KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
Ist se ïsimiii
No. 643.
Dinsdag 15 April 1879.
Zevende Jaargang.
ABONNEMENT
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.
ADVERTENTIËN
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
t Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct.'
3 franco per post 60
te HELDER.
Van 16 regels25 Centeneikeregel
meer 5 Centen grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn
HELDER, 15 April 1879.
Tot controleur der dir. bel. in
en uitgaande rechten en accjjnsen
alhier, is benoemd de heer Hoek,
thans te Delfzijl.
In de Nieuwe Kerk alhier, had
Zondagavond (le Paaschdag), onder
leiding van den heer W. Kuijlc, een
openbare Zang-uitvoering plaats, van
de jongste leerlingen der Zondags
school. Een zestal liederen werden
door de kinderen op keurige wijze
gezongen. Een groot aantal belang
stellenden woonde dit kinderfeest bij.
Door den kommandant der
Genie iu de 6de Stelling alhier, is
heden aanbesteed
1°. Het eenjarig onderhoud der
kazernegebouwen enzte Helder en
Texel. Inschrijvers de heeren
Gebr. Moorman f 4600, P. Duinker
f4290. D. de Vries f 4228, A. Vos Rz.
f4174, P. Verhey f4118, P. Spruit
f3900, J. Th. Moorman f3875, J.
Bomhof f 3820.
2°. Het eenjarig onderhoud der
aardewerken enz., te Helder en Texel.
Inschrijvers de heeren
D. de Vries f 4432, P. Duinker
f4399, P. Verhey f4227, A. Vos Rz.
f 4200, Gebr. Moorman f 4200, J.
Bomhof f4010, P. Spruit f4000,
J. Th. Moorman f3700.
We vestigen de aandacht onzer
lezers op de voorstelling, a. s. Don
derdag te geven door 't gezelschap
door GERRIT J.
't Was Zondag, een paar weken na het
geen wé meedeelden. Helder straalde de
zon en bescheen akkers en weiden. De
herfst toonde nog een vriendelijk gelaat
eer hij zijn plaats voor den wintnr
inruimde. Liefelijk klonk de dorpsklok,
die de vrome gemeente opriep om den
Allerhoogste te loven en te prijzen. Een
talrijke schaar van kerkgangers stroomde
de geopende denr van 't tempelgebouw
binnen. Men vereenigde zich in 't gebed
om daarna een woord van opwekking en
vermaning van de lippen des grijzen leeraars
te booren. Ook 't huisgezin van Maarten
was daar en schuins tegenover zijn broeder,
had Flip plaats genomen. Zouden beiden
wel de woorden begrepen hebben.
onder directie van Judels Bouw
meester. Vele jaren mocht dit gezel
schap ziju roem handhaven, als een
der beste in ons vaderland, onder
scheidene malen hebben we ons
geamuseerdhetzij des winters of
gedurende de kermis, bij de opvoering
van goede tooneelstukken. Dikwijls
wisten de directeuren door hun
meesterlijk spel ons te boeien en 't
zou ons derhalve niet verwonderen
een stampvolle zaal te zien, op den
avond, waarop dit gezelschap hier
ter plaatse hoogstwaarschijnlijk voor
't laatst optreedt.
Omtrent het ongeval met de
schoener-kof bij IJmuiden, wordt het
volgende geschreven
Treurig is de indruk dien het
onheil te Egmond Aan/Zee heeft ver
oorzaakt. Nog slechts eenige weken
is het geleden, dat een visschersbom
verongelukte en 3 weduwen en
eenige weezen het verlies van hun
echtgenoot en vader moesten be
treuren, of een nieuwe ramp treft
menig huisgezin in deze gemeente.
De loods, Pieter de Vrij, en de
Egmonder visschers Jan Gouda, Klaas
Kolder en Leendert Stam, hebben bij
het ongeval hun leven verloren en
laten 3 bedroefde weduwen na en
19 kinderen. De verslagenheid, door
dit droevig voorval teweeggebracht,
is groot.
Zij dachten het kofschip, dat door
het volk verlaten was, tot in de
haven van IJmuiden te kunnen
„Waar liefde woont gebiedt de Heer
den zegen
We gelooven 't niet, want in dat geval
hadden ze zich met elkander verzoend, eer
ze de bede op de lippen hadden genomen.
„Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij
vergeven onzen schuldenaren."
De leerrede was geëindigd. Tot groote
verwondering van Flip las de predikant de
eerste huwelijksafkondiging voor van
Dirk Wouters
en
Marijtje van Dalen.
Flip verbleekte. Hij voelde zijn knieën
knikken en zonk op de bank neder. Zijne
ontroering viel in 't oog. Zijn nichtje
Marijtje, die hij altijd bijzonder had mogen
lijden, hoewel 't meisje zich dikwijls alles
behalve beminnenswaardig gedroeg, zou
trouwen en hij, haars vaders eenige broeder,
had er niets van gewetenHij werd dus
als een vreemde beschouwd, die met de
familieaangelegenheden niets te maken had.
Die veronachtzaming trof hem tot in 't
diepst zijner ziel. Sommigen, die hem hadden
brengen, doch schijnen met de onzee
waardigheid van 't schip te weinig
rekening te hebben gehouden.
