Twee moeders. Markt-Berichten. i Uit alles blijkt dat de moordenaar aller- j'nauwkeurigst met 't door hem gekozen terrein bekend is geweest. f De degenstok, waarmee De Jongh zijn jeugdig slachtoffer heeft vermoord, is ook heden nog niet gevonden. Het plan bestaat mu om het gedeelte van de sloot, door den ^beklaagde aangewezen, uit te malen. Tèn overvloede heeft men De Jongh heden nogmaals op dit punt ondervraagd. iHij heeft volgehouden de juiste plek te ..hebben aangewezen. De stok, zeide hij, indreef met den knop, waaraan de dolk be vestigd is, nog eenige oogenblikken boven, r Ik bleef toen nog even wachten; toen be- gon 't water te borrelen, waarna de stok i j in de diepte zonk. De merkwaardige stoutmoedigheid van W. M. de Jongh na het plegen van den 1moordaanslag heeft er veel toe bijgedragen, dat men op hem niet het minste vermoeden .'had. Zoo keerde hij op Zaterdag 2 Octo- 1ber 's namiddags per Centraalspoor uit 1 Harderwijk terug, stapte te Amersfoort te 11.55 uur even uit den trein, liep aldaar over het perron, hetgeen de stationsbeambten, wat zijn gelijkenis met het signalement i betrof, opmerkten; doch toen dezen hem 'j terstond weder zagen plaats nemen in een waggon, waarin toevallig N. B. vier rijks- i veldwachters zaten, veronderstelde men natuurlijk, dat hij de schuldige wel niet r zou zijn. f De heer J. A. De Bergh deelt het vol- gende aan de N. R. Ct. mede: Ter aanvulling van mijn stuk, voorko- mende in het Weekblad voor Nederland J' „De Amsterdammer" van heden, kan on- derstaande strekken, om mij te versterken j in het vermoeden aan bestaande medeplich- i) tigheid van anderen in zake den moord, i Toen de Jongh om ongeveer half vier op de brug over den dierentuin reed, gaf hij met een witten zakdoek uit het geopend venster een signaal in de richting van dien tuin. Een heer, die door zyn ongunstig uiterlijk en schuchter rondzien de aandacht van mijn zegsman trok, stond binnen het hek van den dierentuin, en volgde wau- trouwend om zich heen ziende, het rijtuig j waar De J. inzat. Toen hij zich opgemerkt zag, wendde hij zich af naar de richting l der Zebra's, en nu eens zijn gelaat ver- bergende achter een groote hand, waarvan 't de vingers met gouden ringen bezet waren, idan weer, omdat mijn zegsman hem volgde en vóór hem staan bleef, het ander gedeelte van zijn gezicht masqueerende achter een witten zakdoek. Over een grasperk loopende, - staarde hij steeds in de richting van het rijtuig en verloor het geen enkel oogenblik uit het oog, toen het voor de school van Marius had stil gehouden en hij Marius 1 kon zien instappen en wegrijden. Ook 1 spoedig, volgens den heer die mij deze in- 1 lichting gaf, verdween hij uit den tuin niet door het hoofdhek, maar denkelijk achter de directeurswoning of het hulphek heen. Ofschoon nu deze mededeeling op zich 1 zelf reeds zeer merkwaardig is, en mede- plichtigheidsvermoeden bijna tot zekerheid maakt, verdient het vooral opmerkzaamheid, dat één uur zeven en dertig minuten daar na, (om 5.17) door den heer H. op de Beeklaan, niet zeer ver van de moordplek, een heer wachtende gevonden werd 1 wiens signalement overeenkomt met den persoon uit den. dierentuinen 't is dus niet onwaarschijnlijk dat deze uit den tuin zich in de richting van Dekkersduin heeft begeven, om een oog in 't zeil te houden. Het trof me jl. "Vrijdag 5 uur nog al c sterk, dat wederom een vreemd heer, naast I mij zittende op de bank voor 't „Gouden Hoofd", en ook met dit signalement over- cenkomende, tot zijn ringen toe, het zoo druk had over den moord en over mede- plichtigen sprak, terwijl hij, door een voor- bijganger mijn naam hoorende noemen, als een pijl uit een boog verdween. t Intusschen wilde het toeval dat hij, naast mij zittende, iemand uit Leiden, dien ik ook kende, had