'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL
No. 800.
Vrijdag 15 October 1880.
Achtste Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
SPOTVOGEL.
ADonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers 2
UitgeversBERKHOUT Co. te Helder.
BoreaalSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 6 u. 35 m.
Ondergang 5 u. m.
Zondag 1'7
Maandag 18 Volle Maan.
Dinsdag 19
Woensdag 20
Dondeildao 21
Vrijdag 22
Zaterdag 23
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 15 Oct. 1880.
Dinsdag jl. gaf bet tooneelge-
zelschap, onder directie van de heeren
van Öllefen, Moor Veltman, zijne
eerste winter-voorstelling in Tivoli.
Het treurspel >Montigni," voldeed
bjjzonder; Na ieder bedrijf werden
de hoofdpersonen teruggeroepen.
De eivolle zaal zal de directie
zeker aangenaam zijn geweest, waarom
wij hopen het gezelschap spoedig we
der in ons midden te zien.
DoorZ. M. is, als blijk van Zr. Ms.
goedkeuring en tevredenheid, de bron
zen medaille, alsmede een loffelijk ge
tuigschrift, toegekend aan: J. Hagen
doorn, sergeant, en L. Brede veld,
milicien van het 7e regement infante
rie, in garnizoen te Helder, wegens
moed en beleid, betoond bij de redding
van twee drenkelingen op 24 Juli
1880.
Ter gelegenheid der doopplech
tigheid van Prinses Paulinaop Dinsdag
jl. beeft de koning ten behoeve der
algemeene armen een aanzienlijke som
in handen gesteld van den burgemees
ter van 's Gravenhage.
De Engelsche visscbers beginnen
weer, evenals in vorigen jaren, den
Nederlandschen confraters schade aan
hun netten toe te brengen. Zoo arri
veerde Maandag schipper Taal, van
den reeder J. Knooster, met verlies
van 20 en schipper Verheg, van den
reeder A. De Mos, met verlies van
50 netten. Beide schippers beklagen
zich, dat de netten hun door Engel
sche visschers zijn afgevischt of af
gekapt.
Het vee, uitmakende de collec
tieve inzending ter tentoonstelling
te Londen, Maandagmorgen per Maas
stroom van Rotterdam vertrokken, is
na een voorspoedige reis te Thames-
haven aangekomen. Een groot verlies
heeft deze prachtige koppel evenwel
geleden, daar de beste der koeien,
die van den beer P. Ellerbroek, te
Hoorn, onderweg heeft gekalfd en
eenige uren daarna stierf aan kalf-
ziekte.
Men schrijft uit den Haag aan
het Handelsblad
De heer Bogaardt heeft twee brie
ven ontvangen een uit Rotterdam en
een uit Amsterdam, waarin hij met
moord bedreigd wordt. Klaarblijke
lijk is dit slechts kwelling van een
paar onverlaton, die aan het bestaan
van een complot willen doen geloo-
ven. Het gister hier loopende gerucht
dat de Jongb zijn bekentenis zou
hebben ingetrokken, wordt niet be
vestigd.
Men meldt uit den Haag:
Reeds bij een vorige gelegenheid
had de kolonel van het regement
grenadiers en jagers den sergeant
Musquetier zijne tevredenheid betuigd
over zijne handelwijze in de treurige
zaak, welke Den Haag en het land
in spanning hield. Daar er echter
geïnsinueerd was, dat de opper- en
andere officieren zijn daad afkeurden,
is Musquetier heden op 't rapport
verschenen, en heeft de kolonel hem
andermaal in de meest krachtige
bewoordingen te kennen gegeven,
dat van die geruchten niets aan was
en hij hem nogmaals betuigde, dat
zijne daad in 't belang der justitie,
de grootste waardeering vond.
Nog verneemt men, dat de serge
ant Musquetier, bestormd wordende
door aanvragen en voorstellen om
de door hem zelf geweigerde f 10,000
op de eene of andere wijze tot dit
of dat doel beschikbaar te stellen,
vastelijk besloten heeft om niet al
leen het geld niet aan te nemen,
maar ook van elke beschikking of
aanwijzing daaromtrent bepaald en
onherroepelijk af te zien.
