No. 605. Dinsdag 3 December 1878. Zesde Jaargang. Uitgevers BERKHOUT Co., Helder. NIEU WSTÏ.1D1 N HE-N FEUILLETON. 298ste Staats-Loterij. 'I Vliegend Blaadje, O® HELDER, 3 December 1878. Te Leeuwarden is gevankelijk binnengebracht H. N., rijksveldwach ter te Leens, om den 12. December voor het Hof aldaar terecht te staan, beschuldigdvan oneerbare handelingen ten aanzien van een 14jarig meisje. Naar men ons uit Beverwijk mededeelt, is er van het curieuse ge val met den snijboonenmolen, (dat in deze dagen de rondte deed in alle couranten) waarvoor de leuke verhuur der de huurderes een notatje zond van f 2628. voor drie jaren huur, aldaar niets bekend, 't Zou ook al te leuk zijn. Te Schaarbeek werd een werk vrouw sterk verdacht een bankbiljet van 100 tr. te hebben gestolen. Zij loochende den diefstal en stemde er ia toe hare kleederen te laten on derzoeken; het bankbiljet werd in haren chignon teruggevonden. Volgens een bericht van het metereologisch instituut van de New- York Herald van heden kan tegen den 3en Dec. lage barometerstand, vergezeld van storm en regen, op de Engelsche cn Noorweegsche en mis schien ook op de Fransche kusten verwacht worden. Er is een verklaring openbaar gemaakt van kapt. Pritchard, gezag voerder der Moei Eilan, volgens welk stuk de Pommerania niet door hem, maar zijn schip door de Pommerania is aangevaren. Hij zegt o. a. Wij stuurden naar Dungeness en de Pommerania kruiste onze koers 2 a 23/4 streek van onder bij. Wegens de duisternis en den dichten regen konden wij niet goed zien. De zeer zwakke wind was ongeveer noord of noodoost. Wij voeren ongeveer vijf knoopen toen de Pommerania ons aanliep. Had zij ons in de zijde ge raakt, dan waren ook wij ongetwij feld gezonken. Wij liepen met stuur- boordhalzen toe en de lichten brand den helder toen het stoomschip ons voorbijliep en onzen boeg op de lin kerzijde trof. Na de aanvaring voer zij zoo snel mogelijk verder. Wij hadden haar vóór de aanvaring luide aangeroepen en daarna nog toege roepen van te-stoppen. Ik weetniet hoe lang het duurde eer zij zonk. Zij had ons geheel en al omgezwaaid en is toen doorgestoomd. In een der beide booten van de Pommeraniadie te Boulogne zijn aangebracht, bevond zich een zak met kleederen, waarin ook een wissel van 25,000 dollars, die behoort aan een der geredde passagiers. De oorzaak van het omslaan der 't eerst te water gelaten boot was, Oorspronkelijke Novelle door 10.) D. DEKKER. —o— V. Er zijn drie weken verloopea na de brui- van bootsman Sandersen en zijn Geerte. e brengen bet echtpaar een bezoek in hunne \ing. In een nieuw gebouwd huisje in de raat, hebben ze hun intrek genomen, huis ziet er uit- en inwendig keurig netjes in de verf, lief behangen, alles nieuw als hun huwelijk zelf. De woning :ht gebouwd, bestaat uit een klein ge- ertrekken, doeh voor die twee groot g, te groot zelfs voor haar alleen, er Sandersen binnen kort naar zee De meubelen zijn geheel in overeen- jng met het huis, met de pas door uijk vereenigde bewoners, waut op "jt ons oog ziet, ligt de gloed dei mü. De eikenhouten kast, de met waingelegde tafel met mahoniehouten ral'stoelen met van bamboes gevloch- 'eugen, de klok, de spiegel en de !