PRIJSOPGAAF VAN WOLLEN GOEDEREN, zooals gnlMle Ie maaiden Inonsiis, SspiHfe bi Bclobor mrtriiplHai ziin in de tudgdst. G. A. DRIESSEH. UITVERKOOP B|j M. J. MANHEIM, MUZIEK TUINTJES, 2-cents sigaren, tm C. SE, luflgmïL WASOH-GRISTAL De Uonis eener vrouw. By de hooge standprijzen der Wol, niet alleen van inlandsche, maar van alle Wolsoorten en het groote verschil, daarin bij gepasseerd jaar, zoo is echter (DOOR BELANGRIJKS INKOOPEN gedurende de maanden December en Januari tot de alstoen nog oude prijzen van gefabriceerd goed) bovengenoemd Magazijn in staat niet tot verminderde prijzen maar tot de OUDE PRIJZEN zonder eenige verhooging gedurende deze drie maanden SOLIED goed te leveren. Lokaal «Koningskroon." Muziek voor den Dans j. VAN WILLIGEN. Haast u maar wat! MifldeBslraat, hoek Blomsteec, Helder. f5000 op No. 17367. »1000 17331. Het verschil in de Wolprijzen van Mei 1879 met Mei 1880, is volgens officiëelc berichten: Amerikaansche Wol gemiddeld 20; Duitsche Kunstwol 15; Engelsche Kamling 25; Australische Wol 20; Pransche Duvêts of afval 15; Inlandsche Wol 30 procent hooger. Uit deze Wolsoorten worden de Baaijen, Bevers, Duffels, Dekens, enz., hier te lande gefabriceerd, daarbg komt dat de verfloonen met 1 Febr. 11. gemiddeld met 20 procent verhoogd zgn. Het gevolg daarvan kan niet uitblgven, dat wanneer de oude Wol die voorradig was op de fabrieken, opgewerkt is, men tegen de nieuwe prijzen moet betalen of minder solled goed ontvangt; een successievelijke verbooging heeft bij de fabrikanten dezen Zomer reeds plaats gehad; tot de oude pryzen de voorradige gefabriceerde Wollen Goederen te verkoopen, kan het Magazijn DÈ TIJDGEEST nog doen, door deszelfs voorraadmaar tot verminderde prijzen bestaat geen^reden voor. Wit Katoen Flanel voor 0NDERHEMDEN, van af 10 tot 15 ets., naar gelang der breedte. Halfwol Flanel, van af 15 tot 70 ets. met 5 ets. verhoo- hooging voor ieder nummer, prachtige gelegenheidspartijen van 30, 35 en 40 ets. Gekeperde Flanel, van af 20 tot 60 ets. Gekleurde Flanellen voor Overhemden, in halfwollen gekeperde ruiten, a 25 ets. en yeheel wol, zwaar goed, van af 30 ets. 5/4 en 8/4 witte Lamsbaaien voor ondergoederen, in verschillende kwaliteiten. 5/4 roode en blauwe, zware Vriesbaaien, van af 60 ets. tot fl.30. 5/4 zware, grijze gekeperde Broeken Bever. 2els licht blauwe zwaar Baai, van af 40 ets en Vriesbaai, van af 50 ets., prachtige kwaliteiten (gelegenheidspartij), van af f1.~. Roode 2els Vriesbaai, van af 60 ets. Zware 2els grijze Bevers, van af 60 ets. Bruine mengel Bever, koopje, a f 1.Echte gekeperde grijze Bever, van f1.~. In Bevers is momenteel de uitgebreidste keuze in verschillende kwaliteiten en ruim twintig kleuren, tot in de fijnste soorten dagelijks uitgestald. Tilburger blauwe gekeperde Duffels, bijzonder zwaar en echte kleur, van af f 2.~ met 50 ets verhooging tot f 6.--. VOOR VISSCHERS: Echt blauw, zwaar KARSAAI en zwarte WOL en zware groene wollen OEKEKS, tot de oude prijzen; evenzon zullen alle Leidscbe wollen KINDER-, WIEG-, KREB-, BED- en LEDIKANTDEKENS tot de bepaalde oude prijzen, gedurende deze drie maanden geleverd worden. Zwarte wollen-DOEZEL, Zeis breedte, van af 50 ets., in de beste, zwaarste soorten. Zeis halfwollen KIELSTOFFEN, van af ZO cts. Grijze en bruine MOLTONS voor Kinderpakjes, van af 80 ets., Zeis breedte en zeer soliede. Zware, halfwollen BUKSKINGS, Zelsjpreedte, van af 60 ets. tot f 1.25, Zuiverwollen BUKSKINGS,; Zeis breedte, van af f 1.Z5 tot f3.--. BUKSKINGS voor Heeren-Gnstuines en Pantalons, in groote verscheidenheid, van at f Z.- tot f 5.-. Zwarte Engelsche LAKENS, van at f 1.- tot f 1.75. Zware Duitsche LAKENS, van af I Z.~ tot f 6.-. Zwarte TRICOTS en SATIN LAINES voor Heeren-Pantalons, van af f 2.75 tot f 0.