Twee moeders.
Markt-Berichten.
i
Uit alles blijkt dat de moordenaar aller-
j'nauwkeurigst met 't door hem gekozen terrein
bekend is geweest.
f De degenstok, waarmee De Jongh zijn
jeugdig slachtoffer heeft vermoord, is ook
heden nog niet gevonden. Het plan bestaat
mu om het gedeelte van de sloot, door den
^beklaagde aangewezen, uit te malen.
Tèn overvloede heeft men De Jongh
heden nogmaals op dit punt ondervraagd.
iHij heeft volgehouden de juiste plek te
..hebben aangewezen. De stok, zeide hij,
indreef met den knop, waaraan de dolk be
vestigd is, nog eenige oogenblikken boven,
r Ik bleef toen nog even wachten; toen be-
gon 't water te borrelen, waarna de stok
i j in de diepte zonk.
De merkwaardige stoutmoedigheid van
W. M. de Jongh na het plegen van den
1moordaanslag heeft er veel toe bijgedragen,
dat men op hem niet het minste vermoeden
.'had. Zoo keerde hij op Zaterdag 2 Octo-
1ber 's namiddags per Centraalspoor uit
1 Harderwijk terug, stapte te Amersfoort te
11.55 uur even uit den trein, liep aldaar
over het perron, hetgeen de stationsbeambten,
wat zijn gelijkenis met het signalement
i betrof, opmerkten; doch toen dezen hem
'j terstond weder zagen plaats nemen in een
waggon, waarin toevallig N. B. vier rijks-
i veldwachters zaten, veronderstelde men
natuurlijk, dat hij de schuldige wel niet
r zou zijn.
f
De heer J. A. De Bergh deelt het vol-
gende aan de N. R. Ct. mede:
Ter aanvulling van mijn stuk, voorko-
mende in het Weekblad voor Nederland
J' „De Amsterdammer" van heden, kan on-
derstaande strekken, om mij te versterken
j in het vermoeden aan bestaande medeplich-
i) tigheid van anderen in zake den moord,
i Toen de Jongh om ongeveer half vier
op de brug over den dierentuin reed, gaf
hij met een witten zakdoek uit het geopend
venster een signaal in de richting van dien
tuin. Een heer, die door zyn ongunstig
uiterlijk en schuchter rondzien de aandacht
van mijn zegsman trok, stond binnen het
hek van den dierentuin, en volgde wau-
trouwend om zich heen ziende, het rijtuig
j waar De J. inzat. Toen hij zich opgemerkt
zag, wendde hij zich af naar de richting
l der Zebra's, en nu eens zijn gelaat ver-
bergende achter een groote hand, waarvan
't de vingers met gouden ringen bezet waren,
idan weer, omdat mijn zegsman hem volgde
en vóór hem staan bleef, het ander gedeelte
van zijn gezicht masqueerende achter een
witten zakdoek. Over een grasperk loopende,
- staarde hij steeds in de richting van het
rijtuig en verloor het geen enkel oogenblik
uit het oog, toen het voor de school van
Marius had stil gehouden en hij Marius
1 kon zien instappen en wegrijden. Ook
1 spoedig, volgens den heer die mij deze in-
1 lichting gaf, verdween hij uit den tuin
niet door het hoofdhek, maar denkelijk achter
de directeurswoning of het hulphek heen.
Ofschoon nu deze mededeeling op zich
1 zelf reeds zeer merkwaardig is, en mede-
plichtigheidsvermoeden bijna tot zekerheid
maakt, verdient het vooral opmerkzaamheid,
dat één uur zeven en dertig minuten daar
na, (om 5.17) door den heer H. op de
Beeklaan, niet zeer ver van de moordplek,
een heer wachtende gevonden werd
1 wiens signalement overeenkomt met den
persoon uit den. dierentuinen 't is
dus niet onwaarschijnlijk dat deze uit den
tuin zich in de richting van Dekkersduin
heeft begeven, om een oog in 't zeil te
houden.