°hn, het kleed op den vloer, de gor- Ijijr de ramen, de koperen doofpot dat de looper van den achtersten bootstakel onklaar raakte en reeds vele passagiers in de boot gesprongen waren, die door hunne zwaarte oor zaak waren dat de man, die bij den voorsten bootstakel stond om te vie ren, den looper niet kon houden, kon, zoodat de boot met het voor eind het eerst te water kwam, waar door al de zich in de boot bevindende passagiers er uit vielen en omkwa men. De andere booten zijn alle, buiten de twee door de aanvaring verbrijzelde, goed te water gelaten en de daarin opgenomen passagiers ook gered ge worden. Vele passagiers hebben hun graf in de golven gevonden door, nadat zij reeds op het dek gekomen waren, weder naar beneden te gaan om nog bet een of ander van hun goed te redden, en zijn zoo met het zinkende schip verdronken. Met allen lof wordt ook melding gemaakt van den tweeden stuurman, die bij het ongeluk omgekomen is, daar hij het was die zich bijzonder beijverde om de vrouwen en kinderen, benevens ook andere passagiers, die door schrik zinneloos waren, te hel pen om veilig in de booten te komen. Zijne zelfopofferende menschenliefde heeft men echter het leven gekost. Op nieuw is een lid der com mune door den krijgsraad te Parijs ter dood veroordeeld, zekere Hadan- court. Deze heeft den 22. Maart 1871 als vertegenwoordiger van het bewind der commune in de kazerne Lobau, van kapitein Combes twee paarden geëischt, die geweigerd wer den; een paar uur later teruggekeerd met twee gewapende personen, heeft hij aan die lieden bevel gegeven den kapitein Combes en den luit. Serjes neer te schieten; de officieren be vonden zich op de binnenplaats der kazerne. De gewapende mannen ge hoorzaamden; luitenant Serres werd in de borst getroffen; kapitein Com bes werd eerst bij 't derde schot in den rug getroffen; hij viel en werd vervolgens op afschuwelijke wijze af gemaakt. Naar België gevlucht, maak te Hadancourt het daar niet goed, zoodat hij het land uitgezet werd. Hij werd nu in het departement du Nord ontdekt. De beschuldigde wei gerde op de hem gedane vragen te antwoorden. Sedert eenigen tijd werden te Soignies talrijke diefstallen gepleegd. In den nacht van 22 op 23 dezer, hoorde een landbouwer, omstreeks middernacht, gerucht in zijn woning. Hij stond op, doorzocht het huis, doch vond niets. Ten 3 ure hoorde hij op nieuw gerucht. De landbouwer nam een oud geweer en plaatste zich in den gang. In het naburig bij den haard, in 't kort, alles wat er in is, draagt liet kenmerk, dat het sedert kor ten tijd in gebruik is gesteld. Als we binnen treden zitten de jonge lieden in druk gesprek. Drossens is er bet onder werp van. „Mina," zegt Geerte, „zal heel blij zijn. Zij wilde zelf naar den kapitein gaan, maar zij zag cr erg tegen op en toen zij van mij vernam, dat gij een goed woord zoudt doen, helderde haar gelaat geheel en al op. Was de kapitein spoedig over te halen?" „Lang niet, Geerte! hij wilde er in 't eerst niets van hooren. „Het rijk van Drossens is bij mij gaheel uit," zeide hij, „hij heeft zich al te onvoegzaam gedragen De vent is alle dagen dronken, en dat duurt zoolang als hij geld heeft. Spreek me van hem niet meer"!" „Maar kapitein," zei ik, „Willem is toch op zee een goede vent, een kerel voor zijn werk, hij is aan boord een matroos van stavast en znlke lui hebben we juist noodig." „Ik begrijp niet," sprak de „ouwe", „dat jij voor hem in de bres springt, daar de vent je zelf en je vrouw zoe grof beleedigd heeft. Mij dunkt je vrouw moet wel erg op hem gebeten ziju." „Eerst [wel, kapitein, maar zij heeft, even als ik, hem vergeven," gaf ik hem ten ant woord; „zij ondersteunt mijn verzoek." „En wat zeide hij daarop vroeg Geertje. „Hij wou weten waarom." vertrek hoorde hij thans duidelijk een venster openen; de dief stak een lucifer aan en opende de deur van den