KLEINE COURANT HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN Mo. 623. Dinsdag 4 Februari 1879. Zevende Jaargang. ABONNEMENT Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers BERKHOUT Co, ADV ERTENTIEN NIEUWSTIJDINGEN FEUILLETON. - Een ZONSONDERGANG. s 'f Vliegend Blaadje VOOR DEN per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct. 3 franco per post 60 te II E L II E II. Van 15 regels 25 Centen elke regel meer 5 Centengrootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VKIJDAGSMORGENS YÓór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. HELDER, 4 Februari 1879. 't Was gisteren 10 jaren geleden, dat 't gebouw Musis Sacrum voor 't eerst ge opend werd. De heeren Polak wilden dien dag niet onopgemerkt laten voorbijgaan en organiseerden een feestavond in 't met zorg gedecoreerde lokaal. Het tooneelgezelsckap, dat gisterenavond optrad, en waarin de ook hier gunstig bekende komiek Eduard Bamberg de hoofd rollen had, bracht op waarlijk loffelijke wijze een drietal tooneelstukjes ten uitvoer waarvoor hun dan ook aan het einde een welverdiend applaus ten deel viel. Door een der heeren van dit gezelschap werd, na afloop der voorstelling, in goed gekozen woorden, een gedicht voorgedragen op de stichting en verderen bloei van Musis Sacrum. Een tombola, waarvoor ieder bezoeker een lot ontving, naar een tiental op het feest toepasselijke prijzen en eenige bons, om door de winners aan behoeftige plgats- genooten brandstoffen te kunnen uitreiken, verhoogde niet weinig de feestelijke stemming terwijl ook door de heeren M. en G. een woord van hulde en dauk werd gebracht voor de loffelijke wijze, waar op de directeur van Musis Sacrum zich gedurende het lOjarig tijdvak van zijn taak heeft gekweten. In één woord, het was een feestavond, die voor de bezoekers nog lang een aangename herinnering zal achterlaten. Het Noord-Holland8cbe Kanaal bood gisteren voor velen opuieuw gelegenheid aan, hunne bedrevenheid op schaatsen te toonen. Andermaal had zich een commissie gevormd, h Naar het dagboek eener dame, verteld door 5) XAVER RIEDL. Daarop luisterde ik met gebogen hoofd, er terwijl mijne oogen het niet waagden de zijne te ontmoeten, naar zijne treurige, 1 smartelijk bewogen stem, waarmee hij, naast 311 mij staande, zijn best deed op zijne ernstige, teedere wijze mijn zin te buigen. Het was R vergeefs. Yoor al zijne beden was ik doof, 3- mijne lippen waren .gesloten in somber, g{j hoogmoedig stilzwijgen. „O, Adèle," riep hij eindelijk uit, „wat heeft zich tusschen ons geplaatst? Zie mij aan, lieve vrouw, zeg mij dat ge weer u zelf zijt en mij nog bemint. Kom, kom 1- aan mijn hart, mijn eenige liefde ik Hij wachtte, maar kreeg geen antwoord. a hief niet eens mijne oogen op. Met een gevoel van diep berouw, beken ik het om minvermogenden te laten wed ijveren, om ten einde zich een goeden dag te bezorgen. Duizenden toeschouwers bewogen zich om en bij de welingerichte banen, waar een 300 tal rijders zouden kampen. Allen, oud en jong, groot en kleinmochten zich verblijden met de zoo welkome prijzen, voor ieder bestaande in twee brooden, erwten, spek en een bon voor een hectoliter steenkolen, terwijl nog een 30tal rijders kampten om prijzen, bestaande in eenige wollen dekens of hemden. Voor dit doel waren dcoi dé in 't kort geconstitueerde commissie f 450.bijeen verkregen, benevens nog van velen bewijzen voor afgifte van levensmiddeleu en brandstoffen Een wedstrijd op deze wijze, geeft stof tot vermakelijke tooneelen en tevens vereenigt zich daarmede een hoogst nuttig doelmet genoegen mogen wij op die edele pogingen, in dezen tijd van teruggang neerzien, bet bewijst dat ook bier nog warme harten voor het leed van onze naasten kloppen. De ontwerpers, medehelpers en gevers verdienen dan ook den dank, van alle plaatsgenooten. Een wenk voor mogelijke volgende hardrijderijen was, dunkt on^ hier niet ongepast, nl., om de rijders liever dezelfde baan terug te laten gaan dan wel op een punt tegen thans Hoewel ik de macht kende, die ik over hem bezathoewel ik wist dat éen blik van mij voldoende was om zijne ver giffenis te verwerven, waarnaar mijn hart smachtte liet ik hem toch treurig en zonder een enkel woord tot hera te spreken uit de kamer gaan. Ik luisterde naar zijne schreden, toen hij door den gang en langs den trap naar beneden ging en, mijne tranen terughoudendtrad ik voor den spiegel en beschouwde lang en ernstig mijne beeltenis. Op eens kwam mij in de ge dachte wat Augusta den vorigen dag tot mij gesproken had. Zij had gezegd. „Hij trouwde u alleen om uwe schoon heid, Adèle." Ik wist dat dit niet het geval was. Dikwijls genoeg had ik gevoeld dat hij mij eene oprechte liefde toedroeg en mij niet als eene schoone