'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
Mo. 801.
Dinsdag 19 October 1880.
Achtste Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
SPOTVOGEL.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 franco per post75
Afzonderlijke nummers 2
Uitgevers: BERKHOUT <fc Co. te Helder.
BareiraxSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
AcLvortentléii
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlyk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 19 Oct. 1880.
Woensdag 27 October zullen we
't genoegen kunnen hebben een voor
stelling bij te wonen van een drietal
tooneelstukken, te geven door een
gezelschap Franscbe artiaten. De
leden van dit gezelschap zijn ver
bonden geweest aan bekende Theaters
te Parps. Mad. D' Askoff, wier portret
bij de Boekhandelaren Berkhout Co,
en Staderman en ook in 't lokaal
Tivoli te zien is, heeft bij 't publiek
reeds veel roem verworven. We houden
ons dus overtuigd dat we een avond
van kunstgenot zullen hebben. Een
aansporing tot 't bjjwonen dier eeuige
voorstelling achten we overbodig, daar
't publiek hier ter plaatse niet gewend
is achter te blijven, wanneer er iets
buitengewoons te zien of te hooren
is en voorstellingen in 't Fransch
hier tot de zeldzaamheden behooren.
Vrijdagavond werden de Volks-
bjjeenkomsten in 't lokaal Tivoli
geopend. Na een welkomstgroet aan
't publiek gebracht te hebben, betuigde
de heer Mooy, namens de commissie
zijn dank aan den kapelmeester Bern-
hardt en de leden van 't staf mu
ziekkorps, voor hunne welwillende
en belanglooze medewerking. Met
een enkel woord werd hulde gebracht
aan de heeren Kroon en van Lier,
die vroeger zoo vaak hunne talenten
ten beste gaven. Na een dankzeg
ging aan den heer de Vries, van
Oudorp, die bereidwillig op zich ge
nomen had de spreukbeurt voor dien
avond te vervullen, werd er gesproken
over 't plan van een tentoonstelling
van voorwerpen, door inwoners van
deze gemeente vervaardigd, te houden
in 1881.
De heer W. M. de Vries, van Oudorp
hield daarop een geestige voordracht,
naar aanleiding van negen blaadjes
uit zijn scheurkalender. Van tjjd tot
tijd liet de muziek zich hooren en
tot slot werd 't kluchtspel: »Het
spreekuur van den dokter opgevoerd.
I Moge de commissie, met de leiding
der zaak belast, bij voortduring krach
tige ondersteuning vinden.
Benoemd tot hulponderwijzer
te Apeldoorn K. de Vrieshulp
onderwijzer te Helder.
De kantoren, magazjjnen, werk
plaatsen, steigers, enz., vroeger in
gebruik bg de Stoomvaartmaatschap
pijen Nederland" en »Java" alhier
zullen in het begin van November tot
amotie worden verkocht.
De Serg.-majoor H. C. Kroon,
wiens overplaatsing naar Amsterdam
we onlangs berichten, is thans met
ingang van 20 dezer bevorderd tot
adjudant-onderoffieier bij het 7e reg.
infanterie.
Het hoog militair gerechtshof
heeft Vrijdag uitspraak gedaan in
de bekende zaak der 8 machinisten
van de Marine. [Reeds per telegram
in ons vorig nommer vermeld.) Het
Hof heeft als bewezen aangenomen,
dat de beklaagden zich bewust waren
onder de orders van luit. Backer te
staan. Van Woerden werd ter zake
van het voorgevallene op 18 Febr.,
toen hij met luit. Backer een woorden
wisseling had, schuldig verklaard aan
overtreding van het reglement van
krijgstucht.
Van 't niet nakomen van een ge
geven order op 19 Februari, door't
verschijnen in burgerkleeding op de
parade, werden de machinisten allen
vrijgesproken.
Daarentegen werden zij, met uit
zondering van v. Woerden, wegens het
gebeurde op 27 Februari allen schul
dig verklaard aan het misdrijf van
weigering om een gegeven order na
te komen. Van de beschuldiging van
beleediging met woorden van een
meerdere werden de machinisten vrij
gesproken; het Hof nam aan, dat de
gesproken woorden niet vielen onder
bereik van het crimineelwetboek, maar
onder het reglement van krjjgstucht.
Bjj de beoordeeling van de gepleegde
feiten nam het Hof in aanmerking,
dat het houden van parade op een
particulier schip ongepast te achten is.
