De Loods ei ziio Vrouw.
Dinsdag 18 November 1879.
Zevende Jaargang.
Uitgevers BERKHOUT Co. Helder.
HEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
't Vliegend Blaadje.
HELDER, 18 Nor. 1879.
Vrijdag jl. heeft bjj het Gemeente-
etunr plaats gehad de aanbesteding
or de levering van schoolbehoeften.
- r waren 4 biljetten ingekomen, als
In H. A. Stadermann f 1950.J. C.
Bnisonjé f 1709.32, Berkhout Co.
1645.en J. Vlieger f 1531.061.
Naar de Amst. Ct. verneemt,
illen de burgemeesters in Noord-
eiland aan den afgetreden commis-
ris des Konings mr. H. H. baron
eëll een aandenken vereeren, als
jjk van achting voor zijn persoon
van erkenning zjjner verdiensten
de betrekking, welke hij onlangs
left neergelegd.
De ramp, die in den jongsten
orm de Texelsche mosselvloot ge-
offen heeft, bljjkt helaas veel grooter
zjjn, dan aanvankelijk vermoed
erd. Van twee schuiten is het vrjj
ker, dat de bemanning omgekomen
terwijl het lot van anderen nog
sheel onbekend is. Vele gezinnen
orden door dit onheil in rouw en
Dmmige in armoede gedompeld. Het
Butal vaartuigen, dat schade beliep,
zeer aanzienljjk.
Het stoomschip Celebes, kapt.
lakker, naar Amsterdam, arriveerde
i Napels 15 Nor. en zette denzelfden
sg de reis voort
Uit IJmuiden wordt geschreven
Na den vreeselijken storm van 12
lezer was de kust als bezaaid met
rrakhout, dat, telkens met de getijden
nedegevoerd, op een paar mijl af
tands werd aangetroffen door de hier
linnenkomende schepen. De sleepboot
iimson deed Zaterdag een onderzoe-
[ingstocht voorgaats en kwam met
eel van dit wrakhont binnen. De
lieuwsgierigheid was hoog gespan-
leu, want men vreest hier voor het
orgaan van het stoomschip Pallas
Ier Kon. Ned. Stoombootmaatschappij
Vroeger genaamd Holland). Wanneer
len weet dat dit stoomschip vóór
de Etna en Urania Kopenhagen ver
liet en nog op zich laat wachten,
terwjjl de beide laatste sedert een
paar dagen binnen zijn en ook ten
overvloede in den storm van 12 Nov.,
toe» de Etna uit nood te Nieuwediep
binnenliep, de Pallas mede tusschen
de buien aldaar is gezien geworden
(zoo verbaalt men hier althans) dan
bestaat voor het vermoeden helaas
alle waarschijnlijkheiddeze waar
schijnlijkheid kreeg bjj het onderzoek
tusschen de wrakstukken meer grond,
toen een deurljjst werd gezien van
bruin geel geverfd hout, op wier
ongeverfde zjjde (dus daar waar de
ljjst was aangespjjkerd geweest) met
groote letters in potlood werd gele
zen Holland" (de Pallas heette
vroeger aldus). Ook de overige stuk
ken van beschot en deuren werden
door de bootslieden alhier (die gedurig
met de booten der Kon. Ned. Stb.-
Maatsch. varen) herkend als afkomstig
van een der stoombooten dier Maat
schappij. Alle deskundigen beweren
dat al het wrakhout van één stoom
boot afkomstig is. Stukken van een
of meer witte sloepen werden ook
meegebracht, doch alles zonder merk
bare teekenen. De stukken beschot
waren aan de eene zjjde blauw en
aan de andere zjjde bronskleurig
geverfdzjj waren overigens zeer
kort geslagen en onherkenbaar.
God geve dat men zich met de
Pallas heeft vergist.
Uit het bovenstaande blijkt dus
weder, dat het Nieuwediep met storm
weder wel is te bereiken en Ymuiden
niet. Had de Pallas, die voorgaats
gezien is, evenals de Etna, koers
naar onze haven gezet, zeer waar-
1 schjjnljjk had men dan weder een
noodlottige schipbreuk voorkomen,
en het mag als een geluk worden
1 aangemerkt dat de Urania behouden is.
j Het stoomschip Nora, dat Woens
dag van IJmuiden naar Londen ver-
trok, is op het Nieuwezand, nabjj
Schouwen gestrand. De bemanning
Scn verhaal uit Noorwegen, van
JONAS LIÊ.