gegroet. Ik vernam dus i spoedig den naam van dezen vreemden heer en ofschoon hij de braafste man der wereld zijn kan, meende ik toch van het een en ander kennis te moeten geven aan den inspecteur van politie van Dunge, waarbij ik een in duplo en door hem voor afschrift onderteekende verklaring opstelde i ten 5 uur 20 minuten. Het vreemde gedrag van den man, die met mij pratende, op het hooren van mijn naam zijn borrel in den steek liet, wettigde, dunkt mij, volkomen den stap dien ik deed. Ieder moet in deze zaak een spion zijn- dat wil zeggen opmerken en gadeslaan om zich heen. De Londensche Standard wijdt een hoofd artikel aan den Haagschen moord, en her innert daarbij aan de ontvoering, nu eenige jaren geleden, van den jeugdigen Charley Ross, die nimmer terecht is gekomen. Het van de ouders gevraagde losgeld werd niet betaald, Charley kwam niet terug en de ontvoerders zijn dood. Twee beruchte boos doeners werden doodgeschoten (ongeveer een 'jaar na de ontvoering van het kind) bij een poging tot inbraak. Een hunner bekende stervende medeplichtige te zijn ge weest aan de ontvoering van Charley Ross, en voegde er aan toe dat zijn collega ai- leen wist waar de knaap zich bevond. De ellendeling, die de wetenschap had, was dadelijk aan de bekomen wonden overleden; hij sprak niet meer en Charley Ross is vermoedelijk den hongerdood gestorven. Al gemeen was toen het gevoelen, dat zij, die wel wisten dat de heer Ross geen vermogend man was, de hoop hadden, dat het losgeld door een openbare inschrijving zou worden gevonden. Dit zou dan een uitmuntend an tecedent zijn geweest, b. v. voor de op lichting van een kind van een of ander millionair. Een poging, om een kind van den rijken Yanderbilt te ontvoeren, zou inderdaad al reeds zijn beproefd. Te Londen viel, twintig jaar geleden, iets dergelijks voor. Twee mannen vroegen den knaap, die hun paard voor den wagen had vastgehouden, toen zij een herberg waren binnengetreden, of hij een eindje wilde meerijden. De knaap ging meê en anderhalf jaar later werd zijn lijk in de nabuurschap gevonden. Dit kind was door ontbering omgekomen en vreeselijk geslagen bovendien. De aanleiding tot deze misdaad is nimmer bekend geworden. Geld was niet gevraagd. Yoorts herrinnert het blad aan Kasper Hauser, de vondeling van Neurenberg, die ongetwijfeld als kind gestolen werd, en na jaren gevangenschap plotseling, een idioot gelijk, op de mark te Neurenberg verscheen. Al de onderstellingen, al de onderzoekingen hielden op na den tragischen dood van Kasper; toen was er geen mogelijkheid meer om achter de waarheid te komen. Ontvoering is in Europa een zeldzaam voorkomende misdaad. De Grieksche ban dieten trachten .nog wel op deze wijze een som gelds machtig te worden, maar in beschaafde landen met een geregeld be stuur is 't een hoogst zeldzaam feit. Nu het zich heeft voorgedaan, waarschuwt de Standard alle ouders, ook in Engeland, een bijzonder wakend oog over hunne kin deren te houden, want 't is van algemeene bekendheid, dat een misdaad, waarover een bijzonder, een geheimzinnig waas ligt, meestal wordt nagebootst. li Een Rampzalige Moeder. (Overgenomen uit het Dagbl. van Zuid- Hollanden sGravenhagevan 7 Oct.) Wanneer men over eenige jaren de ge- schiedrollen onzer Nederlandsche crimineele rechtpleging zal openslaan en er dan onder de gepleegde misdaden van 1880, in den ons bekenden kouden stijl, vindt opgetee- kend den moord op een aanvalligen 13ja- rigen knaap, gelijk Marius Bogaardt er een geweest moet zijn, ook dan nog zal die af grijselijke misdaad, zooals ze hier iu het duin bij den Haag op parelen in de oogen van hen, wier aandacht alsdan op dat bloe dig feit mogt worden gevestigd. Noch de tijd, die anders zooveel vermag, noch ook de wil om gebeurtenissen als deze, uit een wijsgeerig