MACHINAAL GESTIKTE KATOENEN DEKENS. BELGISCHE MOLTON EN PIQDE-DEKENS.
304e Staats-Loterij.
UITVERKOOP
MUZIEK TUINTJES
QollanDsclie IJzeren SporitMaatsclaiij.
EXTRA TREIR
Uitverkoop
BOTVISSCHERS,
Gedurende deze en i® volgende week uitgestald in Dl flliilü?»
VAN ALKMAAR NAAR HELDER,
De grootste sorteering in de®nieuwste®NAJAARS- en AVONDDOEKEN, tot prijzen beneden iedere
concurrentie, vindt men in DE TIJDGEEST.
Maandag 6 September.
Lokaal «Koningskroon."
Muziek voor den Dans
Haast u maar wat!
SCHROEFSTOOMBOOTDIENST
Niet goed bij 't hoofd.
Machinaal bewerkte KATOENEN of CHITSEN DEKENS zijn dit jaar voor het eerst in Nederland in den handel. Na behoorlijk onderzoek en proef
heeft het Magazijn De Tijdgeest besloten daarin geregeiden voorraad in alle afmetingen te nemen, en is in staat gedurende dit najaar tot onderstaande
prijzen te leveren.
DEELENS van Duitscli oix ZwitsersoU üatoen.
Wiegspreien, 17» bij VU a f 1.50. Eenpersoons Dekens, lang VU bij 2 el f 3.—. Groote eenpersoons, lang VU bij VU f 3.50. Tweepersoons Dekens,
lang 3 bij VU a f 4.— en 3 bij 27» a f 4.50. Groote tweepersoons, lang 37. bij 27» f 5.—. Ledekant-Dekens, lang 37. bij VU f 6.—, en buiten
gewoon groote, lang 37» bij 3 f 7.—. Fransche Cretonne Dekens in de prachtigste dessins en in verschillende afmetingen.
Het voordeel der machinaal gestikte Dekens boven de onde met de hand bewerkte is
Eerstens. Het boven- zoowel als het onderblad moet steeds van de soliedste grondstof gefabriceerd zijn, wegens de spanning in het stikraam.
Tweedens. De Katoen ter vulling moet steeds zniver zijn en gelijkmatig verdeeld over het geheele blad, wil de machine (door stoom gedreven) geregeld kunnen doorwerken.
Derdens. De bewerking of stikking is veel fraaier en regelmatiger dan zulks met de hand kan geschieden, en de Dekens zijn steeds gelijkvormig van maat.
Yierdens. De prijzen zijn door bijzondere overeenkomst en door belangrijke order volstrekt niet hooger als gepasseerd jaar.
Belgische witte Piqué WIEG-, BEO- en LEDIKANT-OVERSPREIEN met franjes. Wieg-Spreiën van af f I.OD en Ledikant-Spreien lang 4 bij 3 El van af f 3.50tot in de grootste afmetingen.
lUfni m ntTFliK ■r*iMire Siïjw eenpersoons, van af 50 Cts., in verschillende afmetingen. De groote blanke MOLTON DEKENS, van af f 1.75 tot f 2.50, munten uit
ITlUlj 1 Uli ilLiMiiiu door dubbele dikte en goede zuivere Katoen.
Ten kantore van M. A.
GRUNWALD, Ylootstraat,
Helder, zijn voor bovenge
noemde Loterjj weder
heele en gedeelten van Lnten
verkrijgbaar. Van een accurate ver
wisseling kan men verzekerd zijn.
Trekking der le klasse
Zondag 29 Augustus
Entree vrij Aanvang 7 ure.
Entree en Dans vrij. J. F. VOLKERING.
tegen verminderde prijzen.
Kanaalweg. J. RINNER.
KOOPJES
OP NIEU.W ONTVANGEN:
een prachtige collectie
LAMPEN.
Nacht- en Ganglampjes met ronde 1
branders van af f 0.50 I
Tafellampen 1.40
Hanglampon1.80
ld. op en neer schuivende 5.25
Op nieuw verbeterde Mitrailleuse-
Branders fl.20.
Verder alle huishoudelijke [artikelen,
tegen de CDncurreerendste* prijzen.
J. B. MASSEüS,
Miadeiislraat, koel Blomsteeg, Helfler.
t
op Zondag 29 Augustus.
Aanvang ten 3 nur.
E. KINDT.
Gedurende de maand September e. k. AFGIFTE VAN RETOUR
BILJETTEN tot veel verlaagde vracht.