Met vernietiging van het vonnis
van den krjjgsraad werden de be-
beklaagden veroordeeld: Van Woer
den tot provoostarrest gedurende 14
dagen, met inhouding zijner soldij
gedurende dien tjjd; Oostlievensetot
6 weken detentie, Van Wijngaarden
en Zevenhuizen tot 4 weken, Ver
schoor en Fauwel tot 3 weken, Hoek
stra en Jonkers tot 2 weken detentie.
Degradatie, waardoor de straf, die
de krijgsraad oplegde, voor de vier
eerstgenoemden zoozeer werd ver
zwaard, is tegen niemand uitgespro
ken.
Het Noordpoolscheepje, de
„Willem Barents," is te Amsterdam
in een droogdok gezet. Nu het daarin
droog staat, blijkt het eerst hoeveel
het van het stranden op de klippen
in het Noorden geleden heeft en hoe
weinig nog noodig was, om het
scheepje geheel verloren te doen gaan.
Indien het niet zoo solide en geheel
van eikenhout gebouwd was, was het
meer dan waarschijnlijk nooit terugge
keerd en de wakkere bemanning daarbij
omgekomen.
Belangrijk is het te zien, hoe do
beide looze kielen en de kiel, ter
gezamelijke dikte van p. m. 40 c. M.
van af den voorsteven tot dicht bij
de groote mast geheel verbrijzeld zijn
hoe het vlak aan stuurboord door het
stooten bijna doorgeschuurd, en er
slechts een houtdikte van twee en een
halven cm. over is, hoe de jjzeren
plaat aan de voorsteven ter dikte
van een hal ven cm. ineengekruld is
als papier, en een ijzeren band van
twee cm. dikte op de kanten totaal is
afgekraakt.
Elf en een half uur heeft de
bemanning in angst verkeerd en
elkaar trouw bijgestaaneindelijk
werd het scheepje vlotde angst was
voorbij, de reis werd voortgezet, doch
onbewust van het gevaar, dat door
het beschadigd zjjn van den romp
bleef bestaan. Evenals de vorige keeren
is ook deze reis althans geen spelevaren
Een schepeling van een op het
IJ bij Amsterdam liggend Ameri-
kaansch schip sprong Donderdagavond
te water, waarschijnlijk met het doel om
te deserteeren, doch moest deze roe-
kelooze daad met den dood bekoopen.
Het lijk is naar de Oosterbegraafplaats
vervoerd.
Te Vlierlingsbeek is een boeren
meid, die een stier van den stal wilde
halen, door het woedende dier opge
nomen, en zoo erg gewond, dat men
voor haar leven vreest.
De desertie onder de visschers-
matrozen te Scheveningen kent paal
noch perk. Zij vragen voor het naar
zee gaan een zekere som in voor
schot, een andere som op rekening
der verdienste, komen bij de eerste
en tweede reis om hun geld, en loo-
pen ten slotte weg met het geld van
den reeder; deze moet andere per
sonen huren, die, wetende dat er
apericulum in raora" is, eischen stel
len, welke zeer buitensporig zijn, doch
die de reeder gedwongen is in te wil
ligen. Zoo staan er nu weder te
Scheveniugen schuiten aan den wal,
van welke de equipage gedeeltelijk
is weggeloopen, natuurlijk met een
deficit ten laste des reeders.
Naar de Tielsche Ct. uit zekere
bron verneemt, is Woensdag te Zalt-
Bommel aangehouden een onderoffi
cier van het O.-I. leger, die bekend
heeft den bedreigenden brief aan den
sergeant Musquetier te hebben ge
schreven, en met De Jongh tegelijk
uit Indië te zijn gekomen. De be
doelde persoon zon naar 's-Hage wor
den overgebracht.
De instructie in de zaak De
Jongh zegt het Dbld. moet reeds
zulke gegevens hebben opgeleverd,
dat de eigen bekentenis van De
Jmeer dan voldoende is gestaafd,
om hem volkomen in staat van
beschuldiging te stellen en tevens
elke gedachten aan mede plichtigheid
aan den moord uit te sluiten.
Naar van vertrouwbare zijde
wordt gemeldhebben er naar
aanleiding van het misdrjjf in Den
Haag in de verschillende plaatsen
van ons land niet minder dan 107
aanhoudingen plaats gehad van per
sonen, wier voorkomen overeenkwam
met het signalement van den moor
denaar; daaronder komen negen ge
vallen voor van personen die twee
of driemaal de aandacht der politie
getrokken hebben ook De Jongh
is, zooals men weet, driemaal aange
houden. In het geheel mogen
103 personen zich verheugen in een
voorkomen, dat door kleeding of
door gelaatstrekken doet denken aan
den moordenaar.
