DE TROONREDE. Godard en haar medereiziger de heer Kehrer, Donderdagmiddag uit den tuin van het Paleis voor Volksvlijt is opgestegen, bij Urk in de Zuider zee is gevallen. Latere berichten bevestigen dit. De luchtreizigers zjjn echter gelukkig op het uiterste oogenblik, door de schoener «Reiziger," op reis naar Vlieland, in de Zuiderzee opgevischt, op een mijl Z. W. van Urk, en te Vlieland aan wal gezet. Mevrouw Godard had den arm gebroken. Vrij dagmiddag zjjn beideu te Amsterdam teruggekeerd. De Liverpool Salvagc Associa- tion bericht het volgeude: De gezagvoerder van het Eng. gouvemements-stoomschip Dagtnar meldt, dut het stoomschip Overijssel rondom in de brauding zit, doch daar binnenkort een verandering in de moesson verwacht wordt, hoopt men dat de zee alsdan bedaren zal. Door de Eugelsche admiraliteit is aan den oudsten marine-officier bevel ge geven den heer Wimshurst in alles te helpen en desnoods een Kngelsch oorlogschip ter zijner beschikking te stellen om te beproeven bet schip af te brengen. De heer Wimshurst zal den Sultan dor Somalis de bedongen 2400 p. st. uitbetalen, zoodra hij de lading in zjjn bezit heeft, en er zullen binnenkort maatregelen genomen wor den, om die naar Adeu te vervoeren. De assuradeuren vuu het stoomschip Overjjssel. hetwelk te Londen verze kerd is, hebben op de verklaring van den gezagvoerder de assurautiepeu- ningen ten volle uitbetaald. Te Holnes is een bij den water molen spelend kind door een roede getroffen, zoodat het hoofd van de romp gescheiden werd. Te Berljjn werd onlaugs door de politie, in het belang der zede lijkheid vastgesteld, dut koffiehuizen enz. waar vrouwen de bediening waarnemen, des avonds voor 11 uren gesloten moeten zjjn. Den restaura teur Knuak in de Mittelstrasse werd leen was, hem bedaard met zijn mes zou- doorsteken en zich met alles uit de voeten zon maken. Hij wees daarom bet voorstel van de band, maar hun verhouding bleef uiettemin even vriendschappelijk als te voren. Geld was de eeuige macht, bepeinsde Salvé vol bitterheid, en deze voldoening kon Hjj nn iu zijn leven genieten. 't. Was hem zoo duidelijk geworden dat Federigo's gehechtheid meer zijn geld dan hem zelvcn betrof, dat hij besloot zijn ver velende beleefdheden zich van den bals te schuiven. Dientengevolge maakte bij, toen zij te Nieuwcdiep aankwamen, alles gereed om het schip te verlaten, ditmaal langs wettigen weg, zonder hem een woord van zijn voornemen te zeggen en Federigo vernam het eerst op bet laatste oogenblik toen hij hem ontmoette, terwijl hij met het zeildoek van zijn hangmat boven kwam. Hij werd bleek en tranen kwamen hem in de oogen, of het door een gevoel van miskende vriondsohap was dan wei door teleurstelling, kon Salvd niet met zekerheid bepalen. De uitdrukking van zijn gelaat met zijn rustelooze, kleine, zwarte oogen geleek op die van een rat, door gcdruisch opgeschrikt. Ten laatste viel hij Salvé om den hals en barstte op zijn onstuimige manier uit: „Maar in elk geval moeten wij van avoud samen een dronk ten afscheid hebben. Ik weet niet hoe ik het wel zonder je zal redden 't is nu reeds zoolang dat wij samen hebben gehuisd." Tegen zijn beter oordeel in, gaf Salvd toe aan een zekere weekhartigheid, door die gedachte veroorzaakt; en de herinnering aan de gehechtheid, die deze schelm hem getoond bad, wekte iets bij hem op, dat echter, ofschoon hjj vrouwelijke be dienden heeft, toch toegestaan tot 12 uren open te blijven. De Berlijusche Volks-Zeituug geeft niet onduidelijk te kennen, dat deze vergunning ver leend wordt, omdat Knaak van tijd tot tjjd wel eens aau prins Bismarck een