De loods was even voor 't zinken
aan boord geseind en gekomen. Op
zijn vraag naar het lek zou men ge
antwoord hebben, dat daarvoor geen
vrees behoefde te bestaan, enz. Door
de sleepboot is 't noodige gedaan,
doch 't mocht niet gelukken allen
behouden aan land te brengen. Van
de 12 geredden waren er bij hnnne
aankomst, te IJmuiden nog ver-
scheideuen niet geheel buiten gevaar.
Zij zijn nu echter geheel hersteld
van daar vertrokken.
Hoewel 't te prijzen is, een verlaten
schip in goede haven te brengeu,
schijnt hier 't spoedig verdienen van
't aanbrenggeld de visschers wel wat
onvoorzichtig gemaakt te hebben,
wat betreft de kennismaking met
den slechten toestand van het vaar
tuig. Daarom toch was het door de
equipage verlaten.
Een beroep op den liefdadigheids-
zin vau het algemeen in deze ramp
is niet misplaatst, wanneer men onder
anderen verneemt dat de weduwe
vau Klaas Kolder in het kraambed
ligt, thans vier kinderen ten haren-
laste heeft en in Kolder haar tweeden
echtgenoot verloor als offer aan
de zee.
Een bij het Departement van
Koloniën ontvangen telegram van
den gouverneur-generaal van Neder-
landsch Indië, dd. 9 April, bevat de
zien verbleeken, maakten hunne opmerkin
gen over de kreuking, die de arme kleer
maker ondergaan bad. Menig woord werd
er onder 't huiswaartskeeren over Maarten
gesproken. Men gispte zijn gedrag en be
gon meer en meer ten gunste van FJip
over te hellen. Zwijgend keerde de kleer
maker naar zijne woning terug. Zwijgend
zette hij zich in zijn leunstoel, liet 't hoofd
in de beide handcu zinken en stortte tranen.
Marijtje had hij in zijn testament afzon
derlijk bedacht, cu de gouden halsketting,
die zijn moeder op haar trouwdag had ge
dragen en hem bij de deeling van 't erfgoed
was toegewezen, had hij trouw bewaard,
met oogmerk er zijne nicht mede te tooien,
wanneer deze voor 't huwelijksaltaar zou
treden. Hij haalde de halsketting te voor
schijn, bekeek hem eenige oogcnblikken
weemoedig en sloot 't sieraad daarna weder
met een diepe zucht in de lade waar het
reeds zooveel jareu gelegen had.
In 't huisgezin van Maarten heerschtc
de volgendo dagen vreugde en vroolijkhcid.
Maarten was een rijke boer en daarom moest
navolgende tijdingen uit Atjeh:
Volgens berichten van deu gou
verneur hebben de troepen in do
XXII Moekim zich van 27 Maart tot
5 April bezig gehouden met het be
vestigen hunner bivouacs, het aan
brengen van vivros, het verbeteren
der wegen en het maken van ver
kenningen. De transporten werden
niet beschoten. Toekoe Bintang,
eerste hoofd van Idrapoeri, kwam in
ouderwerping, en enkele hoofden
knoopten onderhandelingen aan. Pan
glima Polim viuchtte naar Gliëng.
De weersgesteldheid was ongunstig,
het terrein bijna onbegaanbaar, bij de
ageerende troepen waren veel zieken.
De Minister van Marine brengt
ter kennis van belanghebbenden,
dat op ongeveer 10 M. bewesten het
wrak van het in Januari 1875 tegen
de Rigchel bij Vlieland gestrande
Engelsche stoomschip Hawk, thans
liggende aan deu ingang der Vlie-
sloot en bij laagwater even zichtbaar,
is gelegd een wrakton, zwart en wit
geruit, in 40 decimeters diepte, by
gewoon laagwater.
Vrijdaguacht zijn aan de Nieuwe-
haven te Rotterdam een schipper en
zijn vrouw, van een huwelijksparty
komende, van de loopplank van hun
vaartuig, te water gevalleude vrouw
is eenige oogenblikken later leven
loos in een roeiboot opgehaald, de
schipper is zonder letsel op het droge
geholpen.
er niets ontbreken op de bruiloft zijner
dochter. Ze was de eerste, die 't huis zou
verlaten en daarom moest men er in 't
rond over spreken, hoe hij wist uit te halen.
De bruiloft zou in de open lucht gevierd
worden, daar 't weder voortdurend gunstig
bleef. Flip zag alles door 't veuster aan.
De bruid zag er iu haar tooi goed uit.
Na de huwelijksinzegening ging de ware
pret eerst aan deu gang. Een paar dorps-
virtuozen speelden uit al hun macht brui
loftsliederen en 't jonge volk stond weldra
lustig aan den dans. Flip kon 't niet
langer uithouden. Hij trok ziju besten rok
aan, zette zijn hoed op, stak de ketting
in zijn zak, greep zijn wandelstok en
stapte naar buiten. Noodwendig moest hij
de bruiloftsgasten passecren, wanneer hij
den straatweg wilde bereiken. Maar er was
niets aan te veranderen, hoe zuur die gang
hem ook viel.
Met neergeslagen oogen stapte hij voort:
Marijtje werd bloedrood, de boerin daaren
tegen doodsbleek, want ze gevoelde dat
aller oogcu op haar gericht waren, en