Zaterdagmorgen tusschen elf
en half twaalf uur zjjn de ijverige
pogingen, sedert 9 dagen onafgebro
ken aangewend door justitie en
politie om den degenstok van de
Jongh in handen te krjjgen, met een
gunstigen uitslag bekroond. De stok
is door den duiker van de firma
Bickers Co. te Rotterdam gevonden,
ongeveer 20 meters voorbjj Klingen-
daal, niet ver van de door de Jongh
aangewezen plaats. De stok stond in den
modder.
Van buiten kan men er niets
bijzonders aan zien't is een gewone
gedoomde stok, zonder knop of haak
en aan het boveneind alleen van een
gevlochten riempje voorzien. Hot lem
mer is omstreeks 44 centimeter lang;
over een lengte van 20 centimeters
glad en verder in een gegroefde punt
uitloopende. Door het verblijf in 't
water was de stok eenigszins verkleurd
en had een donkergroenen tint ge
kregen de degen was in den stok
vastgeroest. Er is proces-verbaal van
de gewichtige vondst opgemaakt,
waardoor de justitie een bewjjsstuk
van groote waarde tegen den moorde
naar in haar bezit bekomen heeft.
De stok is ter griffie van de rechtbank
in bewaring genomen. De Jongh heeft
den stok herkend als het wapen,
waarmede de moord is gepleegd. Ook
de getuigen van der Gr jjp en Mus
quetier hebben in den stok dien van de
Jongh herkend.
Tijdens ds. L. Van der Valk
te Delft zich Donderdag II. te Gorin-
chem bevond, ontving zjjne echtge
noot een brief met het postmerk
Delft van ongeveer den volgenden
inhoud
»M. H.Ik heb f25,000 nóodig
en die moet u mjj geven, als u die
mjj niet geeft vermoord ik een van
je kinderen, pas op dat je geen
moordenaar wordt van je zelf of
van je kinderen, stuur mij door je
meid die -ik ken het geld, het moet
in een evelop zitten met een zwart
bandje, ze moet er mee loopen
Vrijdagavond tusschen 7 en 8 uur
van je huis tot aan de Nieuwstraat
dan de Hypolitestraat tot aan den
sigarenwinkel van Deenik, dan de
Choorstraat tot aan het einde en
dezelfde weg terug, als je het aan
de politie aangeeft dan vermoorden
wjj jou, als wjj je kind van daag
niet krjjgen dan krijgen wij het
toch morgen. We haten je ook erg."
Deze laatste'woorden doen denken
aan een ongepaste grap.
De brief is intusschen in handen
der justitie gesteld.
FEUILLETON.
Tafereel uit het Beierache Volksleven.
HERMAN VON SCHMID
11. naverteld.
Misschien vond haar blijven ook wel zijn
oorzaak in het uiterlijk van den naderko-
roende, die er niet uitzag als had hij kwaad
in den zin, en wien het er oogenschijnlijk
om te doen was zich van zijn gunstigste
zijde te doen kennen. Zijne kleeding echter
was verre van kostbaar. Men kon heel góed
aan den grauwen kiel en den groenen punt
hoed zien, dat zij hnn eigenaar reeds lang
gediend haddenzelfs aan sierlijken vorm,
en wat ze aan nienwheid tc kort kwamen,
werd ruimschoots vergoed door het wel
grove, maar sneeuwwitte hemd, waarbij de
roode wollen bretels even bevallig afstaken
als de zwarte das, die onder den smallcn
hemdskraag door middel van een tinnen
ring vastgehecht was. De gebreide been
bekleedsels, die den voet van de kuit tot
den enkel bedekten, waren onmiskenbaar
pas nieuwook de schoenen met hunne zware,
van spijkers voorziene, zolen, en de riemen,
die er aan zaten, gaven te kennen, dat ze
gespaard, en slechts op Zon- en Feestdagen
gedragen werden; en om zijn kleedij te
volmaken, prijkte er boven op zijn ver
schoten hoedje een pluim van een korhaan
met adelaarsdons doorvlochten, zooals er
geen tweede in het gansche gebergte meer
te vinden was.
„God zegen je, Spotvogelriep hij, zoo
dra hij in haar nabijheid was gekomen. „Je
nest gevonden heb ik; en nu ben ik er en klop
aan. Hoe zal het met ons beiden worden
„Dat behoef je niet lang te vragen, ant
woordde ze, half afgewend. „Ik heb je
niet geschreven om te komen, dus kan je
gerust weer onverrichter zake teruggegaan.
Je moet je wel veel inbeelden, als je maar
deukt, dat er verder niets noodig is, dan
komen en aankloppen. Je kunt elk oogen-
blik het nabootsen van den kwartelslag op
geven, en daarvoor het liefelijk gezang van
den pauw gaan leeren."