oogpunt, en gros te beschouwen, zullen hier vermoedelijk later vermogend genoeg blijken, om de wreede kanten van dien diabolischen moord wat af te ronden en te temperen; hij zal voortleven in de traditiën onzer crimineele geschiedenis, met alles wat er meê in ver band staat. Ja! wij houden ons overtuigd, dat de af schuw van het feit zóó sterk en zóó diep heeft aangeslagen in het rechtsbegrip het humaniteitsgevoel van het Neder landsche volk, dat de herinnering daaraan zal voortleven van tijdgenoot tot nakome lingschap om aan te wijzen, tot w e 1 k e diepte ook het zedelijk wezen, naar Gods beeld geschapen, kan zinken, zoodra slechts booze driften een hoogte bereiken, waarop de goede machteloos blijken haar krachten te openbaren en waarvan Het Haagsche duin op 23 Sept. 11. ons de gevolgei aanschouwen. Terwijl wij dit schrijven staart ons oog op het portret van Willem Marianus de Jongh, door wiens hand den 23n Sept. 1880 het slachtoffer in het Haagsche duin gevallen is. Onze overpeinzingen, daarbij gerezen, verliezen zich in een doolhof van beschouwingen, waarbij het verstand niet zelden weigert zijn functiën te verrichten, en het raadselachtige in 's menschen natuur nooit ophoudt raadselachtig te blijven, om andermaal het oog te vestigen op het af beeldsel van den 24jarigen man, die geheel de beschaafde wereld wist te doen trillen en beven door de boosheid, die het beter- i k in den mensch wist doen zwijgen. Wij verstaan noch de schedelleer, noch de gelaatkunde van een Lavater en der- gelijken, en zijn dan ook op dat gebied en in alles wat daarmede in verband staat, volslagen leeken en vreemdelingen. Ons dus volgens zekere regelen reken schap te geren van een oordeel of indruk, wanneer wij het oog schier blind staren bij de aanschouwing van den afdruk van het gelaat van Willem Marianus de Jongh, zie daar wat ons met den besten wil ter wereld niet mogelijk is. Maar wat we ook poogden te ontdekkente vergeefs zochten wij naar sporen, die ons recht gaven, tot den lust bij dien ongeluk kige en rampzalige in daden van wreedheid en moord te besluitente vergeefs beproef den wij op dat gelaat een gids te vinden, die ons een steunpunt aanwees, van waar toch de oorsprong mogt worden verklaard of slechts gegist kon worden van zooveel boosheid, als zelfs in de voorraadschuur van madama Tussaud te Londen niet wordt gevonden, waaneer men leest van zooveel cynischen zia als doorstraalt in hetgeen aan de ongelukkige ouders van den jeugdigen Marius kon worden geschreven, en helaas aan den avond van 23 Sept. 11. door de familie Bogaardt moest worden gelezen. Och daar te Londen vindt men in de galerij der misdadigers, aan Mme Tussaud's wassenbeelden gelaatstrekken toebedeeld, die het menschelijk oog misleiden en bedriegen. Men ziet het, maar houdt op het zich te willen verklaren. Och daar schuilen achter het beminnelijkst gelaat van zooveel mannen en vrouwen driften, die voor de ontzet- tendste misdaden eenmaal niet terugdeinsden. Och déar ziet zich de menschelijke ver beelding geworpen in een doolhof, waarin het een onmogelijkheid wordt, zich het raadsel te verklaren, waarom de zonde zich zoo bij voorkeur van de bedriegelijkste en schoonste maskers bedient, om haar misdaden te verbergen. Maar wat men er ook zoeke, te vergeefs vindt men er een exemplaar, wiens gelaat zoozeer in tegenspraak is met hetgeen hoofd en hand vermochtenals dat van Willem Marianus de Jongh. Bedriegen wij ons immers niet, en is het portret van de Jongh ons juist teruggegeven, dan zetelen daarop geen wreedheid en moordlust, maar wel slaperigheid en een neiging tot droomen en melancholie, die in elk geval het bezit van duivelen-boosheid niet schijnen toe te laten. Noch oog, noch neus, noch mond immers vertoonen ons trekken, die vrijheid geven, aan