De Lools en zin Trom.
Mo. 665.
Dinsdag 1 Juli 1879
Zevende Jaargang.
serc^kyuiteÈ
Uitgevers BERKHOUT Co. Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Vliegend Blaadje
Geabonneercleffbuiten
deze gemeente worden
pf beleefd verzocht het
bedrag over het 2e kwartaal ad f 0.60,
ons vóór den 5n JULI in postzegels
of per postwissel te willen toezenden,
daar na dien datum door ons met
10 cents verhooging per post zal
worden gedisponeerd.
HELDER, 1 Juli 1879.
Het drietal voor de Herv. ge
meente alhier isC. G. Bach, te Lut-
kewierum; C. de Holl, te Bedijkte
Schermeren A. W. Kluijve, te
Sint-Maarten en Valkoog.
De heer C. J. E. Vuurpijl, aan
wien, wegens vertrek uit deze ge
meente, een eervol ontslag is verleend
als adjudant-onderofficier, bij de dd.
Art. Schutterij alhier, ontving jl.
Vrijdag van zijne voormalige chefs,
den kommandaut en officieren van dat
korps, een paar zeer fraaie bloemen-
standaards ten geschenke, welke hem
door den maj-kommaudant, met een
vercerende toespraak werden over
handigd, op de bovenzaal vau het
«Café Caarls.
De heer Vuurpijl heeft zich ge
durende al den tijd, dat hij de functie
van adj.-onderofficier waarnam, als
een ijverig instructeur doen kennen,
die strenge plichtsbetrachting, aan
billikheid gepaard, als zijn hoogste
doel beschouwde 't was daarom een
streelend genoegen voor hem op zulk
een wijze erkenning er van te mogen
erlangenvoorzeker zal hem dat
elders in aangename herinnering blij
ven en den lust in zijn nieuwen werk
kring vermeerderen.
Bij zijn vertrek per stoomboot op
jl. Zaterdagavond waren eeuige
kameraden en vrienden aanwezig, die
hem een ovatie brachten. Toen de
stoomboot wegvoer was door de
zorgen van den sergeant-majoor de
Goeij, de geheele omtrek door Ben-
gaalsch vuur helder verlicht.
Een verhaal uit Noorwegen, van
JONAS LIE.
15).
UIT HET ENOELSCH VERTAALD DOOR
J. SEPP.
IX.
Dien nacht werd Elizabeth wakker. Zij
had in den slaap geschreid en gedroomd
dat zij Salvé op de kaai had zien staan,
ellendig gekleed en hulpbehoevend, maar
te trotsch om hulp van wien ook te vragen
hij had haar een bitter verwijtenden blik
toegeworpen; en nu keerde zij zich om en
om, niet in staat den droom uit het hoofd
te zetten. Daar bereikte het gedruisch van
een volksoploop daar buiten haar oorzij
stond op en ging naar het venster. De
politie bad een man gepakt en voerde hem
mee de straat uit. Terwijl zij voorbijgingen
zag zij in een oogwenk bij het licht van
de lantaren, dat het Salvé was. Hij bood
met al zijn kracht weerstand, bleek en
razend, terwijl zijn blauw overhemd vau
voren geheel was opengescheurden er was
Men verzekert ons dat nog geen
officiëele benoemingen hebben plaats
gehad voor de door het vertrek van
den hr. Hugenholtz, vaceerende Vice-
Consnlaten van Zweden en Noorwegen,
en Denemarken en het consulaire
Agentschap van Frankrijk alhier.
Jl. Zaterdag hebben aan het
strand bij Huisduinen proeven plaats
gehad met het vuurpijltoestel. Tal
rijke militaire autoriteiten van Land
en Zeemacht, de Burgemeester dezer
gemeente en vele anderen waren
tegenwoordig, om dit voor de redding
van schipbreukelingen zoo hoogst
nuttig toestel, naderbij te leeren ken
nen. Aan een tweetal pijlen werd de
richting gegeven op een op verren
afstand in zee zijnde barkas. Een
pijl bereikte ongeveer het doel, bij
een tweede brak de lijn. Met belang
stelling echter, werden deze proeven
gevolgd, die zeer waarschijnlijk in
verband staan met de vestiging van
dit toestel ook aan dit reddings
station.
Een bejaarde vrouw alhier, van een
langdurige ziekte bijna hersteld, maar
met gekrenkte geestvermogens, heeft
in een oogenblik dat zij zonder be
waking was, hare woning verlaten
korten tjjd daarna, vond men haar
lijk in het water.