Z. M. heeft, naar men ver
neemt, zijn verlangen geopenbaard,
dat de sergeant Musquetier onmid
dellijk tot den hoofdcursus te Kampen
worde toegelaten en zal op officieele
wijze 's Konings hooge tevredenheid
over de belangrijke diensten, door
dien sergeant aan de maatschappij
bewezen, kenbaar worden gemaakt,
Ter plaatse, waar Marius B.
in. den morgen van 24 September is
gevonden, zijn eenige wilde bessen
boompjes in den duingrond gestoken,
in dier voege, dat zij de'juiste ligging
van het lijkje, in den omtrek aan
duiden.
Daar waar de voeten van den on-
gelukkigen knaap hebben gerust is
een immortellenkrans aangebracht.
Wij spraken Dinsdag (zegt
het Vaderland) geen te hard oordeel
uit, toen wij zeiden, dat verdriet over
de zoo verregaande onbescheiden
heid het verdriet der zoo zwaar be
proefde ouders van Marius Boogaardt
verzwaren. Het is ongelooflijk
"maar toch waar, dat die rampzalige
gebeurtenis, welke bg duizenden
innige deelneming en in veler oogen
een traan van diep medelijden heeft
opgewekt, voor sommigen helaas een
aanleiding is geworden om winst te
bejagen of hun persoonlijke ijdel-
heid te streelen ten koste van de
rust der ouders. Terwgl iedereen,
die nog eenigen eerbied voor het
bitter leed der ouders koestert, hen
aan hun stille smart zou overlaten,
nemen anderen een houding aan die
zoo oukiesch mogelijk is. De een
vervolgt den vader met zijn prul-
dichten; de ander staat een portret
dat hij in zijn bezit had af
om het in den handel te brengen,
zoodat de beer Boogaardt bij adver
tentie in de bladen moet vragen,
dat niemand aan die onkieschheid
zal deelnemen; een derde komt met
andere zaken lastig vallen. Doch
ware dit nog maar het ergst. Zelfs
schandelijke en misdadige handelingen
vervolgen den bedroefden vader, in
den vorm van ruwe en onkiesche
plaagzucht. De justitie kan hieraan
weinig doenwat er aan gedaan
kan worden zal zjj zeker verrichten.
Het is een bedroevend feit, dat naast
de kiesche deelneming van zoovelen
toch van sommiger onbescheidenheid
en zelfs van ruwe plaagzucht moet
gewaagd worden.
De N. R. Ct. heeft bericht
ontvangen van het volgende feit,
hetwelk haar zoo ongeloofelgk toe
scheen, dat zij geen melding er van
zoude hebben gemaakt, indien bet
haar niet van vertrouwbare zijde was
Een weesjongen van 18jarigen
leeftijd is namelijk Zaterdagavond ten
10 ure door politieagenten uit het
weeshuis der christelijk gereformeerde
gemeente, in de Hovenierstraat te
Rotterdam, overgebracht naar het
politiebureau op den Goudschen weg.
Deze arrestatie werd gedaan op ver
zoek van den voorzitter van het
weesbestuur, ds. E., en wel op groud
dat de jongen brutaal was geweest
tegen den vader en de moeder van
het gesticht. Naar het heette moest
die maatregel slechts dienen om hem
schrik aan te jagenmaar ofschoon
iedereen hiertoe een betrekkelijk
korten tijd voldoende zou achten, heeft
men hem 24 nur op het politiebureau
gehouden."
Voor eenige dagen schoot een
jager te Veendam, in het open veld,
bij ongeluk in één schot 3 aardappel-
rooisters, de eene in de lip, de tweede
in het ooglid en de derde door den
hoed.
Uit Ooststellingwerf schrijft
men
Naar wij vernemen, is Maandag
te Oosterwolde een vreemdeling aan
gehouden, als veel overeenkomst
hebbende met 't signalement van E.
Hanauer, wonende te Bruchsal, die
verdacht wordt van valschheid in
geschriften van koophandel. Dezo E.
Hanauer is te New-York gearresteerd,
doch later uit do gevangenis te Frank
fort aan de Main ontsnapt.
Voor het gerechtshof le Am
sterdam stond Dinsdag terecht de
in zijn omgeving geachte landbou
wer P. S., uit Houwerd(gemeenteWer-
fershoef), tevens president van bet
afdelingsbestuur der maatschappij
tot Nut van 't algemeen. Deze P.