--, enz. Zondag 15 Augustus Entree vrij Aanvang 7 nre. Entree en Dans vrij. J. F. VOLKERING. aan het HATEXPLEliV. Sorteering van zeer oude en belegen WIJNEN, tegen de meest conenrreerende prgzen, uitsluitend van de gerenommeerde Firma DOIJER PBUIMEBS te Zwolle. HOEK STEIGERSTEEG. Gegalvaniseerde ijzeren Eminers&Akers. zeer geurig en goed brandend. tegen verminderde prijzen. Kanaalweg. J. RINNER. KOOPJES OP NIEUW ONTVANGEN een prachtige collectie LAMPEN. Nacht- en Ganglampjes met ronde 1 branders vau af f 0.50 j Tafellampen1.40 Hanglampen >1.80 ld. op en neer schuivende 5.25 Op nieuw verbeterde Mitrailleuse- Branders fl.20. Verder alle huishoudelijke artikelen, tegen de concurreerendste prijzen. J. B. MASSEüS, t Langestraat C 119, Helder, zijn wederom gevallen in de ö303e Staats-LoGerij de kapi- Jtale prijzen van: En zijn bij hem weder voor de 304e Loterjj HEELE en GEDEEL TEN van LOTEN te bekomen. het uitmuutendste middel voor de behandeling der wasch. 25 Cent per 5 Ons. J. SN OOI J, Spoorstraat. HOOFDGRACHT, NIEUWEDIEP, Manden-, Blikwerk- en Schuierwinkel. ONTVANGEN Gegalvaniseerde pzeren WATER AKERS 60 Cent. Idem kleine WATEREMMERS 65 Cent. Idem groote 70 en 80 Cent. Verder alle soorten ijzeren, houten en rieten VOGELKOOIEN. op Zondag 15 Augustus. Aanvang ten 3 uur. E. KINDT. FEUILLETON. i.) Mevrouw Delbring; antwoordde niet. Zon der iets te xeggen stond zij op, en met het hoofd voorovergebogen ging ze eenige malen de kamer op en neer. Een eigenaardige glans straalde uit hare zachte oogen, en hare lippen hewogen zich onhoorbaar. Plot seling brak zij de stilte af, en zeide op rustigen toon: „Ik wil je wat vertellen, Linda, iets, dat ik nooit gedacht had iemand te zullen meedeelen, ten minste jou niet." Zij plaatste een zitbankje bij de sofa en ging bij het jonge meisje zitten, min of meer in de sehaduw. Linda richtte voor voor eene wijle haar hoofd op, dat zij, na hare hartstochtelijke ontboezeming, diep in het kussen verborgen had en zag hare moeder aan; het fijne, heldere gezichtje was bleeker dan gewoonlijk. „Vertel mama, ik luisterzei ze. „Vooraf echter eene vraag. Je waart nauwelijks de kinderschoenen ontwassen, toen je lieve vader het tijdelijke met het eeuwige verwisselde, maar toch verstandig genoeg om mij te kunnen antwoorden. Geloof je geloof je, dat je vader gelukkig geweest isP" Linda ondersteunde haar hoofd met de hand. Haar blik werd levendiger. „Hoe zoo?" „Gelukkig door mij Een zacht rood, dat de fijn besneden gelaatstrekken der moeder nog schooner maakte, vloog over haar gezicht. Wie zon hier aan kunnen twijfelen, mama? Was ik bovendien er niet bij tegenwoordig, toen pa n in- zijne laatste oogenblikken dankte voor al bet geluk, dat n hem steeds bereid hadt? Ik was nog wel jong, toen hij ons verliet, maar toch geen kind meer. En is het niet juist de herinnering aan uw harmonisch leven, die mij zoo warm doet gevoelen, wat ik—- verliezen moestP" Treurig liet zij haar hoofd weer op het kus sen zinken. „Laat ik dan mijn verhaal beginnen Je weet dat je vader zijne beide vrouwen uit Beieren heeft gehaald, en dikwijls heb ik het beklaagd, dat toevallige omstandig heden bij voortduring mijn wensch hebben verijdeld, je nogmaals naar mijn dierbaar vaderland te brengen, dat je slechts als kind éénmaal met mij bezoeken mocht. Ja mijn lief Beieren is rijk aan natuurschoon; waarheen je den voet ook zetten moogt, overal doen zich nieuwe behoorlijkheden voor je op: prachtige landschappen.wonderbaar heerlijke gebergten, blauwe, lachende meren. Reeds als kind had ik die natuur zóó lief, dat men mij meermalen uitlachte, wanneer er aan mijn uitbundigen lof over nl dat schoone, dat mijn hart in verrukking bracht, geen einde kwam. En daar ik er zoo veel van hield „buiten" te wezen, en niets mij beter van droeve gedachten bevrijden kon, dan bet bezoeken van schilderachtige landstreken, stelde