Het trof me jl. "Vrijdag 5 uur nog al
c sterk, dat wederom een vreemd heer, naast
I mij zittende op de bank voor 't „Gouden
Hoofd", en ook met dit signalement over-
cenkomende, tot zijn ringen toe, het zoo
druk had over den moord en over mede-
plichtigen sprak, terwijl hij, door een voor-
bijganger mijn naam hoorende noemen, als
een pijl uit een boog verdween.
t Intusschen wilde het toeval dat hij, naast
mij zittende, iemand uit Leiden, dien ik
ook kende, had gegroet. Ik vernam dus
i spoedig den naam van dezen vreemden
heer en ofschoon hij de braafste man der
wereld zijn kan, meende ik toch van het
een en ander kennis te moeten geven aan
den inspecteur van politie van Dunge,
waarbij ik een in duplo en door hem voor
afschrift onderteekende verklaring opstelde
i ten 5 uur 20 minuten.
Het vreemde gedrag van den man, die
met mij pratende, op het hooren van mijn
naam zijn borrel in den steek liet, wettigde,
dunkt mij, volkomen den stap dien ik deed.
Ieder moet in deze zaak een spion zijn-
dat wil zeggen opmerken en gadeslaan om
zich heen.
De Londensche Standard wijdt een hoofd
artikel aan den Haagschen moord, en her
innert daarbij aan de ontvoering, nu eenige
jaren geleden, van den jeugdigen Charley
Ross, die nimmer terecht is gekomen. Het
van de ouders gevraagde losgeld werd niet
betaald, Charley kwam niet terug en de
ontvoerders zijn dood. Twee beruchte boos
doeners werden doodgeschoten (ongeveer
een 'jaar na de ontvoering van het kind)
bij een poging tot inbraak. Een hunner
bekende stervende medeplichtige te zijn ge
weest aan de ontvoering van Charley Ross,
en voegde er aan toe dat zijn collega ai-
leen wist waar de knaap zich bevond. De
ellendeling, die de wetenschap had, was
dadelijk aan de bekomen wonden overleden;
hij sprak niet meer en Charley Ross is
vermoedelijk den hongerdood gestorven. Al
gemeen was toen het gevoelen, dat zij, die wel
wisten dat de heer Ross geen vermogend
man was, de hoop hadden, dat het losgeld
door een openbare inschrijving zou worden
gevonden. Dit zou dan een uitmuntend an
tecedent zijn geweest, b. v. voor de op
lichting van een kind van een of ander
millionair. Een poging, om een kind van
den rijken Yanderbilt te ontvoeren, zou
inderdaad al reeds zijn beproefd.
Te Londen viel, twintig jaar geleden,
iets dergelijks voor. Twee mannen vroegen
den knaap, die hun paard voor den wagen
had vastgehouden, toen zij een herberg
waren binnengetreden, of hij een eindje
wilde meerijden. De knaap ging meê en
anderhalf jaar later werd zijn lijk in de
nabuurschap gevonden. Dit kind was door
ontbering omgekomen en vreeselijk geslagen
bovendien. De aanleiding tot deze misdaad
is nimmer bekend geworden. Geld was
niet gevraagd.
Yoorts herrinnert het blad aan Kasper
Hauser, de vondeling van Neurenberg, die
ongetwijfeld als kind gestolen werd, en na
jaren gevangenschap plotseling, een idioot
gelijk, op de mark te Neurenberg verscheen.
Al de onderstellingen, al de onderzoekingen
hielden op na den tragischen dood van
Kasper; toen was er geen mogelijkheid
meer om achter de waarheid te komen.
Ontvoering is in Europa een zeldzaam
voorkomende misdaad. De Grieksche ban
dieten trachten .nog wel op deze wijze een
som gelds machtig te worden, maar in
beschaafde landen met een geregeld be
stuur is 't een hoogst zeldzaam feit. Nu
het zich heeft voorgedaan, waarschuwt de
Standard alle ouders, ook in Engeland,
een bijzonder wakend oog over hunne kin
deren te houden, want 't is van algemeene
bekendheid, dat een misdaad, waarover een
bijzonder, een geheimzinnig waas ligt,
meestal wordt nagebootst.
li
Een Rampzalige Moeder.