vautje bier ten geschenke toezendt. De bezitters van hoogovens en ijzersmelterijen in Lanarkshire en Ayrshire hielden dezer dagen te Glas- gow een bijeenkomst, om een verzoek oih loousverhooging in overweging te nemen. Eenparig werd besloten, aau dit verzoek eerst dan gevolg te geven, wanneer de ijzerprijs meer bedraagt, dan 50 shillings per ton voorts dat het vuur iu een derde van de op dit oogenblik in werking zjjnde hoogovens gebluscht zal worden. Wel erkende men, dat er in den laatsten tijd weer moer levendigheid in den handel is gekomen, maar men acht dezen gunstigen staat van zaken slechts van tjjdeljjkeu aard en een verhooging van de loonen op dien grond niet voldoende gerechtvaardigd. Zoodra de reactie weer mocht intre den, zou het zeer moeielijk zijn, de loonen dan weder een vermindering te doen ondergaan. De directie van de Mersey Steel en Iron Works Com- pauy heeft besloten, met het oog op de ontevredenheid van haar arbeiders met hun loon, 500 Duitsche werklie den naar Engeland te doen komen. Eeuige dagen geleden ontstond op de scheepstimmerwerven van de heeren Hagmaux en Alkwist te Ko- thu (Finland) een hevige brund, die behalve de inrichting waar ze ont stond, ook nog een nabijgelegen stoom- houtzageri) alsmede een fabriek san glaswerken vernielde. De schade be loopt 3 millioeu gulden. Een afgrjjselijke misdaad heeft dezer dagen te Parijs plaats gehad. Woensdagavond tegen half 9 ure zat iu de straat La Chapelle een vrouw op een bank voor haar huis. Zij zag een man voorbjjguan, die iu een goot een voorwerp wierp, haastig verder liep en een eind verder weder een naar aandoening zweemde. „Het dient tot niets, mijn vrieud," ant woordde hij, „wat geschied is kan niet on gedaan gemaakt worden. Maar ik geef je in allo gevallen dezen avond. Je zult mij op je vinden wachten in do Aurora." Zooals gewoonlijk om dien tijd van 't jaar lag er een grootc menigte schepen in da haven, en de herberg „de Aurora" was rol lachend en pratend en zingend zeevolk, dat onder 't gebruik van brandewijn en jenever vroegere kennismaking hernieuwde of den grondslag tot bekendheid legde, terwijl in de kleino kamer tegenover de toonbank onophoudelijk do dansmuziek ging en de planken kraakten onder de afwisse ling van de Duitsche schotscbe wals en de Ëngclsche horlepiep. Om behoorlijk een echto matrozen-schot- schedrie of horlepiep te kunnen waardceren, moet men die zien dansen door mannen, die een geheel jaar aaneen met golven en stormen geworsteld hebben iu alle hoeken van de wereld en die in al dien tijd ter nauwernood een blik hebben kunnen slaan op de vrouwelijke vormen. Zij komen aan wal, brandende van verlangen, (een ocht mannelijk verlangen!) naar het gezelschap van de andere kunne, met een gevoel, dat zich na een jaar opgekropt te zijn, lucht moet gevenen er ligt bepaald een bo- dwclmoudc kracht voor ben in den cenvou- digcu dans, in het omspannen reeds van 't middel van Naatje of Bctje in het Nieuwediep of van Mary Ann te Ports- mouth; en Mary Ann zoowel als Botje begrijpen dit volkomen en voelen zich voor het oogenblik hoogst gewichtige personen. Er is geen greintje ruwheid in dat gevoel. Zeelui zijn in den regel meer gcvoclmeu- stuk in een andere goot wierp. De vrouw vatte argwaan, zij onderzocht hetgeen door dien man was wegge gooid en kwam tot de vreeseljjke ontdekking, dat het een arm van een mensch was. Aanstonds gaf zjj van het voorgevallene kennis aan de politie en aan de jjverige nasporingen van deze gelukte het nog in dien eigen nacht nagenoeg alle deeleu, ten getale van 76, terug te vinden van een mensckeljjk lichaam, behalve