mijne moeder, onmiddellijk na de bruiloft mijner eenige zuster, voor, een uitstapje te doen naar het Salzkam- mergoed. Ik was te dien tijde erg terneergedrukt. Het huis, ja, zelfs de gansche wereld scheen mij als uitgestorven, nadat je vader onze geliefde oudste had meegenomen. Eene her innering aan je werkelijke moeder, Lina, zal je stellig niet hebben; ze ging zoo vroeg van je heen! zóó vroeg, dat je mij haar naam gaaft, zonder van die verwisseling bewustzijn te hebben, maar je hebt over haar hooren spreken, je kent haar beeld, en kunt je dus eene voorstelling maken, welke leegte zij achterliet. Het was een van die zeldzame wezens, wier doen en laten louter liefde iswaar zij geweest was en verdween, daar scheen het zonlicht niet meer zoo helder te zijn als vroeger. Ik had haar boven allen lief gehad, en miste haar nu des te meer. Het werd mij bang to moede in de woning, die ze met hare beminnelijke tegenwoordigheid had vervuld; die alle3 bezielende stem, ik hoorde ze niet meer, en als een rusteloozc geest dwaalde ik door de verlaten kamers. Daarom ging mijne moeder met mij op reis, zoodra de gewone orde weer in de huishouding hersteld was, zon der over tijd of doel van ons uitstapje iets te bepalen. Niemand wachtte immers op onze terugkomst, en daar ik gaarne teeke- ningen maakte ndar de natuur, noodigden schoone punten ons dikwijls uit tot een langer verblijf. Zoo lieten wij ons dan ook reeds op den tweeden dag van onze reis overhalen, tot een tochtje naar Chiemmeer- Wij gingen per rijtuig naar Prien en wan delden toen verder naar den pever van het meer, om ons naar de eilanden te laten overzetten. Het was in de laatste dagen van Mei in een van die .zeldzame jaren, waarin deze maand werkelijk aanspraak had op den naam van bloeimaand. Bijna onafgebroken verrees dag aan dag aan den helderblau- weu hemel een goudeu zon, die geen ver zengend vuur, maar zegenrijke warmte naar beneden zond, en overal zooveel vruchtbaar heid en bloei verspreidde, als ik me ooit herinner aanschouwd te hebben. De vlier voornamelijk hing allerwcge in zulke zware trossen en verspreidde zulk een aangename» geur, dat ik rijn bloeitijd sedert niet meer scheiden kan van "de herinnering op 'dien dag. Het was nog vroeg in den morgen, toen wij ons hotel verlieten, De weg ging langs frisch groen, bladerrijke boom en en met bloemen getooide weiden. Neem me niet kwalijk, als ik ever alles uitvoeriger spreek, dan je wel noodig schijnt! Het zal je echter weldra duidelijk worden, hoe ge- gewichtig deze dag voor mijn volgend leven wérd, en de vroolijke, opgeruimde stemming waarin dit reisje mij bracht, was als het ware de kiem van alles, wat later zou opkomen. Nadat wij een roeier gpvonden hadden, die ons naar het Heereneiland kon brengen, stieten wij wel te moe van wal. Zóó op liet lichtgroene water te zwevenaan den eenen kant den door de zon beschenen en met blanke sneeuw bedekten bergrug, aan de andere zijde die lachende oever met zij ne vriendelijke buitenplaatseneen geheelen dag op de groene eilanden in 't vooruit zicht dat was voor mij een feest. Al was ook mijn verlangen naar mijne getrouwde zuster niet ingesluimerd, toch op dit oogen- blik waren alle treurige en sombere gedachten uit mijn ziel geweken. Onze veerman, had nog maar weinige riemslagen gedaan, of een geroep van den overkant noodzaakte ons om te kijken; we zagen een jongmensch met haastige schre den naderkomen. In zijn omhoog geheven hand fladderde een zakdoekhet wa3 dui delijk, dat hij od8 iets te zeggen of te vra gen had. In het eerst dachten wij, dat hij een onzer kennissen was; toen hij echter meer en meer naderbij kwam, bemerkten we dat we ons vergist hadden. Deze slanke gestalte, die zoo fier het hoofd omhoog hield, was ons geheel onbekend. Onze schipper had zijne schuit stilgehouden, en de woor