speelpop be schouwde maar nu schenen mij deze woorden toch een' zweem van waarheid te bevatten en zij strekten mij tevens ter verontschuldiging om den strijd vol te houden. Ik herinner me zeer goed het kleed dat ik toen droeg het was van zwart fluweel met witte kant afgezet en ik had eene elkander in te rijden; men voorkomt daardoor wellicht ongelukken. Blijkens achterstaaude annonce zal ook morgen weder eeu hard rijderij voor behoeftigeu worden ge houden, die, naar wij vernemen, uit gaat vau de vereeniging Ontwaakt bij Tijds." Jl. Zaterdag werden bij de Gebr. de Haas, namens eenige burgers een 700-tal bons uitgereikt aau behoef tigeu voor brandstoffen en levens middelen. Een dag vroeger geschiedde tal van minvermogenden uitrei king van erwten aan het graan pak huis van den heer B. A. Janzen. Met genoegen maken wij van deze pogingen om anderen bijtestaan, mel ding De strenge winter doet ook hier het hart van den meergegoeden warm kloppen en wekt zeker tot na volging. De heer A. G. F. van Nieuwen- huizen, gymnastiek-onderwijzer en le luit. der artillerie-schutterij alhier, vertrekt 15 Febr. a s naar Amsterdam. Het voornemen bestaat, ter herinne ring aan zijne diensten, het kader der Schutterij bewezen, hem bij zijn vertrek een ovatie te brengen. De leden van het korps, die voorzeker hiermede zijn ingenomen, zullen ge wis ook instemming vinden bij hen, die op ander gebied de diensten van genoemden heer respecteerden. roode kamelia in het haar. Frederik be minde deze samenvoeging van kleuren, hij noemde ze eene „vaderlandsche." Mijn gezicht, dat ik in den spiegel zeer oplettend bestudeerde, was jong en aardig genoeg. In de hoofdstad had men mij immers ook dikwijls genoeg gezegd dat ik schoon was; maar ik had me daarover toen weinig be- bekommerd. Thans onderwierp ik eiken trek van mijn gelaat aan een nauwkeurig onderzoek, met welgevallen zag ik mij zelf in de groote donkerblauwe oogen, be schouwde den fijn gevormden trotschen mond en streek over mijn rijk, bruin haar, dat Frederik zoo dikwijls had bewonderd en gestreeld. Daarop ging ik naar be neden in het park, om Augusta te zoeken, die ik dan ook spoedig vond. Zij vertelde mij, dat ze mijnen echtgenoot kort te voren de opmerking had gemaakt „Wat is Adèle toch schoonals ze toornig is Frederik had, treurig genoeg geantwoord „Toorn is eene uitdrukking die in de oogen van menigeen de schoonheid verhoogt ik voor mij zie ze liever niet op het aan gezicht van degenen, die ik bemin Zr. Ms.schroefstoomschip Atjeli, thans in conservatie op 's Rijks Mari newerf te Willemsoord, zal in den loop van dit jaar in dienst worden gesteld met bestemming naar Oost-Indië. Het st. Koning der Nederlan den, van Batavia naar hier, was den 29sten Januari des ochtends in het Suezkanaal op de hoogte van h^ meer Timsab aan den grond vastge raakt, doch is den volgenden avond weder vlot gekomen en den lsten Februari te Port-Saïd gearriveerd, van waar het des namiddags de reis heeft vocrtgeZet:~fï*ei sb. Prinses Ama- lia. van Batavia naar hier, vertrok 30 Jan. van Penaug. Zaterdag is van hier ter visch- vangst vertrokken de schoenersloep Castor, van de reederij Neptuuus. De reis wordt medegemaakt door onzen Noordpoolvaarder, den luit. t/z Koole mans Beynen, die eenige kennis van de visscherij wil opdoen. Benoemd tot minister van oor log J. C. C. den Beer Poortugael, waarn. hoofdintendant van 't leger, en in verband daarmede den kapt. t/z. Jhr. H. O. Wichers, minister van marine, ontheven van de waar neming van het tijdel. beheer van het dep. van oorlog met dankbetuiging. Bij alle regementen infanterie zullen 500 miliciens der lichting van 1878 tot 30 September a. s. onder de wapenen moeten blijven. De overige Daarop had Augusta, hare meening vol houdend, gezegd „Toch staat zij Adèle goed, vindt u niet?" En hij had kortaf geantwoord „Neen, ik kan mij met uw gevoeleu niet vereenigen, freule van Wallhofen." Den volgenden dag was Frederik zeer ernstig, bijna hardvochtig. Na het ontbijt kwam hij naar mij toe „Adèle," zeide hij, „ik gevoel behoefte om frissche zeelucht iu te ademen. Ik heb mijne boot aan de kust laten gereedmaken. Hebt ge lust om mee te gaan Ik zag op, om de uitdrukking van zijn gezicht gade tc slaan, maar eer ik tijd had te antwoorden, riep Augusta op hare ge wone, onstuimige wijze: „Wat, in die afschuwelijke opene boot op zulk een dag! Och, beste Adèle, ge doet het toch niet „Augusta heeft het liever niet, Frederik," antwoordde ik zacht. „O, laat het niet om mijriep Augusta. Ik heb nog brieven te schrijven en zal me dut niet vervelen. A!s mijnheer van Rüstow het wenscht kunt ge, wat mij betreft, gerust meegaan."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1879 | | pagina 1