gang. De landbouwer legde op den misdadiger aan, het schot ging af en de dief viel dood neder. Het lijk was zoo verminkt, dat men het niet heeft kunnen herkennen. De dief was nog in het bezit van een som van fr. 2.80, die hij eenige oogenblikken vroeger in de woning eener arme vrouw gestolen had. Op 14 en 16 September jl. ver toonden zich in zee, op korten afstand van de Zuidkust van Soerakarta, rookkolommen, die uit het water opstegen, aanvankelijk wit waren en later donkerrood werden, terwijl de zee zelf eene bloedroode kleur had. Langzamerhand nam het verschijnsel in intensiteit af, totdat het op laatst- vermelden datum geheel ophield. Op merkelijk is het, dat dit verschijnsel, hetwelk aan onderzeesche vulkanische werkingen schijnt te moeten worden toegeschreven,daar kort te voren aan de Zuidkust een aard- en zee beving had plaats gehad, het vorige jaar omstreeks denzelfden tijd en ook gedurende een felle hitte en buiten gewoon lang aanhoudende droogte, eveneens werd waargenomen. Het duurde toen langer, terwijl bovendien duizenden vissschen, waarvan vele tot vroeger daar nooit geziene soorten behoorden, dood op het water dreven en op de kust werden gespoeld. St Nioolaas houdt aller hoofden bezig, jong en oud bereiden zich voor op het nade rend kinderfeest. Men maakt zijne plannen, regelt zijne inkoopen, sur prises worden gezocht, geschenken besproken en besteld. De jeugd ziet met zekere gejaagdheid den avond tegemoet, waarop de Heilige zich in lange tabbaard en met zwarten knecht zal vertoonen, om van allerlei begeer lijks te strooien, of den morgen, waarop schoen en klomp gevuld, de tafel vol met fraais en lekkers zal zijn bezet, waarop misschien een roe of ander straftuig gereed ligt, ten be wijze dat de goede Bisschop onder scheid weet te maken tusschen brave en leergierige, dan wel trage en on gehoorzame kleinen. En groot ouders en ouders, tantes en ooms, zijn vol zorg over 't geen zij zich moeten aanschaffen voor de jongeren, die hun zoo lief zijn. Maar ook op rijperen leeftijd worden cadeaux ge wisseld. St. Nicolaas geeft de ge- wenschte gelegenheid om verrassingen te bereiden, aan haar of hem, die ons na aan 't harte liggen, gelegen heid om iets aan te bieden, wat men anders niet zou durven of kunnen, en dan na te gaan, hoe het gezon- „En toen hebt ge zeker gezegd, dat Mina" „Ja zeker, dat zij met je in een en den zelfden dienst heeft gewoond, dat zij zeer veel spijt gevoelde, dat haar broeder Willem geene plaats meer op de Suelvoet kon krijgen cn dat ze ons heeft gevraagd hem tot voorspraak te zijn." „En heeft hij toen zijne toestemming ge geven „Ja, de kapitein zei: „Nu omdat jij een goed woord voor hem doet en je vrouw ook, wil ik het nog eens met hem beproeven. Zeg hem, dat hij morgen op 't uur der aanmonstering, behoorlijk in orde, dat is geheel nuchter, present moet zijn." „Gelukkig," sprak Geerte, „wat zal Mina blij zijn, als zij straks hier komt en het goede nieuws verneemt/' Nauwelijks had zij deze woorden gesproken of Mina Drossens trad binnen. „Goede tijding," sprak Geerte, „Jasper heeft bewerkt, dat Willem morgen kan aan monsteren." „Goddank!" antwoordde Mina, „en ook dank aan u, Sandersen. Zonder uwe voor spraak had de kapitein hem niet weer aan genomen en dan had ik het ergste voor Willem moeten duchten. Door van Oord afgewezen, wat gelijk staat met een niet eervol ontslag, zou hij misschien in lang geene andere plaats gevonden hebben en hoe langer hij aan den wal is, hoe erger dene wordt ontvangen en gewaar deerd. 