S. had zich te verantwoorden ter
zake van een brand, in den avond
te voren van 29 Dec. jl. uitgebroken
in een hem toebehoorenden zooge-
naamdeu vijzelberg, waarin stroo en
andere licht ontvlambare goederen
geborgen waren, en dus ter zake
van opzettelijke brandstichting zon
der gevaar voor meuschenlevens,
alsmede ter zake van bedriegelijke
oplichting door te hooge opgave
van de geledene schade. Vóór den
brand bad hij het vermoeden uit
gesproken, dat er nu en dan een
onbekend manspersoon in den berg
sliep, een omstandigheid waarvan hij
brandgevaar duchtte, waaraan hij
het ontstaan van den brand toeschreef,
maar waarvan niets is gebleken.
Later erkende hg zelf, dat hg, kort
het ontstaan van den brand, met een
brandende pijp in den berg was
geweest en dat er toen vonken uit
die pijp zijn gevallen, die hij echter
gedoofd waande. Hij ontkent echter
opzettelijk brand te hebben gesticht,
en beweert dat de door hem gedane
schade-opgave gerechtvaardigd is,
omdat de verbrande voorwerpen
voor dat bedrag verzekerd waren.
Eukele buren hadden den indruk
dat hier opzet in het spel moest
zijn en deden die meening ook ter
terechtzitting blijken. In het ge
heel werden er elf getuigen gehoord.
De advocaat-generaal, mr. W. R.
Op ten Noort, trachtte èn uit de
houding van beschuldigde vóór en
na den brand èn uit de tegenstrij
dige door hem gedane opgave aan
te toonen dat hij met opzet den
brand in den vijzelberg bad gesticht,
met het doel om daardoor de assu
rantie-penningen machtig te worden.
Met het door den Hoogen raad
in raadkamer gewezen arrest nam
hij voorts aan tevens het misdrijf
van bedriegelijke oplichtingen, ge
pleegd door de onware schade-opgave,
waardoor is verwekt vrees ten aan
zien van een hersenschimmige ge
beurtenis. Spreker nam verzachtende
omstandigbedeu aan en requireerde
de veroordeeling van beschuldigde
tot een celstraf van twee jaren en
betaling eener geldboete van f 25.
De advocaat mr. P. A. Haas achtte
de beschuldiging van opzettelijke
brandstichting onbewezen en trachtte
o. a. aau te toonen dat er met het
ocg ^-p den opzet geen tegen strijdig
heid bestond in de door beschuldigde
afgelegde verklaringen. Hg conclu
deerde tot vrijspraak in beide pun
ten van aanklacht. Het Hof be
paalde de uitspraak op Dinsdag 19
October a. s.
Te Rozendaal is een kind van
een winkelier aan de pokken overle
den, terwijl nog een zijner kinderen
door de ziekte is aangetast, zonder
daarvan aangifte te hebben gedaan
noch geneeskundige hulp te hebben
ingeroepen, zoodat door de Rijkspolitie
daarvan procesverbaal is opgemaakt.
Maandag voormiddag werd even
van den openbaren weg, dicht bg
Ellekom, het lijk gevonden van zekeren
B., uit Dieren, werkzaam aan een
der steenovens, die, naar men nader
verneemt, met twee zijner kameraden
op hunne manier eens goed Maandag
morgen wilden houden. De gevondene
schijnt door het overmatig gebruik van
sterken drank daarin gestikt te zijn
en zijn dood gevonden te hebben. Het
lijk is naar het lijkenhuisje overge
bracht om begraven te worden.
Weer worden drie aanslagen
op spoortreinen meegedeelduit
Frankrijk, Duitscbland en Zwitser
land.
Op de lgn van Poillers naarBor-
deauy, bij het station Sireuil, niet
ver van Angoulème, vond men een
wissel, door middel van twee stukken
gzer, klaarblijkelijk met boos opzet
in een verkeerden stand gebracht.
Het gevaar werd echter gelukkig nog
juist in tijds ontdekt, eenige oogen-
blikken voor de bedreigde trein daar
langs kwam.
Bij Berlijn is een trein ontspoord
door het opzettelijk losmaken van
een der rails. Vier soldaten werden
gekwetst en de locomotief êu kolsi*-
wagen verbrijzeld.
