele verd, dat de verkeerde begrippen der sociaal-democraten meer en meer veld winnen en de lieden tot snoode misdaden drijven. Aan de Regeering wordt dus opnieuw de dringende plicht opgelegd, maatregelen te nemen tot bescherming van staat en maat schappij. Na dien tweeden aanslag is de verantwoordelijkheid der Regeering voor de handhaving van orde en wet niet meer gedekt door het feit, dat ze reeds vroeger een ontwerp tot beteugeling dier woelingen heeft in gediend. De Pruisische Regeering althans is van meening, dat het thans noodig is zelfs iets verder te gaan op den weg, waartoe het vorig,ont- werp leiden moest. want hij berichtte den dictator„de Russen volgen ons op den voet hunne onaf zienbare kolonnes golven naar het gebergte. Neem spoedig uwe maatregelen, veldheer Langiewicz riep .haastig een krijgsraad bijeen en in het legerkamp heerschte plot seling een nieuw, woelig leven. Alles snelde naar de paarden. Maar men zag het aan de bruin verweerde gestalten met de holle gezichten, dat zij met het volste bewustzijn een hopeloozen strijd te gemoet gingen. Somber en dreigend leunden de Poolsche zouaven op hunne geweren, wild staarden de krijgshaftige gestalten der ruiters naar de streek, van waar de Russen moesten komen, terwijl hunne konföderatka-pluimen vroolijk in den morgenwind fladderden. De zeisenmannen omklemden krampachtig hunne vreeselijke scherpe wapens. Langiewicz had schielijk zijn bruinen prachtigen hengst be stegen. Ernstig groette hij zijne dapperen, die zich, hem ziende, trotsch oprichtten en hem een schallend vivat toejuichten, de chakots wuifden en de sabels zwaaiden. De gescheurde, met bloed gekleurde vaandels, de getuigen van zoo menig gevecht en zoo menige overwinning, ruisehten trotsch in de lucht. De officiers snelden met uitge togen degen naar hunne posten. Dewbinksky schaarde zijne ruiters, terwijl Seniawitsch haastig opbrak, om met zijn manschappen en een troep zeisenmannen op bevel van den aanvoerder een bosoh te bezetten, en op een geschikt oogenblik vandaar te voor schijn te komen. Wordt vervolgd. Het volgende telegram is uit New- York te Londen aan het bureau van de New-York Herald" ontvangen: Lage barometerstand vergezeld van regen en hevige Zuid Oosten tot Z.W. winden kunnen omstreeks den 12n op de Noord-Britsche en Noor- sche kusten verwacht worden. Ook kan men stormachtig weder beoosten 50° W.L. op den Atlantischen Oce aan verwachten. Men meldt uit Engeland: Lancashire is ongelukkig. Terwijl in zijne fabrieken geen hand wordt geroerd, en zijn werklieden bij tien duizenden in ledigheid gebrek lijden, werd zijne mijnindustrie Veder ge troffen door een dier rampen, die plotseling en vreeselijk treffen, gelijk de schipbreuken aan Engeland's kust. De diepte der aarde zoowel als de diepte der zee eischt telkens en telkens hare offers. Vrijdag ten elf uur, des voormiddags, deed in de nabijheid van Wigau een schok de aarde dreunen. In de Wood Pit, te Haydook, had een ontploffing plaats gehad de noodlottigste, die sinds 1866 in En geland te vermelden viel: want 230 mannen verloren door haar het leven. De mijn was tien minuten te voren onderzocht en veilig verklaard; en daar het gebruik van buskruit of dynamiet er in verboden was, zoo valt de oorzaak van de ramp moeie- lijk te gissen. Er waren twee schachten: de Ravenshead en de Florida. In de eerste waren een twintigtal personen aan het werk; dezen zijn gered. Maar van dé 230, die in de andere schacht waren afgedaald, heeft er, zoo moet men vreezen, geen enkele het leven afgebracht. De »Sartorius" is de naam, te geven aan een Engelsch ramschip, van nieijw model, met den bouw waarvan in den loop van dit jaar moet worden begonnen. De kosten van den romp worden begroot op f 1.000.000, waarvan aan materieel f 415.000 en de rest aan arbeidsloon. De lengte van het schip is 76 M., inhoud 2500 ton, diepgang achter 6 M. Het onderschip zal een conisehen vorm krijgen en het boven- schip een cirkelvorm, in den trant van de Amerikaansche sigaarschepen. De »Sartorius" zal geen masten voe ren, zijn kolenvoorraad zal aanzien lijk wezen. De bewapening zal, be halve een gednchten ramsteven, alleen bestaan in een zeker getal torpedo's, van bijzonder model, (Laboratory- torpedo's, die uit twee kokers in het voorschip en uit één tusschen de de machine en ketels zullen worden uitgeworpen. Een duiker heeft bevonden dat de Grosser Kurfürst zoo goed als in tweeën gespleten is. Zóó geweldig raak is de aanvaring geweest, hoewel zij toch in lang niet bij volle vaart plaats had. Met schade zal men leeren inzien, dat het defensief vermogen der kostbare groote pantsersehepen buiten alle verhouding klein is tegen over hunne offensieve kracht. HELDERSCHE MOPPEN. BESCHEIDENHEID. Een schoolmeester sprak eens met zijn leerlingen over de schoone deugd der be scheidenheid. „Wanneer is een mensch bescheiden?" vroeg hij. „Dat zal ik je met een voorbeeld op helderen," sprak hij verder, toen de leer lingen bleven zwijgen. „Veronderstelt eens, dat ik de predikant bezoek, dat hij mij een glas bier aanbiedt, dat ik het uitdrink, dat hij mij nog eeu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1878 | | pagina 2