KLEINE COURANT
HELDER, NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
DB Loofls GD ziii Vrouw.
jen.
v:>. 655.
Dinsdag 27 Mei 1879
Zevende Saargang.
abonnement
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Jt Co.
advertentien
nieuwstijdingen.
feuilleton.
stx
sty
BI.
10.
Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct.
>3 franco per post 60
te HELDER.
Van I5 regels 45 Centeneikeregel
meer 5 Centengrootere letters worden
uaar plaatsruimte berekend.
Advertentien moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VHI.JDAGSMOKGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn
75.
IE
30.
50.
HELDER, 27 Mei 1879.
Iu de vaart, loopende van de
Gasfabriek naar den Houtzaagmolen,
werd gisterenmorgen het lijk gevon
den eener gehuwde vrouw, welke in
de vorige week des nachts heimelijk
hare woning had verlaten en door
verdrinkiug een einde aan haar leven
heeft gemaakt.
Schipper Griek, van den loods-
kotter N°. 5, heeft den 21sten dezer,
tusschen den N. en W. Hinder opge-
vischt een naambord. Het had met
ingesneden vergulde letters den naam
van vOldinghanseu".
In het Zaterdag verschenen
Algemeen Politieblad komt onder de
gesignaleerde personen voorLodewijk
Pineoffs, ond 52 jaren, geboren en
laatst woonachtig te Rotterdam
mede-direkteur der Afrikaansche Han-
delsvereeniging, lang 1.7 meter, aan
gezicht rond en hol, kleur bleek, haar
donker grijzend, wenkbrauwen donker,
baard grijs, oogen sluw uitziende
voorhoofd hoog, neus krom, mond
kleiu, kin rondspraak langzaam
lijmerig bijzondere teekeneneenigs-
zins waggelende gang een gevolg
van vetheid, ook zichtbaar aan hals,
nek en handenkleeding meestal
donker.
Tegen hem is door den Hoogen
Raad der Nederlanden rechtsingang
Ben verhaal uit Noorwegen, van
JONAS LIË.
6).
UIT HET ENGELSCH VERTAALD DOOR
J. SEPP.
Y.
Ondertusschen bracht het gezelschap, dat
het schip verlaten had, den nacht door bij
den ouden Jacob op Torungen. Zij hadden
eerst nog beproefd het grootste der beide
eilanden te bereiken, maar de zee was on
stuimig geworden, de duisternis was inge
vallen, en 't was spoedig gebleken dat het
niet langer een pleziertochtje zou zijn voor
een boot met dames daarin. Zij hadden
daarom huune pogingen gestaakt en beslo
ten den nacht op klein Torungen door te
brengen en te zien of de morgen hen gun
stig zou zijn, liever dan uaar huis te gaan
en het gansche genot van het tochtje op
te gevendat in het doel bestond om voor
twee of drie dagen uit te blijven.
verleend met bevel van gevangen
neming, ter zak« van valschheid in
geschriften van koophandel.
De procureur-generaal bij den
Iloogen Raad verzoekt opsporing
aauhouding en bericht, en deelt mede,
dat de medebeklaagde, Henri Polak
Kerdijk, reeds is aangehouden.
De instructie in de strafzaak tegen
L. Pineoffs c. s. is Zaterdag aange
vangen. Door den daartoe benoemden
raadsheer mr. Feith, bijgestaan door
den substituut-griffier mr. baron
Collot d'Escury, werd Zaterdag in
het lokaal van den Hoogen Raad de
eerste zittiug gehouden tot het hooren
van een viertal getuigen.
De ramp, die onze stad getroffen
heeft, schrijft men aan de Arnh. Ct.
uit Rotterdam, is van zulk een om
vang, dat er met zekerheid nog niet
te bepalen is, wat er het gevolg van
zijn zal. Bijna alle bankinstellingen
zijn er in meer of mindere mate door
getroffen.
Bijna alle, zeg ik, omdat ik er tot
mijn genoegen een ken, en wel de
oudste onzer stad, die met de vree-
selijke katastrofe volstrekt niets te
maken heeft. Het is de firma Mozes
Ezechiels Zonen, die zich niet door
schijn en zoogenaamde grootheid liet
verblinden en daardoor niet in den
val liep.
De Amst. Ct. vermoedde, dat
er een algemeene blijdschap zijn zou,
Groot was des ouden Jacob's verbazing;
men kan 't gemakkelijk begrijpen, toen er
's avonds laat op de deur geklopt werd en
hij bij 't schijnsel van den haard niet minder
dan zes voorname lui naar binnen zag ko
men en onder hen twee dames. Hij hield
de hand boven zijn oogen en zag hen in
stomme verbazing aan.
Wat Elisabeth aangaateen schare too-
vergodinneu, die plotseling verschenen was,
had haar niet meer schrik kunnen aanjagen,
't Was bijna bedtijd, en zij zat, al half in
slaap bij 't vuur, en het kon wel wezen dat
haar plotseling opgewekte ontroering een
meer dan gewone levendigheid en aantrek
kingskracht verleende aan een paar oogen
en een gelaat, die buitendien toch niet
onopgemerkt gebleven zouden zijnwant
Carl Beek, die de aanvoerder van 't gezel
schap was, scheen werkelijk betooverd en
kon zijn oogen uiet van haar afhouden,
totdat zij, blozende van verlegenheid, als
bij instinct haar hand uitstrekte naar haar
keurslijf, dat naast haar op de bank lag.