Bij Genève vond men Zondag
avond, even voor het vertrek van
den sneltrein naar Pargs, een zwaren
ijzeren staaf dwars over de rails lig
gen.
Sommige schrijven dezen aanslag
toe aan de Nihilisten, in verband
met het verblijf te Genève van den
Russischen gezant te Pargs, Prins
Orloff. Maar waarschijnlijk ten on
rechte, daar bet algemeen bekend
was, dat de gezant Maandags ver
trekken zou.
De Russische Petersburger Ztg.
meldt eenige onlangs bekend gewor
den feiten omtrent een aanslag op bet
leven van den Czaar, die in het vorige
jaar niet ver van Alexandrowsk zou
mislukt zijn. Onder den spoorweg
bevond zich een mijn, bestaande uit
twee met dynamiet gevulde afdeelin-
gen. Toen de Keizerlijke trein de
plaats naderde, zag men een met
drie paarden bespannen wagen nade
ren, die weer W9greed toen de trein
zonder orvgav&l —Men
vond eeia draad die doorgebroken
was en naar de mijn voerde en ver
moedt dat in den wagen een batterij
FEUILLETON.
Tafereel uit het Beiersche Volksleven.
10.
HERMAN VON SCHMID
naverteld.
Het is echter anders uitgekomen. Dienzelf
den Zondag was ik op het grasveld bij het meer
bezig het linnen te begieten, dat daar lag
te bleken. Boven mij bloeiden de boomeu.
De lucht was zacbt eu de hemel zoo blauw
d-S.,: zou ai]ea zich in eens oplossen in ecu-
Ul&Bj'-ftr gelukzaligheiddc kerkklokkeu luidden
ZkviA aare tonen kIonken""zööTstatig. alsq€r;«..
bleek noodig gehad. Ik heb de handen
omhoog geheven naar de bloeiende boomen
en den blauwen hemel, en bij mij zelve
gevraagd, hoe het mogelijk kon zijn, dat
de wereld zoo schoon en in die schoone
wereld een mensch vaak zoo ongelukkig
is.
Weder een oogenblik van stilte. Corona
reikte de oude vrouw hare beide handen
toe, als wilde zij de schertsende woorden,
die zij een poos geleden haar had toegevoegd,
herroepen, en vergiffenis vragen voor haar
onbezonnen uitdrukking. „Wees niet boos,
Klaar," zei ze. „Dat heb ik ook niet kun
nen weten, dat je zooveel treurigs onder-
,eéds Tan verre de engelen hoorde zingen
Xoen ia er van den overkant een
'schip 'kómen aanvaren, waarop een kist stond
en in die kist lagBalthes
Hoe goed zijn wil en zijn voornomen ook
geweest waren, hij had het niet kunnen
dwingenHij heeft ala een razende
heen en weer geloopen, ala waa hij plotaelicg
niet wel bij t b^fd geworden en 'a
avonds voor H. oruiloft 13 hij gaan alapen
om hier. °P aarde niet meer wakker te
woïden - het hart zeer l*em gedood.Toen
/jpwen ze hem, in plaats van naar het altaar,
naar het kerkhof gebracht aan gindsche zijde
van het meerIk heb het schip
ziea aankomen en geen water voor mijne
iwfx»nden hebt. Je bent immers altijd zoo
opgeruimd en lacht steeds als had je je
leven lang geen droeven dag gekend."
„Ja, mijn hart is sterker geweest dan
dat van den goeden jongen," antwoordde
Klara. „Dat heeft het verdriet uitgehouden
en het leed doorgestaan en zoodra ik
geheel mij zelf weer werd, is me alles in
de wereld klein en nietig voorgekomen.
Kom, zei ik toen tot me zelve, nu je dat
alles eindelijk te boven gekomen bent, is
het der moeite niet waard, dat je er nog
meer tranen om vergietHet is veel
verstandiger, dat je het gebeurde maar zoo
licht mogelijk opneemt en er over gaat
lachen," Zoo heb ik dan ook gedaan tot
nu toe en zoo zal ik het steeds trach
ten te doen, tot dat ze ook mij voor goed
gaan wegbrengen."
„En is het nooit bij je opgekomen een
ander te nemen?" vroeg Corona, na een
oogenblik te hebben nagedacht.
