KLEINE COURANT
HELDER, NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
\o. 584.
Vrijdag 20 September 1878.
Zesde Jaargang.
abonnement
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co,
advertentien
Kalender der Week.
gevaarlijke nacht.
Een
't Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct.
,3 franco per post GO
te HELDER.
Van 15 regels 35 Centenelke regel
meer 5 Centengrootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS voor 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen.
Zondag 22 Opgang der Zon .5 u. 49 m.
Ondergang 5u. 5 5 m.
Maandag 23 Begin van den Herfst.
Dinsdag 24
Woensdag 25
Donderdag 26
Vrijdag 27
Zaterdag 28 Israël. Nieuwjaar.
N EU WSTT JDINGEN
HELDER, 20 September 1878.
De luitenant ter zee le klasse
C. J. Marinkelle is benoemd tot rid
der der Orde van de Eikenkroon.
Zijn wij wel ingelicht, dat is deze
onderscheiding geschied naar aanlei
ding van een nieuw model ziekeusloep,
door voornoemden luitenant ter zee
ontworpen. Op 1/B der ware grootte
trekt dit vaartuig, keurig bewerkt op
's Rijks Marinewerf alhier, ter Parij-
sche tentoonstelling zeer de aandacht.
Bij Zr. Ms. besluit is met in
gang van den le Oct. a. s. de opzichter
bij 's Rijks kustverlicbting te Kijk
duin, L. E. de Weerd, in gelijke be
trekking geplaatst aan het Noordzee
kanaal bij Velsen te IJmniden; en
met dien datum benoemd bij 's Rijks
kustverlicbting te Kijkduin, J. Kwant,
wachter bij die verlichting.
Benoemd tot Hoofdonderwijzer
te Oosterblokker, de heer S. Baert,
FEUILLETON.
4.)
Daar viel mij eensklaps iets in: „Hoe,
als hij eens niet bij de machine was inge
slapen en weder terugkwam Deze vrees
dreef mij naar buiten om naar hem te gaan
zien. Daar zat bij voor de stookplaats ne-
dergehurkt, in een slaap gedompeld, die,
zooals ik wist, voor hem den doodslaap moest
worden. De machinist had zijne nu koud
en nutteloos geworden machine verlaten en
een schuilplaats in een der wagens gezocht.
Ik keerde terug, en mijne beschermelinge
ging voort: „Onze oude slaven en vooral
mijne min, die mij met hart en ziel was
toegedaan, hadden mij dikwijls van dezen
mensch verhaald. De laatste zeide mij, dat
hij een geheel onverklaarbaren invloed op
Massa had weten te verkrijgen, die, van dat
oogenblik, alles aan hem overliet. In de
behandeling der slaven was een geheele
verandering gekomen, want de nieuwe op
zichter had haar, die tot dusver van mijn
hulponderwijzer bij de gemeente-scho
len te Helder.
De jongeling A. Maandag beeft
onlangs met goed gevolg examen
als leerling voor de kweekschool voor
Machinisten, te Amsterdam afgelegd.
Een matroos der K. N. Marine,
zeker een liefhebber van sigaren, nam
zonder verlof twee kistjes en een
pakje tabak weg, uit de winkel van
den Heer D. De politie bad hem te
spoedig achterhaald, dat bij zijn oor
deel over geur en smaak niet kon
bevredigen.
Uit Soerabaya wordt per tele
graaf bericht dat het Ned. schip Twee
gebroeders, gezagv. R. H. J. Scbmidt,
van Amsterdam naar Macassar, op
Sumbawa verongelukt is. De beman
ning is gered.
Het st. Conrad, van hier naar
Batavia, is 18 Sept. 's ochtends te
Aden aangekomen en vertrokken. Op
17 Sept. praaide dit stoomschip de
Prinses Amalia in de Roode Zee.
Reuter's bureau seint uit Singa
pore, onder dagteekening van 17 Sept.
dat er nieuwe versterkingen Neder-
landsche troepen naar Atjeh gingen.
Dinsdag werd door een depu
tatie uit de Fiiesche dames, aan
wier hoofd staat mevr. de Baronnesse
Buma geboren van Eysinga, aan H.
K. H. prinses Hendrik aangeboden
vader en mijn oom aiets dan goeds had ge
noten, met de grootste wreedheid aan den
arbeid gezet. De booswicht vervolgde mij
met zijne talrijke oplettendheden, en eens
doch neen, dat kan ik u niet zeggen.
Ik vluchtte naar mijn oom, en deze, nadat
hij mij aangehoord had, riep hem in huis en
wierp hem, woedend van gramschap, met
donderende stem deze woorden naar het
hoofd„Hoewel gij door uwe duivelsche
list mij de belofte hebt afgeperst, u de hand
mijner nicht te schenken, zoo zal ik het
toch niet lafhartig dulden, dat gij haar op
deze wijze beleedigt. Neem dit tot beloo
ning, schurkEn bij deze woorden schoot
hij een pistool vlak in zijn aangezicht af.
Gelukkig dat de drift, waarin mijn oom was,
hem niet goed deed mikken, en hij alzoo
voor een bloedschuld bewaard bleef. De
opzichter lachte boosaardig en zeide 't Komt
er niet op aan; slechts een klein misver
stand. Wij zullen de zaak wel op een an -
deren keer afdoen."
Niet lang daarna kwam de man, die hier
slaapt en een broeder van den opzichter is,
in huis. Het is een docter. Mijn oom,
die reeds langen tijd ziekelijk was, werd
van dag tot dag erger. Mijn oude min
bet door de Friesche vrouwen ver
vaardigde nationale kostuum. De
dames bleven op het paleis dineeren.