(Overgenomen uit het Dagbl. van Zuid-
Hollanden sGravenhagevan 7 Oct.)
Wanneer men over eenige jaren de ge-
schiedrollen onzer Nederlandsche crimineele
rechtpleging zal openslaan en er dan onder
de gepleegde misdaden van 1880, in den
ons bekenden kouden stijl, vindt opgetee-
kend den moord op een aanvalligen 13ja-
rigen knaap, gelijk Marius Bogaardt er een
geweest moet zijn, ook dan nog zal die af
grijselijke misdaad, zooals ze hier iu het
duin bij den Haag op parelen in de oogen
van hen, wier aandacht alsdan op dat bloe
dig feit mogt worden gevestigd.
Noch de tijd, die anders zooveel vermag,
noch ook de wil om gebeurtenissen als
deze, uit een wijsgeerig oogpunt, en gros
te beschouwen, zullen hier vermoedelijk
later vermogend genoeg blijken, om de
wreede kanten van dien diabolischen moord
wat af te ronden en te temperen; hij zal
voortleven in de traditiën onzer crimineele
geschiedenis, met alles wat er meê in ver
band staat.
Ja! wij houden ons overtuigd, dat de af
schuw van het feit zóó sterk en zóó diep
heeft aangeslagen in het rechtsbegrip
het humaniteitsgevoel van het Neder
landsche volk, dat de herinnering daaraan
zal voortleven van tijdgenoot tot nakome
lingschap om aan te wijzen, tot w e 1 k e diepte
ook het zedelijk wezen, naar Gods beeld
geschapen, kan zinken, zoodra slechts
booze driften een hoogte bereiken, waarop
de goede machteloos blijken haar krachten
te openbaren en waarvan Het Haagsche
duin op 23 Sept. 11. ons de gevolgei
aanschouwen.
Terwijl wij dit schrijven staart ons oog
op het portret van Willem Marianus de
Jongh, door wiens hand den 23n Sept.
1880 het slachtoffer in het Haagsche duin
gevallen is. Onze overpeinzingen, daarbij
gerezen, verliezen zich in een doolhof van
beschouwingen, waarbij het verstand niet
zelden weigert zijn functiën te verrichten,
en het raadselachtige in 's menschen natuur
nooit ophoudt raadselachtig te blijven, om
andermaal het oog te vestigen op het af
beeldsel van den 24jarigen man, die geheel
de beschaafde wereld wist te doen trillen
en beven door de boosheid, die het beter-
i k in den mensch wist doen zwijgen.
Wij verstaan noch de schedelleer, noch
de gelaatkunde van een Lavater en der-
gelijken, en zijn dan ook op dat gebied en
in alles wat daarmede in verband staat,
volslagen leeken en vreemdelingen.
Ons dus volgens zekere regelen reken
schap te geren van een oordeel of indruk,
wanneer wij het oog schier blind staren bij
de aanschouwing van den afdruk van het
gelaat van Willem Marianus de Jongh, zie
daar wat ons met den besten wil ter wereld
niet mogelijk is.
Maar wat we ook poogden te ontdekkente
vergeefs zochten wij naar sporen, die ons
recht gaven, tot den lust bij dien ongeluk
kige en rampzalige in daden van wreedheid
en moord te besluitente vergeefs beproef
den wij op dat gelaat een gids te vinden,
die ons een steunpunt aanwees, van waar
toch de oorsprong mogt worden verklaard
of slechts gegist kon worden van zooveel
boosheid, als zelfs in de voorraadschuur
van madama Tussaud te Londen niet wordt
gevonden, waaneer men leest van zooveel
cynischen zia als doorstraalt in hetgeen aan
de ongelukkige ouders van den jeugdigen
Marius kon worden geschreven, en helaas
aan den avond van 23 Sept. 11. door de
familie Bogaardt moest worden gelezen.