„Goeden avond, Jacob, oude jongen."
riep Carl, op zijn ronde en onopgesmukte
manier, die hem zoo goed afging, terwijl
op het bericht: »we hebben Pineoffs
gevat." Welnu: Pineoffs is gevat!
Toch blyft de juichtoon uit, en niet
zonder redenwel is Pineoffs gevat,
maar ze hebben hem nog niet, en
wellicht zal de herinnering dat hij
gevat is, bij menigeen het vermoeden
wekken, dat het lang kan duren, eer
men hem gevat heeft,
Men verwacht de nieuwe aard
appelen uit het Westland omstreeks
15 of 20 Juni a. s., op de hoofd
markten.
Te Waalwijk loopt het gerucht,
dat in het naburige 's-Grevelduijn
Capelle een moord ontdekt zoude zijn,
die voor ongeveer 2ya jaar ge
leden aldaar heeft plaats gehad, en
waarvan de dader, niettegenstaande
de meest ijverige pogingen der po
litie en justitie, niet is bekend ge
worden. Thans wordt verhaald, dat
de man in quaestie, die gaarne zijn
vrouw kwijt was, een ander voor
f25 heeft omgekocht om bedoelde
vrouw te vermoorden, dat ook ge
schied is. Nu zegt men, hebben de
dader en zijn vrouw twist gekregen,
omdat de kat een kuiken had gedood
en zouden aangaande die f25 den
gepleegden moord verwijtingen zijn
gedaan, die ter ooren der politie zijn
gebracht. De zaak schijnt in onder
zoek te zijn.
Te Welsnm (gemeete Olst) zijn
eenige personen na het gebruik van
hij op den ouden man toetrad en zijn hand
hem met hartelijkheid op den schouder
legde. „Ik vrees dat wij u zeer ongelegen
komen, met zulk eeu groot gezelschap;
maar wij wilden hier tot morgen bij n
blijven, totdat wij bemerken dat het weer
wat kalmer wordt. Wij durfden in donker
niet naar Groot Torungen te zeilen, om
den wille van deze dames, die wij aan boord
hebben," en hij wees lachend op zijn
zuster en haar vriendin. „Ik zie dat gij
ook vrouwelijk gezelschap hebt, dus weet
gij er alles van."
De oude man was blijkbaar niet onge
voelig voor die vroolijke wijze, waarop Carl
met hem omging. Hij stond van zijn stoel
op en maakte ruimte bij het vuur, met
verzoek dat zij zich wilden schikken naar
hetgeen hij hun kou aanbieden, en gebood
op 't zelfde oogenblik aan Elizabeth nog
wat hout te gaan halen.
Terwijl het gezelschap zich om het vuur
schikte en men 't zich zelf zoo gemakkelijk
mogelijk maakte, ging Carl Beek naar buiten
naar de manschappen, om zorg te dragen
voor het binnenbrengen der provisie. Hij
kwam weer binnen met Elizabeth en droeg
worst ongesteld geworden. Eenige
van de nog aanwezige worsten zijn
door de politie, die van de zaak ou-
derricht werd, in beslag genomen.
Dezer dagen kwam te Amsterdam
in den vroegen morgen een sjou
werman in beschoukeu toestand in
een tapperij om een borrel te drinken.
De kastelein weigerde het gelag te
schenken, den dronkaard opmerkende,
dat 6 ureu in den vroegen morgen
toch wat al te vroeg was om reeds
beneveld te wezen. In plaats daarvan
bood hij den man een kop koffie aan
uit een ketel, die op de toonbauk in
de nabijheid stond te koken. Deze
beleefdheid nam de dronkaard echter
zeer euvel op; hij nam den ketel op
en stortte den kokenden inhoud over
den tapper uit. De kasteleiu werd
deerlijk gebrand en de politie arres
teerde den benevelden geweldenaar.
De rechtbank van het departe
ment Lot heeft een meisje vau 11 jaar
tot opsluiting in een verbeterhuis ver
oordeeld, omdat zij haar broertje, 28
maanden oud, op raad van haar
moeder heeft verbrand. Het arme
kleine kind was ziek en zwak; het
lag bijna altijd te bed en slechts nu
en dan werd het op een laag stoeltje
met een kussen gezet. Het meisje
heeft de afschuwelijke bekentenis
gedaan, dat zij op raad van haar
moeder het kussen in brand gestoken
heeft, waarop haar broertje zat, orn-
ook een arm vol hout. Terwijl hij het
neergooide onder luiden lach, riep hij uit:
„Eu nu een bowl" zooals onze Zweedsche
vrienden dien drinken. Maar eerst voor den
dag met wat eten."
Er was geen gebrek aan eetbare waren,
zij werden verorberd onder een kruisvuur
van gesprekken over allerlei soort van on
derwerpen en daarop werd de „bowl" ge
reed gemaakt, een mengsel van allerlei
sterke en gekruide bestanddeelen, waarvan
Carl het geheim kende; ten slotte werd
hij aangestoken en met een lepel in de
glazen geschonken, terwijl hij met blauwe
vlam brandde.
Carl Beek was de ziel van het gezel
schap; hij zag er flink uit, terwijl hij schrij
lings op een bnnk zat met zijn glas in de
hand en zijn officiersjas van knoopen voor
zien, waarop een anker was afgebeeldhad
opengeslagen hij zong eerst het een en dan
het ander der dartele drinkliedjes die toen
in zwang waren, terwijl de overigen in choor
invielen. Hij gaf hun daarop een lustig
matrozenliedje ten beste, dat een menigte
anecdoten uit den laatsten oorlog ten ge
volge had Wordt vervolgd.