Wij vernemen, dat de werving
voor de Nederlandscbe zeemacht dezer
dagen door den Minister van Marine
voor vreemdelingen geheel gesloten
is. Tot nog toe werden nog van
enkele nationaliteiten bevaren schepe
lingen aangenomen.
Zaterdagavond viel een kind
ten huize van M. aan de Keetkolk,
te Alkmaar, in den regenbak, met bet
ongelukkig gevolg dat bet er leven
loos uitgehaald werd.
Zondagmiddag waagden zich een
drietal jongelieden, waarvan twee uit
Monnikendam en een uit Amsterdam,
in een kleine zeilboot op de Gouwe
zee om bet eiland Marken te bezoe
ken. Daar bet scheepje Zondag in
den laten avond nog niet terug v?as,
maakten de betrekkingen in Monni
kendam zich ongerust en ging men
aan bet onderzoeken of het gezel
schap zich ook bier of daar aan
wal bad begeven, doch nergens was
een spoor te vinden. Maandagmiddag
eindelijk vond men onder de kust
van Edam bet vaartuigje omgekeerd.
Het is dus zoo goed als zeker, dat
de personen, die zich in de boot be
vonden, verdronken zijn. Yan hunne
lijken is nog niets ontdekt.
zeide, dat het geweten hem geen rust liet,
daar hij mijne bezittingen niet goed be
heerd had. Eenige weken geleden,werd.
mijn oom ernstig ziek. De docter, zooals
hij zich noemde, kwam er rond voor uit,
dat men een verlamming te wachten had.
Laatstleden zondag werd ik door mijn min
gewekt met het verschrikkelijke bericht,
dat mijn oom op sterven lag. Ik stond
op en vond den docter en den opziener bij
hem. De docter zeide, dat, hetgeen hij
vooruit had gezien, gebeurd wasmijn oom
had een aanval van beroerte gehad en zoo
wel het gebruik der leden als der spraak
verloren en zou wel eenigen tijd in dezen
toestand van verlamming blijven. De ver
antwoordelijkheid was echter voor hem en
zijn broeder te groot; men zou den zieke
alzoo naar S. vervoeren, waar men hem aan
dè behandeling van den beroemden docter
W. zou overgeven. Dit werd met opzet in
tegenwoordigheid van verscheidene slaven
gézegd, en zij maakten met elkander de
noodige schikkingen, dienovereenkomstig te
handelen, ofschoon ik mij met alle macht
daartegen verzette, dat men mijn oom in
zulk een toestand zou vervoeren. Al mijn
verzet hielp echter niets, en daar ik het
Bij den overhaal aan bet Amstel-
bötel te Amsterdam, is Woensdag
bet lijk opgeviscbt van een ingezetene,
die Vrijdagavond zijn woning verliet,
na aan zijne betrekkingen een brief
te bebben gericbt, meldende, dat bij
zicb ging verdrinken.
Een firma te Amsterdam beeft
Chineescbe oranjeappelen,'gewas 1878,
aangevoerd, die eerst einde Juli in
Cbina zijn geplukt, per mailboot naar
Europa, en die Woensdag nauwelijks
6 weken later, in Nederland konden
aangevoerd worden.
De Crediet-Vereeniging te Am
sterdam is voor een som van zeven
tien duizend gulden bestolen. Voor
een dag of veertien gaf de directie
een barer bedienden, die tijdelijk kas
sier was, verlof tot het maken van
een reisje naar de Parijscbe tentoon
stelling. Toen de tijd van het ver
lof verstreken was, keerde de be
diende niet terug. Men onderzocht
en vonde dat bij de som van zeven
tien duizend gulden uit de kas bad
meegenomen. Vrouw en kinderen liet
bij achter. Politie en justitie ziju in
de weer.
Men meldt uit Rotterdam, dd.
17 Sept. aan de Haarl. Ct. Een alge
meen bekende vrek v. d. H., gewoond
hebbende in de Sint Jansstraat, is
Dinsdag overleden. Hij dreef zijne
slechte karakter des opzieners en diens
broeder kende, zoo besloot ik mijn oom
niet alleen te laten gaan, maar hem naar S.
te vergezellen. Wel bemerkte ik, dat zich
bij deze mijne verklaring een onheilspellende
lach op het gelaat van den opzichter ver
toonde hij antwoordde echter, dat hij daar
tegen niets had in te brengen. Gisteren
begaven wij ons op weg. Het verwekte
al spoedig mijn argwaan, dat de opzichter
en de docter mij niet in de nabijheid van
den zieke lieten komen; ik mocht hem noch
aaukleedennoch in zijn wagen helpen.
Maar niettegenstaande al hunne voorzorgen,
gelukte het mij toch zijn gelaat te zien
te krijgen, en Ik bemerkte daaruit, dat hij
dood was. De aandoening en de schrik
brachten echter geen onmacht bij mij teweeg.
De opzichter begreep uit mijn gelaat, dat
ik nu alles wist. Op onbeseboften toon
zeide hij alstoen tot mij„Ha, ha, ik merk
't al, gij ziet hoe de zaken, staan. Gij zijt
een verstandig meisje, en alzoo behoef ik
niet vele woorden te gebruiken. De liefde
tusschen u ën uw oom is niet zoo groot
geweest't is alzoo niet noodig dat gij er
veel leven over maakt. Het is er zoo mede
gelegen, dat de docter hem wat al te sterke