Och daar te Londen vindt men in de
galerij der misdadigers, aan Mme Tussaud's
wassenbeelden gelaatstrekken toebedeeld, die
het menschelijk oog misleiden en bedriegen.
Men ziet het, maar houdt op het zich te
willen verklaren. Och daar schuilen achter
het beminnelijkst gelaat van zooveel mannen
en vrouwen driften, die voor de ontzet-
tendste misdaden eenmaal niet terugdeinsden.
Och déar ziet zich de menschelijke ver
beelding geworpen in een doolhof, waarin
het een onmogelijkheid wordt, zich het
raadsel te verklaren, waarom de zonde
zich zoo bij voorkeur van de bedriegelijkste
en schoonste maskers bedient, om haar
misdaden te verbergen.
Maar wat men er ook zoeke, te vergeefs
vindt men er een exemplaar, wiens gelaat
zoozeer in tegenspraak is met hetgeen hoofd
en hand vermochtenals dat van Willem
Marianus de Jongh. Bedriegen wij ons
immers niet, en is het portret van de Jongh
ons juist teruggegeven, dan zetelen daarop
geen wreedheid en moordlust, maar wel
slaperigheid en een neiging tot droomen en
melancholie, die in elk geval het bezit van
duivelen-boosheid niet schijnen toe te laten.
Noch oog, noch neus, noch mond immers
vertoonen ons trekken, die vrijheid geven,
aan verschrikkelijke driften te denkeu, met
even ontzettende bedoelingen. Moge het
oor al groot schijnen, er ligt in dat gelaat
niet» zéó afwijkende, om daaruit het bestaan
van zielsgebreken te verklaren, als waaraan
hier de misdadige man bleek onderhevig te
zijn, en waarvan thans hier de rede is.
Maar wij leggen den photographischen
afdruk ter zijde om ons te verplaatsen in
de binnenvertrekken van hen wier ouder
hart zoo bloedig gewond en wier levens
geluk zoo voor altijd verwoest is. Omen
moet kinderen bezitten, men moet kinderen
liefhebben, men moet kinderen hebben ver
zorgd en opgevoed, om te weten wat het
zegt, een eenigen zoon, de kroon, de hoop
en den glans van het geslacht, te zien
vallen door de hand eens moordenaars,
wiens ooreu sléchts luisteren naar den
klank van ons zilver en wiens oogen slechts
blikten naar den glans en het bezit van
ons goud! IJsselijk ontwaken! Hoeveel
wenschen verwoestHoeveel hoop ver
nietigd! Hoeveel jammer en wee uitgestort
ter plaatse waar nog kort geleden zooveel
geluk en zegen hun glans verspreidden
Arme, zwaar beproefde ouders! Houd moed!
Het hoofd omhoogHet hart naar boven
Om ten laatste uw bitter lijden eens te
vergelijken met dat van die arme, van die
diep rampzalige weduwe en moeder, die
óók een zoon heeft en die zich een gelukkige
zou oordeelen, indien het.haar gegeve ware,
tranen te storten als de uwe, te bidden
gelijk gij, en te knielen bij haar kind,
zooals het u, helaas gegeven werd bij de
zerk, die uw lieven Marius dekt. Welk
een verschil tusechen haar lijden en het
uwe, hoe aandoenlijk en treffend dan ook!
Onze verbeelding drijft ons naar de woning
van die ongelukkige moeder, zoo ten volle
gerechtigd om op harten vol medelijden en
liefde een beroep te doen. -
Dat beroep is bij ons geen vergeefsch be
roep. Na den dood van den echtgenoot
torschten haar schouders wellicht alleen
den last van haar leven. Zij alléén stond voor
den plicht der opvoeding van haar kinderen.