verschrikkelijke driften te denkeu, met even ontzettende bedoelingen. Moge het oor al groot schijnen, er ligt in dat gelaat niet» zéó afwijkende, om daaruit het bestaan van zielsgebreken te verklaren, als waaraan hier de misdadige man bleek onderhevig te zijn, en waarvan thans hier de rede is. Maar wij leggen den photographischen afdruk ter zijde om ons te verplaatsen in de binnenvertrekken van hen wier ouder hart zoo bloedig gewond en wier levens geluk zoo voor altijd verwoest is. Omen moet kinderen bezitten, men moet kinderen liefhebben, men moet kinderen hebben ver zorgd en opgevoed, om te weten wat het zegt, een eenigen zoon, de kroon, de hoop en den glans van het geslacht, te zien vallen door de hand eens moordenaars, wiens ooreu sléchts luisteren naar den klank van ons zilver en wiens oogen slechts blikten naar den glans en het bezit van ons goud! IJsselijk ontwaken! Hoeveel wenschen verwoestHoeveel hoop ver nietigd! Hoeveel jammer en wee uitgestort ter plaatse waar nog kort geleden zooveel geluk en zegen hun glans verspreidden Arme, zwaar beproefde ouders! Houd moed! Het hoofd omhoogHet hart naar boven Om ten laatste uw bitter lijden eens te vergelijken met dat van die arme, van die diep rampzalige weduwe en moeder, die óók een zoon heeft en die zich een gelukkige zou oordeelen, indien het.haar gegeve ware, tranen te storten als de uwe, te bidden gelijk gij, en te knielen bij haar kind, zooals het u, helaas gegeven werd bij de zerk, die uw lieven Marius dekt. Welk een verschil tusechen haar lijden en het uwe, hoe aandoenlijk en treffend dan ook! Onze verbeelding drijft ons naar de woning van die ongelukkige moeder, zoo ten volle gerechtigd om op harten vol medelijden en liefde een beroep te doen. - Dat beroep is bij ons geen vergeefsch be roep. Na den dood van den echtgenoot torschten haar schouders wellicht alleen den last van haar leven. Zij alléén stond voor den plicht der opvoeding van haar kinderen. Zij alléén aanschouwde de vruchten van haar arbeid, die, wellicht niet zelden met dc tranen der weduwe is doorweekt, door het gebed der moeder is mogelijk gemaakt en eindelijk zich aan de dankbare vrouw een rustpunt beloofde, vanwaar het moederlijk weduwoog ten laatste met welgevallen zou kunnen neerzien op den zegen van een taak, die haar zoo dikwijls niet mogelijk scheen vervuld te kunnen worden, en nog- tans door haar vervuld is. Treffenden niet te beschrijven ontwaken Zwaar beproefde weduweVerpletterde moeder! Hebt gij daarvoor zoo geleden, zoo gebeden en gearbeid P Moesten aldus in uw Willem Marianus Uw moederzorgen worden beloond? Was het daarvoor, dat gij de schatten van uw hart hebt geopen baard, en nooit ophieldt voor het geluk uwer kinderen biddende Gods hulp in te roepen en aan Hem uw offers te brengen P Wij zwijgen op die vragen en aan schouwen slechts uw lijden. Wij zien al léén uw tranen vloeien en wij buigen het hoofd bij een smart, die op deze oogen blikken voor troost niet toegankelijk is of kan zijn, maar geëerbiedigd en begrepen zal worden door allen, die weten, wat aan den kinderzegen blijft vastgekoopt, en nooit aan de moeder zullen wijten wat door de zoon werd misdreven. Ook tot udus, zwaar getroffen weduwe en moeder, de bedeHoud moed en moge de liefde van God en van menschen u nabij zijn en blijven in die mate dat aan allen het bewijs worde geopenbaard dat de humaniteiteleer der 19e eeuw voor al dan haar roeping begrijpt, wanneer zij betordelijk is om de Christelijke liefde haar verheven plichten en roeping te doen betrachten. Men had haar liev'üng weggevoerd Naar 't duin, en 't kind van dertien jaren Daar hand en voeten saamgesnoerd Toen heeft de grootste der barbaren Zijn weerloos offer 't hart doorboord, Het schuld'loos jongsken wreed vermoord, Ondanks zijn kermen