No. 647. Dinsdag 29 April 1879. Zevende .Jaargang. Uitgevers BERKHOUT Co., Helder. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. 't Vliegend Blaadje. HELDER, 29 April 1879. Zondagavond jl. gal liet Jonge- lings-Collegie «Nut en Genoegen" alhier zijne laatste buitengewone ver gadering. Zooals wij het van deze vereeniging gewoon zijn, gaf zij ook nu weder blijken van ijverige studie 'en stelde het publiek in zijne ver wachtingen niet te leur. Don Ce- sar de Bazau speelde meesterlijkde anderen deden hun plicht en »Mari- ,taua" begreep hare rol. In het na- stukje wus het .Wilhelm" die zijne Irol het best vervulde. De opkomst van het publiek had wel grooter mo gen' wezen. De applans waren dan misschien nog sterker geweest. Van 'harte wenschen wij dit collegie dan jook nog een lang bestaan toé. Een geanimeerd bal besloot dezen genoegelijken avond. Zondag jl. werd alhier de Can- tine voor onderofficieren en minderen bij de zeemacht geopend, 't Gebouw maakt een aangenamen indruk, waar- Stoe over eenige wekeu de aangelegde tuin zeker ook 't zijne zal bijdragen. 'De ruime en nette zalen zijn des avonds uitmuntend verlicht. In de zaal der onderofficieren zouden o. i., een flinke spiegel en een paar bekleede banken 't comfort verhoogen. De leeszaal is uitmuntend ingericht en zeker zal van de geschikte gelegenheid iom aldaar ook te kunnen schrijen, ruimschoots gebruik worden gemaakt, 't Geheel doet den ontwerper en de bouwmeester eer aan. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomscllip Alkmaar, onder bevel van den luit. ter zee le kl. G. Doorman, den 25 dezer te St. iVinceut aangekomen. Aan boord was alles wel. Het st. Prinses Amalia, van hier naar Batavia, arriveerde te Napels jden 27n April 's avonds en vertrok Van daar den 28u April 's morgens. BrosJsrliist 01 liSS door GERRIT J. 9, o— „Kort na de bruiloft van Maartens dochter sloeg 't weer om. De fraaie herfstdagen mankten plaats voor stormen en regenbuien. Tegen 't einde des jaars begon de wind fel uit 't noordoosten te blazen en op den nieuwjaarsdag reed men overal op schaatsen. In Januari des volgenden jaars viel er een jgroote massa sneeuw, die, door 't aanhou dend vriezende weder, ten laatsten op den grond meer dan twee voet hoog lag. In 't begin van Maart draaide de wind naar 't zuiden en een paar dagen later naar 't Zuidwesten. De lucht werd zoel en 't sneeuw kleed was in korten tijd geheel gesmolten. Nu begon men zich ernstig ongerust te (maken. De berichten van den waterstand des Rijns werden eiken dag onrustbarender. Men vreesde voor den ijsgang. Overal werden werklieden aan den arbeid gezet. HII. MM. de koning en koningin zijn gisterenmorgen van Amsterdam naar 's Gravenhage teruggekeerd.; Thans is de residentie in 't feest kleed gedost. Namens den Koning zijn aan den Burgemeester te Amsterdam ter hand gesteld,, f2000, voor de algemeene armen. Naar de Amst. Ct. bericht, heeft H.M. de Koningin dezer dagen haar wensch te kennen gegeven om aan den arm van haar gemaal een wandeling te doen, zonder geleide, als gewone burgers. Gelijk men weet, wandelt zij te 's Gravenhage dikwijls op die wijze. De Koning, die gaarne den naiëven wensch zijner gamalin wilde bevredigen, vroeg, aan wien hij meende dat te moeten vragen, of zulk een wandeling mogelijk zou zijn maar het antwoord was ontradend, omdat de nieuwsgierigheid van het publiek, welke te 's Gravenhage be daard is, te Amsterdam nog niet is voldaan en HH. MM. indien zij herkend werden, wat zeer spoedig bet geval zou zijn, even spoedig omstuwd zouden wezen door een menigte, welke het ongetwijfeld niet minder goed meent dau de eerewacht, maar minder geschikt is, om het