Zij alléén aanschouwde de vruchten van haar
arbeid, die, wellicht niet zelden met dc
tranen der weduwe is doorweekt, door het
gebed der moeder is mogelijk gemaakt en
eindelijk zich aan de dankbare vrouw een
rustpunt beloofde, vanwaar het moederlijk
weduwoog ten laatste met welgevallen zou
kunnen neerzien op den zegen van een
taak, die haar zoo dikwijls niet mogelijk
scheen vervuld te kunnen worden, en nog-
tans door haar vervuld is.
Treffenden niet te beschrijven ontwaken
Zwaar beproefde weduweVerpletterde
moeder! Hebt gij daarvoor zoo geleden,
zoo gebeden en gearbeid P Moesten aldus
in uw Willem Marianus Uw moederzorgen
worden beloond? Was het daarvoor, dat
gij de schatten van uw hart hebt geopen
baard, en nooit ophieldt voor het geluk
uwer kinderen biddende Gods hulp in te
roepen en aan Hem uw offers te brengen P
Wij zwijgen op die vragen en aan
schouwen slechts uw lijden. Wij zien al
léén uw tranen vloeien en wij buigen het
hoofd bij een smart, die op deze oogen
blikken voor troost niet toegankelijk is of
kan zijn, maar geëerbiedigd en begrepen
zal worden door allen, die weten, wat aan
den kinderzegen blijft vastgekoopt, en nooit
aan de moeder zullen wijten wat door de
zoon werd misdreven.
Ook tot udus, zwaar getroffen weduwe
en moeder, de bedeHoud moed en
moge de liefde van God en van menschen
u nabij zijn en blijven in die mate dat
aan allen het bewijs worde geopenbaard
dat de humaniteiteleer der 19e eeuw voor
al dan haar roeping begrijpt, wanneer zij
betordelijk is om de Christelijke liefde
haar verheven plichten en roeping te doen
betrachten.
Men had haar liev'üng weggevoerd
Naar 't duin, en 't kind van dertien jaren
Daar hand en voeten saamgesnoerd
Toen heeft de grootste der barbaren
Zijn weerloos offer 't hart doorboord,
Het schuld'loos jongsken wreed vermoord,
Ondanks zijn kermen en zijn smeeken;
Nog gruwt van zulk een snood bestaan
In Neerland Vorst en onderdaan,
Nog hoort men ieder er van spreken.
Beklaagde men het arme kind,
Dat zulk een droevig eind moest vinden
Den knaap, door de ouders zoo bemind,
Geliefd bij makkers en bij vrinden,
Meer nog beklaagde men de vrouw,
De droeve moeder in heur rouw,
Elk trachtte haar zijn troost te wijden;
Het hart van Vorst en onderdaan,
Met haar ontzettend wee begaan,
Gevoelde 't innigst medelijden.
Maar bitterder treurt ginds een vrouw!
Ook zij is moeder, ook zij minde,
Ook zij versmacht in diepen rouw,
Omdat heur Zoon, de wreede ontzinde,
Een knaapje gruwzaam heeft vermoord;
Voor eeuwig is haar vreugd verstoord.
Hij heeft met schand haar overladen.
Zij treurt omdat het monster leeft,
Dat aan haar borst gesluimerd heeft,
Lang voor het dacht aan booze daden.
Hij leerde eens bidden op haar schoot
En speelde schuld'loos aan haar voeten;
Nu,... God heur lijden is zoo groot!...
Nu moet hij voor zijn moordlust boeten.
Hoe vrees'lijk diep die Zoon ook zonk,
Dien zij eenmaal het leven schonk,
Zij blijft hem toch haar tranen wijden.
Veracht daarom die moeder niet,
Heb deernis met heur zielsverdriet
En schenk ook haar uw medelijden.
W. M. Tz.
Stoomvaart-Berichten.
Het stoomschip Celebes, van Amsterdam
naar Batavia, is Zaterdag te Napels aange
komen en heeft de reis voortgezet.
Het stoomschip Conrad, 28 Augustus
van IJmuiden vertrokken, is 8 October te
Batavia aangekomen.
Het stoomschip Voorwaarts is op 9 dezer
van Batavia naar Amsterdam vertrokken,
via Marseille.