„Nooit," zei Klara met vasts stem. Dat
verdriet heb ik mijn jongen in de eeuwig
heid niet mogen aandoen. Er zijn er nog
wel een paar gekomen, die niet geloofden,
dat het mij ernst was ongetrouwd te blijven,
maar het waren louter arme stakkers: dag
gelders eu wegwerkersdoor een van die
lui te nemen, zou ik met den man ook
den nood en het gebrek hebben getrouwd,
en al was het me nu ook anders te moede
geweest, dan had ik toch de menscbcn het
genoegen niet gegundt« kunnon zeggen:
„Kijk nu eens eerst heeft ze zoo'n hoogen
dunk van zich zelve gehad eerst wou
ze een rijke boerin worden, en nu is ze
zeker al mooi blij als ze maar een onder
komen heeft."
Ze stond op, keerde zich haastig om en
ging heen, opdat Corona niet zien zou, hoe
vochtig hare oogen geworden waren, waar
in a«ders tot nu toe niets dan vonken
van louter vreugde hadden geglinsterd.
Het meisje deed geen pogingen om haar
te weerhoudenin nadenken verzonken, zag
ze voor zich neer, even als iemand, die
onder de nalatenschap van een dierbaren
afgestorvene een boek heeft gevonden, dat
voor dezen groote waarde had, daarin eeni
gen tijd bladert en er eensklaps een ver
dorde roos of een verwelkt klaverblad in
ontdekt. Van de geel geworden bloem stroomt
hem een nauwelijks merkbaar ademtochtje
tegen, als ware het een echo van den geur,
dien ze tijdens haren bloeitijd verspreidde;
en onwillekeurig houdt de ziel van den
beschouwer zich bezig met de gedachte,
wat cr toch wel moet omgegaan zijn in
het hart van den vriend, toen hij met vaste
hand de nog frissche plant gebroken had
en wellicht met vertrouwen hot geluk ver
beidde, dat hare blaadjes te kennen gaven.
Lang, heel* lang was het stil in en om
de hut. De zon, die reeds tamelijk hoog
aan deu hemel stond, scheen vriendelijk op
alles neer, alsof ook haar dat groene plaatsje,
tusschen rots en woud verborgen, beviel,
en ze daar gaarne vertoeven mocht. De
grazende dieren, die zich zat gegeten hadden,
zochten een koele en lommerrijke plek op
aan den kant van het bosch en gingen lang
uit op het gras ligggen, zoodat ook het
geluid hunner klokjes zachtkens aan ver
stomde. Plotseling omtwaakte de herderin
uit hare overpeinzingen. Het was dc ge
dachte aan don arbeid, die haar wachtte,
welke haar deed opschrikken, want zij snelde
niet naar de deur, maar bleef als vastge
nageld op de plaats staan: buiten in de
vrije lucht weerklonkeu van de zijde van
het bosch duidelijk en herhaalde malen,
kwartelslagen. Wat moest dat beduiden?
Om dezen tijd is de oogst reeds voorbij
en de kwartels, die zich in de velden heb
ben opgehouden, zijn dus reeds verdwenen
Bovendien bemint deze vogel de
vlakte en bezoekt slechts heel zelden de
hooge bergstreken. Zou dit niet het lok
fluitje van een vogelvanger zijn, die zijn
netten uitgespreid had, om rondzwervende
snippen machtig te worden, of zon mis
schienHet neisje bracht de reeks
van gedachten, die navolgde, niet ten einde;
de oplossing toch vai alle vermoedens en
twijfelingen stond retds zichtbaar onder de
denuebootnen, waarlogs de weg door het
bosch liep.
Het was dc kwartslager van den feest
avond aan do Tegeraee.
De jongen overzg een oogenblik met
hot scherpe, goocfooo oog van den jager
de gansche Alpenwide; een wijle rustte
ziju blik voornamelij op do steenblokken,
waarop de bewuste loemruikers prijkten;
toen liep bij rechtïeeks en met snelle
schreden op de hut )e.
Corona stond nog teeds op den drempel,
geheel besluiteloosie wist niet, of ze
wegvluchten zou, ofde nadering van den
driesten knaap afwaclcn. Voor het eerste
spraken een gevoel viafkeer, en een zekere
onbestemde sohuwhe, die reeds bij zijn