Zondag jl. is uit de gracht van
de gemeenschaps-linie alhier, het lijk
opgehaald van een 13-jarige knaap,
welke reeds een paar dagen was ver
mist. Men vermoedt dat de knaap
zich verdronken heeft, uit vrees voor
straf, wegens het versnoepen van
aan hem niet behoorende gelden
waaraan hij zich meermalen had
schuldig gemaakt.
H. de Lugt, de laatste oud
strijder van Waterloo, in deze ge
meente woonachtig, is eergisteren
overleden. Naar wij vernemen zal het
stoffelijk overschot morgen door de
vereenigingen «Het Metalen Kruis"
en «Kruis voor Krijgsverrichtingen"
grafwaarts worden gebracht.
een uitdrukking in zijn gelaat, die
in elk geval, zij deed dien nacht geen oog
meer dicht.
Er had een algemeene vechtpartij plaats
gehad, hoorde zij den volgenden morgen,
onder de zeelui, die in 't huis van moeder
Andersen aan den anderen kant van de
haven vertoefden. Er werd verteld dat er
messen waren getrokken en dat Salvé
Kristianseu aanleiding tot de geheele ver
warring gegeven had zonder dat iemand
tegen dat beweren zich verzet had, naar
Carl Beek zeide; en daarna ging hij voort
met verschillende uitleggingen vau de zaak
te geven, naar zijne opvatting en inzichten.
Elizabeth ging de kamer uit en was eenige
dagen daarna nog bleek en afgemat van
uitzicht en meer teruggetrokken dan anders,
naar Carl meende, in hare houding tegen
over hem.
Kapitein Beek had Salvé's boete betaald
en voor zijn invrijheidstelling gezorgd, en
in den namiddag, voorafgaande aan den
morgen waarop de Juuo zon uitzeilen,
kwamen zijn vader en zijn jongste broeder
aan boord om van hem afscheid te nemen.
Er was iets vreemds in zijn manieren, dat
hen beide in 't oog viel; het was alsof hij
dacht dat hij ze nooit zou weerzien. Hij
Aan boord van sommige oor
logschepen alhier komenjtegeuwoordig
een groot aantal gevalleu voor van
koorts met andere verschijnselen van
ziekte, iets wat naar wij vernemen
ook in Engeland sinds eenige jaren
aan boord van ijzeren schepen, bij
sterk afwisselende temperatuur, als
bepaalde ziekte van een epidemisch
karakter is opgemerkt. De ziekte
schijnt over het algemeen niet ge
vaarlijk te zijn, doch een vrij groot
aantal manschappen wordt hierdoor
tijdelijk aan den dienst onttrokken.
Wij herinneren, dat de ervaring van
sommige medici er ook toe geleid
heeft ongunstig te oordeelen over het
slapen in ijzeren ledikanten, tenzij die
met hout zijn beschoten.
Het stoomschip Koning der
Nederlanden, kapt. Bruins, van Bata
via naar Amsterdam, is 29 Juni van
Port Saïd vertrokken. Alles wel.
Het is bekend, dat de fiskus den
heer Sijthoff te Leiden voor zijne
boekdrukkerij als molenaar heeft aan
geslagen. Den heer H. C. A. Thieme
te Nijmegen viel een dergelijk lot ten
deel. Gedeputeerde Staten van Gelder
land zijn echter van oordeel, dat een
boekdrukker geen molenaar is, en
hebben dus den fiskus iu het ongelijk
gesteld. Een boekdrukker in Zuid-
Holland is nu molenaarin Gelderland
blijft hij als van ouds boekdrukker.
Of de molenaars nu ook als boek
drukker worden aangeslagen, is nog
niet gebleken.
Een ongehuwde moeder op Kat
tenburg te Amsterdam, wordt verdacht
haar kind vau 22 maauden zoodanig
te hebben mishandeld, datdedooder
het gevolg van was. Zij is in hechte
nis genomen, met den persoon waar
mede zij in het huwelijk zou treden
en die aan de daad medeplichtig zou
zijn. Men zegt, dat de ontaarde moeder
haar misdaad bekend heeft.
Donderdag zijn te Delft 92
treinen aangekomen.
gaf zijn vader zijn banknoot van honderd
daalders en toen deze haar niet wilde aan
nemen, deed hij hera beloven, dat hij 't
geld in alle gevallen voor hem zou bewaren.