het hoofd. De vrouw meende ook deu misdadi ger herkend te hebben. Een zekere Prévost had vroeger in haar buurt gewoond en haar vermoeden was aanstonds op dezen gevallen. Prévost werd geroepen en kwam al spoedig tot bekentenis van zjjn vreeseljjke mis daad. Hij had uamelijk den vorigen avond een juwelier van het leven be roofd, en om zijn misdaad te bedek ken, hem in stukken gesneden. Het hoofd alleen had lig in den schoor steen verborgen. Na het wanbedrjjf was Prévost rustig gaan eten en had o. a. een kalfskop gebruikt. Er zijn zware vermoedens gerezen, dat hij vier jaar geleden een dergelijke misdaad aan een vrouw, die destijds verdwenen was, heeft bedreven. Z. M. de Koning heeft gisteren de beide Kamers der Staten-Generaal geopend, met de volgende rede: Mijne Heeren Het is mij aangenaam, de vertegenwoor digers van liet Nederlandselie Volk weder bijeen te zien. Bij mijne Echtverbintenis ontving ik door mij hoog gewaardeerde blijken van de alge- meene deelneming. Niet minder openbaarde zich op nieuw de liefde van mijn volk bij den rouw, waarin ik met mijn Huis werd gedompeld. Mijne betrekkingen met de Vreemde Mo gendheden zijn van den meest vriendschap- peiijken aard. Zee- en landmacht vervullen steeds met toewijding hare belangrijke plichten. De gedrukte toestand van Nijverheid, Han del en Scheepvaart heeft zich ook hier te lande doen gevoelen; maatregen tot bestrij ding van de besmettelijke longziekte zijn met een goed gevolg bekroond- Ik vrees daarente- schen, dan misschien eenige andere stand iu de maatschappij en in 't algemeen ge sproken, wordt een dichterlijke sympathie voor de vrouw nergens ter wereld meer gekoesterd dan aan boord. Als wij in onzen tijd getuige willen zijn van hoog opgevoerd enthousiasme, dan moeten wij den zeeman vergezellen op zijn eenzame wacht of naar hem luisteren als hij op den bak ligt en met kinderlijken eenvoud over zijn vrouw of zijn meisje spreekt hoe hun gene genheid ontstond en wat hij haar denkt te koopen als het schip een haven binnenloopt. Liefde is aan boord een van nature rijker en afwisselender thema dan in 't eentoonig leven van den landman, en verliefd te zijn is uit kracht van de scheiding van het voorwerp zijner gehechtheid een geheel ander iets voor den zeeman, iets dat meer onverdeeld zijn hart en verbeelding inneemt, daar beider ideaal niet verloren gaat door de eentonigheid van het dagelijksch aan schouwen. Een gehuwd zeeman is altijd een voorwerp van kalme waardeering voor zijn kameraden, wien 't aan de middelen ontbrak om zeiven ook dien stap te doen en zonder overdrijving kan men zeggen, dat de vrouw de hoogste waardeering, die haar toekomt, aan boord geniet te midden van het voor 't uitwendige vaak ruwe leven dèdr, vurig en teeder wordt zij daar vereerd en omringd van al de bekoorlijk heid, die de afstand kan verleenen. Als wij geneigd zijn iets anders te denken, dan zijn wij niet doorgedrongen tot de eenvou dige, kinderlijke natuur, die onder 't ruwe uiterlijk van den zeeman verborgen is. En voor 't uitwendige ging het in de danszaal van de Aurora dien avond vrij ruw toe. Door de wolken sigarendamp en gen, dat in onderscheidene deelen des land», de oogst zal lijden onder de gevolgen van de ongunstige weergesteldheid en van de hooge waterstanden. Onder deze omstandigheden is een minder ruime opbrengst van sommige rijksbelastin gen te wachten. Versterking van de inkomsten der schat kist zal op den duur noodzakelijk zijn. Daarbij zal zooveel mogelijk ook op betere verdceling van lasten moeten worden gelet. Handhaving van de vrijgevige beginselen ten aanzien van Handel en