Het stoomschip Koning der Nederlanden,
van Amsterdam naar Batavia, is 10 dezer
te Southampton aangekomen.
Alkmaar, 8 Oct. Kleine kaas f 43, Com
missie f él. Middelbare f 42.50. Laagste
prijs f 18, aangevoerd 445 st., wegende 91458
Ter Graanmarkt aangevoerd 3846 heet. Tarwe
f 9 a 10.25. Rogge f 8.50 a 9.10. Gerst
f5.50 a 6.25. Idem Chevalier f7 a 7.50.
Haver f 3.25 a 5. Paardenboonen f 7.25
a 7.75. Bruine dito f 11.50 a 14. Kanarie
zaad f9.25 11. Rood Mosterdzaad f 14
a 18.50. Geel dito f 14 a 15. Karweizaad
f 13,25 a 14.50. Erwten: groene f 9,50 a
16. Grauwe f 12.50 a 17. Vale f 9 a 14.
9 Oct. Aangevoerd 7 Paarden f70 a
200. 15 Koeien f 90 a 220. 10 nuckt.
Kalveren f 2.50 a 19. 406 Schapen f 10
18. 109 magere Varkens f 16 a 22. 303
Biggen f8 a 11. 10 Bokken en Geiten
f 4 a 10, Boter f 0.90 a 1 per kop.
Alkmaar. 11 Oct. Ter veemarkt werden
verkocht 78 vette Kalveren f 40 a 95.1144
schapen f 18 a 38, 65 vette Varkens 52 a 66
c. per kilo, magere f 16 a 18.
Purmerende, 11 Oct. (per tel.) Op de
groote najaarsmarkt, heden hier gehouden,
warea 2859 stuks vee aangevoerd. De
handel was vlug en de prijzen zijn hoog.
Burgerlijke feland Helder.
Tm 8 12 0et. 1880.
ONDERTROUWD en GETROUWD:
Geene.
BEVALLENK. Oudkerk, geb. van
Tijn D. H. Uiterwijk, geb. Sickman D.
A. C. Cambier, geb, Nierstrasz Z. E. Kries
geb. de Bunje Z. H. Hardebol, geb. Keïjer Z.
OVERLEDEN: N. Bierenbroodspot 6 j.
R. B. Smit 2 j. M. J. M; J. D. Kluist
3 j'
Een levenloos aangegeven.
V isscherij -Berichten.
Zaterdag de geheele vloot binnen, voor 't
eerst van dit seizoen Schelvisch aangebracht.
Schelvisch en Tong per stuk 75 tot 80 Ct.
11 Oct. De schuiten binnen met schel
visch, per 100 f31 tot f20. Rog per stuk
61 Ct.
12 Oct. Eenige schuiten van Terschel
ling binnen met veel Schelvisch, per 100
f 25.50 tot f 21.50. Hier uit zee aangebrachte
Schelvisch per 100 f 30. Rog per. stuk 70
tot 72 Ct.
Vervolg der Berichten.
Naar wij vernemen is deheer
J. Spanjaard, inspecteur van het loods
wezen alhier, overgeplaatst naar het
6e district (Ylissingen) en tevens be
last met de betrekhing van Ned. per
manent commissaris voor het gemeen
schappelijk toezicht over de betonning
en bebakening, en over de loodsdien-
sten op de Schelde.
De heer J. C. de Ruijtor de Wildt,
voor eenige dagen geleden benoemd
tot inspecteur van het loodswezen te
Delfzijl, zal in de plaats van den
heer Spanjaard als zoodanig alhier
worden geplaatst.
De ruime opbrengst, na aftrek
van de onkosten, der jongst gegeven
tooneelvoorstelling door de Vereeni-
ging Ontwaakt bij Tijds", ten be
hoeve der wed. Leder, heeft opge
bracht de belangrijke som van f 201,05.
In de laatste paar dagen zijn
hier circa dertig groote zeilschepen
met hout binnengekomen, welke allen
hier hunne lading moeten lossen.