den van den vreemdelihg klonken welluidend door de lucht: „Permitteeren de dames mij om ook gebruik te maken van de boot? Met alle mogelijke moeite heb ik cr geen machtig kunnen worden." Hij sprak de waarheid, en daar mijne moeder aanstonds een bevestigend teeken gaf, roeiden wij terug naar den kant. Juist toen de onbekende op het punt stond in de boot te springen, stiet een plotselinge windvlaag het vaar tuig wel een el van den wal. Onwille keurig ontsnapte mij een luiden gil, die echter niet uoodig geweest was, want onze man deed een sprong met zooveel tegen woordigheid van geest, dat hij goed en wel in het schuitje terecht kwam, ofschoon dit niet weinig in wiegelende beweging kwam. Hij groette ons beleefd en streek, vóór hij den hoed weer op het hoofd zette, met zijne lange vingers door bet donker golvende haar eu zeide dan, terwijl hij plaats nam, lachend tot den roeier: ,,'t Had weinig gescheeld of ik had een bad genomen." De schipper meesmuilde min of meer. „Och, dat had ook al niet gehinderd," zei h'i- „Zoo? Nu, als jij er ingevallen waart dat had mij ook niet gehinderd." De vroolijke toon, waarop deze woorden gewisseld werden, deelde zich als van zelf aan ons mee. Wij moesten lachen, en hoewel er gedurende de overvaart weinig belangrijks gesproken werd, amuseerden we ons toch buitengewoon. De kwinkslagen van den bekwamen schipper en de fijne op merkingen van onzen gast dede* óns meer malen in een schaterlach uitbarstenHoe gelukkig, hoe zalig voelde ik mij op dit tochtje, dat mij eigenlijk veel te kort duurde. Wij landden en ieder ging zijn eigen weg. De onze leidde naar het prachtige hoogwoud, dat ons met zijn jeugdige lente- tooi zeker langer geboeid zou hebben, had den niet reeds andere afspraken ons aan den tijd gebonden. Terwijl wij eindelijk onze schreden richtten langs het statige Benedictijnerklooster, met zijn heerlijk schoo ne wandeldreven, noodigde een lommerrijk plekje, dat een tooverachtig gezicht aanbood op liet meer en het gebergte, mij, uit daar een oogenblik te genieten. Ik liet mijne moeder vooruitgaan naar het dichtbij ge legen hotel en verzonk in die droomerijen, waarop ik mij altijd steelsgewijze vergastte, daar ze mij al zoovele spotternijen op den hals hadden gehaald. Toen ik eindelijk opstond en langzaam voortwandelde, zag ik reeds van verre onzen reismakker in druk gesprek met mijne moeder. Ik was weldra bij hen, en nn ver nam ik, dat hij verlof gevraagd had ons te vergezellen op onze vaart naar Fraueu- wörth. 't Verzoek was hem gereedelijk toe gestaan. Hij bleef natuurlijk van nu af aan in ons gezelschap. Op de tafel, waarbij mijne moeder stond, zag ik uaast den plaid van den vreemdeling een schetsboek open geslagen. Nieuwsgierig sloeg ik er een oogje in. Nauwelijks bemerkte hij dit, of hij reikte het mij met een vriendelijk lachje toe. Het blad, waarnaar ik zoo steels gewijze getuurd had, vertoonde een vluch tige, met groote nauwkeurigheid uitgevoerde schets van Frauenwörth dat daar zoo rustig sluimerend, te midden van het water, voor ons lag, als een kind in de wieg. Stil en rustig groette mij het kleine, groene eiland met zijn eeuwenoud klooster, dat van alle kanten door de zon beschenen werd; stiller ei rustiger nog die met grooten eenvoud en innigheid weergegeven afbeelding, waarvan mijn blik zich niet kon losmaken, want hier vond ik wat mij zelve niet gelukt was te bereiken. Het scheen mij onmogelijk hieromtrent mijne gedachten in woorden te brengen; ik zag slechts mijne moeder aan, die over mijn schouder naar de teekening keek. Onze oogen ont moetten elkaar en schenen te zeggen„Een kunstenaar!" Toen gingen we scheep naar Frauenwörth. Spoedig zaten we daar onder de linden. Wordt vervolgd. Snelpersdruk van C. DE BOER Jr«

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1880 | | pagina 4