VIER. DAGEN GELDIG.
Van\ienwediep naar Amsterdam le kaj. f 1.50, 2e kaj. f 1.—
Zand en Stolpen 1.25, 0.80
St. Maartensbrug en Burgerbrng 1.10, 0.70
Zijpersluis en Schoorldam 1.—, 0.60
Alkmaar en Spijkerboor 0.75, 0.50
op Zondag 29 Augustus 1880,
des avonds ten 12 uren, stoppende aan alle tusschen-
stations, ook te ZIJDEWIND en OUDESLUIS.
Trein 30 zal dien dag stoppen Ie OUDESLUIS en ZIJDEWIND.
Retonrbiljetten geldig. DE ADMINISTRATEUR.
Door den grooten voorraad gaan wjj
door met uitverkoopen van
MANUFACTUREN.
nog voorradig een partijtje 3-draads
V1SCHGAREN.
V :E5 E3 3ST,
Bassingracht, voor in de Viscbstraat.
Attentie 2 2
Het zwaarste bederf in Vloeren,
Plinten, enz. wordt door de onder-
geteekenden voor goed verdreven.
Yoor het verdrijven wordt ingestaan.
LTTITSB,
Timmerlieden, Koningstraat Nd. 483.
Werkplaats achter het postkantoor.
m~Zg bevelen zich tevens aan voor
alle voorkomende Timmerwerken,
tegen lage prijzen.
FEUILLETON.
2.)
Hümobi8ti8che Vertelling.
„Nu moet je verder dit weten, Johannes.
De dwaze menschen gingen nu overal uit
strooien, dat ze. krankzinnig was geworden,
door de slechte behandeling, die ze van
mijn besten broeder moest ondervinden. Is
dat nu echter mogelijk Is zoo iets denk
baar P Immers neen, en nog eens neen!
Er moet wat anders in haar zijn omgegaan;
van een beetje schoppen en slaan zal geen
schepsel ter wereld krankzinnig worden,
begrepen
Johannes knikte herhaalde malen met
het hoofd en schudde daarbij zoo duchtig
het glas met de salamanders, dat deze lustig
in de spiritus om elkander dansten.
„Dan moesten er een schep menschen
gek worden en de krankzinnigengestichten
overvol zijn," zei hij hartelijk lachende, „als
dat beetje schoppen en slaan het deed.
Kijk eens aan, meneer de dokter, dan had
je ten eerste de kwajongens, dan de rekru
ten en eindelijk het lieve vee! Wat blieft
u?"
„Goed begrepen, Johannes. Jij bent een
slimme vos. Kwam het dus niet van de
behandeling van mijn waarden broeder, den
advocaat, zoo moet er een andere oorzaak
gezocht worden voor haar ziekte, en wanneer
ze mij nu toegestaan hadden mijn schoon
zuster te openen, dan wisten we wat aan
leiding had gegeven tot haar krankzinnig
heid, nu echter weten we niets, be
grepen?"
Johannes knikte zoo vriendelijk mogelijk.
„Ziezoo," zei hij, terwijl hij het glazen vat
met de beide salamanders, die zich thans
steeds langzamer, men zou haast zeggen
plechstatiger om elkander bewogen, op een
der planken plaatste. „Zie zoo, die zijn nn
gepoetst en gew&sschen. En daar boven
dokter, ik ben er nog nooit geweest."
„Ik ook niet Johannes," antwoordde de
geleerde heer, met zijn beide handen inde
zakken van zijn broek, en zijn wijd geopende
oogen op de salamanders gericht, „ik
ook niet sedert haar dood, dus sedert bijna
twintig jaren. Daarboven is alles nog zoo
als het was op den dag harer begrafenis
- begrepen
„Verschrikkelijk!" lachte de bediende.
En hoe komt dat, meneer de dokter, als
ik vragen mag.'.
„Dat mag je. Dat kwam, omdat ik het
met de weduwe van mijn tweeden braven
broeder niet eens kon worden over de na
latenschap. Zij had vroeger veel geld
doorgebracht, en geraakte ten laatste in
benarde omstandigheden. Uit genade en
barmhartigheid heb ik toen haar Peter, een
echten slangel van acht jaren, bij mij in
huis genomen, en mij belast met zijne op
voeding. Ik liet den bengel goed onder
wijs gegeven, opdat hij later in de medi
cijnen kon studeeren, want dat weten wij,
Johannes, 't is nog het eenige vermakelijke
en aangename vak, dat een fatsoenlijk
mensch kan kiezen om carrière te maken.