„Nu, ik merk wel, dat jij je naam niet
ten onrechte draagt," zei de jongen, ter
wijl hij zijn beide handen over den berg
stok legde en met de kin daarop steunde.
„Maar, al doe je je ook nog zoo spotachtig
voor, loochenen kan je het nooit, dat je mij
toegestaan hebt bij je te komen."
„IkP Toegestaan P" riep Corona veront
waardigd. „Dat is me in mijn slaap nog
niet ingevallen, laat staan dan ais ik wak
ker was."
„ZooP En waarom heb je dan mijne
boodschap aangenomen P In den beginne
heb jij je altijd verzet, alsof je niets met
mij te doen wildet hebben. Het is me niet
ontgaan, dat je de Alpenrozendie ik
bracht, telkens weggelegd hebt, maar
den spotvogel, dien ik heden naeht voor
je venster een plaatsje gaf, heb je niet
weggedaan, maar behouden
„Je verbeelding is nog al sterk," ver
volgde het meisje met een sarkastisoh
lachje. „Ik heb den vogel volstrekt niet
voor mij zelve bewaard, maar zoo laten
staan, omdat ik niet reoht wist, wat ik er
mee beginnen zou. En al was het nn ook
zoo, als je belieft te zeggen," terwijl ze
bem een paar schreden naderde, „dan had
ik jou slechts hier verwacht, om je te kun
nen zeggendat je me uit den weg moet
gaan, en dat ik niets van je weten wil."
„Dat kan wel zijn," zei de jongen on
verschillig. „Maar toch zou ik graag wat
van je willen weten, Spotvogel."
„Zoo heet ik niet," riep ze boos. „Wij
zijn niet zoo eigen met elkander, dat ik
door jou bij mijn bijnaam zou willen ge
noemd worden."
„Wees daarom nu niet zoo onvriendelijk!"
zei hij. „Ofschoon de naam is zoo kwaad
niet. De spotvogel is een heel lief dier
tje, en als jij het hoofdje zoo in den nek
smijt, en mij zoo trotsch aankijkt, dan lijk
je er precies op met je hazelnotenoogen.
Maar wanneer je nu niet gesteld bent op
dien naam, en je het mij toestaat, zal ik
je bij je eigenlijken naam noemen, en nn
vraag ik dan, of Rohnberger's Corona mij
te woord wil staan, en mij op alles, wat
ik haar vraaag, de gewenschte inlichtingen
wil geren?"
Het meisje geraakte gebeel in verwar
ring en bloosde erg. Zij wist niet, hoe
zij tegenover den goedhartigen toon van bare
tegenpartij, haar eigen woorden van zoo straks
zou volhouden. „En wat heb je me dan te
vragen vroeg ze merkbaar zachter en met
afgewenden blik, terwijl de knaap onge
vraagd naderbij trad, zijn knapzak en berg
stok in het gras wierp en plaats nam op
de bank voor de hut.
„Dat zul je meteen hoórec," zeide hij.
„Maar daar hoort een lange geschiedenis
bij, die ik vooraf vertellen moet. {Hoe zou
je het vinden, als je mij eerst eens een
schotel melk bracht? 't Is immers zoo wat
het gebruik op de Alpenweiden, en de Gin-
delweide zal toch hierop wel geen uitzondering
maken P"
Nogmaals blozende, snelde Corona naar
de melkkamer, en spoedig daarna kwam ze
terug met een schotel, dien nevens den jongen
op de bank plaatste. Wilde ze voor de toe
komst eiken omgang met hem afbreken
thans was hij eenmaal door eigenaardige
gebruiken haar gast geworden, en ze was
boos op zich zelve, dat ze aan die gastvrij
heid tegenover hem een oogenblik te kort
had kunnen doen. Half onwillekeurig liet ze
zich ook op de bank neervallen, zoodat de
schotel tusschen hen stond. Zij keek voor
zich neer en scheen niet in staat hare gewone
scherpe, vinnige woorden weer te vinden;
de gemeenzame en onverwachte manier waar
op de jongen zich jegens haar gedroeg,
bracht haar totaal in de war en hare nieuws
gierigheid omtrent wat hij haar te vragen
had, was in hooge mate gespannen. Hij
scheen evenwel daarmee geen haast te hebben,
evenmin als het hem met de begeerte naar
een schotel vol melk en brood ernst
geweest waswant bij at slechts een
paar lopels vol. Onderwijl waagde hij
het een blik te slaan in de hut. Eensklaps