UIT HET ENOELSCH VERTAALD DOOR
J. SEPP.
il).
XXIII.
Eindelijk, na een paar lange en ontzet
lende uren, toen de duisternis inviel en de
vorm van de duinen zwarter afstak tegen
de sombere lucht, scheen het wel dat het
schip geheel vast zat. De golven sloegen
er nu minder dikwijls overheen, maar lieten
een zwaar bezinksel van zand op het dek
achter als zij tegen het schip gebroken
werden, 't Was hoogst waarschijnlijk dat
het in stukken geslagen zou worden plank
voor plank, als zij den geheelen nacht zoo
moesten blijven als zij nu waren, of anders
zouden zij wellicht in het zand begraven
worden.
Aan den eencn kant van de ondiepte
aan den kant waar zij menschen op den
oever zagen liep een geul met een ster
ken stroom, en zij bemerkten dat zij nog
tot op zekere hoogte van geluk mochten
spreken, dat zij niet rechtdoor daarin waren
gespoeld, omdat in dat geval de brik on
vermijdelijk had moeten zinken; aan den
anderen kant was vaarbaar water, ofschoon
hier en daar blinde klippen waren. Zij
wisten dat de menschen op het strand hun
seinen hadden gezien, maar tot hun groote
teleurstelling zagen zij hoe op eens allen
verdwenen.
Daarop begon Salvé de hand aan het
werk te slaan om wat planken saam te
binden tot een vlot; het volk volgde zijn
voorbeeld door alles bijeen te brengen wat
zij vonden, dat maar drijven kon. Zijn plan
was een poging te wagen om Elizabeth en
hun kind aan land te brengen door ze
stevig op het vlot vast te binden en ver
trouwende op zijn ervarenheid in 't zwem
men, hoopte hij het vlot naar 't strand te
sturen met de lijn die hij er aan wilde
vastbinden; de eenige vraag zou maar zijn,
of hij in staat zou wezen het aan land te
trekken tegen den sterken tegenstroom in
van de golven die van het strand terug
rolden, en die telkens ecu groot stuk droog
strand achterlieten. Elizabeth zat ondertus-
wist zich met haar eigen boot te
redden en het strand te bereiken.
Het schip behoort tot de ljjn, door
de General Steam-navigationcompa-
ny" van Amsterdam op Londen in
gericht en had een lading suiker,
kaas en andere goederen, benevens
3000 schapen, aan boord.
Vrijdagavond kwamen teSche-
veningen tien haringschuiten aan
slechts enkele waren half vol, het
meerendeel had met weinig of geen
vangst de terngreis moeten aannemen
door het verlies van netten en de
schade aan het want. Een logger
uit Vlaardingen en een schuit van
Katwijk zouden in den laatsten storm
zjjn vergaan. Den logger had men
van verre zien zinken nabjj de Dog-
gersbank, en van een Katwjjksche
schuit een donker geverfden mast
zien drijven.
Met stormweder van 12 dezer
had op de Zuiderzee nabij bet Gooi
het volgende ongeluk plaats: De
praamschipper Hartman sloeg met
de moeilijke zee door den helmstok
over boord. De vrouw van den
schipper had de tegenwoordigheid
van geest, om den zwaardlooper toe
te werpen, dien de schipper in han
den kreeg, doch terwijl de vrouw
er mede bezig was om haar man te
helpen, sloeg ook zjj met den helm
stok in zee, met het ongelukkig ge
volg dat zij verdronk. De schipper
kwam na bjjna een balf uur in het
water gesparteld te hebben, weder
aau boord. De knecht was in het
vooronder om droog goed aan te
trekken, tijdens dat man en vrouw
overboord sloegen.
Tengevolge van den hevigen
storm van Woensdag zjjn op de
hoogte van de Oude Tong schipper
van V., onder Oosterhout behoorende,
diens vrouw, kind en knecht omge
komen; alleen de vrouw is tot nog
toe opgehaald.
Naar men verneemt, zal het
schea op de kajuitstrap en was schier niet
in een toestand om zich te kunnen voor
stellen wat er gebeurde.