wandelen te bevorderen. Te Amsterdam is bij de hard draverij een kind in het gedrang doodgedrukt. Op de Marnixkade te Amster dam is een dienstmeisje uit een tweede verdieping gevallen en daarbijdoodelijk gekwetst geraakt. -Zaterdagmorgen is bij Urk het vaartuig gezonken van den schipper J. Olverda, geladen met steenkolen, komende van Kampen en bestemd naar Groningen. De schipper, met vrouw en knecht, zijn door visschers uit die gemeente gered en op het eiland aangebracht. Het gezonken vaartuig ligt ten WZW. van de haven op 12 voet waterde mast is zichtbaar. om de zwakke plaatsen aan de dijken te versterken. Maarten begon te bedenken, dat hij zijn buisgezin en zijne bezittingen in de waagschaal zou stellen, wanneer hij met de banden in den schoot bleef zitten. Zonder te vragen of zijn broeder in de kosten wilde bijdragen, begon hij, geholpen' door de zijnen, nienwe kribben te maken, palen iu den grond te slaan en die door rijswerk te verbinden. Kwam de nood aan den man, dan meende hij nog tjjd genoeg te hebben, dank zij de genomen voorzor gen, om have en goed te redden. De.rivier zwol intusschen hooger en booger. Maarten achtte 't noodig vrouw en kinderen dieper landwaarts te zenden, maar bleef celf. nog in zijn woning. Door de palen met planken te verbinden, dacht hij zijn huis genoegzaam te beveiligen. Op zekeren avond verhief zieh de wind tot een storm. Grooto ijssehotsen kruiden op elkander en reeds hoorde men in de verte de noodklok luiden. Plasregens vielen onophoudelijk en ieder vreesde 't ergste. Eensklaps bezweek de dijk en stortte 't water met woest gebruisch over 't lage land. Tusscheu het departement van oorlog en het gemeentebestuur van Alkmaar zijn onderhandeliugeu ge opend, betrekkelijk deu afstand van terreinen tot oefening van troepen en tot het bouwen eener kazerne, met het oog op een mogelijke vestiging van garnizoen te dier plaatse. Zaterdag jl. schoot te Veendam een vader bjj ongeluk zijn 4-jarig kind met een revolver door de her senen. Eenige oogenblikken later was het kind een lijk. Onlangs werd gemeld, dat een 73-jarige vrouw te Oldeberkoop was in hechtenis genomen, onder verden king, dat zij het kind, waarvan hare kleindochter bevallen was, verbrand zou hebben. De justitie heeft geen wettige bewijzen voor die misdaad kunnen vinden, en de vrouw heeft thans voor de rechtbank te Heeren veen eenvoudig terechtgestaan wegens het niet aangeven van de geboorte van een kind en het niet doen be graven op de bij de wet voorschreven wijze. De wed. J. S., te Peperga, is voor eenige dagen door baar paard, welks veulen was weggenomen, ge beten. Thans is die wonde ontstoken, zoodat zjj de sinarteljjkste pijnen lijdt en in zorgwekkenden toestand ver keert. Dover, 06 April. De Noorsche bark Rolf, kapt. Svenzeu en de Duit- sche schoener Ferdinand Coldingham, kapt. Schoof, van Haïti naar Rotter dam, zijn hedennacht bij Dover in aanvaring geweest, waardoorde laatste zonk. De equipage werd, behalve den gezagvoerder, dien men vermoedt dat verdronk, gered door de bark, die bier ter reede ten anker gekomen is, met eenige schade aan den voorsteven. Te Hoornsterzwaag is een moord gepleegd, waaromtrent de N. R. Ct. de volgendebijzouderheden mededeelt: De tweede knecht van L., met name Otto L. de Jong, 18 jaren oud, bad in den jongsten winter eenige liefdesbetrekkingen aangeknoopt met De dichte duisternis vermeerderde 't ver schrikkelijke van den toestand. Flip had gemeend geen gevaar te loopen of althans zich gemakkelijk te kunnen be veiligen. Hij was dus in zijn huis gebleven. Op den avond tóen de dijk doorbrak, lag hij gekleed te bed en las tot troost en opbeuring in 't bijbelboek. Bijzondere