Texel, 12 October
Moge 't wild dit jaar niet menig
vuldig zijn op ons eiland, toch zijn
er nog al vrij wat hazen. Een gezelschap
jagers van elders schoot er in een
paar dagen vijftien, benevens eenig
klein wild.
Oosterend. 11 October:
Met genoegen vermelden wij, dat
onze voormalige dorpsgenoot, de
heer E. Hillenius, thans onderwijzer
aan de Normaalschool te Terschelling,
dezer dagen met gunstig gevolg examen
heeft gedaan als hoofdonderwijzer.
Het totaal der tweede jaarcollec
te voor de scholen met den Bijbel
bedraagt op dit oogenblik f 77,893,68'.
De laatste lijst zal tegen het einde
van December worden bekend gemaakt.
Een timmermansgezel viel dezer
dagen in een huis te Amsterdam van
niet minder dan 5 verdiepingen. De
jongman viel nog wel op een steenhoop
nederstond op, wreef de pijnlijke
leden en liep vervolgens op een draf
naar het gasthuis om zich aau het
hoofd te laten verbinden. De geluks
vogel bleek bij. deu val vau die ont
zettende boogte slechts een kneuzing
aan het hoofd te hebben beloopen.
De pogingen om de bij Kampen
gezonken stoomboot „de IJsel" te
lichten mislukten tot nog toe, ofschoon
reeds f 5000 onkosten werden gemaakt.
Een duiker zal thans eerst onderzoeken
of de boot nog wel meer moeite en
kosten waard is. Zoo niet, dan wordt
het werk gestaakt en de boot aan haar
graf in de golven overgelaten.
De wond, door een vrouw te
Assen in een twist haren man toe
gebracht, moet zeer gevaarlijk zijn
Dezer dagen had te Leeuwarden
het volgend ergerlijk tooneel plaats.
Een vader had zijn tienjarig zoontje
genoodzaakt een met steenen zwaar
beladen handkar te helpen voorttrek
ken, doch daar het kind die kar
naar den zin van den vader niet
vlug genoeg kon wegtrekken, gaf hij
het zulke hevige schoppen en slagen,
dat de sporen daarvan later nog op
het lichaam zichtbaar waren. De po-^
litie maakte spoedig aan dit tooneel
een einde en tegen den ontaarden
vader proces-verbaal op, zoowel wegens
moedwillige mishandeling als wegens
overtreding van de wet, houdende
maatregelen tot het tegengaan van
overmatigen arbeid en verwaarloozing
van kinderen.
In een steenkolenmijn nabij
Kattowitz heeft eene doorbraak plaats
gehad, waarbij 14 werklieden zijn
verdronken. Bij de afzending van dit
bericht waren er nog 14 in de mijn,
en bestond er weinig vooruitzicht
dat deze konden worden gered.
In een Duitsch blad wordt
gemeld dat een Amerikaan octrooi
heeft aangevraagd als regenfabrikant.
Daar de handige man opgemerkt heeft
dat na groote veldslagen gewoonlijk
veel regen valt, veroorzaakt door de
samenpersing der dampkringslucht
tengevolge van het schieten, meent
hij het in zijne macht te hebbenden
waterdamp naar verkiezing boven een
bepaalde plaats saam te trekken. Men
kan zich jaarljjks abonneeren voor
een bepaald getal regenbuiendie wel
ke zonder zijn kunstmiddelen komen
heeft men dan natuurlijk gratie. Vol
gens bestelling levert hij plasregens,
stofregens en wolkbreuken.
Heden trof m
des levens, (laan
richt ontving dat
genoot PIETEE!
klasse a. b.
schip Wafergi
in het hospitaal i
Indië is oveiiedei
den ouderdom yg
die den ovetlei j
kunnen nsgaa
eenigst kind lm
wel het te jotij i
telijk verliej te c
Zwaar treft
ik hoop inÖ
rusten.
Helder, 9 Oi 1
Yed.