De Loods eo ziii Vrouw.
j\o. 685.
Dinsdag 9 September 1879.
Zevende Jaargang.
Uitgevers BERKHOUT Co. Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 9 Sept. 1879.
FEUILLETON.
Vliegend Blaadje.
De tentoonstelling van Landbouw en
Floralia, Zaterdag en Zondag jl., werd door
fraai weder opgeluisterd, 't Was de moeite
waard, een wandeling op 't uitgestrekt en
voor een tentoonstelling zeer geschikt ter
rein van Tivoli te doen. Tal van belang
stellenden was dan ook Zaterdag daar ter
plaatse bijeen, om een kijkje te nemen. AI
dadelijk kon men zien, dat er veel meer
was ingestuurd dan 't vorige jaar. Ver
scheidene paarden en veulens, waaronder
zeer fraaie dieren, trokken de aandacht, 't
Rundvee zag er flink uit, even als de
schapen. Ook het gevogelte werd met
belangstelling bekeken. Ons bestek laat niet
toe in bijzonderheden te treden, ofschoon
er genoeg aanwezig was, dat verdiende ver
meld te worden.
Bij 't binnentreden der zaal vonden we,
tot onze tevredenheid, wat we ten vorigen
jare te vergecfsch hadden gezocht, namelijk
een inzending van hetgeen de landbouw en
veeteelt opleverennetjes en behoorlijk ge
rangschikt. De ingezonden bijkorf, een nieu
wigheid voor velen, trok ieders aandacht, 't
boutsnijwerk, dat bij deze afdeeling was bij
gevoegd, werd met belangstelling beschouwd.
De tentoonstelling van Landbouw en
Floralia werd door de respectieve presidenten,
de bh. J. Schuijt en Jhr. Alting von Geusau,
ten 1 ure met een toepasselijke rede geopend.
We stemmen in met den wensch, dat de
beide zaken, door dc toetreding van nieuwe
leden, uitbreiding mogen krijgen; dat ze
levensvatbaarheid hebben, heeft de onder
vinding reeds geleerdalsmede dat er voor
uitgang te bespeuren is.
Toen de gordijn werd opgehaald, die de
tentoonstelling van bloemen afsloot, stroom
den allen toe, om dc lieve kinderen van
Flora te bewonderen. Konden die bloemen
en plantjes hare geschiedenis verhalen, ze
zouden ons, meer dan men vermoeden kan,
kunnen mededeeleu hoeveel zorg en op
passing er noodig was geweest, om ze zoo
ver te brengen. Er waren werkelijk schoone
exemplaren. De heer Jansen, bloemist al
hier, had ook nu weder een pyramide van
bloemen en gewassen in orde gebracht, die
den vervaardiger tot eer strekt en 't bewijs
leverde, dat wc onder onze plaatsgenooteu
mannen hebben, die 't vak van bloemist
verstaan.
Ook merkten wc een prachtige collectie
op, ingezonden door den heer Los, van
Alkmaar, 't Aquarium, reeds ten vorige jare
door de zorg van de hoeren den Duik en
van Otcreudorp ingezonden, was ook nu
Eenverhaal uit Noorwegen, van
JONAS LIÊ.
UIT HET ENGELSCII VERTAALD DOOR
J. SEPP.
32).
XVI.
Op het punt van pbysii ke kracht was
Salvé alles behalve dc gelijke van verschei-
denen onder deze mannen, die nu hy
begreep dat zeer goed alleen maar naar
een gelegenheid uitzagen oen hem de baas
te worden. Zijn ecnige lnmp ii«.stoud in
het nemen van het initiatief Lij iedere ge
legenheid en zich den schijn ic geven als
was hij van allen dc mecsi «<>rgeIooze en
onverschillige voor zijn lev eii de be-
geerigstc om te vechten. Hij stormde daarom
op ieder zonder dralen bij geringste
uitdaging los en wanneer hij ie, zorgde
hij ook dat hij zijn woord
De onafgebroken spaimi. tarin hij
verkeerde, werkte ten slott. een koorts
aanwezig, verrijkt met verscheidene water
bewoners. 't Was voor de toeschouwers een
aangenaam gezicht zoo'n een kijkje op den
bodem der zee. Een groote stolp met op
gezette vogels, strekte mede tot opluistering
van 't geheel, alsook een stolp met ecnige
sierlijke planten.