Nijverheid, waarbij het Vaderland steeds wel heeft ge varen, blijve, nevens de verbetering onzer handelswegen, het middel om de veerkracht des volks te steunen en de welvaart te bevorderen. De vaststelling van een nationaal wotboek van strafrecht beschouw ik als een zaak, waaebij het belang en ook de eer des Vader lands in hooge mate zijn betrokken. Inmiddels zal mijne Rcgeeriug aan de herziening van andere deelen der wetgeving ~J hare aandacht blijven wijden. Een ontwerp van wet tot beteugeling van het misbruik van sterken drank zal U in i deze zitting worden aangeboden. Ik stel mij voor de herziene wet op het lager onderwijs zoo spoedig in te voeren I als de daartoe nog noodige voorbereiding toelaat. Door den moed en de volharding der krijgsmacht zijn in Atjeh belangrijke uit komsten verkregen. Ik vlei mij, dat de oorlogstoestand aldaar voor een meer gere- gelden zal wijken. De overige gedeelten van Nederlandsch Indië geven over het algemeen stof tot tevredenheid. Krachtige voortzetting der aangevangen werken van openbaar nut zal der volkswelvaart ongetwijfeld ten goede komen. Het financieel beheer dier uitgestrekte bezittingen blijft echter veel zorg en om zichtigheid vereischen. Bevordering van den aanvoer van vrije arbeiders in Suriname blijf ik wenschelijk achten. Aan de kolonie Curapao belooft een ruimer gebruik van de rijkdommen, die haar bodem oplevert, een betere toekomst. Ik wensch, mijne heeren, dat onze ver tabaksrook, kon men menschen van zeer afwijkende gelaatstrekken zien, waarvan de meesten verbruind en gebaard waren met hun hoofddeksels achter op het hoofd en kleine aarden pijpjes in den mond allen in den hoogsten graad van opgewondenheid, wien de zweetdroppels van 't gelaat liepen terwijl zij onvermoeibaar dansten. Er waren Eransche en Zweedsche zeelui, in hun rood wollen overhemden; Noren en Denen iu blauw-met-witte kousen van kanefas, Yan kees en Engelscheu geheel in 't blauw; en als zij in 'trond zwaaiden met de smaakvol gckleede Hollandsche meisjes met haar kleine witte mutsjes en smalle kraagjes en opge nomen rokken om recht te lateu wedervaren aan de nette schoentjes en witte kousen, anders onder die rokken verborgen, met elkander wedijverende wie het best danste en dat het langst uithield, werd de grond slag voor menigen vriendschapsbond of vij andelijke verhouding gelegd, om later in den avond bij een flesch brandewijn of met een vechtpartij te worden voortgezet. Salvé en Eederigo zaten onder den jenever in een aangrenzend vertrek, dat in de dans zaal uitkwam en opgevuld was met pratende en drinkende lui of met paren, die binnen kwamen om een oogenblik te rusten. Geen van beiden had lust in dansen. Salvë was somber en van zijn streek uit blijdschap, ofschoon hij om Eederigo's wille zijn luim zoo weinig mogelijk blijken liet. Eederigo zag er zeer mistroostig uit en zat in 't voor ste gedeelte van den avond stil op zijn plaats en nam afgetrokken van tijd tot tijd een teug uit zijn glas. Maar toen het later werd begon hij als 't ware zonder het zelf te weten, Salvë's glas telkens te vullenhet bleek dat hij steeds meer dronk, totdat hij nu en dan den inhoud van zijn eigen glas over den grond wierp. Hij werd zeer-spraakzaam en riep het eene voorval na het andere uit hun gemeenschappelijk leven in hun geheu gen terug. „Ik zal je niet vergeten," riep hij met onverholen opgewondheid uit, „neen, nooit P" Een toen hij dat laatste woord herhaalde was er iets in zijn oog, waaruit duidelijk bleek, dat hij een of andere ge waarwording onderdrukte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1879 | | pagina 2