maat regelen van voorzorg waren niet door liera genomen, zelfs had hij niet gezofgd een schuit in zijn bereik te hebben. Verschrikt keek Flip op, toen onverwacht 't water door den vloer opborrelde. Met wijd geopende oogen staarde hij als rade loos in 't rond. Waar zou hij heen! „O, God, ik ben verlorenwas zijn uitroep, terwijl hij op den vloer sprong. Zijn eerste toevlucht was de snijderstafel, die voor het raam stond. Hij schoof 't venster open. Een angstkreet ontsnapte hem, toén hij 't water de kamer zag binnen- stroömen. Er mocht geen oogenblik ver loren gaan, wilde hij niet reddeloos omkomen. Gelukkig geeft de nood en de doodsangst den mensch krachten, waarover hij zelf later de dochter van den kastelein Hulst. Hij was later in zijne verwachtingen bedrogen, omdat hij, op zijn herhaal delijk verzoek om de verkeering voort te zetten, steeds een afwijzeud ant woord ontving. Volgens verklaring van de dochter moet hij reeds vroeger een paar malen hebben gedreigd van haar te zullen dóórsteken", als ze 't waagde met een auder te gaan en op dien noodlottigen avond bezigde hij herhaaldelijk uitdrukkingen, doe lende op de voor hem minder aan gename houding van de dochter hoewel hij toen geen enkele maal met haar noch zij met hem een gesprek heeft aaugeknoopt. 't Scheen evenwel, dat zekere J. B., die ook ter plaatse aanwezig was, een goed oog met de dochter gewis seld had, en dit den hartstocht van de Jong in beroering heeft gebracht ten minste, zoodra deze iets van den vertrouwelijken omgang van hem merkte, heeft hij getracht het voor werp zijner liefde te mishandelen, door haar tegen tafel en kast te duwen, tot hij zijn mes trok en op haar afging. J. B. ontzet haar en voert haar buiten de kamer, waarin de Jong nu als een razende rondtiert, eu onmiddellijk zijn meester, met wien hij daar tegenwoordig was, om eenige verversching te gebruiken, en die rustig bij de tafel dit alles had gade geslagen, aanvalt, en deze met twee forsche steken als 't ware de hersen pan klooft tengevolge van welk bloedverlies de ongelukkige eenige j uren daarna stierf. De onverlaat ont- vluchtte het huis, eu kwam bij zijne moeder, een arme weduwe in het dorp, druipnat aan. Wel zich bewust, dat er iets vreeselijks was voorgeval- len, waagde hij het niet, de weduwe van zijn meester, met 3 kinderen 1 van wie de oudste pas 5 jaar oud is, te bezoeken, maar zond hij zijn jon geren broeder deu volgenden morgen om zijn kleederen te halendoch deze kwam onver richter zake terug met de boodschap (door bemiddeling der justitie, die inmiddels verschenen verbaasd staat. Een tak van een der boomcu, die door hem vroeger langs den tuinmuur geplant waren, kwam door den storm in zijn bereik. Hij klemde er zich met de kracht der wanhoop aan vast, werd uit de kamer gesleurd, toen de boom zijn vorigen stand hernam en bleef zoo hangen, met de beenen in 't water. Hij die vroeger nooit aan klimmen en klauteren had gedaan, geraakte toch, door inspanning van al zijne krachteu op behoorlijke hoogte in den boom en zat daar, voor het oogenblik ten minste, veilig. Zijne positie was echter alles behalve aangenaam, 't Water wies nog ieder oogen blik cu de storm deed den boom zoo ge weldig buigen, dat dc arme kleermaker nu en dan gedeeltelijk onder gedompeld werd. Herhaaldelijk riep hij om hulp, maar de wind cn 't geklots der golven verdoofden zijn angstgeschrei. Daar blonk 't licht van een lantaren aan de overzijde hem in de oogen. Duidelijk zag hij, dat zijn broeder in een schuit klom en die aan 't dak van zijn huis stevig vastmaakte. Zou hij Maarten om hulp vragen Een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1879 | | pagina 1