In 't voorbijgaan had men gelegenheid
om de prijzen te bezichtigen, die aan de
bekroonden zonden ten deel vallen.
Een woord van lof verdient de man, die
op 't denkbeeld is gekomen hier de gele
genheid te geven tot 't bezichtigen van
een inrichting, waar eieren kunstmatig
worden uitgebroed. Hoewel de zaak geen
nieuwigheid is, had men toch hier zoo iets
nog niet gezien, 't Werken der dorschma-
chine gaf levendigheid aau 't tooneel en
werd met belangstelling beschouwd.
Dc tijd vloog Zaterdag en Zondagmiddag
om, bij 't beschouwen van een eu ander,
waarbij het muziekkorps der Marine een
aangename opwekking bracht.
Zondagavond kwam er totaal plaats te
kort, we mccncn niet in de zaal, maar op
het terrein van Tivoli. Goed weder, een ver
lichte tuin en goede muziek van dc Schut
terij, werkten mede om 't genoegen te be
vorderen. Met toepasselijke woorden werden
de prijzen en getuigschriften uitgereikt, aan
hen wier inzendingen door de Florali-Com
missie bekroond waren, 't Glanspunt van
den avond was 't vuurwerk, dat zooals ge
woonlijk door oud en jong gaarne wordt
gezien. Dat werk was aan goede handen
toevertrouwd en voldeed zeer goed. Met
volle overtuiging noemen we een tentoon
stelling van Landbouw en Floralia een
volksfeest. Moge we hier elk jaar zoo iets
kunnen genieten. Een woord van opwekking
om heide zaken te steunen, na hetgeen wc
genoten hebben, zal wel overtollig wezen.
Een wedstrijd, door die beide vereenigin-
gen uitgeschrevenis een vrede- en
vreugdefeest en strekt 't menschdom ten
zegen.
We laten hier volgen de namen der be
kroonden
a. Floralia.
Planten: Ie prijs No. 2, P. Schröder;
2e prijs No. 85, J. Koenen 3e prijs No.
4, Alb. Klein; 4e prijs No. 125, P. Schil
der; 5e prijs No. 17, J. Simon; 6e prijs
No. 113, C. J. Rijkers.
Getuigschriften No. 183, von Oterendorp,
No. 115, J. Rijkers; No. 107, H. A. Stelle-
man; No. 129, A. Korff; No. 34, A>. J. v.
Eeken; No. 55, G. Burkunk; No. 154, G.
Ruigh; No. 3, B. Schröder; No. 47, L. v.
Es; No. 23, B. Ruigh; No. 126, C. Schil
der; No. 69, M. Meerens No. 58, wed.
op zijn bloed en het leven dat hij leidde
teekende zich op zijn gelaat, Hij werd
gaandeweg aan boord beschouwd als een
van die onhandelbare, losbandige geesten,
die maar al te vaak onder het uitvaagsel
der menschheid in het ruim vau een schip
in dat deel van den aardbodem worden
gevonden en die gewoonlijk hun loopbaan
aan den nok van een ra of door een kogel
uit den revolver van den kapitein eindigen.
Ook op dit schip was, eer zij in Rio kwa
men op zekeren dag de Ier iu boeien ge
sloten cn dc kapitein had zonder dralen
een van het scheepsvolk van een ra naar
beneden geschoten, dien hij voor den bel
hamel van de muiters hield. Hij sloeg nu
Salvo met toeuemeud wantrouwen gade en
verbaasde zich hoe hij zich ooit in iemand
had kunnen bedriegen als hij het in dezen
man had gedaan. „Maar laat iemand met
kanalje omgaan, en 't is moeielijk voor hem
om niet tot dat soort te gaan behooren,"
sprak hij bij zich zeiven; en ofschoon hij
hoe langer hoe Rechter werd, bleef Salvé
tooh de flinkste matroos, dien hij aau boord
had.
De bootsman hield zich nu zoo veel mo-
Buijs; No. 62, A. FasolNo. 54 C. Weid-
ner; No. 105, J. B. de Graaf.