Terwijl Salvé met dezen arbeid bezig
was, hoorde hij plotseling vreugdekreten om
zich henen. Van achter een vooruitstekend
duin verscheen een menigte mannen, die
een groote boot met zich voerden. Zij
hielden stil op een punt van het strand.
Een aantal van hen nam in de boot plaats,
en toen een golf aanrolde die tegen de boot
brak, duwden de overigen haar vooruit en
de terugvloeiende stroom droeg haar in zee,
terwijl de mannen met alle kracht begon
nen te roeien.
De moedige kerels kenden blijkbaar het
water, want zij stuurden in een wijden
kring achter een reeks banken om, die als
een zeehoofd de kracht der golven braken
cn hielden toen recht op het wrak aau, aan
welks lijkaut het water betrekkelijk stil was.
„Komaan, kijkt maar vroolijk, vrienden
schreeuwden zij, terwijl zij het wrak ter
zijde kwamenen die opwekking was eigen
lijk overbodig.
Salvé droeg zijn bijna bewustelooze vrouw
naar den kant van het wrak, waar zij haar
aannamen en haar achter op den bodem
waarborgfonds der Aruhemsche ten
toonstelling ter grootte van f150.000,
behalve de garantie van f 5000 der
gemeente, tengevolge van den on-
gunstigen fiuaucieelen afloop der
zaak, voor ongeveer 60 pCt. moeten
worden aangesproken.
Vrijdagavond zjjn aan het eta
blissement »Fjjenoord" weder een
15-tal werklieden ontslagen.
Tegen het vallen van den
avond zaten op de Looiersgracht te
Amsterdam drie kinderen te spelen
in een handkar, toen een baldadige
knaap, die daar langs kwam, bjj wjj-
ze van aardigheid de kar greep en
voortduwde. De kleinen in de kar
begonnen van angst te schreeuwen,
hetgeen de aandacht trok van een
dienaar van politie. Deze begaf
zich daarheen, doch nauwelijks had
de jongen zjjn nadering bespeurd,
of hij liet de kar los en ging op de
vlucht. De kar liep onbestuurd voort
en kwam in de gracht terecht. Of
schoon er onmiddellijk hulp bjj de
hand was, kon er slechts een van
de kleinen gered wordenvan de
beide anderen, een 7 en 9jarig broer
tje en zusje, waren de levensgeesten
niet weder op te wekken.
De gasverbruikers te Groningen
komen op tegen de verhooging van
den gasprjjs van 7 op 7Vf cent. De
faecaliën en de baardasch zullen over
1880 vermoedelijk f 10.000 minder
opbrengen dan dit jaar, en het ga9-
halvecentje moet in dat tekort voor
zien. De gasverbruikers vinden het
onbillijk, dat zjj alleen moeten aan
vullen, wat door alle belastingschul
digen betaald moest worden.
Te Vriezen veen is Donderdag
een drie-jarig kind in een ketel met
kokend water gevallen, met het ge
volg, dat het Vrjjdag aan de brand
wonden is overleden.
Aan boord van een der trans
atlantische stoomschepen, te huis be
hoorende te Bremen, is onlangs brand
ontstaan in kisten gevuld met zjjden
van de boot neerlegdenmaar zij bleef
overeind met uitgebreide armen zitten, tot
dat haar kind van hand tot hand haar had
bereikt en weer veilig in haar armen was
toen wachtte zij vol angst of Salvé ook
kwam. Bij sprong het allerlaatst in de boot,
en toen viel zij in zwijm.
Zij maakten de boot los en door de top»
pen der golven gedragen hielden zij nu
recht op het strand aan, waar een twin
tigtal mannen in waterlaarzen en wollen
buizen een keten hadden gevormd door
elkander de hand te geven en zoo trokken
zij de boot aan wal.
Van alle kanten werden hun gelukwen-
scben gebracht, en de man die aan 't roer
had gezeten, riep uit, toen Salvé hem zwij
gend de hand drukte:
„'t Was een koen besluit, Noor, om zoo
te sturen maar 't had er bijna op geloopen
dat gij deu nacht op de bank hadt moeten
doorbrengen."
De uitnoodiging van hun redders om
van de gastvrijheid gebruik te maken, die
zij konden aanbieden, werd gretig aangeno
men door dc uitgehongerde bemanning van
het wraken zij volgden den stuurmau
Ib Mathisen cn zijn makkers door de dui-