En toch na den dood van mijn schoonzus
ter wilde ze waréinpel den ganschen boel
hebben. Dien gaf ik haar natuurlijk niet
begrepen?"
„Wel afgedriedekseldlachte de ama
nuensis, die inmiddels een opgezetten valk
van de planken had genomen, en hem lief
derijk met kamferspiritus bestreek.
„En daar ik niets wilde geven, van wat
er nagelaten was je begrijpt, het kwam
Sephi toe bleef alles onaangeroerd. En
zoo staat het nu nog als voor twintig
jaren; en 't zal verder zoo wel blijven
staan, want van reinigen kan van haar
kant geen sprake zijn, en weggeven doe
ik het nooit."
„En die strop van een jongen hoe
heette hij ook weer P"
„Hendrik, Hendrik Macht was zijn naam.
Ongeveer tien jaren geleden verliet hij
stilletjes het huis, hij luisterde nergens naar
en had geen lust in de studie voor de
medicijnen," vervolgde de dokter.
„Niet dat ik hem weggejaagd heb
de hemel beware mij. Ik was wel een
beetje boos op hem, omdat hij nooit deed
wat ik verkoos. Nu viel mij op zekeren
dag, dat hij me weer uit mijn humeur had
gebracht, een laarzenknecht uit dc hand,
die toevallig op zijn hoofd terecht kwam.
Hij kreeg een geduchte neusbloeding, dat
herinner ik mij nog; ook had hij een
wonde aan zijn hoofd, geloof ik. Toen is
hij den daarop volgenden nacht een beetje
gaan wandelen, en tot nu toe nog niet
teruggekomen, ofschoon zijn kamer boven
nog voor hem in orde is, net zoo als bij
zijn vertrek. Maar, wat zou ik beginnen,
of ik zocht, hij kwam immers toch niet
begrepen?"
„Vreemd!" zei Johannes, en lachte maar
aanhoudend door, totdat hij den valk weer
op zijn plaats zette. „Zie zoo! die is ook
klaar."
„Maar ik begrijp niet, waar ze nn weer
mag blijven. De klok wijst half acht en
nog heb ik mijn avondeten niet. Dat is
toch wel wat erg!" riep de dokter, ter
wijl hij de schort afdeed en zijn jas aan
trok. „Ik zal ze zelf nit den tuin moeten
halen. Ach hemelvoer hij voort, uit
het venster ziende, „daar komt ze aan;
pas nu eens op, Johannes. Let nu
eens goed op haar, begrepen P"
„Ja, meneer de dokter," antwoordde de
bediende en poetste ijverig een vlasvink
met olie.
„Siphi, Sephi!" riep de oom, „kom toch
in huis, kindlief!"
„Ja, oompje
Zij trad de kamer binnen. Oom dreigde
haar met den vinger en Johannes lachte.
„Waar zit je toch, Sephi? 't Is al half
acht en nog heb ik mijn souper niet."
„Ach lieve, goede, beste oom!" riep ze
heftig en bukte zich, terwijl ze zijn beide
handen nam en er een zoen op drukte.
,,'k Zal 't niet weer doen maar wees
nn ook niet boos. Neen, niet boos
wezen oom!"
Zij zag hem vragend aan, maar voor zijn
doordringenden blik sloeg ze de oogen neer.
„Wat gloei je, kind! Je hebt koorts en
niet een klein beetje. Wat moest je in den
tuin doen? Je hebt zeker te diep gebukt
bij het opbinden van de rozen. Je oogen
branden: heb je hoofdpijnP"
Sephi was plotseling bleek geworden.
„Ja oom, ik weet niet ik geloof wer
kelijk, dat ik hoofdpijn heb. Ook ben ik
zeer heet 't is ook zoo warm buiten. Maar
maak n niet bezorgd oompjelief!" stotterde
ze op verlegen toon.
„En waar doet je hoofd zeer, Sephi Hier
boven, niet waar?"
„Ja oom, daar boven."
„Heb je soms ook last van duizelingen
en hartkloppingen P Je pols slaat dan
verbazend snel."
,Ja oom, zoo soms duizelt het mij wel,
en menigmaal klopt mijn hart zeer hevig."
,Neem je in acht kind, wat ik je bidden
g. Ja, ja, je moet je bepaald in acht
nemen," zei de dokter, terwijl hij haar
zachtkens de wangen streelde. „Ga naar
boven op je kamer, nog beter, ga naar bed;
Johannes zal wel zorgen dat ik thee krijg.