Zuad: le prijs No. 107, II. A. Stellcman
2c prijs No. 69, M. Meerens; 3e prijs No.
55, G. Burkink.
Getuigschriften: No. 2, P. Schröder;
No. 47, L. v. Es; No. 42, C. v. d.Ordel:
No. 10, W. v. d. Ordel; No. 114, P. J.
Rijkers.
b. Landbouw.
Voor Paarden: Kettcn: le prijs Gebr.
de Haas; 2e prijs D. V. v. Hoolwcrff
veulmerrie le prijs. Jb. den Das; 2e prijs
Jb. Zander; werkpaardlc prijs J. Schilder,
2e prijs C. Molenaar; 4jarig werkpaardle
prijs L. Wiering, 2o prijs Jb. Waterdrinker;
3jarig werkpaard: lc prijs R. Delver; 2e
prijs H. Noot Hz.; 2jarig werkpaard: le
prijs Jb. Zander, 2c prijs L. Wiering;
éénjarig werkpaardle piijs C. P. Kruycr,
2e prijs weduwe C. Roodt; veulenle prijs
M. Noot, 2e prijs J. D. de Graaf.
Rundvee: melkkoeien: lc prijs weduwe P.
Bruin, 2e prijs C. Maters; vroegkalveren
le prijs P. Kos, 2e prijs C. Roodt; schot
ten: le prijs Jb. Keesman, 2e prijs C.
Molenaar; mclkvaarzeule prijs K. Roodt,
2e prijs H. Noot Hz.; hokkclingen; le prijs
C. Kraakman. 2e prijs J. Zander; vaars-
stieren le prijs Th. Terra, 2e prijs C. Maters;
hokkelingstierenle prijs P. Knip, 2e prijs
J. van Dokgraskalverenlc prijs S.
Koning, 2e prijs J. de Moei. Schapen
1 Schaap met 4 jongenbcstuursprijs S.
Hoogvorstvette schapenle prijs J. H.
van Foreest van der Palm2e prijs H. Noot
Hz.; melkschapcn: le prijs Th. Therra, 2e
J. Noot; éénjarige schapen: le prijs H.
Noot Hz., 2e prijs C. Maters; ooi-lamme
ren: le prijs P. Kos Cz., 2e prijs J. Noot;
rammenle pr. J. U. van Foreest van der
Palm, 2e prijs Jb. Keesmanéénjarige ram
men le prijs Th. Therra, 2e prijs C. Mooij,
lamrammen: le prijs S. Kikkert, 2e prijs
Th. Terra; weerenlc prijs J. Noot.
Bokkenle prijsP. D. Boon, 2c prijs J.
Mulders; geiten: bestuursprijs J. Koning.
Pluimvee: 6 kippen cn lhaan: lc prijs
N. J. Kindt. 2e prijs Jb. Makelaar; kuikens
geb. in 1879: le prijs A. B. Wcber, 2e
prijs Th. Terra; kippen: bestuursprijs P.
van Es. Ganzen: le prijs J. de Graaf,
2e prijs J. Schilder. Konijnen: bestuurs
prijs C. S. Jaring.
Landbouwproducten, enz. -» Kaas: le
prijs J. den Das, 2e prijs R. Delverboter
le prijs R. Del ver, 2e prijs Tb. Terra;
haver le prijs C. Maters, 2e prijs H. Noot
Hz.; gerst le prijs C. Maters, 2c prijs H.
Noot Hz.; rogge: le prijs G. Noot, 2e
prijs Jb. Zander; tarwe le prijs Jb. Zander,
gelijk uit Salvé's koers; want hij had ge
hoord dat Salvé gezworen had, dat hij hem
dc ingewanden nit het lijf zou scheuren als
hij hem een nieuwe aanleiding tot toorn gaf.
Salvé begreep evenwel zeer goed, dat hij
iets tegen hem in 't schild voerde en was
daarom volstrekt niet verwonderd toen hij
op zekeren dag naar achteren geroepen werd
om voor den kapitein een verhoor in den
vorm te ondergaan voor de uitdrukking, die
hij zich in betrekkiug tot den bootsman
liad veroorloofd; hij trachtte volstrekt niet
haar te loochenen, „daar de bootsman,"
zooals hij zeide, „hem van 't leven had wil
len berooven."