't Zijn belangrijke dagen, 5 en 6 Dec., belangrijk voor alle leeftijden, voor alle standen. Hoeveel blijdschap en hoeveel teleurstellingen zullen zij weder bereiden, hoeveel vreugde doen wekken, hoeveel banden doen aan- knoopen, hoeveel spijt in 't leven roepen't Is niet anders in de wereld. Het goede en minder goede is altijd gemengd; elke medaille heeft zijn keerzijde. Dit mag men echter wel aannemen, dat de vreugde hoofdtoon van 't St.Ni- colaasfeest zal wezen. Bij de kinderen worden de tekortkomingen zoo gaarne vergeten, en wordt terecht op den goeden wil bovenal 't oog geslagen; zoo zullen de kinderen, naar men verwachten kan, ook dit jaar vroolijk gestemd worden. Mogen verder in alle kringen de minder ruim bedeel den in deze dagen goed Worden be dacht. Gelukkig zij, die niet alleen in eigen gezin, maar ook in wijden omvang de weldaden van de fortuin kunnen doen gevoelen, en blijd schap kunnen verspreiden, door den gevnlden buidel te openen, en als een hoorn des overvloeds te doen uit strooien over hun geheele omgeving. Ten einde de gelegenheid ieder zoo gemakkelijk mogelijk te maken, om zich aan te schaffen wat noodig is, hebben alle magazijnen zich in feest gewaad gehuld. Men heeft slechts ons blad maar in te zien, en zal weldra een gids hebbenwaarheen zijne schreden te wenden. Ieder heeft zijn best gedaan, om zich ruimschoots te voorzien va 't nieuwste en fraaiste, en heeft dat zoo goed mogelijk geëta leerd om den kooplust aan te wakkeren. Men bezoeke velen, en zal schier bij ieder zaken vinden, die de aan dacht verdienen. Mogen ook voor onze nijveren de St. Nicolaasdagen goede dagen zijn 5e Klasse. 5e Lijst. No. 10170 f25.000. No. 2426 8384 1304=5 f1000. Nos. 12515 15599 18656 f400. No. 6377 7487 14315 18418 20256 f 200. Nes. 3438 4585 4885 5427 8894 1284912953 14480 16739 17164 18812 20548 f100. 6e Lijst. No. 20899 f15000. Nos. 2004 6266 10056 110001275113958 14573 f 1000. Nos. 2270 6364 7600 7860 9404 10926 12748 13890 18170 f400. Nos. 4724 7782 17472 19281 19667 f 200, Nos. 18S6 6234 7774 10235 10366 13941 15078 16021 16564 16622 17386 18519 18539 19252 f 100, 7e Lijst. No. 11281 19293 20829 f 1000. No. 13126 1682S 18200 f400. Nos. 1017 4594 4775 10783 19702 f200. Nos. 136 1791 4290 8679 11052 12509 14739 f100. voor hem." „Volkomen goed gezien, meisje?" zeide de bootsman, „maar mij behoeft gij er niet voor te bedanken; mijne vrouw is liet eigen lijk, die het hart van den „ouwe" heeft vermurwd. Eerst wilde de kapitein er niets van weten, doch toen hij vernam, dat mijne vrouw het verzoek ondersteunde, toen viel hij door de ben." „Nu, dan mijn dank aan beiden," viel Mina in. „Verooroorloof mij, dat ik nu naar Willem ga, om hem de goede tijding mee te deelen. Hij zal zeker heel blij zijn, want hoe onverschillig hij ook scheen, weet ik echter, dat het hem zou gehinderd hebben, de Snelvoet te zien vertrekken zonder hem. „Adieu dus vrienden, tot ziens!" Met deze woorden verliet Mina Drossens Geertes', woning. Na het vertrek van Mina zaten Jasper en zijne vrouw gedurende eenigen tijd als in gedachten verzonken. Beider geest was met hetzelfde onderwerp bezig; de ophanden zijnde scheiding. Eindelijk zeide de boots man als tot zich zeiven; „morgen aan monsteren en als de wind gunstig is waar schijnlijk morgen reeds naar zee, want de Snelvoet is geheel klaar." „Wijfje" ver volgde hij lnider en schijnhaair vroolijk, „wat zal dat opruimen, als ik over een paar dagen van honk ben." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1878 | | pagina 1