Nn, slaap wel."
Sephi kuste zijn hand en sprong haastig
de kamer nit.
De dokter staarde haar na.
„Nu Johannes," ging hij na een poos
voort, „zei ik het niet? daar gaat wat
haar om. Hoofdpijn, duizelingen, koorts,
hartkloppingen, dat plotselinge blozen eu
verbleken, die brandende heete lippen, die
onrust, die gejaagdheid begrepen
„Treurig," lachte de knecht, terwijl hij
den vink op zijne plaats zette.
„Hm, hmhet begint zich te ontwikkelen.
Arm kind! De ziekte van hare moeder,
dezelfde verschijnselenO, waarom mocht
ik mijn schoonzuster niet openen! 't Is
ongehoord! Maar de dochter zal mij niet
ontgaan. Sephi moet bij mij in huis blijven
bier krankzinnig worden hier sterven,
riep hij, en wreef zich genotvol en verge
noegd de handen, 't Is bewezendie ziekte
erft over, en zij is op dit oogenblik in het
eerste tijdperk van geestverzwakking
begrepen
„Begrepen!" riep Johannes.
„Maar, luister thans eens goed, jongen!
juister eens goed. Laat dat werk nn maar
staan. Maak eerst, dat ik thee krijg, en
ga dan naar boven. Ik moet daar meer van
weten. Door de deur zal je kannen gewaar
worden, wat ze uitvoert, en hoe zo zich
gedraagt. Ze moet zich wel op de eene of
andere wijze zonderling voordoen. Ik kan
niet zoo goed meer zien, anders zon ik me
zelf met dat spionneeren belasten. En mor
gen kom je me van alles een uitvoerig
rapport brengen. Begrepen
„Heel goedlnchte de dienaar.
Nadat de dokter zorgvuldig het vensterluik
had gesloteu, verliet hij de kamer en draaide
de deur op slot.
II.
Den volgenden morgen zat de hooggeleerde
heer in zijn studeervertrek tusschen groote
stapels boeken en koperen platen. Gewapend
met de loupe en dc fijnste instrumenten,
was hij bezig den angel eener wesp te
ontleden en te bestudeeren, over welks same-
stelling hij een hoogst belangrijke verhande
ling maakte. Maar, in weerwil van den
overgrooten ijver, waarmee de pen over het
papier vloog, zag hij zoo nn en dan toch
onrustig en gespannen ever zijn bril heen
naar de deur, alsof hij van daar iets bijzon
ders verwachte, wat hem op dit oogenblik
even zoo veel belang kon inboezemen, als
zijn natuurkundige proeven.
Eindelijk daar hoorde hij iets. Johannes
opende de deur op een kier, stak er zijn
mager gezicht door en gluurde lachende en
tegelijk vragende in de kamer.
„Kom binnen, mijn jongen! Kom binnen!
Ik zit al lang met smart op je te wachten,"
riep de dokter. „Nu, wat voor nieuws is
er? Wat heb je gisteren gezien P"
De waardige bediende lachte en schudde
zijn hoofd.
.,'t Is erg, dokter, erg! Ja,'t ziet er naar
met onze Sephi nit."
„Nu spreek, jongenVertel nje allesik
kan 't mij heel goed voorstellen."
„Ja, ziet n, ik ben dan naar boven gegaan,
en heb dicht bij de deur post geeat. Het
was 's avonds tien uur. Door het sleutelgat
kon ik haar geheele kamer goed opnemen,
want de maan scheen zóó helder 'twas
net of er een lantaarn bij haar brandde. Zij
had het venster open gezet, zeker omdat
het zoo drukkend heet was. Ze zuchtte ver
schrikkelijk, ook had ze wat in de hand,
dokter."
„Wat had ze in de hand, Johannes."
„Ja, zoo dacht ik ook, meneer. Wat heeft
ze toch in de hand, dacht ik. 't Was zoo
iets verschrikkelijks 't leek wel wat, neen
ik weet niet, waar het op leekeeret
meende ik, dat het een van de opgezette
vogels was. Maar neen, een vogel was het
geloof ik nietvan een viervoetig beest
had het ook niets; 't zag er rnig nit, pre
cies als een bosje stroo. Gek, erg gek. En
toch leek het weer zeer verdord, nist als
of het verlepte bloemen waren eu dat
zullen het wel geweest zijn; ik zou
haast denken dat het een verdorde ruiker
was."
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.