„Ik ben van plan het schip te verlaten,"
voegde hij er bij, „als wij te Valparaiso zijn.
Ik ben slechts tot zééver in dienst geno
men, maar werkelijk 't kan mij ook weinig
schelen wat er van mij worden zal," besloot
hij droefgeestig.
De kapitein had blijkbaar zijn eigen ge
voelen wat den bootsman betrof, dat Salvé
de strenge straf, die hij verwacht had, ont
kwam en alleen maar tot eenzame opsluiting
op water en brood voor veertien dagen ver
oordeeld werd.
2c prijs H. Noot Hz.erwten le prijs H.
Noot Hz.2c prijs Jb. Zander; aardappelen:
le prijs Jb. Zander. 2e prijs P. Kos Cz.
Landbouwwerktuigen prijs Wissekerke,
voor dorschmaohinc cn ploegen.
Tot machinist 3e klasse bij de
Kon. Ned. Marine zyu bevorderd de
beeren A. v. d. Kemp, J. Koopman,
C. A. G. Fiorani; A. V. E. G. Fiorani,
D. Blanson Henkemansen J. de Witte.
Naar wjj vernemen zal Zr. Ms.
stoomschip Philips van Marnix,"
behoord hebbende tot het oefenings
eskader, thans op reis naar Neder
land, niet te Nienwediep maar te
Ymaiden binnenvallen.
De 8t. Ct. bevat het gewone
programma voor de opening van de
vergadering der Staten-Generaal te
's Gravenhage, op Maandag den 15n
September 1879.
Het stoomschip Conrad, kapt.
Vismau, van Batavia naar Amsterdam,
kwam 5 dezer te Aden aau en zal
de lagedruk krukas aldaar tegen de
aan boord zynde waarlooze verwisse
len; binnen een paar dagen zal het
schip de reis voortzetten. Hetst.
Madura, kapt. Jaski, is Zaterdag te
Napels aangekomen en denzelfden dag
vertrokken. Het st. Koning der
Nederlanden, kapt. Bruyns, van Am
sterdam naar Batavia, vertrok van
Snez 5 September. Het st. Prinses
Amalia, kapt. Fabritius, van Amster
dam naar Batavia, passeerde Kaap
Roca den 6n September.
Zaterdagnacht is in de kamer
van den huismeester van bet gesticht
Meerenberg, te Bloemendaal ingebro
ken. Door het inslaan van een ruit
heeft men het openstaande raam aan
de voorzjjde van het gesticht geopend
en daarna binnen zynde een secretaire
opengebroken, waaruit nn p. m. f 1100
aan goud en papier vermist wordt.
Men heeft vermoeden op een vroegeren
bediende, die verleden week in de
buurt rondzwief. De justitie doet
onderzoek.
Donderdag is ten nadeele van
den heer B., te Grave, ten wiens
„Dat zal je een beetje neerzetten, mijn
jongen," sprak de kapitein.
Dc bootsman evenwel wist door een kleine
geestigheid van zich zeiven de mildheid van
den kapitein voor Salvé wat te matigen;
en iederen dag als Salvé zijn poveren maal
tijd genoot in dc plaats waar hij opgesloten
was, nam de mulat, dien hij had overwonnen,
op bevel van den bootsman zyn warm eten
mede en at bet buiten de deur op dichtbij
het gat, waardoor licht kwam, zoodat de
aaugcoame geur zijn weg naar binnen vond
en Salvé tot tantalus-kwelling werd.
In 't eerst genoot Salvé vrij wel de rust,
die zijn opsluiting hem gaf; maar toen zijn
honger toenam werd hij oploopcnd en op
zekeren dag stak hij ouder etenstijd zijn
gelaat door de opening.
„Mulat F' begon hij, cn de ander keek op
cn knarste op zijn witte tanden, verheugd
dat hij eindelijk een teckcn zag dat zijn
beleefdheden niet vergeefs waren verspild
„dat is goed eten dat je daar hebt."
„Uitstekend," hernam de ander boosaardig,
inwendig lachende.
„Het wekt mij op om mij je toekomst
voor te stellen," ging Salvé bedaard voort,