en zijn smeeken; Nog gruwt van zulk een snood bestaan In Neerland Vorst en onderdaan, Nog hoort men ieder er van spreken. Beklaagde men het arme kind, Dat zulk een droevig eind moest vinden Den knaap, door de ouders zoo bemind, Geliefd bij makkers en bij vrinden, Meer nog beklaagde men de vrouw, De droeve moeder in heur rouw, Elk trachtte haar zijn troost te wijden; Het hart van Vorst en onderdaan, Met haar ontzettend wee begaan, Gevoelde 't innigst medelijden. Maar bitterder treurt ginds een vrouw! Ook zij is moeder, ook zij minde, Ook zij versmacht in diepen rouw, Omdat heur Zoon, de wreede ontzinde, Een knaapje gruwzaam heeft vermoord; Voor eeuwig is haar vreugd verstoord. Hij heeft met schand haar overladen. Zij treurt omdat het monster leeft, Dat aan haar borst gesluimerd heeft, Lang voor het dacht aan booze daden. Hij leerde eens bidden op haar schoot En speelde schuld'loos aan haar voeten; Nu,... God heur lijden is zoo groot!... Nu moet hij voor zijn moordlust boeten. Hoe vrees'lijk diep die Zoon ook zonk, Dien zij eenmaal het leven schonk, Zij blijft hem toch haar tranen wijden. Veracht daarom die moeder niet, Heb deernis met heur zielsverdriet En schenk ook haar uw medelijden. W. M. Tz. Stoomvaart-Berichten. Het stoomschip Celebes, van Amsterdam naar Batavia, is Zaterdag te Napels aange komen en heeft de reis voortgezet. Het stoomschip Conrad, 28 Augustus van IJmuiden vertrokken, is 8 October te Batavia aangekomen. Het stoomschip Voorwaarts is op 9 dezer van Batavia naar Amsterdam vertrokken, via Marseille. Het stoomschip Koning der Nederlanden, van Amsterdam naar Batavia, is 10 dezer te Southampton aangekomen. Alkmaar, 8 Oct. Kleine kaas f 43, Com missie f él. Middelbare f 42.50. Laagste prijs f 18, aangevoerd 445 st., wegende 91458 Ter Graanmarkt aangevoerd 3846 heet. Tarwe f 9 a 10.25. Rogge f 8.50 a 9.10. Gerst f5.50 a 6.25. Idem Chevalier f7 a 7.50. Haver f 3.25 a 5. Paardenboonen f 7.25 a 7.75. Bruine dito f 11.50 a 14. Kanarie zaad f9.25 11. Rood Mosterdzaad f 14 a 18.50. Geel dito f 14 a 15. Karweizaad f 13,25 a 14.50. Erwten: groene f 9,50 a 16. Grauwe f 12.50 a 17. Vale f 9 a 14. 9 Oct. Aangevoerd 7 Paarden f70 a 200. 15 Koeien f 90 a 220. 10 nuckt. Kalveren f 2.50 a 19. 406 Schapen f 10 18. 109 magere Varkens f 16 a 22. 303 Biggen f8 a 11. 10 Bokken en Geiten f 4 a 10, Boter f 0.90 a 1 per kop. Alkmaar. 11 Oct. Ter veemarkt werden verkocht 78 vette Kalveren f 40 a 95.1144 schapen f 18 a 38, 65 vette Varkens 52 a 66 c. per kilo, magere f 16 a 18. Purmerende, 11 Oct. (per tel.) Op de groote najaarsmarkt, heden hier gehouden, warea 2859 stuks vee aangevoerd. De handel was vlug en de prijzen zijn hoog. Burgerlijke feland Helder. Tm 8 12 0et. 1880. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. BEVALLENK. Oudkerk, geb. van Tijn D. H. Uiterwijk, geb. Sickman D. A. C. Cambier, geb, Nierstrasz Z. E. Kries geb. de Bunje Z. H. Hardebol, geb. Keïjer Z. OVERLEDEN: N. Bierenbroodspot 6 j. R. B. Smit 2 j. M. J. M; J. D. Kluist 3 j' Een levenloos aangegeven. V isscherij -Berichten. Zaterdag de geheele vloot binnen, voor 't eerst van dit seizoen Schelvisch aangebracht. Schelvisch en Tong per stuk 75 tot 80 Ct. 11 Oct. De schuiten binnen met schel visch, per 100 f31 tot f20. Rog per stuk 61 Ct. 12 Oct. Eenige schuiten van Terschel ling binnen met veel Schelvisch, per 100 f 25.50 tot f 21.50. Hier uit zee aangebrachte Schelvisch per 100 f 30. Rog per. stuk 70 tot 72 Ct. Vervolg der Berichten. Naar wij vernemen is deheer J. Spanjaard, inspecteur van het loods wezen alhier, overgeplaatst naar het 6e district (Ylissingen) en tevens be last met de betrekhing van Ned. per manent commissaris voor het gemeen schappelijk toezicht over de betonning en bebakening, en over de loodsdien- sten op de