Zijn vader schreef zijn vreemde manieren
toe aan droefheid en neerslachtigheid over
zijn laatste avontuur met de politie, maar
toen hij op het punt stond weer naar den
wal terug te keeren, sprak hij, bijna met
heesche stem
„Vergeet niet, Salvé, dat gij een ouden
vader thuis hebt, die op u wacht."
Den avond en een groot deel van den
nacht bracht Salvé door in den grooten
mast van de Juno; hij tuurde naar het
huis van de Beck's zoolang er licht te
zien was op het dakkamertje. En toen dat
werd uitgeblazen, scheen het wel alsof 't
er daar binnen in hem gedoofd was.
X.
Naar den zeekant geeft het eiland Tromö,
dat op de hoogte van de haven van Arendal
ligt, niets te aanschouwen dan den gewonen
schralen, steengrauwen aanblik, die aan de
overige eilanden langs de kust eigen is;
een houten kerk, met een kleinen toren
als een schildwachtshuisje, die als baken
dienst doet en die akelig eenzaam daar bij
Een slngersknecht te Amsterdam
is met f 800 van zijn patroon op den
loop gegaan.
Ongeveer een half jaar geleden
stierf te Hardegarijp zekere A. J. G.
Hij was Dokkummer van geboorte eu
tot voor ongeveer anderhalt jaar steeds
aldaar woonachtig, waar hij het beroep
van wolkammer uitoefende. Hij had
op verschillende manieren een groot
vermogen verzameld, volgens algemeen
bewereu ODgeveer 5 ton. Nimmer
gehuwd geweest zijnde, kwam zijn
vermogen, daar hij zonder testament
stierf, aan neefjes en nichtjes, meest
allen uit den behoeftigen stand en aan
wie hij zich nimmer iets had laten
gelegen liggen. De dankbare erfgena
men hebben nu op zijn graf een steen
laten leggen, waarop behalve naam
enz. ter eeuwige gedachtenis gebeiteld
is: «Psalm 39 vers 7. Men brengt
bijeen en men weet niet, wie het naar
zich nemen zal."
Een der gebouwen van de slag-
hoedjesfabrieken, tuschen Schlebusch
en Opladen gelegen, is in de lucht
gevlogen. Vier mannen werden bij
deze gelegenheid gedood, terwijl een
verwondingen bekwam.
Een molenaar te Meseritz had
zijne spaarpenningen in een onge-
bruikten schoorsteen verborgeu. On
gelukkig ontstond er brand in een
nevenschoorsteen en het vuur deelde
zich aan den anderen mede. De heele
schat25 a 30 duizend gulden
grooteudeels papier, verbrandde. Het
goud en zilver smolt.
Een der gevangenen van het
tuchthuis te Kassei, die wegen3 drie-
dubbelen moord indertijd ter dood
veroordeeld werd en wiens vonnis later
iu levenslange tuchthuisstraf door den
keizer werd veranderd, beproefde dezer
dagen uit zijn kerker te ontsnappen.
De schildwacht echter, die zijn po
ging bemerkte, schoot hem neder.
Zijne wonde bleek later hoogst ge
vaarlijk te zijn.
de zee is neergeworpen en aan wier voet
men Zondags een paar loodsbooten kan
zien liggen, terwijl er dienst is, ziedaar
het eeuige punt, waarop bet oog rusten
kan. Naar de landzijde daarentegen biedt
bet eiland een schouwspel aan, als in tegen
stelling dubbel rijk en afwisselend. De
nauwe Tromö-Sond, met zijn menigte kleine
kustvaarders, lichters, loodsbooten en sche
pen van grooter afmeting, koestert zich
daar in de zon langs vruchtbare of met
hoornen begroeide hellingen en rotsen,
waarop in allerlei richting dc huisjes met
roode daken der matrozcnbcvolkiug, de wo
ningen van stuurlui en villa's gestrooid
zijn, en op iedere bruikbare plek, in iedere
kreek of baai, waar maar even plaats is
voor een schip, valt het witte hout van
schepen die in aanbouw zijn, in het oog.
Het is een uitgezochte werf, een zeer uit
lokkende en zeer geschikte plek in de on
middellijke nabijheid der voornaamste zee
havenstad van Noorwegen, en van ieder,
die er ooit op een stillen zomerdag voorbij
stoomde, maakt zich een opgetogenheid
meester, die niet gemakkelijk uit zijn
herinneriug gewischt zal worden.
In den tijd waarin ons verhaal speelt,
was evenwel de aanblik alles behalve zoo