Schelde. De heer J. C. de Ruijtor de Wildt, voor eenige dagen geleden benoemd tot inspecteur van het loodswezen te Delfzijl, zal in de plaats van den heer Spanjaard als zoodanig alhier worden geplaatst. De ruime opbrengst, na aftrek van de onkosten, der jongst gegeven tooneelvoorstelling door de Vereeni- ging Ontwaakt bij Tijds", ten be hoeve der wed. Leder, heeft opge bracht de belangrijke som van f 201,05. In de laatste paar dagen zijn hier circa dertig groote zeilschepen met hout binnengekomen, welke allen hier hunne lading moeten lossen. Texel, 12 October Moge 't wild dit jaar niet menig vuldig zijn op ons eiland, toch zijn er nog al vrij wat hazen. Een gezelschap jagers van elders schoot er in een paar dagen vijftien, benevens eenig klein wild. Oosterend. 11 October: Met genoegen vermelden wij, dat onze voormalige dorpsgenoot, de heer E. Hillenius, thans onderwijzer aan de Normaalschool te Terschelling, dezer dagen met gunstig gevolg examen heeft gedaan als hoofdonderwijzer. Het totaal der tweede jaarcollec te voor de scholen met den Bijbel bedraagt op dit oogenblik f 77,893,68'. De laatste lijst zal tegen het einde van December worden bekend gemaakt. Een timmermansgezel viel dezer dagen in een huis te Amsterdam van niet minder dan 5 verdiepingen. De jongman viel nog wel op een steenhoop nederstond op, wreef de pijnlijke leden en liep vervolgens op een draf naar het gasthuis om zich aau het hoofd te laten verbinden. De geluks vogel bleek bij. deu val vau die ont zettende boogte slechts een kneuzing aan het hoofd te hebben beloopen. De pogingen om de bij Kampen gezonken stoomboot „de IJsel" te lichten mislukten tot nog toe, ofschoon reeds f 5000 onkosten werden gemaakt. Een duiker zal thans eerst onderzoeken of de boot nog wel meer moeite en kosten waard is. Zoo niet, dan wordt het werk gestaakt en de boot aan haar graf in de golven overgelaten. De wond, door een vrouw te Assen in een twist haren man toe gebracht, moet zeer gevaarlijk zijn Dezer dagen had te Leeuwarden het volgend ergerlijk tooneel plaats. Een vader had zijn tienjarig zoontje genoodzaakt een met steenen zwaar beladen handkar te helpen voorttrek ken, doch daar het kind die kar naar den zin van den vader niet vlug genoeg kon wegtrekken, gaf hij het zulke hevige schoppen en slagen, dat de sporen daarvan later nog op het lichaam zichtbaar waren. De po-^ litie maakte spoedig aan dit tooneel een einde en tegen den ontaarden vader proces-verbaal op, zoowel wegens moedwillige mishandeling als wegens overtreding van de wet, houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderen. In een steenkolenmijn nabij Kattowitz heeft eene doorbraak plaats gehad, waarbij 14 werklieden zijn verdronken. Bij de afzending van dit bericht waren er nog 14 in de mijn, en bestond er weinig vooruitzicht dat deze konden worden gered. In een Duitsch blad wordt gemeld dat een Amerikaan octrooi heeft aangevraagd als regenfabrikant. Daar de handige man opgemerkt heeft dat na groote veldslagen gewoonlijk veel regen valt, veroorzaakt door de samenpersing der dampkringslucht tengevolge van het schieten, meent hij het in zijne macht te hebbenden waterdamp naar verkiezing boven een bepaalde plaats saam te trekken. Men kan zich jaarljjks abonneeren voor een bepaald getal regenbuiendie wel ke zonder zijn kunstmiddelen komen heeft men dan natuurlijk gratie. Vol gens bestelling levert hij plasregens, stofregens en wolkbreuken. Heden trof m des levens, (laan richt ontving dat genoot PIETEE! klasse a. b. schip Wafergi in het hospitaal i Indië is oveiiedei den ouderdom yg die den ovetlei j kunnen nsgaa eenigst kind lm wel het te jotij i telijk verliej te c Zwaar treft ik hoop inÖ rusten. Helder, 9 Oi 1 Yed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1880 | | pagina 2